en
öe vrouw van den Banneling,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 342S. Zaterdag 9 Januari
FEUILLETON.
3
UNB VAM AlT^
VOOR
II
ii
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,|
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1913.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Is de oorlog verdedigbaar
Neen
Immers, niets is vóór den oorlog te
zeggen en alles er tegen
De oorlogen kosten millioenen en
millioenen aan geld, die anders, nut
tiger besteed zouden kunnen worden,
en verder bezorgt de oorlog aan dui
zenden en duizenden mannen in de jeugd
van hun leven, een ontijdigen dood,
waardoor niet alleen rouw en droefe
nis in hunne families, maar ook nog
gebrek onder de volkeren gebracht
wordt.
En bracht de oorlog nu nog recht
aan de partij, die werkelijk het recht
aan zijn zijde heeft
Maar ook dat is het geval niet.
Immers, de partij die over de meeste
soldaten en kanonnen beschikt, dus
de sterkste partij, treedt meestal als
overwinnaar uit den strijd te voor
schijn
In den oorlog is het recht aan den
sterkste
De oorlog is dus op geen enkel
punt verdedigbaar, maar wel is ze,
zooals we aangetoond hebben, op alle
punten te veroordeelen.
Maar mag ze dan nog telkens en
telkens, nu hier, dan elders in de we
reld, weer uitbreken
Neen
Er moet een einde gemaakt worden
aan het oorlogvoeren, aan dit groot
ste der bestaande ongerecgtigheden,
dat bovendien millioenen en millioenen
aan geld en duizenden en duizenden
aan menschenlevens kost
Hoe een einde er aan te maken?
Leo Tolstoï meende dat het zou
kunnen, indien alle landen tot ontwa
pening besloten.
Zeker, dan zouden de oorlogen tot
het verledenen bekooren, want dan zou
oorlogvoeren geheel onmogelijk gewor
den zijn
Er zijn er, die willen dat een der
groote mogendheden met zyn ontwa
pening beginnen zou de andere mo
gendheden zouden dan zeker spoedig
volgen.
Maar welke mogendheid zou hierin
de eerste zijn
(23
Cesar de Marcilles bekende nu alles, zijn
geloof aan Jan's schuld en zijn wanhoop
de prairieën van La Plata hadden hem niet,
zooals zooveel anderen rijk gemaakt, want
hij werkte zonder vertrouwen, ln zijn een
zaamheid werd hij verteerd door verlangen
naar Frankrijk en zijn vroegere vrienden.
Soms ging hij in wanhoop naar Bahia
Blanca, de stad die het dichtst bij zijn
eigendom gelegen was, en verspeelde daar
dan in één enkelen nacht de opbrengst van
een geheel jaar. Hij teerde weg van verdriet
in die vreemde landstreek en als hij zijn
broeder niet ontmoet had, zou hij er ge
storven zijn, zonder zijn dierbaar vaderland
terug te hebben gezien; want hij verkoos
verbanning en eenzaamheid boven de schan
de, om voor zijn vrienden onder zijn be
zoedelden naam te moeten blozen.
Kom, zeide Jan de Marcilles, gij moet
mij helpen om dien naam in al zijn ouden
luister te doen herstellen.
Acht dagen later, in 't midden van Maart
1884 scheepte graaf Jan, nu don Ramon
Cavero, markies d'Anguilas geworden, zich
in op de stoomboot „la Gironde", die naar
Saint Nazaire bestemd was.
Hij werd vergezeld door Toussaint Var
don, die nu Perès I ucar geworden was, door
burggraaf Cesar, door zeven zwarte bedien
den en door twee mulattinnen van bijzon
dere schoonheid.
Hij had onbeperkte credietbrieven bij
zich op de huizen Rothschild te Parijs en
te Londen en bereikte na een gelukkigen
Zelfs Engeland durft het niet aan,
ondanks zijn machtige positie.
Anderen willen dat de staten zich
zouden verplichten hun belangen bij
verdragen te regelen [en alle geschil
punten aan een scheidsgericht te on
derwerpen.
Op de laatste Haagsche Vredescon
ferentie, waarbij dit voorstel ingediend
was, waren alle vertegenwoordigde
staten het met dit voorstel zonder uit
zondering eens.
Het is dezen .weg dan ook, meent
men, dien het op moet met het willen
voorkomen van oorlogen.
