cl
van Meusdea en
Langstraat en de ilofmnelerwaan
De vrouw van den Banneling,
UNB .t'iM
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
FEUILLETON.
VOOR
if
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
No. 3439Woensdag 17 Februari
1913.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Mogen wij de berichten uit binnen-
en buitenlandsche bladen geloof schen
ken, dan heeft over vrijwel de ge-
heele beschaafde wereld op den voor-
laatsten Zondag, zij het ook niet alge
meen, dan toch een omvangrijke vre-
desbetooging plaats gehad. En wel eene
van godsdienstigen aard, in de kerken
die haar gezag aan Rome outleenen.
Want op dien dag is voor alle Ka
tholieke kerken een en hetzelfde gebed
afgekondigd, een gebed voor den vrede.
Al kan men twijfel uitspreken over
de aanstonds toonbare gevolgen van
doze gebeurtenis, het behoeft geen en
kelen weldenkende, geloovig of atheïst
roomsch of onroomsch te ontgaan, hoe
omvangrijk deze werelduiting is ge
weest. Op den zelfden dag, schier op
hetzelfde uur hebben in tal van lan
den millioenen Duitschers en Oosten
rijkers, Franschen en Engelschen het
hoofd gebogen, de gebalde vuisten ont
vouwen en in diepe aandacht om den
wereldvrede gesmeekt.
Het kan niet anders of deze ge
beurtenis, omtrent welker rechtstreek-
sche gevolgen men overigens geheel
verschillend denken kan, zal niet na
laten indruk te hebben gemaakt; in
verschillende laaden toch, is met vol
komen terzijdestelling van de grenzen
der nationaliteit, door vriend en vij
and, door vijand en vriend een en de
zelfde gedachte geko sterd, de gedachte
die uitging naar de wereldvrede. In
derdaad, deze gedachte, deze begeerte
mag en moet internationaal zijn, ge
lijk zij ook aan geen enkel kerkge
nootschap uitsluitend verbonden is. Ge
loovig en ongeloovig, christen of hei
den, een ieder wien het hart op de
rechte plaat zit, moet thans een vurige
begeerte koesteren, naar den eindelijk
verbeiden, den nog immer zich wach
ten latenden wereldvrede.
Om deze begeerte in vervulling te
zien gaan, om dit vurig verlangen
naar weder een normalen staat van
zaken te verwezenlijken, grijpt deze
naar het gebedenboek, gordt gene zich
aan met kalm overleg en koel ver
stand, een ander weder berust en ge
hoorzaamt, terwijl een vierde al zpn
krachten aan lichaam en geest ter be
schikking stelt aan het doel.
Doch om het even, allen, hoe ver
scheiden ook in de middelen, zijn eens
gezind wat het doel betreftden vrede
te bevorderen.
De diplomaat, die al zijn beleid en
omzichtigheid v an noode heeft om zijn
land, dat tot dusver voor de recht-
streeksche gevolgen van den wereld
brand gespaard bleef, voor listige oor
logshandelingen te behoeden die steeds
waakzaam op zijn post staat, hetzij in
het studie-vertrek, in de rainisterska-
mer dan wel in de diplomatieke salons,
zijn werk als vredesman strekt zijn
land tot zegen.
De krijgsman, hij zij generaal of
gemeen soldaat, die, nu eenmaal de
oorlog dreigt, zijn harden soldaten-
plicht met vasten wil blijft voldoen,
bereid zijn leven te wagen, te offeren
als het moet, ook hij doet, als
vredesman het zijne om zijn land sterk
te doen zijn en het als overwinnaar
een duurzamen vrede (e schenken.
De burger, in welke maatschappe
lijke positie hy ook geplaatst moge zijn
om het even of hij geklommen is tot
de hoogste sporten van de maatschap
pelijke ladder, dan wel of hij in een
nederige betrekking het dagelijksch
brood voor zich en de zijnen wint, hij
ook kan in hooge mate, als vredesman,
den wereldvrede bevorderlijk zijn. Zich
onderwerpend aan het boven hem ge
stelde gezag, blijmoedig vertrouwen
stellend in het beleid dergenen, d e
meer dan hij, weten kunnen en weten
moeten wat om 's lands behoud nood
zakelijk is, kan hij gewis het zijne
bijdragen om te redden wat nog te
redden valt, of te herwinnen wat dreigt
verloren te gaan, den vrede naar bin
nen en den vrede naar buiten. Vra' gt
het den diplomaten eens, hoe dikwijls
een toonlooze, zinnelooze schaar burgers
alle vredelievende berekeningen ten
spyt, hun land in den oorlog heeft
gestort, toen beleid en overleg, gehoor
zaamheid aan de gestelde machten en
het vóór alles bewaren van de orde,
de oorlogsrampen nog hadden kunnen
voorkomen.
