del Laud van Heusden en ilteoa, de Langstraat en de Bommeierwaard,
Naar ja ploortejlaats
Oe vrouw van den Banneling.
'Tij bezuinigen niet
op ile grondstoffen
DMroiu
omb. Peelt Cloppeiibur^',
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3458. Zaterdag 24 April
1915.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
ten koste der kwaliteit, doch
gebruiken uitsluitend prima
materialen.
geeft onze kleeding
den in eesten waarborg
voor soliditeit.
Magazijn voor Heerenkleeding
lloogensteenweg 2224, 's-Hertogeubosch.
Ai
YOOil
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijks
aammers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7 V, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
„Vurig bemin ik de plek,
„Waar de zonne me toeloech, toen ik
[een kind was;
„En vurig verlang ik
„Mijn needrig dorpfcen ieder jaar te
[mogen groeten.
„Daar lacht me de lieve natuur zoo min-
[zaam tegen."
Uit een onzer leesboeken, dat we in
onze schooljaren gebruikten, herinneren
we ons dit versje van een Zuid-Neder-
landschen dichter. Deze dichter voelde
dus de behoefte elk jaar een bezoek
te brengen aan de plek, waar hij de
jaren zijner kindsheid had gesleten.
En we kunneu er zeker van zijn dat
de jongensjaren, daar door den dichter
gesleten, tot de gelukkigste zijns levens
kunnen worden gerekend.
Velen onzer zullen, later volwassen
geworden, eveneens de behoefte ge
voelen de plek, waar de onbezorgde
jeugd werd gesleten, zoo nu en dan
eens op te zoeken. En we gelooven
dat het pieit voor ons dat die behoefte
gevoeld wordt. Nietwaar, 't doet ons
zoo goed, de banden, die ons binden
aan deze heilige plaatsen, niet heele-
maal los te maken, aangenomen dan
dat we 't zouden kunnen. Hoe gaarne
immers leven we zoo nu en dan in 't
verleden, al zijn er ook misschien
oogenblikken dat we denken ais één
onzer grootste dichters, die wenschte
dat in sommige opzichten zijn geheugen
zoek was, wat we van dezen zonder
lingen man, wiens kinderjaren minder
gelukkig waren, best kunnen begrijpen.
We gelooven niet te veel te beweren
wanneer we in 't algemeen gaarne
aan onze jeugd terugdenken. En dan
zal de behoefte, om nog eens rond te
dolen in de streken, waar we als kind
hebben gespeeld en gestoeid en die
we allen op ons duimpje kenden, ons
heele leven bijblijven. Oude vrienden,
die we achterlieten, toen de wegen
uiteenliepen, we wenschen ze nog zoo
gaarne weer eens op te zoeken. Belang
stellend inforineeren we verder wat
van velen onzer schoolkameraden is ge
worden. Of de oudere dorpsgenooten,
die we ten afscheid de hand drukten
en wier beste wenschen ons op onzen
54)
Gij weet niet hoe mijn woede en haat
sedert mijn vertrek toegenomen zijn I ik
had eeD vriend te Cayenne, die ook doo
delijk door baron Raynaud beleedigd is
hij heeft hem tot de galeien doen veroor-
■deelen om hem zijn vrouw, die mooie blon
dine, van wie gij zooeven spraakt, te kun
nen ontnemen. Hij werd onteerd en ge
ruïneerd
De graal De Marcilles, zoo heet die vriend,
is volkomen onschuldig, en werd tot levens
langen dwangarbeid veroordeeld, omdat hij
zijn eigen tante, een alleen wonende oude
freule, vermoord zou hebben, om in het
bezit van haar geld te komen, 't Is haast
niet te gelooven, dat ar zulke schurken
streken mogelijk zijn, en toch gebeuren ze
Nu komt het hem toe met den baron in 't
gericht te treden, en hij kan voor mijn
part doen wat hij wilik zal alleen maar
oppassen, dat zijn edelmoedigheid het niet
op 't laatste oogenblik van zijn haat wint,
want dat zou mij woedend maken 1 Ik ken
geen genade, want ik heb geen vrouw, zoo
als mijn vriend, die misschien tot mij zou
zeggen
Laten wij in vrede heengaan, en we
der vereenigd het land verlaten, om elders
gelukkig te zijn. Er zijn genoeg vreeselijke
dingen gebeurd 1
Ik hoop dat de graaf standvastig zal
blijven, maar ik vrees er voor, want zulke
fatsoenlijke menschen worden nog door
gewetenswroeging teruggehouden, een aan
verderen levensweg vergezelden, hun
verdere levensjaren nog rustig slijten
op de plaats, die zoo diepen indruk
op ons gemoed heeft gemaakt. Yaak
vinden we ze dan terug: ouder ge-'
worden, ryper in ervaring, naar de j
haren vergrysd, maar met nog even
warm kloppende harten.
