et Land vao Heusdeu en Aitena, de Langstraat en de Boramelerwaard.
Öe vrouw van den Banneling,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3441, ff7oensdag 24 Februari
FEUILLETON.
UN8 t/AM
voor
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1913.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
In stede van dat de wereldbrand,
na nu ruim 200 dagen gewoed te heb
ben, het uitzicht opent op een naderend
einde, schijnt het alsof integendeel de
wereld-verwoesting nog verder om zich
heen gaat grppen en dat volken, die
tot dusver slechts de indirecte gevolgen
van den krijg te dragen hadden, thans
in de maalstroom der algemeene ver
nietiging dreigen te worden medege-
sleept.
De door niemand voorziene lang
durigheid van den krijg heeft toestan
den zien geboren worden, waarvan men
tot nu toe zich nauwelijks een denk
beeld heeft kunnen vormen, en schier
eiken dag brengt nieuwe gevaren met
zich. Het wereldverkeer, dat toch reels
aanzienlijke belemmering van den vol-
kenstrijd ondervond, dreigt sedert enkele
dagen zulk een ernstige verstoring te
ondergaan, dat de belangen der daarbij
betrokken, nochtans niet aan den oorlog
deelnemende landen, hoogelijk benadeeld
worden en de rechten der neutralen
met voeten worden getreden. Op het
Engel8che uithongeringssysteem van de
groote midden-Europeesche rijken
een middel als elk ander, in dezen oor
log, waar alle middelen geoorloofd
schijnen wordt door Duitschland
met zulk een dreigement van vergel
dingsmaatregelen geantwoord, dat daar
uit elk oogenblik het vreeselijkste con
flict voor de onzijdige staten bij de
uitoefening van hun legitieinen handel
en legitieme scheepvaart kan ontstaan.
De uiterste inschikkelijkheid, de grootste
voorzorgsmaatregelen kunnen bij zulk
een staat van zaken wel eens onvol
doende blijken, met het gevolg, dat het
tooneel van dezen wereldstrijd alweder
in omv ng en allicht in duur zal toe
nemen.
Waarlijk, nimmer was een oorlog
zoo de geheele wereld omvattend als
deze; en nimmer o<>k was een oorlog
zoo vol bedreigingen van welvaart en
geluk van honderden millioenen, als
die, welken wij thans beleven moeten.
Het zijn niet meer huurlegers of
zelfs beroepslegers, die thans tegenover
elkander staan, die elkander te vuur en
te zwaard, in de lucht en in het water,
35)
Gaat gij niet mede, Helena? vroeg
de baron, toen hij op 't punt was in zijn
rijtuig te stappen,
Neen.
Zijt gij ongesteld?
Een weinig, maar 't beteekent niets.
Hij drukte haar de hand, de lakei sloot
het portier en het fiere tweespan, een vor-
stelijken stal waardig, verwijderde zich in
snellen draf.
Helena hoorde de zware deur achter haar
echtgenoot toeslaan en haastte zich toen
om haar kamer te bereiken waar Suzanna
haar reeds wachtte.
Wat wilt gij vroeg de barones.
De andere reikte haar een verzegelden
brief over.
Lees zeide zij.
Van wien komt die brief?
Van den armen, blinden bedelaar.
Helena zocht steun tegen de leuning van
een fauteuil om niet te vallen.
Hebt gij hem gezien? vroeg zij.
Zooeven.
Hebt gij hem gesproken?
Hij kende mij. Er steekt een geheim
achter, maar ik durf er niet aan denken
En met koortsige haast draaide zij de
deuren op slot, en kwam toen bij haar
meesteres terug, die nog altijd bevend van
aar doening het papier ongeopend in haar
hand hield.
XII.
■Iet rendez vous.
De brief bevatte slechts de volgende regels
ja zelfs onder den grond, trachten te
vernielen, maar het zijn de volken zelf,
die van het hoofd tot de voeten gewa
pend elkander ten doode toe bekampen.
De Engelsehe minister van buitenland-
sche zaken heeft het in zijn deze week
gepubliceerde nota van antwoord aan
de A nerikaansche regeering zeer juist
gezegd: in Duitschland bestaat feitelijk
geen onderscheid meer tusschen de
burgerbevolking en het leger, het ge
heele volk is als éen ontzaggelijke
weermacht te beschouwen. Zoo is liet
ginds, maar zoo is het ook elders het
geval. In alle oorlogvoerende landen
neemt de geheele bevolking met Hart
en ziel deel aan den strijd, en acht
zich niet bevredigd voor en aleer de
overwiuning is behaald. Daarvoor heeft
zij alle opoffering over, daarvoor ge
troost zij zich het grootste leed, de
nijpendste ontberingen.