Want in deze tijden van wereldbe
roering en het plotseling bloot leggen
van de diepste hartstochten van ge-
heele volken, is het dubbel behoefte
aan dezulken, die als ware vredesman-
nen, het hoofd koel, zij ook de hand
33)
Parijs wordt hoe langer hoe onveili
ger zeide hij, ik heb tenminste daareven
iemand op de trap ontme et, wiens uiter
lijk mij weinig aanstond en dien ik niet
graag 's nachts *op een eenzamen weg alleen
zou tegenkomen.
Ach koml zeide Pidon in zulk een
bewoond huisl
't Wa3 een soort van vagebond, zeide
Chapiton, ik heb hem ook ontmoet.
Zonder een spier op haar gelaat te ver
trekken viel Mél e Rivolard hier den spreker
in de rede met de woorden
Geneer u niet, dat is mijn broeder.
Burat en Chapiton keken op hun neus,
daarna wierp de laatste den eerste een
steelschen blik toe en bekende eerlijk
Daar hebben we ons leelijk versproken,
mijn waarde
Uw broeder? vroeg de chef der af-
deeiing. Weet ge dat zeker?
Ja, hij zat niet best in zijn plunje,
wel? maar hij is evenmin rijk als ikl
Wat doet uw broeder? vroeg Pidon,
ik wist niet eens, dat gij een broeder hadt.
Hij stroopte vroeger bij baron Raynaud
en anderen, zoolang bij kon, maar dat is
nu tegenwoordig uit.
Mélie hield er niet van, er dolkjes om
te winden.
Hoe heet hij vroeg Chapiton,
Simon, Simon Rivolard, zooals ik.
Simon Rivolard, vervolgde Chapiton
op den tcon van een kind, dat een van
buiten geleerde les opzegt. Simon Rivolard
gereed houdenen die, temidden der
somwijlen van alle kanten woest aan
stormende onheilsgolven, vastberaden
en vertrouwend op eigen kracht den
oorkaan het hoofd durven bieden. En
j zietdan schieten soms even snel als
zij kwamen de onweerswolken voorbij
en klaart de hemel op en de grootste
angst is geleden. Het is in zulke uren
van beproeving, dat een volk behoefte
heeft aan dezulken waarvan wij spraken,
en bij wie het minder op groote ken
nis en allerlei wetenschap aankomt,
dan wel op groot karakter, op inner-
lijken moed en gerechtvaardigd zelf
vertrouwen.
Daarop komt het in deze tijden van
onzekerheid en angst, maar ook van
groote wereldstaatkundige beteekeDis in
de eerste plaats, voor elk onzer, aan:
ons een klein maar noodzakelijk deel
te gevoelen van die groote eenheid,
die vaderland heet, en er ons van be
wust te zijn, dat alleen wanneer elk
onzer vastberaden zijn plicht volbrengt,
ons land zijn plicht in de rij der na
tiën betrachten en ten einde toe ver
vullen kan. Als dan eenmaal de storm,
die deze wereldoorlog is, zich heeft
neergelegd en een betere toekomst over
het afgepijnd Europa draagt, hoe groot
mag dan de voldoening zijn, die ons
doorgloeitte weten, dat ons land zijn
plicht gedaan heeft, den vrede bewaard,
en den storm heeft kunnen weerstaan,
omdat elk onzer zijn eigen plicht ge
kend en daarnaar ten volle gehandeld
heeft.
een der gevaarlijkste stroopers, zooals ik
tot mijn spijt bekennen moet. Hij is bekend
als de bonte hond bij al de jagers uit
Seine-et-Marne. Hij werd in '77 verdacht
van moord op een der opzichters van baron
Raynaud, maar bij gebrek aan bewijs vrij
gelaten. Gezegde moord was gepleegd door
zekeren Toussaint Vardon, bijgenaamd La
Brèche, ook een strooper, die tot twintig
jarigen dwangarbeid naar Cayenne veroor
deeld werd, op speciaal verzoek van baron
Raynaud en vijftien maanden later op de
reede verdronk in gezelschap van zekeren
graaf Jan de Marcillie, met wien hij een
poging tot ontvluchting had beproefd.
