el Land van Heustieii en Aitena. tie Laugslraat en de ioromelerwaaii K erstvrede. Üe vfouw van den Banneling, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3424. Donderdag 24 December 1914. £t und van alte^5 VOOIt Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Als wij in 1914 dit woord neer schrijven, raoet dit voor velen onzer mindereeo wèl overdacht woord schijnen, eerder een parodie gelijken, en tocb is op dit oogenblik voor ons alles verder dan scherts, nu het Kerstfeest voor de geheele wereld met haar somberheid een voor weinig troost vatbare gemoeds stemming brengen kan. Kerstmis, Hei lige dag, waarop zooveel mogelijk een ieder zich huiswaarts spoedt om in den familiekring te herdenken, wat ons aan U herinnert! Hoe ontelbaar velen zullen thans niet bij de hunnen kunnen vertoeven, omdat hun plicht hen in vreemde stre ken vast houdt, of, zoo zij in den ge weldigen strijd, die de gansche wereld doet sidderen, nog niet aan den killen schoot der aarde, in vaak onbekende streeken zijn toevertrouwd, in eigen hof en haard zich vreemd zouden ge voelen door de alom heerschende ver woesting, als vreemden zouden weder- keeren in het door het noodlot geslon ken huisgezin, waar thans geen vrede zelfs moeilijk berusting kan gevonden worden. Want wij weten 't, voornamelijk in België, doch ook in alle andere oorlog voerende staten, zelfs daar waar op dit oogenblik nog schijnbare vrede heerscht, heeft deze rampzalige oorlog slechts rouwniets dan een menschen leeftijd groote rouw, wellicht bitterheid ge bracht. Op nog niet geheel verwoeste plaat sen in het Westen, zoowel als in 't Oosten, zullen straks de kerstklokken luiden, doch vroolijk als vroeger zal thans dit geluid niet onze ooren streelen wellicht overheerscht het kanongebul der elders zelfs het Engelenlied. Laat dit slechts zijn voor onze ooren niet voor onze zielen't is waarGods dienst en deze verwoesting behooren niet bij elkander, doch in zooverre wel, dat de mensch in benarde tijden meer dan in dagen van voo spoed, door het ontwaken van zijn afhankelijkheichge- voel, zijn hulp zoekt bij denSterkere; en dit alléén reeds is een zegen, die dezen alles verwoestenden krijg mee brengen zal. r (19 De vleugeldeuren van het hotel, dat door een fraai aangelegden tuin, afgesloten door een ijzeren hek aan de straatzijde, omgeven was, stonden open en gaven uitzicht op de vestibule, die met kostbare steenen door een fraai tapijt bedekt, bevloerd was. Het geheel gaf een gunstige getuigenis van den smaak en den rijkdom van den eigenaar. Geen enkele bediende vertoonde zich, maar de graaf durfde niet binnentreden, hij had het gevoel, dat den zeeman be zielen moet, wiens kompas verloren is ge gaan, en die nu op den wijden oceaan geen enkel vast punt heeft waarnaar hij zich richten kan. In gedachten verzonken liep hij door en bleef staan bij de kerk Saint- Philippe du Roule, om te overleggen wat hem nu te doen stond. Werktuigelijk telde hij de prachtige equipages, die voor de kerk stilstonden. Er waren er vier, en zeker werd er de een of andere eenvoudige plech tigheid in de kerk gehouden, misschien wel een huwelijksinzegening. De deftige koetsiers en lakeien in hun smaakvolle livrei op den bok, zoowel als de zwarte en bruine paarden, die van ongeduld stamp voeten, gaven den indruk van groote weelde en voorname deftigheid; enkele nieuws gierigen stonden in 't portaal der kerk. Graaf Jan voegde zich bij hen, en luister de onwillekeurig de volgende opmerkingen af. De bruid is in den rouw, maar wat een mooie blondine, zij is zeker de mooiste yrouw uit heel Parijs! Morgenrood, morgenrood, Wijst gij mij op vroegen dood? Straks als de trompetters blazen, Moet ik wellicht mijn leven laten, En met