Land van
en
de
en de tomeierwaard.
Oude Menschen.
De vrouw van den Banneling,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ïYo3448 Zaterdag 20 Haart
FEUILLETON.
1913.
^0
ET lAN8 wan ALTE^
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Indien wy ooit geneigd zijn te twij
felen aan de bewering dat elke leeftijd
zijn eigen genoegens meebrengt, dan
is het zeker tenopzichte van den ouder
dom. Van elke andere levensperiode is
het gemakkelijk de lichtzijden te ont
dekken. Men heeft de kindsheid den
eenigen gelukkigen tijd van het le^n
genoemd, en de zorgeloosheid van het
kind-zijn geeft daar alle reden toe. De
kindsheid is als de lentevol hoop,
vol beloften, vol groeikracht. En de
mannelijke leeftijd is ook schoon en
vol bevrediging de bloesem heeft zich
tot vrucht gezet. In deze periode des
menschelijken levens is hst vaag ver
trouwen, de onbestemde hoop, beslist
weten geworden, zij het dan vaak ook
een weten vol teleurstelling. Na ruste
loos zoeken hebben wij gevonden: het
is nu de tijd van den oogst. De moei
lijkheden mogen zich vermenigvuldigen,
zwaardere lasten mogen op onze schou
ders drukken, - in het besef, dat wij
den strijd aan kunnen, vreezen we die
niet, gereed als we staan met de wa
penen in de hand. Zelfs voelen we in
in die levensperiode het schoone van
iets te kunnen mededeelen van het onze.
de een van den rijkdom van zijn geeste
lijk vermogen, de ander van zijn ar
beid, zijn ervaring, zijn talent, zijn er
barming en zijn mededoogen, een derde
van den overvloed zijner aardsche
goederen.
Maar de ouderdom
Zoolang nog niet het levenselixer is
gevonden, zal de ouderdom wel blijven
een tijd van afnemen, van kwijnen,
van langzaam dood gaan. [Fred, van
Eeden Z"gt het zoo terecht in „Lioba"
Jaren en zorg doen ons omzichtig gaan,
En vaster, door beproefder evenwicht,
Maar laten nooit 't inwendig licht zoo
klaar, Als 't brandde in onze reine,
vrije jeugd. De ouden van dagen zijn
gebonden aan alle kanten, in lichame
lijk en geestelijk opzicht. Door het
verslappen der geestelijke elasticiteit,
die een belemmering is om zich te
verplaatsen in nieuwe denkbeelden en
levensvormen, ontzinkt hun de kracht.
En naar die mate klemmen zij
zich vaster aan de oude wetten, aan
de leefregels, die hen hebben vergezeld
op heel den langen weg, die een be-
42)
Ongelukkigezeide de baron.
Ja, wel ongelukkige, gij zegt dat terecht,
antwoordde Helena. Ik ben honderd maal
ongelukkiger dan de armen, wien na een
dag van harden arbeid een geruste slaap
wacht. Ik slaap nooitI Altijd staat dit
vraagstuk voor mijn geest, ,n ik moe'
strijden in duisternis, die honderdmaal
erger dan de zekerheid van 't kwaad is.
Als men dat in al zijn omvang kent, doet
men boete en herstelt wat goed te maken
is, en samen vereenigd kan men het goede
doen en door berouw, vergeving verkrijgen.
Maar 't is niet mogelijk in zulk een slin
gering te leven, omringd door leugen en
bedrog, glimlachend als men zou willen
schreien, en elkander bedriegend waar men
openhartig spreken en elkander steunen
zou kunnen. Ik heb het beproefd
maar te vergeefs En geheel uitgeput
bezwijk ik onder mijn taak
Zonder de minste beweging en met op
elkander geklemde lippen had de baron
haar aangehoord, toch was hij minder uit
't veld geslagen door die ontboezeming dan
Helena gemeend had, daar die trouwens
niet geheel onverwacht kwam. Hij kende
zijn kracht en had de onmiskenbare teeder
heid in de woorden zijner vrouw opgemerkt.
