Hel Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
De vrouw van den Banneling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3469. If7oensdag 2 Juni 191S.
FEUILLETON.
JTOOB
1 HIJ
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 7x/i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag;
middag 12 uur ingewacht.
De wereld is, gelijk wij reeds me
dedeelden, welhaast aan haar twintig
ste oorlogsverklaring, sedert dien on-
vergetelijken laatsten Juli-dag van
verleden jaar, toein dra tien maan
den tijds heeft het welzijn der volke
ren over geheel de wereld plaats ge
maakt voor rouw en rampspoed niet
minder dan twee derde deel van alle
menschen op aarde behooren tot de
onderdanen van rijken, die met elkan
der in oorlog zijn, en ruim 950 mil-
lioen onzer tijdgenooten zijn thans
elkanders vijand of elkanders bondge
noot.
Wel verre van eenige kentering,
eenige vermindering aan te wijzen,
grijpt de wereldbrand nog dagelijks
verder en verder om zich heen mag
al op eenig oorlogsfront hier en daar
een betrekkelijke rust zijn ingetreden,
een rust die of een uitputting of al
weder een voorbereiding beteekent
doch in elk geval maar een zeer tij-
delyk karakter draagt, op een
ander oorlogsfront donderen de vuur
monden met des te overweldigender
geluid, onheil en verderf brakend
waarheen zij zich richten. En op de
groote wereldzeeën gaan in enkele
minuten tijds geheele zeekasteelen,
waarvan de bemanning zich niet, of
ternauwernood te redden weet, nog
telkens ten gronde, en worden voor
millioenen en millioenen schatten gelds
verwoest.
Als waren deze allerwege om zich
heen grypende verwoestingen van le
vensgeluk en welvaart nog niet om-
vangryk genoeg, is daar sedert kort
opnieuw een der grootste mogendhe
den op het oorlogsveld getreden en is
al weder een verdere uitbreiding aan
den wereldbrand gegevenhet Itali-
aansche koninkrijk trok als'laatste Oer
groote Europeesche rijken, op zijne
beurt het zwaard uit de scheede, zoo
dat sinds enkele dageD een nieuw oor
logsfront aan de andere is toegewezen.
Italië, de derde en zuidelijkste bonds
staat van het Drievoudig Verbond,
waarvan het dertig jaren lang deel
heeft uitgemaakt, richt zich thans niet
tot de vijanden van de beide andere
staten, doch tot deze staten zelf; al
65)
De trouwe Assunto had naast den graaf op
den bok plaats genomen, om zoo noodig de
behulpzame hand te kunnen reiken.
Graaf Jan zat met den griffier van
Mayenne in zijn kamer, Cesar van zijn
vermomming bevrijd voegde zich bij hen,
terwijl drie mulatten een wakend oog op
den Duitscher hielden.
Mijnheer, begon de graaf, wij hebben
samen een zaak te vereffenen.
Wie zijt gij?
Ik heet Jan de Marcilles,
Straub sprong op, alsof een spook voor
hem uit den grond verrezen was; hij be
proefde op te staan, maar twee forsche
handen werden hem op den schouder ge
legd en dwongen hem weer plaats te nemen.
Gij zijt een scherpzinnig man, hernam
de graaf en zult begrijpen, dat er geen straf
wreed genoeg is, om u het kwaad, dat gij
mij aangedaan hebt, te doen boeten. Ik wil
echter kort zijn. Gij zijt veroordeeldHebt
gij iets tot uw verdediging in te brengen, en
zich tot zijn bedienden richtende voegde
hij er bij
Laat hem spreken
De mulatten namen hem den prop uit
den mond.
Dat is een hinderlaag, begon Straub,
die zijn koelbloedigheid teruggekregen had
Dat zal ik u niet tegenspreken, maar
tegenover u is alles geoorloofd. Wilt gij
bekennen de misdaad gepleegd te hebben
Straub schudde ontkennend het hoold
•n antwoordde brutaal:
thans tot een van deze, de Oosten-
rijksch Hougaarsche monarchie. Dat
het zich nog niet tot Duitschland
richtte, mag louter als een quaestie
van vorm beschouwd worden, daar
Italië door zich tegen de Donaumo-
d archie te keeren, ook van zelf de
vijand van Duitschland is geworden.