De stafbn moeten hun belangen re
gelen bij verdragen, en, mocht het dan
toch nog eens gebeuren dat er een ge
schil ontstond tusscben twee of meer
dere staten, dan moet er een scheids
gerecht zijn, hetwelk die geschillen zou
hebben te behandelen en er uitspraak
over zou hebben te doen, bij welke
die staten zich dan zouden hebben neer
te leggen.
Dan zou er recht gedaan worden in
zulke geschillen
Niet de oorlog brengt in gevallen
als deze het recht aan den werkelijk
rechthebbende, niet altijd tenminste
De totstandkoming van zoo'n inter
nationale rechtstoestand zou natuurlijk
medebrengen, dat die rechtstoestand
gevestigd moet worden op de basis,
dat de levensbelangen van een staat
onaantastbaar zijn, dat wijzigingen in
de politieke kaart alleen aangebracht
zouden mogen worden na uitspraak
van het scheidsgerecht, na overweging
of die wijzigingen al of niet noodza
kelijk zijn.
En nu zou zich echter het geval
voor kunnen doen dat een staat zich
niet hield aan een tusschen deze en een
andere staat gesloten verdrag.
Wat dan gedaan moest worden
Niet naar de wapens grijpen, na
tuurlijk
Volgens miss Anna B. Eckstein, uit
Boston, die hier in ons land eens een
aantal lezingen gehouden heeft ten
gunste van de vredesbewegingen, zou
den de staten moeten besluiten tot een
economischen boycot van zoo'n staat,
die in zulk een geval naar de wapens
greep.
Miss Eckstein gelooft dat zoo'n
maatregel stellig afdoende zou zijn.
In ieder geval moeten de oorlogen
verdwijnen en de weg, om hiertoe te
overtocht de haven, nam den sneltrein naar
Parijs en hield daar met zijn gevolg zijn
blijden intocht op den zestienden April des
avonds te negen uur.
Een oud bekende.
Cabiral, de voormalige landmeter, was
wel veranderd, maar waarlijk niet in zijn
voordeel, want niettegenstaande zijn knappe
kleeding zag hij er bleek en vervallen uit
't leven dat hem telkens allerlei verrassin
gen bracht, stond hem tegen en een doode-
lijke verveling vergalde hem ieder uur van
zijn bestaan; want hij verlangde terug naar
de dagen van voorheen, toen hij verschil
lende weinig winstgevende beroepen uit
oefende, toen hij figurant in het théatre du
Chatelet en handlanger der politie was,
toen hij uitmuntte in de kunst om allerlei
vermommingen aan te nemen, vrije manie
ren en een leven in de open lucht had,
en druk de kleine Parijsche theaters, vooral
als spion der politie, bezocht.
Sedert vier jaren was hij bij de opening
van het agentschap Pidon van betrekking
veranderd, maar kon geen ru3t vinden te
midden der paperassen, die hem geen be
lang inboezemden, daar hij eigenlijk niets
anders te doen had dan zijn nagels te vijlen,
en gloeiende brieven aan de cassière, Martha
Ribout te schrijven, die hem uitlachte, en
met onwankelbare trouw haar ouden vriend
van Combiers aanhing, die beloofd had haar
te zullen trouwen, maar zijn bolofte nog
niet vervuld had.
Meermalen sloeg Cabiral zich van woede
op de borst en verweet zichzelf dat hij de
schuld van alles was. Waarom had hij de
zuurverdiende twintig duizend francs, die
hem uit den roof van Orgères toegewezen
waren, zoo roekeloos aan allerlei uitspat
tingen verspild? Dat gestolen geld gleed
als water door zijn vingors en bovendien
haatte hij de wijze, waarop hij dat geld
geraken, is het sluiten van verdragen
tusschen de staten en de instelling van
een scheidsgerecht, werkende als hier-
bjven beschreven.
Mannen van naam op het gebied
van de vredesbewegingen zeggen het
ons.
Jammer dat de huidigen oorlog niet
aldus voorkomen is kunnen worden
Hoeveel jammer en ellende zou dan
aan velen bespaard zijn gebleven
Maar helaas
Itiiiteuland.