Evenwel, hoe sterk deze gevoelens
leefden, nu reeds bijna 8 maanden, in
alle lagen en kringen dier volken, het
kan niet anders of daar moet en zal
een kentering komen. De absolute doel
loosheid van het verder voortzetten van
den strijd, waarbij de wederzijdsche
partijen tot nu toe vrijwel geheel in
kracht tegen elkander bleken te zijn
opgewassen, moet te eeniger tijd ook
zelfs den vurigsten tot het besef bren
gen, dat hoe eerder het einde komt,
noe beter dit voor de geheele wereld
is. Om dat besef echter luider en spoe
diger te doen spreken is het noodig,
dat ook andere volken hun stem er-
heffen. Echter, de stem der volken, niet
die der diplomatie. Want zoo éen zaak
deze oorlog aan de menschheid heeft
geleerd, het is deze, om niet te zeer te
vertrouwen noch op de diplomatie in
het algemeen, noch op haar doelmatig
heid en vast beleid in de uren des
gevaars. Neen, inderdaad, de diplomatie
heeft zich met van haar sterksten kant
doen zien, zoomin bij het ontbranden
van den wereldkamp als daarvoor, toen
nog veel had kunnen worden voorko
men. En thans, nu nog het woord ge
heel is aan het zwaard, schijnt de tijd
der diplomaten nog niet te zijn gekomen.
Een krachtiger, en meer omvattende,
een alles o ver weld, gende stem is noodig
om zoo mogelijk nog van den onder
gang te redden, wat te redden is, om
te voorkomen, dat nog langer geluk en
welvaart, voorspoed en gezondheid van
millioenen en millioenen medemenechen
„Hij, dien gij dood waant, is door een
wonder gered. Hij leeft, maar is diep onge
lukkig. Indien in 't diepst van uw hart
zijn herinnering nog leeft, en gij weten wilt,
wat er van hem geworden is, zorg dan u
morgenmiddag ten drie ure in de avenue
Bosquet, op den hoek der rue de Grenelle
te bevinden.
Een roode zakdoek aan het raam van een
bouwvallig huis, zal u de plaats aanwijzen,
waar men u wacht."
Wee mij, kreet de gravin, hij leeft.
God geve, dat hij mij vergeven moge!
Suzanna ontrukte haar het paper, door
liep het met een vluchtigen blik en juichte
bevende van aandoening: Hij leeft! hij
leeft! De stem, die haar kort geleden zoo
diep ontroerd had, klonk opnieuw in haar
hart, en nu was zij volkomen zeker, dat
de doodgewaande graaf en de blinde bedelaar
een en dezelfde persoon waren.
Met de vraag: Wat zult gij doen?
wendde zij zich tot haar meesteres.
Zonder aarzelen antwoordde de barones:
Ik wil moedig zijn; ik heb zooveel
zwakheid goed te maken.
Uitgeput zonk zij in haar stoel neder;
sedert enkele dagen leefde zij in een koort
sige opwinding en verdrongen allerlei aan
doeningen zich in haar hart. Hoop en vrees
wisselden elkander af, en haar zwakke
natuur voelde 't naderen van een opkomend
onweder, zonder dat zij vreesde de kracht
te zullen hebben, dat te weerstaan; de
ongelukkige vrouw had ook al zooveel ver
duurd en was zoo wreed door de slagen
van 't lot getroffen, dat haar kracht begon
te bezwijken en zij als een riet door den
stormwind her- en derwaarts geslingerd
werd.
Op hetzelfde oogenblik, dat zij zich ter
ruste begaf, om op haar weelderige sponde
voor een oogenblik vergetelheid te zoeken,
kwam Jan De Marcilles bij zijn broeder
meedoogenloos ten offer vallen in dezen
bloedstroom der volken.
Een stem, krachtiger dan het wapen
gekletter en het donderen der kanon
nen, is de stem der volken; deze moet
hoe eer hoe beter opklinken uit alle;
lagen en kringen der samenleving, uit
alle klassen en standen der maatschappij,
om, als met alles overweldigende kracht,
die machthebbers te overtuigen, dat
het waarlijk langer zoo niet duren kan.