mij vele kameraden. Zoo zingt 't Daitsche leger voor iederea grooten slag, en welgemoed gaat men ten strijde, velen waarschijn lijk ter eeuwige rust. Doch ook Zij zullen hem niet hebben, Den vrijen Duitschen Rijn. Welk een overtuiging, welkeen moed insprekend geloof! Maar ook van andere zijden kent men geen vrees voor den strijd, is men niet bang voor den dood, noch minder is men overtuigd dat de overwinning niet aan hun zijde zal zijn: Zij zullen hem niet temmen, Den fieren Ylaamschen leeuw, klinkt 't, al is 't slechts in een klein gedeelte van B.dgie, en, vertrouwende op hun recht en hun Koning, steunende op de macht van vrienden, wanhopen ook die dapperen niet aan een goeden uitslag. Inmiddels wordt het Vrede op aarde" gelogenstraft! Doch dit kan slechts tijdelijk zijn. Wèl is de droefheid in schier alle landen van Europa en ook daar buiten groot, zeer groot. Wèl schijnt 't, of er weinig meer te redden valt van al wat in verschillende opzichten met zooveel moeite en opof fering in vele jaren werd tot stand gebracht. Wèl is er geon lichtende zon aan den horizon, die ons wijst op toena dering van thans verbijsterde volken, die strijden om menschenmacht. Maar daar tegenover staat, dat wij weten dat wij zien, trots alle nevelen die de aarde bedekken, dat daar vèr, hoog boven ons een lichtende ster staat, die als wij 't zien willen, ons spreekt van de Toekomst, van Vrede. En als dan deze oorlog nu eens de laatste mocht zijn, die de menschheid teisteren kwam, dan moge dit een bal sem zijn voor de wonde, ons eenigzins verzoenen met het vergoten bloed van zoovele dierbaren. Geve dit ons berusting, want het tijdelijke is kort, doch de eeuwigheid oneindig. Buitenland. Nu, die is ook niet te beklagen. Zij kan haar toiletten voortaan be3t betalen. E i wat weet zij zich uitstekend te kleeden 1 Wie trouwt er toch, vroeg de graaf aan een livreibediende, die naast hem stond. Een schatrijk particulier! Is hij zoo rijk? Nu, dat verzeker ik u. Hoe heet hij Baron Raynaud. Een hevige schok doortrilde het lichaam van den armen zwerveling en met moeite hield hij zich staande. Maar spoedig her stelde hij weer. Was daar nu zooveel vreemds in dat huwelijk; de baron was immers al sedert jaren weduwnaar? Verbeelding! mompelde hij, maar terstond kwam de verdenkeng boven. Men zeide immers dat de bruid ook weduwe is? En Helena was toch weduwe, zijn acte van overlijden was immers opgemaakt, en hij was verdronken op de reede van Cayenne; dat had hij ten minste een paar dagen geleden door bemiddeling van een agentschap in Londen gehoord, en anders zou hij zich immers niet in de straten van Parijs gewaagd hebben! Hij drong door de menigte heen en trad de kerk binnen; het huwelijk was juist voltrokken, en het hoofdaltaar verlaten; dichte wierookdamp steeg in het ruim op, bleef tusschen de vensters en pilaren hangen en verduisterde het licht; de koster doofde de kaarsen uit, en de kerk was verlaten. Jan de Marcilles maakte aanstalten om heen te gaan. De pijnlijkste twijfel was hem liever, dan een zekerheid, die hem verpletteren zou, en reeds deed hij zich zelf verwijten, over zijn gebrek aan ver trouwen in de geliefde vrouw. Hoe! zij, Helena, de eenige vrouw, die hij ooit be mind had, de moeder van zijn Gabrielle, De correspondent van de Times seint uit Belgrado: Den 13den dezer ben ik van VValjewo vertrokken en langs den weg gegaan die bezaaid was met den rommel van de weggeworpen uitrus tingsstukken der Oostenrijkers. Den 15den dezer kwam ik vlak achter het zegevierende Servische leger te Belgrado aan. De herovering van de hoofdstad is niet zonder verwoeden strijd gegaan en voor de Oostenrijkers gedemoraliseerd waren. De Oostenrijkers weerden zich uitstekend, maar