Het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de lionnnelerwaard. Nieuwsgierigheid De vrouw van den Banneling. UKB sVAH Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3467. Woensdag 26 Mei 1913. FEUILLETON. Niettegenstaande alle opofferin gen van Oostenrijk heeft Italië dan toch het verbond met dat rijk en Dnitschland verbroken, en zich bij Frankrijk en Engeland voegende, blaandag officieel den oorlog ver klaard. KOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Vrij algemeen zegt men dat nieuws gierigheid een by uitstek vrouweiyke eigenschap is. Ook onze voorvaderen reeds waren die meening toegedaan, want oud is al de uitdrukking: „Nieuws gierig Aagje". Als iemand deze uitdrukking bezigt, dan wil hy gewoonlyk aan de nieuws gierigheid een minedele beteekenis toe gekend zien. En toch zou men kun nen beweren dat deze by uitstek zoo genaamde vrouweiyke eigenschap pleit voor zich zelve. Aangenomen altijd dat alles, wat het menschdom aan goed heid en andere loftelijke hoedanighe den bezit, wel hoofdzakelijk aan de vrouw te danken is. Maar een vrouweiyke eigenschap of niet, een by uitstek menschelijke is zij zeer zeker, waaruit volgt dat ook de mannen aan deze „kwaal" lijden. Van nieuwsgierigheid over leergie righeid naar weetgierigheid is de weg niet lang. Daarom is de nieuwsgierig heid, maar nu in den goeden zin, in veel opzichten sympathiek. Want zij staat ook zeer dicht by belangstelling. En zonder belangstelling geen leven, geen drang, uit ons overgebracht op op onze omgeving. Nog een stapje verder, en we komen by algemeene belangstelling, een by uitstek goede eigenschap. Zelfs strekt het iemand tot roem als hij met deze eigenschap be deeld is. „De overledene was een braaf mensch, hy toonde een algemeene be langstelling in maatschappelijke zaken", is wel een gemeenplaats geworden in veel opzichten, maar is toch ook wel degelijk bedoeld als prijzenswaardig. En, in dit verband beschouwd, zal men nooit spreken van algemeene nieuwsgierigheid. Misschien ook wel niet omdat zy zoo algemeen is. Het geen nog volstrekt niet beteekent dat de nieuwsgierigheid daardoor een blaam treft. Want, zooals we reeds zeiden, de weg over nieuwsgierigheid naar weetgierigheid is zoo kort. We weten allen dat de vrouw in onze dagen haar maatschappelyke rech ten opeischt. En dan beroept zy zich daarbij erop dat de vrouw, over het geheel genomen, evengoed in staat is 63) Ja, Toussaint, ik begijp een ding, antwoordde Melia, dat men zijn vrienden genoegen moet doen en hun een dienst bewijzen, als dat mogelijk is. Simon heeft mij gevraagd u den ouden huichelaar uit Parijs in handen te spelen Hij zal komen en 't verwondert mij, dat hij nog niet hier is, om op zijn knieën mij te smeeken hem te volgenMaar ik waig van zijn geld en zijn onderdanigheid. Gij wilt u wreken en ik zou u willen helpenopdat gij tevreden zoudt zijnik heb niemand lief, als de oude vrouw en mijn broeder, en zuchtend voegde zij er bij O, als gij niet zoo vervuld waart ge weest met de herinnering aan Louise, uw doode bruid Zich van hem afwendende, vervolgde zij fluisterend Maar ik weet wel, dat dit niet meer mogelijk is, en toen weer luider Wat de kleine van het kasteel aan gaat, dat wild wordt al te goed bewaakt. Tenzij er een wonder gebeure, zullen de Rivolards haar nooit in hun macht krijgen. Nu, we zullen zien, zeide Touissaint. Gaat gij naar Simon? Hij is ginds.. Dat weet ik. Zij zijn daar al verscheidene dagen aan 't brassen en pierewaaien. Hij wist het maar al te goed, want die slemppartijen werden betaald met zijn geld. Laten wij er eens heengaan, 't zal u wat afleiding bezorgen, stelde Melia voor, en gij, moeder? „mannenwerk" te verrichten als de sterkere helft