Daar is in dit optreden van den ge
wezen bondgenoot iets, wat, welke
onze gevoelens ook mogen zijn voor
Oostenrijk en Duitschland, vrlentegen
de borst stuit. Immers, aan het naar
de wapenen grijpen van Italië ont
breekt al dadelijk die dringende reden,
waardoor wij geneigd zyn veel te ver
ontschuldigen een onafwendbare nood
zakelijkheid. Inderdaad, wanneer Italië
niet zelf den oorlog wilde, zou geen
der andere volken het den oorlog heb
ben aangedaan.
Door zijn bijzondere geografische
ligging over verreweg het grootste deel
zijner grenzen door de natuur zelf
beveiligd, is er geen enkele reden
waarom het, ongewild, in den oorlog
betrokken zou worden, gelijk wij ge
zien hebben, dat bij het rampzalige
Belgie het geval is geweest. Niemand
zou Italië ook maar een haar kren
ken wanneer het nochthans ten oor
log trekt is dit dus niet uit noodzaak,
maar .geheel uit eigen voorkeur.
Dit nu is, waar de wereld reeds
rampspoed genoeg te torschen heeft,
een alles behalve lofwaardige daad
te minder lofwaardig waar het land
het juiste, weloverwogen oogenblik
schijnt te hebben afgewacht, om zijn
vroegere vrienden van achteren aan te
vallen.
Hebben deze, mag men vragen, het
er wellicht ten opzichte van hun ge
wezen bondgenoot dan ook naar ge
maakt
Integendeelwant zij hebben juist
al het hunne gedaan, om den afvallige
zoolang mogelijk van den beslissenden
stap af te houdenja zelfs is men
den ontrouwen vriend met zooveel
concessies tegemoet getreden, dat de
vraag rees, of een openlijke tweespalt
niet nog beter is, dan zulk een fliuw-
hartige, ja gevaarlijke vriendschap lan
ger te bestendigen. Onze lezers weten
waartoe de oude keizer Franz Joseph
en zyn regeering bereid waren, Italie's
onzijdigheid te koopenmaar de ver-
kooper bleek achteraf van den oorlog
een nog voordeeliger uitkomst te ver
Gij kunt mij dooden, maar niet tot
spreken dwingen als ik mij eenmaal voor
neem te zwijgen, zoudt gij knap zijn, mij
aan het praten te krijgen.
Uw bekentenis is echter overbodig
wij hebben voldoende bewijzen.
Ik ben benieuwd eens te hooren, welke.
In de eerste plaats de bekentenis van
baron Raynaud.
Laat mij die zien?
Kent gij zijn schrift?
Voorzeker.
De griffier stond op en legde het hand
schrift van den baron voor Straub neer,
wiens handen stevig gebonden warenhij
beet zich op de lippen, een gloeiende blos
van verontwaardiging kleurde zijn gelaat,
maar hij bepaalde zich om te antwoorden:
Er is wel meer schrift nagemaakt.
Dat hebt gij best gezegdgij hebt
een veelzijdig talent, dat kon het testa
ment van freule de Marcilles bewijzen.
Straub zweeg met een glimlach.
Wij hebben ook de bekentenis van
uw vroegeren bediende, Cabiral in handen.
Cabiral was gemakkelijk om te koopen.
Eindelijk hebben wij uw voornaam-
sten medeplichtige, Lazare Pidon, achter
slot en grendel.
Pidon lacht mij hij zal niet spreken.
Pidon heeft reeds gesproken en alles
verteld.
Een sombere gloed straalde uit de oogen
van Straub.
Gij kunt zijne ban 1 teekening nazien
zeide Athanase Besnou, die bevindt zich
ook onder de papieren. Wij hebben het
werk der rechtbank opgenomen en zijn nu
bijna daarmede gereed. Uw wil of onwil
kan daar niets meer aan veranderen.
Wij zijn in Frankrijk, verklaarde
Straub, en de justitie ziet niet gaarne, dat
men haar werk uit de handen neemt. Ai
mocht graaf Jan de Maroilles ook leven,
wachten, en dies werd, nadat inmid
dels alle noodige voorbereidingen ge
reed waren gemaakt, tot den krijg be
sloten.