Zij snakte naar een bekentenis, als een
blinde naar het licht; geen enkele kreet
van verontwaardiging was haar ontsnapt 1
Ik boor u aan, maar vraag mij zelf
af, of ik waak of droom; zeide hij, maar
proefde steun zijn gebleken bij al wat
hun is ervaren. Vandaar een geestelijke
afzondering, vaak nog moeielijker te
dragen dan de eenzaamheid, ontstaan
door het verlies van menig goed kame
raad, van menig trouw vriend, met
wien zij hebben gewandeld de zonnige
paden der jeugd. Zij hebben niets ge
meen met hen, die afbreken al wat
een vroegere tijd heeft opgebouwd;
slechts in het gewone en bekende
voelen zij zich thuis. Hun voet is te
wankel, hunne schreden zijn te onvast,
om het pad te volgen, dat leidt naar
onbekende verten hun oog is te dof,
om in het nevelig verschiet de omtrek
ken te ontwaren van het gebouw der
toekomstnauwer en nauwer trekt
zich de cirkel van het dagelijksch han
delen en gebeuren, stiller en stiller
wordt de levensavond.
En toch gelukkig wij kennen
hen allen, de ouden van dagen, bij
wien het goed is even binnen te wip
pen en met wie het liefelijk is te ver-
keeren die, als ze eindelijk zijn heen
gegaan, een leegte achterlaten in menig
treurend hart. De jeugd des harten
heeft haar glans gespreid over hun ge
laat en overstraalt alle merkteekenen,
die leed en zorg er op hadden achter
gelaten. Hun geduld is groot genoeg
om te dragen al wat de last der jaren
heeft opgelegd. Naar des dichters woord
worden zij opgevoed door alles, wat
het leven hun ontneemt, evenals de
jeugd door alles wat het haar geeft.
Zij hebben zich leeren schikken naar
de onveranderlijke wet van het eeuwig
wisselen aller dingen. Zij hebben de
les geleerd, die zoo eenvoudig schijnt,
maar toch voor velen zoo moeilijk is
om te leerendat wij allen moeten
veranderen met de jaren. Nu het getij
verloopen is, hebben zij de bakens ver
zet. En bij eiken nieuwen mijlpaal
hebben zij zich afgevraagd wat kan
ik nog doen, wat kan ik nog zijn? En
wel droevig moet de ouderdom zijn, die
daarop geen antwoord weet te geven.
Maar zijdie er telkens weer een vin
den, aanvaarden blijmoedig al wat hun
gelaten is, ook al is dit geheel anders
dan wat zij zich hebben gewenscht in
hun reine, vrije jeugd. En dddrin ligt
hunne kracht, niet in een onmachtig
verlangen naar het onbereikbare, een
halsstarrig zich vastklemmen aan al
wat ze vroeger hebben kunnen doen
en zijn.
ga voort. Mijn geduld is even onbegrensd
als mijn liefde!
Ik heb alles gezegd.
En als ik weiger op die ongehoorde
beschuldiging te antwoorden, wat zult gij
dan doen?
Doodkalm maar vastbesloten klonk haar
antwoord
Als een last te zwaar wordt, werpt
men dien af. Het leven, dat ik nu leid, is
ondragelijk en zou mij krankzinnig maken.
Ik doe er afstand van.
Hoe?
Na hetgeen ik u gezegd heb, begrijp
ik. dat gij afkeer van mij moet gaan ge
voelen. Ik zal dit hus met mijn dochter
verlaten, zonder u iets te vragen. Ik heb
niet veel noodig, en zal naar een eenzaam
oord gaan, waar ik mij aan nieuwsgierige,
blikken kan onttrekken, terwijl; vrienden
wier hulp ik afwees, mij nu r.iet in ver
legenheid zullen laten. Bovendien een vrouw
met één kiud heeft immers zoo weinig
noodig om van te leven?
Is dat uw besluit?
Onherroepelijk!
Zacht, maar beslist en door geen rede
neering aan 't wankelen te brengen, was
dit laatste woord gesproken: toch verge
noegde de baron zich om minachtend als
voor de woorden van een kind de schouders
op te halen.
Dat zult gij niet doen, zeide hij.
En waarom zal ik dat niet doen?
Omdat ik u kom vragen van dat
dwaze voornemen af te stappen.
En als ik dat weiger?
Hij legde zijn arm op de knie zijner
vrouw, greep haar hand, die zij gewillig
in de zijne liet rusten en zeide toen op
teederen, overtuigenden toon:
Bezie de zaak eens kalm. Zoudt gij
van uw voorname plaats in de wereld, die
bijna ieder u benijdt, van uw bevoorrechte
Buitenland.
Van Russische zijde wordt gemeld,
dat niettegenstaande de dikke sneeuw
en den ijzigen sneeuwstorm, het gevecht
in den omtrek van Smolnik voortgezet
wordt. De Russen namen 2400 Oosten-
rijkeis gevaugen waaronder 36officieren,
terwijl zij 17 mitrailleuses veroverden.