konden tegenover de herhaalde aanvallen der Serviërs geen stand houden. Zij moesten hun verzet opgeven toen de stelling van Torlak die Belgrado beheerscht, in den avond van 14 dezer viel. De hoogten, die zwaar versterkt waren, werden met groote hardnekkigheid verdedigd en pas na drie bajonet-aanvallen namen de Ser viërs de stelling. De Oostenrijkers haddpn ter voorbe reiding van hun terugtocht aldoor voor raden weggevoerd. Bij de spoorbrug was over de Sawe een brug geslagen, maar toen het bericht kwam dat Torlak ge vallen was, begon er een algemeen sauve qui peut. Officieren lieten hun soepborden en hun wijnglazen half vol staan en gingen er ijlings van door. De verschillende r issen van de monar chie begonnen onder elkaar te vechten om uit te maken, wie het eerst een heenkomen zou zoeken. Een poging van de Serviërs om den linkervleugel om te trekken en de brug te vernielen werl verijdeld door een verzet tot het uiterste van de Oostenrijkers, die de stelling van Topsjider bezet hielden en zoodoende kon de terugtocht, hoewel hy wilt en wanordelijk was, voortgaan. De eerste Servische patrouille kwam de stad in den ochtend van den 15den binnen. Achter haar aan kwam koning Peter, terwijl het vechten bij de brug nog aan den gang was. De Serviërs beschoten de brug daarna met granaten en vernielden haar. Op dat oogenblik waren nog een groot aantal Oostenrij kers en een groot deel van den tros ten Zuiden van de Sawe. Volgens de laatste telling, zijn 150 officieren, 10.000 man, 8 stukken geschut, 450 vracht wagens en 1000 paarden in handen van de Serviërs gevallen. Vele kanonnen werden ook in de rivier geworpen. De Oostenrijkers hadden geen tijd gehad om Belgrado grondig te plunde ren, maar tijdens de bezetting hadden zij verhuiswagens aangevoerd en den inboedel van vele huizen van welge stelde menschen weggenomen en naar Semlin overgebracht. Voorts nam zij alle mannen tusschen de 16 en GOjaar gevangen en zonden die met e n aan tal vrouwen en meisjes naar Hongarije. Er zijn nu berichten over de ver schillende bewegingen die het Servische leger heeft uitgevoerd. De Serviërs hebben heldhaftig en schitterend ge vochten en den vijand opnieuw een verpletterende nederlaag toegebracht. Natuurlijk heeft dat veel bloed gekost, maar toch weinig in vergelijking met het verlies dat den vijand is toege bracht. De Oostenryksche legers, die Servië zijn binnengevallen, zijn als gevechts eenheden vernietigd en de Serviërs weten nog niet, hoe groot de buit is. Voortdurend worden nog gevangenen aangebracht. Op grond van wat de correspondent zelf gezien heeft, schat hij den buit op ten minste honderd vijftig kanonnen en tweehonderdvijftig munitie-transportwagens, waarvan de meeste met duizenden geweren en zeker met millioenen patronen geladen waren. Of de Oostenrijkers in staat zullen zijn al dit verloren materieel aan te vullen en ook de verliezen aan manschappen, zal men moeten afwachten. Maar voor nieuwe krijgsverrichtingen zal het in elk geval noodig zijn, een geheel nieuw leger te vormen. Volgens een part. telegram aan de N. R. Ct. heeft minister de Wet te Johannesburg in een toespraak tot 2500 man aan de burgerwacht gezegd „Ik ben dankbaar, dat de opstand zoo snel is onderdrukt. De regeering heeft geen plan algemeene amnestie te ver- leenen. Er zijn meer dan 4000 rebellen in de gevangenis en 1200, die zich hebben overgegeven, zijn op parool naar huis kunnen gaan. Esn telegram uit Rome aan de Köl- nische Zeitung verzekert, dat daar een toenemende verbittering heerscht over de aanzienlijke schade welke de Ita- liaansche handel door Eugeland onder- vindt. Sedert Engeland einde October zijn verklaring van Februari 1909 over het zeerecht en den oorlog