van het menschdom. En waar is het dat zielkundigen van naam al sinds jaren by herhaling hebben uitgesproken dat er tusschen de mo- reele eigenschappen wel tusschen de physieke of lichamelijke dus geen werkelijk verschil bestaat bij mannen en vrouwen. Daar de ziel der menschen geen geslacht heeft, zijn zoogenaamde vrouwelijke en manne lijke eigenschappen in den regel in beide seksen vertegenwoordigd. Zeker, de man ontleent in 't algemeen zyn beteekenis aan mannelijke eigenschap pen van karakter. Zyn waarde als mensch echter wordt voor een deel een groot deel misschien bepaald door vrouweiyke eigenschappen. Maar het zy hoe het zij, nieuwsgierigheid moge een vrouwelijke of een manne lijke of een eigenschap van beide sek sen zijn, ons dunkt dat zy geen min derwaardige eigenschap is zoolang zy niet op onhebbelijke wijze voor den dag komt. En als het waar is dat de mannen in doorsnee minder nieuws gierig zijn dan de vrouwen, dan zou men dat misschien kunnen toeschrijven hieraan dat het le^en van de man- men zooveel meer eischt op geestelijk gebied, waarvan het gevolg is dat sommige eigenschappen gesterkt wor den en meer aan den dag treden en andere verkwijnen of verslappen. Nieuwsgierigheid en belangstelling, ze zyn niet altijd gemakkelijk uit el kaar te houden. Tusschen het vragen der mannen en der vrouwen is vaak een opmerkelijk verschil. De eerste richten zich meestal op het zakelijke, de laatsten op persoonlijkeby de eerste» domineert meestal het ver sland, by de laatsten het gevoel. Zoo zegt men. Of het waar is De waar heid zal ook hier wel weer in het midden liggen. Maar als het zoo is dat de vrouwenvragen zich meer op het persoonlijke richten, dan zou dit wedrrom niet alleen nieuwsgierigheid mogen heeten. Want, nietwaar, de beste studie van de menschheid is de mensch. En dus zal de nieuwsgierig heid de drang kunnen doen geboren worden om ook in de groote menschen- wereld datgene te doen, wat strekken kan tot verzachting van veel, wat het leven soms zoo buitengewoon moeilijk maakt. Laat het waar zyn dat de nieuws- De oude legde haar hand op de maag streek en smakte met de lippen Na zulk een goed diner, heb ik be hoefte aan een dutje, en zich tot La Brèche wendende, voegde zij er troostend bij Morgen komt er weer een dag, we zullen wel oppassen! Toussaint schudde het hoofd't zou mor gen een al te drukke dag zijn Eerst het duel van den graafdat duel maakte hem razend. Hoe kon Jan de Marcilles zich blootstellen aan de kans gedood te worden door den man, die hem naar Cayenne had doen zenden, en die hem zijn vrouw door allerlei schurkenstreken had weten te ont- rooven. De ridderlijkheid was te ver ge dreven. Jan de Marcilles, die zijn veront waardiging begreep, had er hem over ge sproken en gezegd, dat hij hem toch niet als een straatroover met eigen hand een dolk in de borst kon stooten Zij waren nu eenmaal in Frankrijk met zijn wetten en openbare macht en 't ging niet aan te handelen alsof men in de woestijnen van Midden-Afrika leefde! Nu, dat wist Toussaint maar al tegoed, en in machtelooze woede had hij de vuist gebald en gevreesd zijn persoonlijke wraak neming niet te kunnen voltrekken. Melia nam zijn arm en dwong hem met haar de hut te verlaten de heide was met een vochtigen damp bedes t, waarboven de verschrompelde takken van hoornen en struiken spookachtig uitstaken. Ik verlang maar weer weg te komen, zeide La Brèche, alles rondom mij verbit tert en kwetst mij, en ik vind nergens rust. Kom mede, drong Melia op ernstigen toon aan. Zij liep met hoog opgetrokken rokken langs een smal voetpadhaar slanke gestalte teekende zich scherp af tegen de heldere lucht, en haar zware donkere haren glinster den in het witte