Den 14en maakten zij zich meester
van de vijandelijke versterkingen nabij
Tarnowicz en Polns, waarbij 2000 man
krijgsgevangen gemaakt werd met 20
offieieren, en weder 7 mitrailleuses wer
den buitgemaakt
De „Lokal Anzeiger" verneemt uit
KopenhagenHet staat vast dat de
Engelsche stoombooten „Floranzan"
„Headlands" en „Hartdale" die volgens
officieele Engelsche berichten door de
Duitschers getorpedeerd werden, ge
zonken zijn.
De „Tribuna" ontving uit Londen
bijzonderheden over een kolossale expe
ditie der Entente-mogendheden tegen
Turkije. 150.000 man Fransch-Engelsche
troepen zouden op 'Gallipoli landen;
100.000 Franschen zijn in Algerië ver
zameld en een deel reeds onderweg.
40.000 Australiërs en Indiërs zullen
wachten op inscheping te Alexandrië,
daar zij voor de verdediging van Egypte
niet meer noodig zijn. Tegelijk trekken
de Russen een leger van 200.000 man
bijeen, dietenN.W. van de Bosphorus
aan land zullen gaan. Op die wijze hoopt
men, Constantinopel van het oosten en
't westen en ook van water ainvallend,
Turkije den doodsteek te geven.
Uit Kopenhagen wordt geseind, dat
volgens een telegram uit Berlijn, de
Turken nog steeds de hoop koesteren,
den verbondenen te kunnen beletten
Constantinopel te bereiken. Dag en
nacht wordt er door zeelieden gewerkt
om nieuwe mijnen te leggen en andere
verdedigingsmaatregelen te bereiden.
De „Secoio" verneemt uit Marseille,
dat de bondgenooten de vreemde troe
pen vsn hun front naar de zuidkust
van Frankrijk gebracht hebben, daar zij
sterk onder de koude leden. Zoo be
vinden zich nu aan de Fransehe Riviera
200.000 Australiërs, Indiërs en Senega-
leezen, die met de lente weer naar het
front zullen vertrekken.
Uit Rome wordt aan de „Daily
Chronicle" geseind dat naar gemeld
wordt Oostenrijk aan Italië drie voor
waarden gesteld heeft, welke door
Italië aangenomen moeten worden al
vorens de onderhandelingen nopens
den afstand van welk deel van de
positie afstand willen doen, en u zelf ver-
oordeelen tot een leven van ^afzondering,
vol ontbering en verveling? En waarom?
Om een droombeeld zonder grond, om te
gehoorzamen aan een spooksel, door uw
verbeelding in 't leven geroepen.
Durft gij dat zeggen?
Wel, wat komt het er ten slotte op
aan, riep hij heftig uit, dat is het verleden,
dat achter ons ligt! Waarom telkens daarop
terug te komen en het te vergeefs te onder
vragen! Wat gaan de anderen ons aan?
Waarom hen uit hun graf op te roepen
en hun geheimen af te vragen, als wij
levenden tintelen van levenslust en ver-
Jangen, als ons het hart warm in den boezem
klopt! Het verleden! Het is tot het niet
teruggekeerd. Niet de toekomst, alleen het
heden hoort ons toe. Laten wij er van
genietenBij u denk ik aan niets en verlang
ik naar uw liefde en uw trouw! Ik heb u
lief, ik bemin u en niets anders boezemt
mij belang in! Gij zijt mijn alles, gij mijn
hemel! Naar u alleen verlang ik! Wat
spreekt gij van misdaad, graf en dood?
Hij viel aan Heiena's voeten neder, sloeg
de armen om haar middel, drukte haar
een vurigen kus op de lippen en ging in
den zwijmel der liefde voort:
Kom, verjaag die spookgestalten voor
nu en voor altijd! Ik ben de fortuin, en
gij zijt de schoonheid, de twee machtigen
der aarde, voor wie alles buigt en wie alles
gelukt. Laat ons vergeten!
Aarzelend, wist Helena zich uit zijn vurige
omhelzing los te maken, en zeide:
Goed, ik stem toe, en zwicht voor u
zooals gewoonlijk! Maar morgen moet ik
mijn bestaan van wroegiDg en berouw
opnieuw beginnen! Voor mij zal er niets
veranderd zijn en ik alleen maar een laf
heid meer op mijn geweten hebben. Ik zal
alleen uit zwakheid, uit vermoeidheid ge
zwicht zijn en zal eindigen met u te haten,
Trentino aan Italië ook, geopend kun
nen worden
le. Italië zal in geen geval bezit
nemen van eenig betwist gebied dan
na de vredesslaiting van de centrale
Keizerrijken.