door nieuwe eigenmachtige bepalingen verving en Frankrijk met Engeland in dat opzicht meeging, zoo schrijft het Giornale j d'Italia, verklaren de bondgenooten het voor hun recht om schepen, die voor- waardelijk© contrabande vervoeren, in beslag te nemen. Dit noemt het Gior nale d'Italia een bedreiging en een maatregel die eenzijdig tegen de mogend zou een ander kunnen toebehooren, en het verleden met zijn vreugde en leed vergeten om hem tot toppunt van zijn ongeluk te verradenzij zij zou zich laten meesleepen door de aantrekkingskracht, die de rijkdom uitoefent, nu zij de armoede niet kon weer- staan! Neen! dan kende hij haar beter! Een geheimzinnige macht hield hem als vastgenageld op de plek van de zijbank, l waarin hij zich verscholen had en een inwendige stem fluisterde hem toe, dat zij a leven en geluk op 't spel stonden en dat hij blijven moest! Wij allen hebben somtijds die vreemde ondervinding opgedaan in oogenblikken waarin ons geluk of ongeluk beslist werd. Een geheimzinnig duister heerschte in het rond, het doffe licht van een mistigen dag drong met moeite door de gekleurde ramen, en werd nog door de hooge daken der omliggende huizen onderschept. Op enkele schreden afstands, zou 't moeielijk geweeff zijn iemand te herkennen. Plotseling klonk de stap van den koster bij de deur der sacristie en graaf Jan plaatste zich achter een pilaar bij den ingang der kerk; het orgel zweeg. Het huwelijk moest dus op hoogst eenvoudige wijze hebben plaats gehad en alleen de ko3ter ging het bruidspaar voor; beiden in diepen rouw, volgden den kerkbewaarder. Met uitge- j strekten hals en gebalde vuist, het starend oog met bloed heloopen, trachtte Jan de Marcilles de trekken der jonge vrouw te onderscheiden. De wreede scherts van don José Gavero klonk hem martelend in de ooren. Plotseling werd de hoofddeur ge opend en het schip der kerk door een stroom licht verhelderd; de jonggehuwden traden in het volle licht. Met moeite onder drukte de ongelukkige een kreet van wan hoop de Spanjaard had gelijk gehad. Wee hem, die op een vrouw vertrouwt! Die bruid, de jonge vrouw van baron Ray naud, die aan zijn arm achter den goud- gegalonneerden koster voortschreed, gevolgd door glimlachende huwelijksgetuigen, w^s de doohter van kolonel Lignère, de wees, die graaf De Marcilles in haar armoede had opgezocht, om haar zijn leven te wijden, de moeder van zijn dochter Gabrielle, gravin Helena De Marcilles 1 Hij knielde op een bidstoel neer en ver borg het gelaat in de handenniet om in die vrome houding kracht van den hemel af te smeeken. XXII. Be Schaapskooi. Het kasteel van Varenne, het eigendom van baron Raynaud, strekt zijn bezittingen over een groote uitgestrektheid tusschen Nangis en Montezoau uit. Het telt drie gemeenten onder zijn onderhoorigheden en als zooveel andere rijke bankiers offerde heden van het drievoudig verbond is gericht. Eens, zegt het Giornale d'Italia, is het voorgekomen, dat de Engelschen op een Italiaansch stoomschip de vlag naar beneden haalden. Zij heeschen haar echter weer omhoog, toen de Ita- liaausche landverhuizers, die aan boord waren, met geweld dreigden. In Gibral tar en Toulon werden verscheidene Italiaansche schepen door de Engelschen en Franschen vastgehouden. Omtrent het succes der geallieerden in West-Vlaanderen meldt een „Times- correspondent uit het Westen van Frank rijk: Langs de geheele lijn van Nieuw- poort tot Rijssel hebben de geallieerden een definitief offensief hervat, en mel dingen van verschillende punten van de linies duiden er op dat de voor- waartsche beweging algemeen succes heeft. Tengevolge van de activiteit langs de kust zouden de voorttrekkende troepen van de geallieerden Middel- kerke hebben