Veel is er veranderd sinds onze
kinderjaren. Menig eerbiedwaardig
plekje, vol van aangename herinne
ringen, is vervormd, veranderd of ver
dwenen. Menig onzer vrienden en
kennissen rust uit van de aardsche
beslommeringen en is heengegaan naar
liet oord, waarvan niemand terugkeert.
Do wind suist zachtjes oter de graven
van onze dierbaren, en de herinnering
aan hen, die onze schreden leidden op
ons levenspad, zal ons weemoedig stem
men bij een bezoek a n hun laatste
rustplaats. Maar, handelend naar den
geest van hen, die ons ontvallen zijn,
zullen wij ons niet als kinderen aan
onze droefheid overgeven, maar vol
moed en vertrouwen onzen verderen
levensweg bewandelen, doende wat onze
hand vindt te doen. Hun stem zullen
we niet meer hooren, hun bezielend
woord zal ons niet meer verkwikken,
hun warme handdruk ons niet meer
bemoedigen of ten troost zijn. Slechts
de herinnering is gebleven. Maar als
zij konden, zouden zij ons toeroepen
dat grootsche woord: „Weent niet
over my
Zoo kan ook een bezoek aan onze
geboorteplaats een stut en steun zijn
op onzen verderen levensweg.
En wel sterk is, in 't algemeen ge
sproken, de drang, die in ons is, die
ons zoo nu en dan drijft naar de
plaats, die, waar we ons ook mogen
bevinden, waarheen de omstandigheden
ons ook hebbeu gebracht, toch tot den
einde toe onuitwischbaar in onze her
innering i3 gegrift.
En het zijn waarlijk niet de slecht-
sten onder ons, die dien innerlyken
drang volgen.
Dus, lezers, zoo nu en dan eens
uw geboorteplaats opgezocht, omdat
dit bezoek, zooals gezegd, kan zyn
een stut en steun op uw verderen
levensweg
Buitenland.
Een 28 jarige man is te Bayreuth,
wegens moord op twee vrouwen twee
maal ter dood veroordeeld. Hij was be
diende in een gasthuis te Joditz, maar
werd wegens voortdurende dronken
schap ontslagen. Toen de herbergier
ouder de wapenen werd geroepen om
zijn dienstplicht te vervullen, bleven
zijn vrouw en zijn moeder alleen ach
ter. De gewezen bediende maakte daar
van gebruik, en met de bedoeling om
het weinige geld te stelen, dat hij in
de herberg verborgen wist, sloop hij
's nachts in de schuur, nam daar een
steenboor begaf zich vervolgens naar
de slaapkamer der jonge vrouw, die hij
met een vroeselijken slag en daarna
met eenige messteken afmaakte. Hier-
op ging hij naar het vertrek der moe
der die hij op gelijke wijze het leven
ontnam. Echter was intusschen het
twaalfjarige dochtertje van den waard
ontwaakt en riep om haar moeder. Dit
deed den ellendeling den moed ver
liezen en zonder meer aan het geld te
denken, verliet hij overhaast het huis,
daarbij het mes achterlatend. Dit ver
raadde hem en eenige dagen later werd
hij in de woning zijner moeder gevat.