Sterker dan alle geschre\en tractaten(
en plechtig bezworen overeenkomsten)
is de partij van het zwaard gebleken,
die het volkenrecht ter zijde stellend,!
het onheil in den zomer van verleden
jaar over de wereld deed ontketenen;
maar eens zal de tijd moge hij niet
ver af zijn komen, dat, sterker dan
zij, de oorlogspartijen, die de harts
tochten der volken wisten te doen ont
branden, door hun eigen maaksel zul
len worden verteerd. Dan zal ten slotte
het geweten der volken ga' n spreken
m het besef, dat niemand werkeloos
mag blijven bij het aanschouwen van
den eindeloozen rampspoed over het
rijkste en vruchtbaarste deel der wereld
uitgestort.
Alle beschaafde volken der wereld
zijn aangewezen om al hun zedelijke
krachten in te spannen, ten einde den
zondvloed van jammer en verschrik
king te keeren, die sedert bijna 7 maan
den de wereld teistert en steeds nog
hooger en hooger klimt, en wellicht
straks opnieuw geheele rijken zal over-
stroomen en in zijn geweld medesleuren.
Thans, zeker, schijnt dan ook het oogen
blik gekomen om de regeeringen, die
het waarachtig heil niet slechts van
hun eigen, maar ook van de andere
landen ter harte gaat, bij wier onder
gang ook het eigen land niet onaange
tast kan blijven, om zich te vereenigen
en een vorm te vinden, waarin zich
het lang opgekropte gemoed der volken
kan uiten, op waardige, doch overwel
digende wijze. Hetzij bij volksstemming
der natiën, hetzij anderzins, om het
even, mits duidelijk en overtuigend,
moet zich de stem der volken doen
hooren en een verpletterend referendum
uitbrengen tegen het langer bestendi
gen van den rampzaligen oorlog, die
niemand heil doch allen verderf brengt;
dan moeten de machthebbers en zij die
in den raad de volken zitten, het oor
wel te luisteren leggen, naar wat die
stem hun zegt. Want die stem der
volken is immers de stem der gepijnigde
menschheiden waar deze spreekt daar
zwijgt en zwicht al het overige. Moge
het dan daartoe komen(V. C.)
Buitenland.
in het hötel Vasseleff terug.
Welnu? vroeg de burggraaf.
Ik heb Suzanna gezien.
De brief?
Dien zal Helena nu wel hebben
Zal zij komen?
Daar ben ik zeker van.
Dus morgenmiddag om drie uur.
Jan De Marcilles drukte de handen op
het hart.
Ja, morgen, fluisterde hij. Morgen
zal ik haar zien, en zult ge kunnen oor-
deelen 1
Cesar verliet het vertrek en Jan De Mar
cilles strekte zich op de sofa uit om zich
ongestoord aan zijn droomerijen over te
kunnen geven. Onophoudelijk stond het
beeld der beminde vrouw hem voor den
geest, en 't scheen wel dat er geen eind
zou komen aan de uren, die nog tot den
afgesproken tijd verloopen moesten.
Omstreeks middernacht, na afloop der
opera, kwam baron Raynaud zijn vrouw
nog even goeden nacht wenschen voor hij
zichzelf ter ruste begaf; hij had de hand
van Helena genomen, maar deze had die
onwillig teruggetrokken. Hij was bijsonder
goed geluimd, want in de pauze had '.ijn
vriend Marchal hem markies d'Anguilas
voorgesteld, die ook een acte bijwoonde.
Hij vertelde, dat hij met bfjzonder genoegen
zijn kennis gemaakt had, dat de markies
een zeer wel opgevoed man was, en ofschoon
van Spaansche afkomst, prachtig Fransch
sprak. Hij scheen voornemens te zijn een
landgoed in Seine-et-Marne aan tekoopen,
en nu had hij, Raynaud, hem het kasteel
Boiny aanbevolen, dat de eigenaars, de
heeren Souvray, wel van de hand wilden
doenkasteel en park voldeden aan al de
gestelde eischen en waren uitstekend in
orde.
De baron had diep medelijden met den
toestand zijner vrouw.
Zondag hebben in alle groote steden
van Italië betoogingen plaats gehad ten
gunste van den ooi log, georganiseerd
door de nationalistische vereenigingen
en tegen den oorlog door de socialisten.