Dit is, kort samengevat, het beloop
geweest der onderhandelingen in de
laatste 8 h 10 weken tusschen de ka
binetten te Rome en te Weenen, veel
al via Berlijn gevoerd, onderhandelin
gen die tot niets geleid hebben, om
dat blijkbaar van éene zijde, niet an
ders dan de oorlog werd gewild, om
louter redenen van begeerlijkheid naar
nog meer dan het vele, dat zonder
een droppel bloeds te vergieten, reeds
verkregen kon worden.
Aldus zien wij een nieuwen strijder
het arena van den wereldkamp betre
den en zich scharen aan de zijde van
de vijanden zijner vroegere bondge-
nooten. Het spreekt van zelf, dat in
den heeten strijd die beide partijen
voeren, elke vermeerdering van eigen
kracht, elke afbreuk van de sterkte
des vijands, welkom is. Vandaar dat
in de Fransche, Engelsche en Russi
sche pers het toetreden van den nieu
wen vriend onstuimig wordt toege
juicht en dat de Duitsche en Oosten-
rij ksche bladen met nauwelijks verho
len spijt het gebeurde betreuren.
Noehthaus wil het ons toeschijnen
dat het actief optreden van Italië in
den wereldoorlog weinig invloed op
het algemeen beloop daarvan zal uit
oefenen, en dat men, ontdaan van de
holle phrasen, die nu eenmaal bij
soortgelijke gebeurtenissen gebruikelijk
schijnen te moeten zijn, zich over en
weer aan geen al te sterke illusies
overgeeft. Ware Italië van den begin
ne af zijn gedragslijn duidelijk komen
aanduiden, en had het aanstonds hetzij
voor, hetzij tegen zijn bondgenooten
partij gekozen, het beloop van zaken
ware wellicht een gansch andere ge
weest, dan wij nu zagen voltrekken.
Thans echter er op te rekenen dat
het Ituliaansche zwaard de weegschaal
goed zal doen overhellen, lijkt miust
geDomen voorbarig. De Italiaansche
politiek is gedurende dezen oorlog,
meer dan ooit, een zoo schromelyk
zelfzuchtige gebleken, dat met reden
verondersteld mag worden, dat het aan
dien zelfzucht, zoo noodig ook zijn
nieuwe bondgenooten zal opofferen,
zoodra zijn belang zulks medebrengt
en ook het juiste uur daarvoor gesla
gen is.
dan zal 't hem niet gemakkelijk vallen zijn
identiteit te bewijzen. Laat hij mij maar
aanklagen, ik zal mij wel weten te verde
digen.
Gij behoeft u niet te verdedigen, zeide
burggraaf Cesar.
En waarom niet.
Omdat gij dit huis niet zult verlaten.
Wie zal mij dat beletten.
Wij.
Ik zou wel eens willen zien, hoe gij
dat aan zoudt leggen; denkt gij, dat gij
nog in de Savanna's van La Plata zijt?
Ik ben in Seine-et-Marne antwoordde
graaf Jan uit de hoogte, en ik herhaal het
u, gij zijt veroordeeldEn uw straf zal
voltrokken worden, zoo zeker als ik thans
voor u sta.
Te Boissy
Te Boissy.
Wanneer?
De graaf keek op zijn horloge, en zag
dat het elf uur was.
Morgen op dit zelfde uur zal uw
vonnis voltrokken worden.
Jan De Marcilles scheen zoo zeker van
zijn zaak, dat Straub een koude rilling
langs den rug liep, al had hij de kracht
om zijn ontroering te verbergen en kalm
te antwoorden
't Zal u niet gelukken mij vrees aan
te jagen; wij leven gelukkig niet meer in
de tijden der inquisitie ol der pijnbank.
Ik ken de wetten waaronder wij leven, en
daaraan kunt gij u niet onttrekken, al
waart gij ook honderdmaal de markies
d'Anguillas Ik ben niet gemakkelij k bang
te maken, Fulgence Guillard is geen oude
vrouw! Ge moet u tot de rechtbank wen
den, al waart ge de keizer van Brazilië in
eigen persoon! Zonder dat ik mfj tot
de marechaussees gewend heb, zijt gij toch
in mijne macht.