De man bekende zonder blikken of
blozen zijn misdaden.
Het soc. dem. partijbestuur deelt in
de „Vorwarts" als resultaat van de
conferentie gehouden te VVeenen, mede
dat de vertegenwoordigers van de soc.-
democratie van Duitschland en Oosten
rijk Hongarije op 12 en 13 April een
samenspreking hebben gehouden, waar
bij gebleken is, dat volledige overeen
stemming bestaat in bun opvatting.
Niettegenstaande den langen duur van
den oorlog zijn de volkeren van alle
landen vast besloten met alle krachten
hun zelfstandigheid en onafhankelijk
heid te verdedigen. Maar de oorlog
heeft over de menschheid overal ont
zettende ellende gebrachtdientenge
volge neemt niet alleen in de oorlog
voerende, maar ook in de neutralelan
den het verlangen naar bet einde van
den oorlog, en naar vrede toe. Dit ver
langen naar vrede komt voort uit wils
kracht en zelfvertrouwen, maar niet uit
eeuig gevoel van zwakte. Daaruit volgt
echter noodzakelijkerwijze, dat slechts
een vrede mogelijk is, waarbij geen:
volk wordt vernederd en dat slechts
zulk een vrede een blijvende samen
werking tusschen alle cultuurvolken
kan verzekeren.
De partij vertegenwoordigers waren
van oordeel, dat het uoodig is bij het
sluiten van den vrede de noodige waar-1
borgen te geven als de instelling van i
internationale verplichte scheidsrech
ten, enz.
Uit Athene wordt aan de „Kölni-
sche Zeitung" gemeld Het doen zin
ken van het Grieksche schip „Ellis
Pontos" door een Duitsche onderzee
boot, heeft bier groote verstoring ge
wekt. Eenige bladen raden de Griek
sche regeering aan om schadevergoe
ding van Duitschland te verlangen
en indien deze niet wordt toegestaan,
de Duitsche schepen, die in Griek
sche havens liggen, in beslag te ne
men. Er is thans een passende ge
legeubeid om terug te betalen wat
Griekenland door de verbondenen en
beschermers van Turkije heeft ge
laten.
De „Corriere della Sera" verneemt
uit Boekarest, dat in Roemenie de
lichting 1886 is opgeroepen. Een nieu
we afdeeling bergartillerie is opgericht,
alsmede een centrale verplegiugscom-
pagnie.
De Russische hulpkruiser „Biku" is
in de Zwarte Zee op een mijn gestooten
en gezonken. Het schip onderhield het
verkeer tusschen Odessa en Sebastopol.
Aan boord bevonden zich belangrijke
papieren van de militaire overheid en
een groote geldzending. De bemanning
werd gered.
Naar de „Rjetsj" uit Washington
meldt, heeft da Amerikaansche regee
ring in Tokio inlichtingen gevraagd
betreffende de beweegreden voor het
zenden van Japausche troepen naar
China.
Er is nog geen antwoord op gegeven.
Het garnizoen te Triest wordt aan
merkelijk versterkt. Voortdurend voeren
de treinen Duitsche en Oostenrijksche
troepen aan.
De Fransche bladen melden uit
Tromsö, dat een ijsbreker erin geslaagd
is een vaargeul te maken in het ijs,
dat de Witte Zee en de haven van
Archangel bedekt. Hierdoor is de haven
meer dan één maand vroeger dan ge
woonlijk toegankelijk geworden.
De autoriteiten hebben den winter
benut om Archangel volkomen in staat
te stellen te voldoen aan de eischen
van het handelsverkeer, dat men voor
dezen zomer voorziet.