Een bericht uit Sluis, d.d. 7 Januari
aaD de „N. R. Ct." luidt:
Betrouwbare ooggetuigen, die gisteren
de streek hadden verkend, hebben mij
medegedeeld, dat de Duitschers met
koortsachtigen ijver voortgaan het
Noordzeestrand tusschen Knocke en
Heyst tot vlak bij onze grens aan de
Kadzandsche duinen in staat van ver
dediging te brengen. Knocke is bezet
door een vijftien- tot achttienhonderd
man Duitsche troepen, zoowel infaute-
risten van den landstorm als marine
matrozen, artilleristen en cavalerie. Tot
heden zijn er in den dijk achter de
duinen van Knocke naar 't Zwin vier
kanonnen geplaatst. De Duitsche mili
taire kommandant daar had aan de
manschappen meegedeeld dat er een
landing van Engelsche troepen kon
worden verwacht, en dat er dan langs
het strand tusscheu Knocke, Heyst,
Zeebrugge en Blankenberghe voorzeker
een zware slag zou worden geleverd.
Heyst is naar schatting door een drie
duizend man troepen bezet. Op den
betonvloer van een tennisveld in het
badplaatsje Duynbergen is een 42 cM.
kanon opgesteld te midden van de zeer
sterke batterij, die hier uit de duinen
het strand bestrijkt. Het bericht dat
men daar om het geschutsveld vrij te
krijgen acht nieuwe villa's in de lucht
heeft laten springen, werd mij beves
tigd. De duinen zijn op verschillende
plaatsen geëffend. De kanonnen rusten
er op betonvloeren, die door balken in
het zand gedragen worden. Duynberghen
is geheel ontruimd. De menschen moes
ten hun huizen verlaten, mochten mee
nemen wat zij konden, maar wat zij
achterlieten hebbende soldaten grooten-
deels buitgemaakt. Verschillende villa's
zijn opengebroken. Op tal van plaatsen
heeft men de ramen uit de kozijnen
genomen en daarachter mitrailleurs op
gesteld. Tot zoover zijn de gevels van
deze huizen dan met dammen van
graszoden versterkt. Deze mitrailleurs
zijn alle gericht op den weg van Knocke
naar Heyst, waar alle verkeer verboden
is en ten overvloede door prikkeldraad
versperringen gestremd. Bovendien gaan
de Duitschers voort in dit gebied tal
van loopgraven aan te leggen.
De Duitsche bezetting van Knocke
en Heyst is overal bij de burgers in
gekwartierd. Gisteren heeft de Duitsche
overheid in Knocke alle vee en paarden
laten opschrijven. Vooral paarden zijn
er reeds heel wat gerequireerd en zel
den worden daarvoor bons afgegeven.
Gebrek aan levensmiddelen is er nog
niet. Mijn zegslieden noemden de ver
houding tusschen de bevolking en de
bezetting goed. De laatste gedroeg zich
over het algemeen „braaf en gewillig".
De Fransche minister van oorlog
zond aan luitenant kolonel Garibaldi te
Rome, namens het Fransche leger, een
condoleance telegram naar aanleiding
van het sneuvelen van twee van zijne
zoons in het Fransche leger,
j Ricciotte Garibaldi antwoordde den
gezant als volgt: „Mijn vrouw en ik
zijn, ongetwijfeld, zeer ontroerd, want
wij hielden veel van Bruno, zooals wij
al onze zonen liefhebben. Maar la
guerre comme a la guerre, en toen wij
afscheid van hen namen, toen zij naar
het oorlogsterrein vertrokken, wisten
wij zeer goed, dat zij het gevaar niet
zouden vermijden. Wij zijn zeer trotsch
op ons arm, als een held gevallen, kind
en ook op zijn broeders, die den naam
van mijn vader en de tradities van den
Italiaanschen moed alle eer aandoen.
Dat het Italiaansche bloed, op Fran-
schen bodem gestort, de vereeniging
der twee volken nog hechter moge
maken en alle oude en nieuwe misver
standen uitwisschen."
gekregen had, want soms bekroop een gevoel
van wroeging den schurk, niet over wat
hij gedaan had, maar over wat hij had
zien doen.