Chapiton moest buiten adem door zijn
lang verhaal even ophouden.
Gij verveelt de dames met uw lang
durige geschiedenissen, zeide Burat, die vol
attenties voor zijn buurdame was, zonder
dat deze, geheel vervuld met de gewichtige
bezigheid van eten en drinken, waaraan
zij al haar aandacht wijdde, die oplettend
heden scheen op te merken.
Maar als Chapiton eenmaal een verhaal
begonnen was, viel 't niet zoo gemakkelijk
daar weer een eind aan te maken, en hij
vervolgde ongestoord:
't Is toch altijd een rare historie ge
weest, met dien moord te Marcilles, en
als men er de moeite voor wilde doen,
zou 't misschien wel lukken, om de ware
schuldige te ontdekken, die zich nu in j
veiligheid wanen, omdat de arme veroor- j
deelde dood en begraven is. Ik heb veel
over die zaak nagedacht en enkel uit liefde
voor 't vak een massa stukken en bewijzen
verzameld. Ten eerste heeft baron Raynaud
de weduwe van den graaf, een der mooiste
vrouwen van Parijs, en zijn buurvrouw te
Combiers, getrouwd.
Ja, ja, dat is een punt van uitgang, dat
nog lang niet zoo kwaad is 1
En wat bewijst dat? wierp Pidon tegen.
flSultenlaiul-
Omtrent de verwoesting van Noord-
Frankrijk meldt de oorlogscorrespon
dent van de Neue Freie Presse naar
aanleiding van een automobieltocht in
de buurt van Atrecht: De verwoesting
van het gebied, dat door den oorlog
geteisterd is, is zoo ontzettend, dat na
den vrede landstreken verlaten zullen
blijven liggen, omdat niemand den moed
en de middelen bezit om een dergelijke
verwoesting op te ruimen. De dorpen
zijn verbrand, de velden door de loop
graven en de toegangswegen daartoe
zoo omgewoeld, dat duizenden jaren lang
zullen moeten werken om dit weer gelijk
te maken. De wegen zijn stuk geschoten,
vertrapt, kapot gereden en zullen geheel
nieuw moeten worden aangelegd. Alleen
het herstellen van de groote staatswe
gen zal de Franseke regeering enorme
sommen kosten en ook voor het opnieuw
Vervolgens, ging Chapiton voort, zon
der op de vraag van den jongen man te
antwoorden. Waarom is hij naar Cayenne
gezonden evenals die Vardon? Daar moet
een geheime invloed aan 't werk geweest
zijn; men kan mij, Sosthène Chapiton, niet
zoo gemakkelijk van de wijs brengen. Ik
begrijp best hoe de vork in den steel zit,
maar ik zal wel oppassen om baron Ray
naud lastig te vallen, al ben ik ook van
niemand afhankelijk, 't Zou iets van den
aarden en ijzeren pot hebben 1
Chapiton, merkte Straub op zijn beurt
op, de zaak is behandeld en 't vonnis ge
veld. Al de redenen van de wereld kunnen
het gebeurde niet veranderen.
Dat spreekt van zelf, antwoordde de
grijsaard, maar toch als ik wilde, zou ik
Maar ik wil niet; 't leven is een harde
strijd, waarin de zwakken ondergaan. Net
als op straat, wee wie onder den voet raakt! 1
Schapen zijn nu eenmaal bestemd om ge
schoren te worden I Laat ons drinken en
vroolijk zijn!
En liefhebben, fluisterde Pidon teeder
Claudine in 't oor.
Chapiton hield echter koppig aan zijn
onderwerp vast en ging voort:
Gij zult zien, dat den een of anderen
dag in die zaak van Marcilles nog wel eens
een ander licht ontstoken zal worden! Ik
heb goede redenen om dat te gelooven!
Fulgence haalde de schouders op, maar
vroeg zichzelf af, of hij wel goed deed dien
lastigen gast te vriend te houden.
Ik wil er wat onder verwedden, ver
klaarde Chapiton en Anselmo Burat, wien
de wijn langzamerhand naar't hoofd begon
te stijgen, nam de uitdaging op.
Wat? vroeg hij.
Een goed diner.
Waar?
In het restaurant Monstesquine.
Best, ik sla toe.
aanleggen van de gemeentelijke wegen
zal de staat moeten zorgen, omdat de
gemeenten geen geld meer hebben, en
omdat de bevolking als zij zou terug-
keeren een halve eeuw zonder middelen
zou zijn. Scholen, kerken, staatsgebou
wen, stations, post, gemeentehuizen,
kazernes enz. alles ligt in puinhopen.