Het vrijkomen van de haven is van
groote beteekeuis nu de Dardanelleu
en de Oostzee voor de Russische scheep
vaart gesloten zijn.
Thans schrijft men weer uit Weenen
Van de berichten over een botsing
tusschen Oostenrijksch Hongaarsche en
Italiaansche troepen is geen woord waar.
doening, die hun vijanden allang over boord
hebben geworpen. Wat mij aangaat, ik ken
geen ander gevoel dan haatOog om oog,
tand om tand! dat ei3ch ik, opdat de
Raynauds op hun beurt zullen ondergaan,
wat ik geleden heb! Mijn zuster is in het
krankzinnigengesticht te Melun gestorven,
Louise, mijn dierbare Louise, heeft zelve
den dood gezocht I Freule Raynaud is rijk,
men zou haar kunnen ontvoeren, en dan
nog zou ik die straf voor vader en dochter
te gering vinden! Gij behoeft geeu middel
te bedenken, moeder, ik heb het gevonden
Hij hield op; geheel zijn houding, zijn
gelaatsuitdrukking spraken van ontembare
wilskracht en wraakzucht, en toen moeder
en zoon het stilzwijgen bleven bewaren,
ging hij voort:
Misschien beschuldigt gij mij van
wreedheid, en dan bewonder ik u, maar
het ontzag, dat de millioenen van dien
roover u inboezemen is zoo groot, dat gij
voor hem verschrikkelijk vindt, wat gij
voor ons, en onze vrouwen en dochters als
doodgewoon beschouwt. Welnu! ik denk er
anders overl Louise Moraines is gestorven,
omdat zij niet lang leven kon met de vlek,
die op haar rustteEn nu zal Marcella mij
haar verlies vergoeden. Als gij mij te streng
vindt, denkt dan aan wat gij zelf geleden
hebt!
Hij uitte een dof gebrom als van een
wild dier, dat gereed is zich op zijn prooi
te werpen; moeder Bastien krabde haar
kin en perste haar lippen op elkander zon
der een woord te spreken, terwijl Simon
in machtelooze woede de vuisten balde
Hij scheen te aarzelen.
Ik wilde u niet kwetsen, vervolgde
Toussaint op zachten toonGij zijt mijn
vrienden, en hebt dat meermalen bewezen I
Gij zijt mij uw vrijheid, misschien zelfs uw
leven verschuldigd, Simon!
Dat is waarl
En nu wil ik, dat gij nog grooter
verplichting aan mij krijgt.
Wat dan?
Voor u zelf herstelling van uw goeden
naam, voor uw moeder en uw zuster, een
rustig leven 1 O, gij zult een treurig einde
te gemoet gaan, als ik u niet mede kan
nemen, want al uw hulpbronnen zijn uit
geput I Gij, Simon, die eigenlijk zulk een
flinke kerel zijt, verdrinkt uw leven met
de dronkaards bij Lafouille. Gaat allen met
mij mede! Als uw moeder het land niet
meer verlaten wil, zullen we voor haar
levensonderhoud zorgen en haar een woning
en geld verschaffen.
Zijt gij dan millionnair? vroeg Simon
eindelijk.
Neen, maar mijn vriend is het, en
dat is precies hetzelfde; hij is een eerlijk man,
maar al te nauwgezet en grootmoedig! Ik
moet een oog in 't zeil houden
Markies d'Aoguillas?
Misschien, binnen een paar dagen,
zult gij alles weten, dan is ons werk 't zij
goed of slecht afgeloopenl Maar als ik
Frankrijk moest verlaten zonder kwaad met
kwaad vergolden te hebben, zou ik dat
niet kunnen verdragen! Maar 't kan niet
gebeuren en gij moet mij helpen
't is de eenige dienst, dien ik vsn
u vraag Dan is het mijn beurt om
u te steunen, en ik zweer het u, ik zal het
doen
Hij zweeg, eindelijk nam moeder Bastien
het woord.