2e. Elke voorafgaande overeenkomst
op dezen grondslag is slechts voor Oos
tenrijk bindend, indien Italië geheel
buiten den oorlog blijft, wat er ook
moge gebeuren.
3e. Italië moet tot het einde toe een
politiek van welwillende neutraliteit
ten opzichte van Duitschland en Oos
tenrijk handhaven.
AI3 waarborg van eenige wederzijd-
sche overeenkomst welke getroffen kan
worden, kan Oostenrijk wellicht er in
toestemmen inmiddels Trentino of een
gedeelte van Trentino over te geven
aan Duitschland, waardoor dus Duitsch
land en Oostenrijk bij het einde der
vijandelijkheden in staat zullen zijn te
beoordeelen of de gedragslijn van Italië
van dien aard i3 geweest dat dit land
daarmede gebied kan verwerven.
De redenen van Oostenrijk met dit
voorstel schijnen dat de onmiddellijke
afstand van Trentino, Oostenrijk plot
seling zou berooven van zijn sterkste
linie van verdedigingswerken aan de
Italiaansche grens en deze, eenmaal in
handen van Italië, onder de Italiaansche
natie mogelijk een onweerstaanbaar en
vurig verlangen naar meer zou kunnen
teweeg en tot ontwikkeling brengen,
welke zou leiden tot het afzetten en
omverwerpen van de regeering welke
door het aannemen eener geestelijke
voldoening de groote belangen had
verraden.
Uit Tientsin wordt aan de „Morning
Post" gemeld, dat er in Peking groote
opgewondenheid heerscht over de be
richten, dat 30.000 man Japansche troe
pen ouder dekking van een eskader
naar China onderweg zijn.
De „Corrierra della Sera" verneemt
uit Tokio, dat de Japansche minister
van oorlog alle landweerplichtingen
onder de wapenen heeft geroepen.
Men schrijft aan de N.R.Ct.
Het is eigenaardig, dat de algemeene
indruk, dien men krijgt op een reis
door het z g. „Okkupations" -gebied
van België, zoo geheel anders is, dan
hetgeen men er zich van voorstelt.
Het spreekt vanzelf, dat de verwoeste
huizen, steden en dorpen nog niet her
steld zijn, ofschoon men overal ijverig
in de weer is, op te ruimen, te her
stellen en zelfs nieuw op te bouwen,
waardoor die verwoestingen reeds nu
en weldra zal dit in nog grootere
om de verachting, die gij mij voor mij zelf
inboezemt! Zie, als gij van hier gaat, durf
ik mijn dochtertje niet omhelzendan voel
ik een hand, die mij terughoudt en hoor
een stem die het mij verbiedt. Als gij mijn
geweten gerust wilt stellen en mijn liefde
wilt winnen, dan smeek ik u zeg de waar
heid
Hij zweeg; in zijn binnenste voerden
liefde en vrees een wanhopigen strijd.
O, zeg mij de waarheid, welke zij
ook zijn moge, voer zij voort! Indien gij
onschuldig zijt, zal ik gelukkig zijn, zijt gij
schuldig, dan zal ik u misschien, hoe laf
hartig dat ook zijn zou, kunnen vrijspreken
Maar spreek, ik smeek er u om
Schooner dan ooit stond zij in haar weel
derig nachtgewaad voor hem en zich van
haar macht volkomen bewust ging zij voort:
Of als gij met een enkel woord mijn
geweten gerust wilt stellen, zweer mij dan
bij de herinnering uwer moeder, dat gij
niet betrokken waart in het ongeluk dat
ons getroffen heeft.
Hij aarzelde een oogenblik, maar dat
oogenblik was beslissend voor hun toe
komst.
Ziet gij het nu, vervolgde zij min
achtend, gij durft n;et eens oprecht zijn.
En dan zegt gij nog, dat gij mij lief hebt!
Ga heen, dit tooneel is vernederend voor
u en doodend voor mij. Vaarwel!
Doodelijk vermoeid en geheel uitgeput
zweeg zij stil.
Zou het dan zoo moeielijk vallen haar na
een volledige bekentenis onder zijn macht
terug te brengen?
En welk gevaar liep hij door een be
kentenis. Als hij nu zweeg, was zij voor
altijd voor hem verloren, en de vreeselijke
hinderpalen, die hij niet had kunnen om
verwerpen, zouden dan onoverkomelijk
wordenbovendien stond in Heiena's oogen
het vast besluit te lezen, om ten koste van
mate het geval zijn veel minder
indruk maken dan in de eerste weken
na den val van Antwerpen. Verbaasd
staat men echter, dat men, m-t uit
zondering van de geheel geraseerde ge
deelten rond forten, op het land bijna
geen sporen van den oorlog meer vindt.