Bruggen en spoorwegwerken zijn ver
nield. De huizen ingestort, de fabrieken
uitgebrand. De machines geheel ver
nield, of zoo beschadigd, dat zij nog
een hoop oud ijzer vormen. Het vee
gedood of weggevoerd, alle landarbeid
oumogelijk en de districten, waar de
de strijd zich afspeelt, ontvolkt.
De Corriere della Sera verneemt,
volgens een bericht aan de Köln. Ztg.
dat de eischen van Japan in China de
grootste opgewondenheid hebben teweeg
gebracht. Ook moeten de belangen van
andere mogendheden, vooral van Enge
land, er door worden aangetast. Enge
land, zoo heet het, kan er zich op het
oogenbük niet tegen verzetten.
De Times bevat thans de eischen
door Japan aan China gesteld:
Japan verlangt, dat geen gedeelte
van de Chineesche kust en geen eiland
aan die kust in eigendom of in pacht
aan eenige vreemde mogendheid zal
worden afgestaan.
Voorts wenscht Japan de volgende
bijzondere voorrechten.
In Oost-MongolieJapan moet daar
uitsluitend het recht hebben van mijn-
ontginning. Geen spoorwegen mogen
worden aangelegd zonder toestemming
van Japan. De Japanners moeten het
recht krijgen zich daar te vestigen,
landbouw te drijven, te handelen en
land aan te koopen.
In Zuid-Mantsjoerije: De afstand in
pacht van Port-Arthur en het daarbij
behoorend gebied moet verlengd worden
tot 99 jaar. De concessies voor de spoor
wegen AntoengMoekden en Kirin-
Tsjangtsing moeten voor 99 jaran wor
den verlengd. Aan Japanners zal het
recht worden toegekend zich daar te
vestigen, landbouw en handel te drijven
en land te koopen.
Sjangtoeng: China moet aan Japan
overdragen alle mijn- en spoorwegpri
vilegies tot nog toe aan Duitschers toe
gekend, en toestemming geven voor den
aanleg van een spoorweg van Tsjiefoe
of Loengkow naar Weihsien door de
Japanners.
FoekienVoor het geval vreemd kapi
taal benoodigd is, moet China geen
mijn-, spoorweg- of dok concessies toe
staan aan eenige andere mogendheid
dan met toestemming van Japan
Yangtse-valleiJapan moet zamen
Wedt gij mede, Pidon?
Met genoegen.
De aangesprokene trok een leelijk gezicht
die Chapiton maakte hem met zijn aan
houden zenuwachtig, maar hij antwoordde
schijnbaar onverschillig
Gaarne.
Laten we een termijn voorstellen,
zeide Burat.
Dat is billijk. Hoe lang?
Zes maanden.
Chapiton dacht even na, Straub glimlach
te verachtelijk.
Dat is kort, maar de inzet is niet
groot, ik neem het aan. En hij rekende op
zijn vingers na.
Den eersten Mei, den eersten Novem-
ber. Als er in dien tijd niets van de zaak
Marcilles gehoord wordt, heb ik de wed
denschap verloren. Is 't goed? Wie verliest,
betaalt.
Fulgence haalde onverschillig de schou
ders op.
Maar de zaak Marcilles was niet dood,
zij sliep slechts.
XL
De eenI;se liefde-
De ontmoeting in het Bois de Boulogne
had barones Raynaud geheel van streek
gemaakt en meer dan ooit verdiepte zij
zich in mijmeringen en dierbare herinne
ringen, die haar gedachten nu vijf zes
jaren geleden terugvoerden en 't verledene
met al zijn lief en leed, zijn leven en be
weging voor haar geest terugriepen. Hoe
bitter berouwde haar nu haar oogenbük van
zwakheid en hoe heftig verweet zij zichzelve,
dat zij, die immers dit huis als vijandin
betreden had, om te gemakkelijker haar
tegenstander te kunnen ontmaskeren, tot
nu toe niets gedaan had, om eenig licht
in den duisteren nacht te ontsteken.
met China, toezicht houden op de ijzer
werken te Hanyang, waarin Japan groote
financieele belangen heeft, op de Tayeh-
ijzermijnen en kolenmijnen van Ping-
siangChina neemt op zich geenerlei
mijnenrechten, die deze ondernemingen
zouden kunnen schaden, aan andere
mogendheden toe te staan.
Een nieuwe waarschuwing van de
Duitsche Admiraliteit.