't Zij zoo, wat moet er gebeuren?
O, dat is doodeenvoudig.
Wat dan?
De freule rijdt dikwijls te paard door
het bosch.
By na iederen dag.
Langs den weg van Chatillon?
Ja juist.
Dan gaat zij haar beminde, den mar
kies De Parsay te gemoet, en zij vinden
elkander in de buurt van een bepaalde
laan: ik heb dat alles onderzocht.
Ga voort.
De weg naar Chatillon loopt op twee
honderd meter afstand van do kroeg van
Lafouille door een boschje van ongeveer
twintigjarig hout, dat aan beide zijden recht
opschiet. Daar moet zij aangehouden wor
den, dan belast ik mij met de rest.
Hoe?
Zij galoppeert in woesten draf er
moet even van te voren een koord gespan
nen worden
Begrepen.
En als zij dood vi 1 vroeg de oude.
Dan kan een misstap van haar paard
alles verklaren. Louise Moraines heeft zich-
zell het leven benomenzij rust in de ge
meenschappelijke groeve Maar dat zal
de andere niet doen, dat hoop ik ten
minste
En dus?
Komt het er op aan vier en twintig
uur wacht te houden. In de laan kan men
haar van verre zien aankomen Is dat
nu zoo moeielijk? als het koord weg
genomen is, bestaat er geen gevaar meer.
Als de vogel gevangen is, moet zij naar de
herberg van Lafouille gebracht worden
En is dat alles? vroeg de oude op
nieuw.
Ja, moedertje, dat is alles, en dan
zijn wij quitte.
Blijkbaar vond zij het werk gemakkelijk
genoeg, ten minste zij keek met haar oude
oogen Toussaint opgewekt aan
Quitte voor al de jaren van galeistraf,
die ik terwille van uw zoon ondergaan heb
dan heb ik Louise gewroken, dat goede
schepsel, dat mij zeker zou gesmeekt heb
ben, het leven dier andere te sparen, en
wat bedaarder vervolgde hij
Kom, moeder, gij hebt in 't bosch
wel moeielijker uren doorgebracht, als gij
languit voorov r moest gaan liggen om de
veldwachters te bespieden! Gij zult mij
dezen dienst niet weigeren, waarmede gij
wel niet den hemel, maar toch wel een
onbezorgden ouden dag kunt verdienen En
dat wordt tijd, want gij wordt oud
Is het dus afgesproken
Afgesproken
Ge begrijpt, er is haast bij; vernie
ten over een paar dagen weer in 't ruime
sop, op reis, naar 't andere werelddeel zijn!
Gij zult eens zien, Simon, hoe heerlijk het
daar is
Hij opende de deur, bloedrood kwam de
maan op boven de bosschen van La Varenne.
Breng mij een eind weg, Simon, zeide
hij, goeden nacht moeder
Goeden nacht, Toussaint.
Pas goed op! Ik zal in de buurt zijn.
Wees gerust.
Op de heide gekomen greep hij den arm
van Simon stevig vast en zeide:
't Is bard om te mo ten lijden, maar
de wraak is zoet.
IV.
Biet laatste festijn-
Op iederen anderen tijd zou het onder
houd met baron Raynaud, Fulgence Guil-
lard met zorg vervuld hebben, want de
baron was n:et de eerste de beste en zijn
agent had meermalen de gelegenheid gehad
zijn doorzicht en verstand te bewonderen
en wist bij ondervinding dat hij een groote
mate van wilskracht en zelfbeheersching
bezatmaar het oude spreekwoord, dat de
goden de menschen, die zij verderven wil
len, met blindheid slaan, werd ook thans
weer bewaarheid de goden hadden den
schurk met blindheid geslagen, en daartoe
een bekend middel „de vrouw" als werk
tuig gebruikt en die vrouw was niemand
Zie v«rvolg in het bijvoegsel).