Men zoekt tevergeefs de loopgraven en
verschansingen of de sporen van voor
zes maanden over de landerijen getrok
ken legers. In plaats daarvan vindt men
overal de beploegde en bezaaide velden.
De landbouwer gaat rustig zijn gang
alsof er niets gebeurd ware.
Op marktdagen is het in vele plaat
sen reeds weder druk. In Luik scheen
het bekende vrachtwagenverkeer nauwe
lijks verminderd. Ook in het, na den
val van Antwerpen zoo uitgestorven
Leuven en Mechelen, is weer vertier
gekomen. In eerstgenoemde plaats vond
ik midden tusschen de bouwvallen van
de binnenstad een keurig nieuw restau
rant opgetrokken, waar men voor een
paar francs oen uitstekend middagmaal
kreeg. Ook is het opmerkelijk dat men
in de restaurants noch aan de spijs
kaart, noch aan de prijzen veel van
gebrek bemerkt. Het gebrek schijnt
uitsluitend te bestaan in gebrek aan
voedsel voor den kleinen man.
Ook de wegen worden op vele plaat
sen weder behoorlijk onderhouden en
zelfs geheel vernieuwd, en, behalve in
dorpen en steden, bemerkt men weinig
vau Duitsche soldaten, in één woord,
op het platteland kan men, oostelijk
van Antwerpen en Brussel zich niet
voorstellen dat er de oorlog gewoed
heeft en men zich in bezot gebied be
vindt.
De laatste dagen is aan de User en
bij Nierv kapelle weder hevig gevoch
ten. De verliezen der Duitschers aan
dooden en gewonden bedroegen meer
dan 18000 man.
Een der gevangen genomen officieren
heeft verteld, dat er 3 Duitsche prinsen,
0. w. prins Leopold von Hohenzollern,
bij een der bij het gevecht betrokken
bataljons stonden. Hij geloofde, dat al
deze drie gesneuveld waren.
De oefening van miliciens in Frank-
lijk van de lichting 1915 zal, naar de
„Temps" bericht, weldra zóóver gevor
derd zijn, dat hun inlijving bij het
leger kan worden tegemoet gezien.
Verder is besloten, dat de lichting
1916 niet naar de strijdende legers zal
worden gezonden, voordat alle man
schappen van de oudere lichtingen die
tot den legerdienst behooren en thans
verschillende garnizoensdiensten ver
richten, naar het front zijn.
alles, de zaak nu tot klaarheid te brengen.
Plotseling nam hij een besluit:
Welnu, begon hij, terwijl hij haar hand
met een heftige beweging losliet, laat ons
duidelijk spreken. Gij beschuldigt mij, ba
ron Maxime Raynaud, dat ik den graaf De
Marcilles valsch heb laten beschuldigen?
Ja 1
Dat ik hem tot de galeien heb doen
veroordeelen
Ja
Dat ik misschien zijn dood veroor
zaakt heb
Ja.
Weet gij wel, dat dat een vreeselijke
beschuldigii g is?
Ik weet het
Dus zoudt gij, de vroegereechtgenoote
van den graaf De Marcilles, nu de vrouw
van een misdadiger zijn?
Zij bewaarde het stilzwijgen.
En als ik nu eens zeide, dat het waar
is, dat zonder mij met helsche plannen in
te laten, ik naar den dood of liever naar
de verwijdering van graaf De Marcilles
verlangde; dat, wanneer men een zekere po
sitie op te houden heeft, men zich niet zelf
bemoeit met dergelijke handelingen, maar
dat men slechts een enkel woord behoeft
te spreken, zijn geldkist te openen en te
betalen om gehoorzaamd te worden door
schurken, zooals vroeger door slaven en lijf
eigenen. Als ik nu eens toestem, dat ik den
graaf De Marcilles uit den grond van mijn
hart haatte, omdat ik u liefhad, en hij
tusschen ons stond, als ik in één woord
eens bekende, dat, terwijl ik aan de daad
zelf vreemd bleef, en zonder mij met die
nietige bijzonderheden in te laten, ik goud
met volle handen rondstrooide, om u te
kunnen naderen wat zoudt gij mij dan
antwoorden?
Helena sloot de oogen.
Wordt vervolgd)
»r- - -