maanlicht, Toussaint gierigheid bij uitstek vrouwelijk is, een gelukkig verschijnsel is het, dat de mannen het ook zijn. En haar tra wanten menschenliefde, vertroosting, leniging, volgen haar op den voet. Ze ker een goed gezelschap. Buitenland. De algemeene opinie omtrent Italië is, dat Italië, dat in troebele waters tracht te visschen, bot zal vangen, alias, dat het aardig op zijn kop zal krijgen. Niet, dat het Italiaansche leger slecht is, of dat het aan het noodige enthou siasme voor het schoone doel zal ont breken. Men kan .ervan verzekerd zijn, dat de kleine, vurige Italianen warm znllen vechten. En als de Regeering er niet van verzekerd was, dat de spullen in orde waren, zou zij zeker haar mede werking aan het tot stand komen van een cromproiuis niet onthouden hebben. Wat er dan hapert aan het Italiaansche leger? Aanvoerders, officieren. Er is geen organisatie, en er is grond te ver moeden, dat Italië nog erger dan Rus land zal worden verslagen. Deskundigen meenen veelal, dat het Italiaansche leger zelfs niet de meest begeerde deelen van de Donau-Monarchie zal kunnen bezetten, en dat over enkele maanden Italië zal zitten in zak en asch. Maar toch is het meedoen van Italië aan den wereldoorlog van het aller grootste belang. Hierdoor wordt Duitsch land gedwongen, een gedeelte van zijn troepen aan het Westelijk en Oostelijk front te onttrekken en men neemt aan, dat het nu voor goed uit is met het Duitsch offensief. Bovendien wordt Duitschland nu nog meer geisoleerd. Ondanks de misschien schitterende DuitschOostenrijksche overwinningen, zal Duitschland al meer en meer moeten inzien, dat de eind overwinning niet aan zijn zijde kan zijn. Zoo kan het meedoen van Italië den vrede bevorderen. Toen Vrijdagavond de Italiaansche gezant het gezantschap te Berlijn ver liet, liep uit een troep nieuwsgierigen, voor het meerendeel uit vrouwen en kinderen bestaande, een opgeschoten jongen achter langs de open automo biel van den gezant heen en sloeg deze den hoed van 't hoofd, zonder intusschen den gezant zelf te treffen of te ver wonden. Een heer uit het publiek greep onmiddellijk den jongen eu gaf hem een welverdiend pak slaag, alvorens hem aan de politie over te leveren. Zoodra de rijkskanselier het voorval merkte voor 't eerst op hoe schoon zij was. Gij moest met mij mede gaan, Melia, zeide La Brèche Hier of daar, 't is hetzelfde, antwoord de zij. Ja, gij moet medegaan. Wat kan u dat schelen? Zij kwamen aan den weg van Montereau, juist waar die door den weg van La Varenne naar Vitray gesneden wordt en Toussaint bleef even staan. Langs dezen weg kwam zij iederen dag, pruttelde hij, maar alles is daarginds in verwarring Zij weet misschien Hij deed nog een paar stappen, totdat hij met zijn geleidster bij een beukenboschje stond, welks schaduw hen van den weg af bijna onzichtbaar maakte. Melia bleef nu op haar beurt staan. Hoort gij wel? zeide zij. Wat dan? Luister! Van den kant van La Varenne liet zich uit het bosch een gedruisc'n vernemen alsof de grond' onder de snelle vlucht van een kudde herten en reeën trilde. Toussaint spitste de ooren. Dat is vreemd, zeide hij. Het gedruisch kwam met rassche schre den nader. Dat zijn reeën, zeide La Brèche, zij zullen zoo over den weg komen. Hij vergiste zich, maar de gang van het dier, dat naderde, was ook zoo snel en licht, dat die vergissing licht verklaarbaar was. Met één sprong kwam het uit het kreupelhout op den grooten weg, en met een anderen sprong sloeg het de laan aan den anderen kant in. 