De volledige tekst door het Duitsche
gezantschap te 's-Gravenhage gepubli
ceerd luidt als volgt:
Nadat sinds het uitbreken van den
oorlog, de Duitsche handelsvloot van
de wereldzee was verdwenen, heeft En
geland den handel der neutralen met
Duitschland trachten te verhinderen.
Engeland heeft voor dit doel, zonder
voorafgaand waarschuwen, de Noordzee
verklaard als oorlogsgebied zoogenaamd
wegens de aanwezigheid van Duitsche
mijnen, ofschoon ge9n Duitsche mijnen
iu de open zee, maar uitsluitend aan
de Engelsche Oostkust waren gelegd,
liet heeft bovendien ook nog den weg
Noordelijk om Schotland verboden en
voor het Kanaal, zoomede in de open
Noordzee, mijnrelden gelegd. Engeland
heeft verder de op de Loudensche zee
recht conferentie vastgestelde lijst van
contrabande sterk uitgebreid en zooveel
mogelijk ook den doorvoerhandel van
neutrale landen naar Duitschland, door
belemmering van de neutrale scheep
vaart, trachten te beperken.
Sinds Duitschland daarop besloten
heeft, het Engelsche voorbeeld volgen
de, de Engelsche en Indische wateren
van den 18en Februari af, als oorlogs
gebied en als gevaarlijk te verklaren,
heeft Engeland alle Engelsche havens
tot oorlogshavens verklaard en zich zelf
al gerechtigd om op handelsschepen
neutrale vlaggen te voeren. Thans wor
den, volgens stellige berichten een groot
aantal Engelsche handelsschepen be
wapend en willen deze Duitsche onder
zeebooten beschieten, of door rammen
vernielen. Daarmede verliezen deze han
delsschepen hun karakter als zoodanig
en worden oorlogsvaartuigen. Duitsch
land ziet zich thans opnieuw genood
zaakt, alle neutrale schepen van den
18den Februari af voor het bevaren der
Engelsche kustwateren dringend te waar
schuwen, want van dezen datum af,
zal van de zijde der Duitsche admira
liteit daar de strijd tusschen de Eugel-
sche oorlogshavens en de Engelsche
oorlogshandelsvloot, met alle middelen
worden aangebonden. Neutrale schepen,
die zich dan nog binnen het oorlogs
gebied begeven, loopen derhalve de ge-
Na enkele zwakke pogingen om den zoo
veel sterkeren man, die zichzelf altijd vol
komen meester was, eenige woorden te ont
lokken, die hem konden verraden, had zij
haar moed voelen zinken en was zij in
slaap gewiegd door de vriendelijke zorgen
van haar echtgenoot, die verliefd en rijk
genoeg was, om iedere gril en iederen eisch
van de beminde vrouw in te willigen.
Zij zelf mocht hem al niet liefhebben,
nog altijd vleide de baron zich met de
hoop, eindelijk haar genegenheid te zullen
winnen; voor de wereld droeg zij ook zijn
naam, en was zij naar lichaam en ziel zijn
eigendom. Zij was, in één woord, overwon
nen en een gevoel van machtelooze woede
en innigen afkeer van zich zeff, bekroop
haar zoo vaak zij zich van die droevige
werkelijkheid rekenschap gaf.
Als 't indertijd burggraaf Cesar eens ge
weest was, dien zij gezien had? Als hij nog
eens leefde en plotseling voor haar verscheen
in dien maalstroom der wereld, waar hij
zoowel als zij zelf toegang hadhoe zou zij
dan zijn blik vol minachting voor het ge
pleegde verraad kunnen verdragen?
Maar, God zij dank, zij zou zich wel
vergist hebben! 't Was immers niet mo
gelijk, dat de broeder van Jan De Marcilles
te Parijs was? Wie kon zeggen of hij nog
leefde? Een valsche gelijkenis had haar van
streek gebracht, zóó zeer zelfs, dat zij daar
van den invloed nog ondervond, toen zij
haar eigen woning had bereiktMaar de
indruk kon niet geheel uitgewischt worden,
en levendiger dan ooit kwam het haar voor
den geest, toen baron Raynaud met kwa
lijk verborgen voldoening haar de tijding
van den dood van haar echtgenoot was
komen brengen en haar hand gevraagd had.
Opnieuw gevoelde zij den storm die toen
in haar binnenste gewoed had, en de klank
van een onbekende stem en een toevallige
gelijkenis waren voldoende geweest, om