Drommels 1 die Lazare Pidon had er de
hand mede gelicht! Cabiral was ook niet
voer een klein geruchtje vervaard en waar
lijk niet overgevoelig, maar de herinnering
aan de geworgde oude dame met den le
deren riem om haar hals bezorgde hem
vaak slapelooze nachten. En graaf Jan dan 1
Hij was verwikkeld in de intrige van dien
Guillard als een antilope in de kronkelingen
van een boa-constrictorZoolang het geld
er was, bleef het berouw achterwege en
wiegden da aangename wachter tochtjes in
de buurt van Parijs en rij toertjes in lan
dauers, in gezelschap van vrienden, zijn
geweten in slaap. Dat had trouwens, even
min als bij Lazare Pidon, wien de misdaad
in 't bloed zat, nooit een sterke stem gehad,
maar toen 't laatste bankbiljet van honderd
franc* gewisseld was, deed zich dat luide
hooren en begon een woordje mede te
spreken, en tengevolge daarvan begaf Ca
biral zich op zekeren dag naar zijn vriend
Lazare om hem er aan te herinneren, dat
het schelmstuk, dat zij uitgevoerd hadden,
nu juist niet met de voorschriften der
strikte zedeleer of met de artikelen van
het strafwetboek overeenkwam, ter zelfder
tijd vroeg hij op vrij hoogen toon om een
nieuwe subsidie, die Pidon echter niet
genegen was toe te staan.
Als men u uw gang liet gaan, zeide
hij, zoudt gij het budget van Parijs nog
wel overschrijden. Ge kunt geld krijgen,
maar moet het verdienen, en hij stelde
hem voor, bij hem in betrekking te komen,
een voorstel dat Cabiral aannam, zoodat
hij nu sedert de oprichting van het agent
schap daaraan verbonden was. Maar Pidon
en Guiilard hielden hem beiden in 't oog
en waakten over zijn doen en laten.
Aan den „Elsasser Ztg." wordt een
zonderling verhaal gemeld, dat aan het
Westelijk front zou hebben plaatsge
vonden. Een Elzasser stond klaar om
te schieten, toen hij zelf door een ko
gel in het hart werd getroffen, zoodat
hij op de plaats dood bleef, maar het
geweer bleef vasthouden. Na den slag
werden de dooden en gewonden weg
gehaald. Een soldaat wilde den dooden
kameraad het geweer ontnemen, toen
dit plotseling afging en den eerste in
de borst trof, zoodat ook hij weldra een
lijk was.
Bij Duitsche legerorder van 29 Decern
ber is het aan de militairen in de loop
graven verboden met den vijand op
kameraadschappelijke wijze om te gaan
of toenadering tot hem te zoeken. Uit
De stichting van dat agentschap was een
nieuw meesterstuk van Fulgence Guillard,
want de man der duisternis, zooals de
Gasconjer hem schertsend noemde, wist
zoodoende den schijn van eerlijke herkomst
aan zijn pas verworven rijkdom te geven.
Voor de zooveelste maal maakte hij het
spreekwoord, „onrechtvaardig verkregen
goed gedijt niet," te schande, want Guillard
was voorspoedig in de bezigheden, die hij
gekozen had, die met zijn aanleg en karakter
overeenkwamen. Hij hield van de duisternis
en schuwde het daglicht als katten, uilen
en vleermuizen, en deed ziju werk in 't
pikdonker. Men herinnert zich van vroeger,
dat hij geen aarzeling kende, en nooit ge
plaagd werd door zwakheden, als ontzag
voor de rechten van anderen of eerbied
voor beurs of leven van zijn naasten, ge
dachten die andere eerlijker menschen soms
plagen. Met dergelijke zwakheden gelijkt
men op een reiziger die door de kleinste
hindernis ontmoedigd en door iedere scha
duw vrees aangejaagd wordt, en voor een
karakter als dat van Straub valt niets zoo
moeielijk als het verdienen van het eerste
bankbiljet van duizend francs, de rest volgt
van zelf. De eerste maal was Guillard niet
geslaagd in zijn stoutmoedige onderneming
en was 't hem niet gelukt zich van dien
lokvink meester te maken, maar de misdaad
van Orgères had hem schitterend gewroken
en zijn fortuin gemaakt, 't Was dan ook
een prachtige onderneming geweest, die
van twee zijden voordeelig en schitterend
betaald was; bovendien had Lazare Pidon
zich een waardig leerling van zijn meester
getoond.
Laten wij het resultaat van de geheele
zaak eens berekenen, opdat wij weten over
welke krachten de schurk beschikken kon
in den strijd, die op 't punt was los te
barsten, want er was meer dan een bank
biljet van duizend francs in betrokken. Ful-
schijnt in verband te staan met de
eigenaardige verbroederingstafereelen
die met Kerstmis hebben plaatsgevon
den.