't Was de merrie van freule De Raynaud, die haar paard met een vriendelijk "tikje op den hals en een zacht gefluisterd „hop! hop!" tot spoed aanzette. Een oogenblik later was de fan tastische verschijning der in 't licht ge- vernam, liet hij nog denzelfden avond, door middel van zijn adjudant, zijn leedwezen over 't gebeurde betuigen, terwijl de minister van buitenlandsohe zaken schriftelijk verontschuldigingen aanbood. Over de spanning in Italië wordt van 21 dezer gemeld: De wet, waarbij de Senaat aan de Regeering buitengewone volmacht in geval van oorlog toekent, is met buiten gewone geestdrift met 2 op na alge meene stemmen aangenomen. Waarom wil Italië den Oorlog? Omdat het vreest zijn nationale wen- schen niet in alle opzichten te kunnen vervullen als Oostenrijk en Duitsch land zegevieren. De monarchie, die dit begreep, heeft daarop het land van Trente en de streek van Gradiska aan geboden, benevens autonomie voor Triëst met de bedoeling om het Italiaansche karakter dier stad te behouden, voorts een Italiaansche hoogeschool te Triest, en welwillende behandeling der over blijvende Italiaanen in dit rijk. Voor de eerlijke uitvoering zou Duitschland borg staan. Er zouden groote natio nale wenschen vervuld zijn, zonder dat het een droppel bloed aan Italië kostte. Dit vond Italië echter niet genoeg, het eischte het bezit van Istriij, Triëst, Pola, Fiume, de strategische eilanden op de Dalmatische kust, afstand van invloed in Albanië, in Servie verder op den Balkan, vrijheid om Italië tegen Turkfie te laten vechten aan de zijde der Entente tot behartiging van 's lands belangen in het Oostelijk bekken der Middellandsche Zee. Als de monarchie verslagen tegen den grond lag, zou mea haar geen ergere voorwaarden hebben kunnen opleggen. Maar ze is dat nog lang niet en op het oogenblik dat Przemysl weer omsingeld wordt, kan zij zich niet onder zulk een Caudijnsch juk buigen. De Entente bood meer en Italië heeft de partij van den meestbiedende gekozen. Doordat er in Italië een millioen manschappeu onder de wapenen zijn, kleede dame op het zwarte paard in de schaduw der boomen verdwenen. Zij mompelde La Brèche, 't Is als een droom, waar zou zij heengaan, en zich voor 't voorhoofd slaand, voegde hij er bij maar zij zal wel weer hier langs terug komen De verzoeking was te sterk. Ga maar alleen door, Melia, zeide hij, ik blijf hier, want ik heb een bood schap aan uw moeder vergeten. In een oogenblik ben ik weer bij u En houd die lui daarginds aan den ganglaat hen maar drinkenzorg dat ze niet heengaan Wilt ge dat bepaald? Ja, ik wil hetdoe het om mijnent wil laat hen niet alleen Een goede tweehonderd meters verder scheen het licht door de ramen van de herberg van La Fouille op den weg, en Melia vervolgde haren weg, terwijl Tous saint naar de Schaapskooi terugkeerde, die hij een oogenblik later, gevolgd door moe der Bastien, weer verliet. 't Was inderdaad de erfgename van La Vatenne, die daareven met lossen teugel voorbijgesneld was; als een vervolgde hinde joeg zij voort, om ten einde raad, hulpen steun te zoeken bij haar vriend, den eeni- gen, dien zij volkomen vertrouwen kon, want in dit oogenblik van de diepste smart was de trouwe toewijding van Christiaan de Parsay haar pas volkomen duidelijk ge worden. Hij was de sterke vriend harer jeugd, dien zij beurtelings plagen en vrien delijk behandelen konhem kon zij alles zeggen, hem alles bekennen, zelfs de vreese- lijke biecht van haar vader. Zij verlangde vurig bij hem te zijn, overtuigd van een goede ontvangst en ten steun in haar nood te zullen vinden. Pijlsnel vloog het zwarte paard voort, nog te langzaam echter naar den zin der is er in vele bedrijven en winkels ge brek aan werkkrachten. De meeste werk gevers hebben besloten de plaatsen open te houden van hen, die naar het front trekken en hun loon aan hun gezin uit te betalen. Anderen nemen de vrouwen van de opgeroepenen in dienst. Een