Te Rome heeft de schrijver Corrandini
voor een talrijke menigte gesproken
hij veroordeelde het onzijdige van Italië
en bepleitte de spoedige tusschenkomst
van Italië in den oorlog.
De „Hamburger Nachrichten" ver
neemt uit Stockholm:
Een Eugelsch militair transport van
2000 man werd met het transportschip,
dat hen overbracht, in het Kanaal tot
zinken gebracht.
Het stoomschip „Cambank", van Car
diff naar Liverpool, is ter hoogte van
het eiland Anglesea in de Iorsche Zee
zonder voorafgaande waarschuwing, door
een Duitschen onderzeeër getorpilleerd.
Drie manschappen werden door de ont
ploffing gedood, en twee vonden den
dood in de golven, toen zij zich in de
booten begaven. De overige bemanning
is gered.
Het Noorsche stoomschip „Bjaeska",
uit Porsgründen, met kolen van Leith
naar Nakskov onderweg is in de Lan-
geland Belt op een mijn geloopen en
gezonken. De bemanning werd gered.
Zaterdagmiddag te 5 uur hield een
Duitsche onderzeeër een Eugelsch ko-
lenschip aan in de Iersche Zee. Het
liet de bemanning vijf minuten tijd om
in de booten te gaan en boorde het
schip daarna in den grond.
Volgens een Lloyd's bericht, zijn de
Engelsehe stoomschepen „Hemisphere"
„Highlandbrae" en Potaro", het Noor
sche zeilschip „Semantha"en het Engel
sehe schip „Wilfrid" naar men vermoedt,
door de „Karlsruhe" tot zinken ge
bracht.
De geheele bemanning en 51 passa
giers van de „Highland Brae" werden
te Buenos-Ayres aan land gezet.
De Duitsche boot „Holger" is met
de passagiers en de bemanningen van
de Engelsehe stoomschepen „Highland
Brae", „Potaro", „Hemnisphere" en de
zeilschepen „Wilfrid" en „Semantha",
die door de „Kronprinz Wilhelm" tot
zinken zijn gebracht, te Buenos Ayres
aangekomen.
Wij zullen Parijs verlaten, zeide hij,
buiten zult gij wel weer opknappen.
't Is mij goed.
Te Varenne zult gij een rustig leven
hebben, want, voegde hij er lachend bij,
't is een vermoeiend leven in de groote
wereld. Er zijn veel te veel bals, festijnen
en slapelooze nachten. Te Varenne is dat
heel anders en bovendien Parijs is dichtbij,
zoodat, als gij er moet wezen, de reis heel
gemakkelijk ia.
Wanneer zullen we vertrekken?
Gij kunt dag en uur bepalen; gij zijt
immers de meesteres, is 't niet? en hij be
dekte de hand der barones met vurige
kussen.
O, wat heb ik u lief! riep hij uit.
Een schaduw vloog over de trekken der
jonge vrouw, en hij vroeg vriendelijk:
Wilt gij liever alleen zijn?
Gij moet het mij vergeven, antwoordde
zij, ik waardeer uwe goedheid niet naar
behooren, maar ik weet niet wat ik heb
't is of ik zwaar ziek zal worden; ik kan
niet meer denken alles kwetst en hin
dert mij
Dameskuren, lachte hij. Wat zijt gij
voornemens morgen te doen?
Nu wij zoo spoedig vertrekken, moet
ik toebereidselen voor de reis maken en
afscheidsbezoeken afleggen.
Dat is best.
De baron drukte nog even een kus op
de weelderige lokken zijner vrouw, liet haar
hand los en verwijderde zich. Zoodra zij
alleen was, sprong Helena uit het bed om
hals en armen in 't water te dompelen en
aldus de plaats die zijn lippen beroerd
hadden, te reinigen. De liefkoozingen van
haar echtgenoot werden haar onduldbaar,
want Jan de Marcilles leefde, en iedere kus,
dien zij van eeD ander ontving, bezoedelde
haar. Onrustig zich omwentelend tusschen
de kanten harer legerstede, bracht zij een
De „Holger" kon niet binnen 24 uur
vertrekken en werd geïnterneerd.
De Deutsche Tageszeitung verneemt
uit Sofia, dat de Russen een leger na
bij Odessa coneentreeren, dat te Midia
zou worden ontscheept en vervolgens
Konstantinopel van landzijde zou moe
ten aanvallen.