De generale Staf van het Kaukasus
leger bericht: „Dinsdagavond hebben
onze troepen een volslagen overwinning
behaald op de Turken (bij Sarykamysj).
Wij hebben twee legercorpsen ver
slagen. Het eeue werd in zijn geheel
gevangen genomen met den corpscom
mandant en drie divisio commandanten.
Kleine Turksche detachementen, die
wisten te ontkomen, werden krachtig
achtervolgd en vernietigd.
Uit Vlissingen wordt aau de D Ct
gemeld
Van een Belgischen jongeman uit
een der gemeenten in Belgisch Limburg
(die nu als vrijwilliger via Engeland
naar het leger der bondgenooten ging)
kreeg ik inzage van een oproep onder
teekend door den burgemeester zijner
gemeente, waarbij hij werd opegroepen
zich Maandag 4 Januari 1914 voor-
middags te 10 uur op het gemeente-
bureel aan te melden, teneinde bij het
Duitsche leger te worden ingedeeld. De
oproep was namens de Duitsche mili
taire overheid gedaan en betrof de
jongemannen der lichtingen 1914 en
1915.
De Amerikaansche regeering heeft
last gegeven, dat de vloot, die op het
punt was voor de opening van de
wereldtentoonstelling te San Francisco
naar den Stillen Oceaan te vertrekken,
in den Atlantischen Oceaan zal worden
teruggehouden Dit beteekent, volgens
d9 Neue Freie Presse niet, dat in de
betrekkingen tusschen de kabinetten
van Washington en Londen een crisis
zal aanbreken, welke boven de diplo
matieke wrijvingen uitgaat, maar, zegt
het blad, uit den maatregel blijkt toch,
dat president Wilson door de openbare
me8ning van het land gedwongen wordt
zijn standpunt in de voor Amerika zoo
belangrijke scheepvaartsvraag metter
daad kracht bij te zetten en zoo in
Londen do )r een ondubbelzinnige be
tooging te laten gevoelen, dat met zijn
eischen zal moeten worden rekening
gehouden.
De „Reichspost" vertelt de volgende
geschiedenis
Een Weensch officier kwam in Rus
sisch Polen in een volkomen verlaten
dorp. In een hoek van een half inge
storte hoeve vond hij een driejarig
jongetje, dat bij het zien van den offi-
gence had met een geweer met dubbelen
loop geschoten, zooals de jagers, die link3
een fazant en rechts een patrijs inéén schot
weten te dooden. De patrijs was de som van
driemaal honderd duizend francs, die aan
de oude freule De Marcilles ontstolen was
en de fazant, de door baron Raynaud be
taalde prijs. Caribal, die in het geheele
drama, evenals vroeger op het tooneel van
het ChAtelet, slechts de rol van figurant
vervuld had, werd met een kleine som
uitgekocht en tusschen Straub en zijn be
schermeling, zijn zoon, werd niet gedeeld.
Hij had zijn zoon van zijn vroegste jeugd
af aan de openbare liefdadigheid toe
vertrouwd, maar hem sedert bij zich ge
nomen en opgevoed zonder hem met zijn
afkomst bekend te maken, die Lazare Pidon,
zonder zich veel in wereldsche zaken te
verdiepen, echter wel vermoeddehij be
greep, dat zij een gemeenschappelijk bslang
hadden en dat het geld hem later in rechte
lijn als erfenis zou ten deel valleo. Hij
diende dus zijn eigen belang en werkte voor
zijn eigen rekening, door zijn vader te dienen,
dia zonder als zoodanig op te treden, zijn
vriend en opvoeder was, en zijn nakomeling
met de grootste zorg op de sluipwegen van
't kwade leidde.
De man der duisternis had van baron
Raynaud een som van een millioen in twee
termijnen ontvangen, den eersten omdat
hij hem van Jan De Marcilles bevrijd had,
'door hem naar Cayenne te helpen en den
tweeden omdat hij hem voorgoed van hem
verlost had, door den ongelukkigen graaf
naar de andere wereld te helpen.
De twee schurken zouden dus in rust
en in weelde hebben kunnen leven van de
opbrengst van dien gouden nacht, die ge
middeld zestig duizend francs 's jaars op
bracht, maar „ai etend krijgt men eetlu«t"
en een vreemd verschijnsel deed zich voor.
Met groote scherpzinnigheid berekende Guil-
oraraeierwaar».
VREDE DOOR RECHT