aantal openbare diensten, zooals de tram, worden bijna geheel door vrouwen gedreven. Alle Oostenrijksche bladen geven uiting aan hun innige verontwaardiging over de snoode verdragbreuk en den arglistigen aanval van Italië. Het Rijks daglid Bugatto schrijft dat Italië den goeden naam van den Italiaanscben stam met onuitwischbare schande beeft overdekt. In zijn verblindheid begaat Italië de zonden van de trouwbreuk en stort het zich in het gevaar van een oorlog, die bevolking en land met ver woesting bedreigt. Oostenrijksche bladen wijzen er op, dat de oorlog van de zijde van Italië doet denken aan een rooveroverval van de helden der Abruzzen. Oostenrijk heeft tot het laatste toe een tegemoet komende houding aangenomen en ge duldig onderhandeld over onmatige eischen nopens gebiedsafstand. Italië moge bedenken dat op zijn diploma tieke nederlaag, die de Oostenrijksch- Hongaarsche nota dat land toebrengt, wel eens een militaire, politieke en dynastieke ramp kan volgen. Volgens de Kölnische Volkszeitung begint de Italiaansche pers haar lezers reeds op de moeilijkheden van den strijd voor te bereiden. De Corriere della Sera schrijft, dat een overwinning ter zee voor Italië slechts met zware offers ware te bevechten. Oostenrijk bezit veel grootere voordeelen wegens zijn natuurlijke schuilplaatsen aan de Adriati8che Zee. Het blad vreest de be schieting van kustplaatsen en doet een beroep op de vaderlandslievende opof feringsgezindheid der bewoners. Ook moet men zich voorbereiden op het in den grond boren van pantserschepen, meent het blad. Van de Italiaansche grens wordt ge meld, seint „Reuter" aan sommige bla den, dat er een golf van geestdrift over het geheele land gaat. De beweging is nergens meer in drukwekkender dan in de groote steden van Noord-Italie. Te Milaan lijkt het, alsof de geheele mannelijke bevolking op straat is. De lucht trilt van opwinding, maar nog berijdster, die den hals van het trouwe dier streelende, telkens haar zacht „hop hop!" herhaalde. In het kasteel van Boissy, waar zij langs moest, waren de ramen helder verlicht; daar woonde de vijand, de doodsvijand, die een beleediging wilde wegwasschen in het bloed van den beleediger: daar ver toefde ook de vrouw, om wier bezit zooveel laagheden begaan waren, zooveel tranen hadden gestroomd, en zooveel bloed ge vloeid had I Klaar en duidelijk stond het nu het arme meisje voor den geest, dat zij niets ver mocht, zich zelfs niet tusschen de strijden den kon werpenmaar de eenzaamheid van La Varenne te midden van onverschil lige of vijandige bedienden joeg haar vrees aan, en daarom zocht zij de hulp, die zii in gelukkiger dagen zoo herhaaldelijk had afgewezen, en gaf zij gehoor aan de stem van den markies om bij hem steun te zoeken. Zij was door 't noodlot overwonnen, een sterke mannenhand was noodig om haar uit haar vreeselijken val op te hef fen, en ongevoelig voor de meening der wereld en de praatjes van vrienden en be kenden ging zij die ver zoeken, daar waar zij zeker was, die te zullen vindenZij had zich ten minste niets te verwijten! Intusschen snelde de merrie voort en had eindelijk het goed van den markies De Parsay bereikt, zoodat de in het maanlicht glinsterende daken van het paviljoen zicht baar werden, dat op een hoogte gelegen, door een bosch van hoog opgaand hout omringd werd. Op vijfhonderd pas afstands van het kasteel sioot een wit hek de laan afzonder moeite sproDg het paard er over, rende de avenue in en bleef voor de stoep staan. Op 't geluid van paardenhoeven op het plaveisel schoten onmiddellijk een paar bedienden toe, tot wie Marcella de vraag richtte of de markies De Parsay thuis waa.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1