gepasseerd. De vijand werd uit een aantal van zijn loopgraven aan den rechteroever van de Yser ver dreven, doordien onze legermachten door de Duitsche linie waren heenge broken, even beneden het eind van het overstromingsgebied te Dixmuiden. De Belgen hadden het voordeel de jniste ligging van de dijken en de slooten te weten die, onder een uit gebreid watervlak, verborgen® voor de Duitschers een doodelijke val bleken te zijn, zoodra zij een aanval probeerden te doen. Op een aantal plaatsen waadden onze mannen door de overstroomde gebieden er voor zorgend, die plaatsen uit to zoeken waar het water nauwelijks tot de knieën reikte en zeker nooit meer dan tot het middel en chargeerden met de bajonet toen zij bij de Duitecho loopgraven waren genaderd. De vijand bood slechts luttel weerstand. Een groot aantal gevangenen werd gemaakt. De fron taan val van de geallieerden die het meest uitwerkte, was die bij Lombaertzijde. De Duitsche verliezen moeten zeer zwaar zijn. Uit Gent wordt aau de Tijd gemeld: De nood te Gent is thans schrik barend. Intusschen worden dagelijks de requisities grooter. Op de markten des Woensdags en Vrijdags halen de Duitschers de beste beesten weg en die worden naar Duitschland gevoerd. Be taling geschiedt met papieren bons, waarvoor de gemeente goed is. Dezer dagen kwamen soldaten ook weer met schap in een uithoek van Bretagne of een verlaten veld in Sologne of Morvan. De bouwvallige hut te midden van het armzalig kreupelhout en de boomstronken, die (haar voor de helft aan 't oog onttrok ken van de wandelaars die den weg van Lachacpelle Gauthier naar Monterceau volg den), zag er somber en verlaten uit. Zij vloekte om zoo te zeggen met de flinke, lachende gebouwen der omgeving en in de duisternis van den nacht of verlicht door het spookachtig schijnsel der maan, zou men haar voor een puinhoop hebben kun nen houden, die door 't vuur geteisterd was. Toch was zij bewoond, en Btrekte tot toevlucht van een gevaarlijke stroopers- familie, wier offieieele bezigheid bestond in het werken als daglooners in de naburige bosschen, maar zij hadden nog een andere, en als volleerde wilddieven, stroopten zij dag en nacht, op de goederen in de buurt. Geen wonder dus dat voortdurend een oor- ook de baron gaarne de revenuën van die log op leven en dood gevoerd werd tusschen gemeenten op aan de genoegens der jacht.hen en de parkwachters, die bang voor hen Daarom zijn de bouwlanden, die vier groote waren. hoeven omringen, door bo3chjes begrensd 1 De hut was in den omtrek bekend als om een veilige schuilplaats voor 't wild op de Schaapskooi en de bewoners heetten te leveren, terwijl bovendien een groot Rivolard. bosch het eigendom aan alle zijden van De vader, Bastien Rivolard, was vijftien Valjouan tot Brean insluit. jaar geleden in een schermutseling met de In de laatste gemeente zijn enkele bos-wachters van La Varenne omgekomen en schen aan de koopzucht der groote eige- had twee zonen Simon en Jacques Rivolard naars ontsnapt, en die gehuchten met hun en een dochter nagelaten, die geen van armoedige met riet gedekte huisjes van drieën gehuwd, met hun omstreeks zestig één verdieping, liggen verborgen in het jarige moeder, waren blijven leven, en met omringende hout. elkander de beide holen, die de onderver- Aan 't eind van een dier ellendige ge- dieping van de hut uitmaakten, bewoonden, huchten, in 't midden van een uitgestrekt heideveld verhief zich toentertijd een echte (Wordt vervolqd). kolenbrandershut, die waarschijnlijk ge bouwd was door een maarschalk van 't t Eerste Keizerrijk in den tijd, toen men omliggende bosschen op groote schaal was begonnen te kappen, 't Leek wel een land-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 1