Naar uit Brussel gemeld wordt, is bij
besluit van den gouverneur-generaal in
België de termijn, binnen welken wis
sels geprotesteerd moeten worden en
andere dergelijke rechtsmaatregelen,
waardoor het van kracht blijven van
het agresrecht wordt verzekerd, moeten
geschieden, verlengd tot 31 Maart. Ook
de bestaande bepalingen omtrent het
opvragen van het tegoed bij bankin
stellingen, blijven tot dien datum van
kracht.
Het Deensche blad „Politiek"schrijft
in een hoofdartikel in zijn handelsru
briek: „De positie van geen enkel land
ter wereld berust zóó zeer op het ge
waarborgd zijn V3n de onschendbaar
heid van zijn grondgebied, als dit met
Engeland het geval is.
Geen enkel land is dermate afhan
kelijk van den handel met 't buitenland
of van het behoud van zijn crediet in
't buitenland. De waarborg van Enge-
lands crediet-systeem alsmede van dat
in zijn koloniale bezittingen is we-
derzijdsch vertrouwen. En dat kan slechts
daardoor worden behouden dat de macht,
welke berust op rijkdom van zijn vloot,
zich ook inderdaad werkzaam toont.
Zelfs een blokkade van korten duur
door Duitschland, zou voldoende zijn
om een bres te schieten in 't prestige
dat het Eugelscha volk totnutoe op
aarde genoot."
De correspondent te Rome van het
Journal meldt, dat een bijzondere kabi
netsraad is gehouden, om een onder
zoek in te stellen naar een vlaginci-
dent, gerapporteerd door den gezagvoer
der van den schoener „Gesu Grusifisso"
uit Molfetta juist uit Antivari aange
komen.
Hij deelde mede, dat toen zijn schip
op 19 dezer met de „Saturno", even
eens uit Molfetta te Antivari was, drie
Oostenrijksche torpedobooten in de
haven kwamen, gereed voor een ge
vecht. De beide kapiteins, ziende dat
hun schepen gevaar liepen, heschen de
Italiaansche vlag en verhaalden hun
schepen tot achter de kraan in de ha
ven. De torpedobooten openden echter
het vuur, wetende dat zij de Italiaan
sche vlag beschoten, terwijl vliegtuigen
bommen op de schoeners wierpen.
slapeloozen nacht door en zij verbeelde zich
reeds d« stem te hooreu, die haar bloedige
verwijten over ontrouw, aan deD doodge-
waanden maar weer opgestanen echtgenoot
zou doen.
Jan de Marcilles leefde. Zij zou iets om
trent hem vernemen, hem terugzien mis
schien? Maar hoe zou hij haar tegemoet
komen, als rechter en vijand en wat zou
zij dan voor haar verdediging kunnen bij
brengen, en hoe haar laiheid en geschonden
trouw verklaren? Toch verlangde zij er
naar om van aangezicht tot aangezicht
voor dien rechter te staan, en zich met al
den gloed harer opnieuw ontwakende liefde,
een liefde die immers nooit dood geweest
was, maar slechts gesluimerd had, te kun
nen verdedigen, De nacht scheen haar ein
deloos lang, en eerst tegen den morgen ge
lukte het haar, uitgeput door den storm
die in haar binnenste woende, den slaap
te vatten. Zij ontwaakte, toen het volle
daglicht reeds in haar kamer scheen, waar
Susanna bezig was de jalousieën op te
trekken en het warme licht van een prach-
tigen voorjaarsdag droDg naar binnen, dat
alles met zijn vroolijke stralen verguldde.
Aan het ontbijt durfde zij den baron bijna
niet aanzien hij toch was immers de vij
and, dien zij geen weerstand had weten te
bieden, en wiens verleden voor haar een
gesloten boek gebleven was de sphinx die
alleen het raadsel kon oplossen.
Zoodra hij het hótel verlaten had, kleed
de zij zich, en wierp onderzoekende blikken
op de pendule, wier wijzers zich naar haar
meening nooit zoo langzaam als op dezen
dag voortbewogen hadden. Eindelijk om
half drie kwam de coupé voorZij nam
een hartstochtelijk afscheid van de kleine
Gabrielle, die, aan zooveel onstuimigheid
niet gewoon, haar moeder verwonderd aan
zag, en in een donker weinig opvallend
toilet gekleed, reed zij met Susanna weg
De Stem ter ïolta