Jan De Marcilles ging met de armen over
Hoe weinig ridderlijk, hoe weinig
met de eischen van de goede trouw
in overeenstemming doet het aan te
hooien verklaren, dat Italië zich daar
om gerechtigd acht thans tegen den
bondgenoot te gaan strijden, omdat,
10 maanden geleden, in strijd met ar
tikel 7 van het Drievoudig Verbond
door de Donau-monarchie aan Servie
den oorlog werd verklaard, zonder dat
Italië vooraf werd geraadpleegd. Tien
volle maanden zijn bijna moeten ver-
loopen vooraleer de regeering te Rome
tot dat besef kwam, althans daarvan
liet blijken tien maanden, waarin de
bondgenoot van 30 jaren lang, in een
hevigen strijd verwikkeld inmiddels
verzwakken moest, heeft het geduurd
vooraleer Italië het oogenblik gekomen
achtte zijn zwaard te trekken tegen
dien voormaligen bondgenoot. Neen,
het voorbeeld door Italië op het we-
reldtooneel gegeven, verdient allerminst
navolging, omdat, gelijk ook de felste
tegenstanders der Don au-monarchie en
zijn Duitschen bondgenoot zullen moe
ten erkennen, het een door en door
kwalijk voorbeeld is van hetgeen de
buiteulandsche staatkunde van een fier
en ridderlijk land, ook onder de moei
lijkste omstandigheden kan en moet
zijn.
VI. Ct.
Huileiiland.
Groote ontevredenheid is in de Ver-
eenigde Staten gewekt door den inhoud
en de toon van het Duitsche antwoord
op de Ainerikaansche nota over het
torpedseren van de Lusitania door een
Duitschen duikboot, waarbij bijna 1500
menschenlevens bij zijn teloor gegaan.
De ochtendbladen te New-York en
in andere deelsn van de Vereenigde
Staten geven in hun commentaren toe
dat de antwoordnota hoogst onbevredi
gend en niet ernstig is.
De New-York Herald schrijft, dat de
uitnoodiging van president Wilson om
de verantwoordelijkheid voor het doen
zinken van de Lusitania te loochenen,
het verlies van het leven van Ameri-
kaansche burgers en Amerikaanse!)
eigendom te vergoeden en te beloven,
dat iets, dat zoo tegen de regelen van
oorlogvoering indruischt, die uitnoodi
ging is beantwoord met een uittarting,
die niets minder positief is, omdat zij
in den sluier van de diplomatieke taal
is gestoken en door een gezocht argu
ment opgeschikt.
de borst gekruist vlak voor Straub staan
en vervolgde met doffe stem
Als uw vriend Pidon u trouw de
waarheid verteld heeft, zal hij u ook me
degedeeld hebben, dat op het oogenblik
dat men mij, graaf Jan De Marcilles, on
schuldig tot dwangarbeid veroordeelde, ik
gezworen heb, mij vroeg of iaat te zullen
wrekenEn nu wreek ik mezelf, want ik
stel geen vertrouwen in rechtspraak. Ik zal
mijn wraak alleen uitoefenen, en zij zal
doel treffen! Gij zijt met listen en lagen
tegen mij opgetreden, welnu ik zal u even
zoo behandelen! Ik zal u hier den kop
verpletteren, verstaat gij mijTe Parijs
zouden trots alle bewijzen, trots den afschuw,
dien uw misdaad inboezemt, uwe vrienden
u helpen om u uit de voeten te maken!
Ik heb geleden in mijn gevoel als man van
eer, als vader en als echtgenoot! Gij zult
in uw eer niet getroffen worden, gij hebt
nooit een eerlijken naam gehad, maar gij
zult in uw vleesch en bloed, in uw zoon
lijden, want ik weet dat Pidon uw zoon is!
Voor geld heeft men u omgekocht om tegen
mij op te treden, voor geld heb ik de an
deren omgekocht! Allen hebben u verraden,
uw vrienden zelfs, zooals die wijze Chapi-
ton, dien gij van het gestolen goud ont-
haaldet; zooals uw verloofde, die u in onze
handen geleverd heeft; zooals de verloofde
van uw medeplichtige, Martha Ribout, voor
wie Cabiral alles opgebiecht heeft, en die
het ons later mededeelde! Als ik nog twij
felde, zou ik geen haar op uw hoofd dur
ven krenken! Maar ik weet alles, en ken
geen schroom! Hoe machtig gij ook in 't
kwade waart, voortaan zult ga niemand
meer kunnen schadenWat baron Raynaud
aangaat, dat is een zaak tusschen hem en
mij, die morgen vereffend zal zijn! Dan
keer ik naar mijn veilige overzeesche schuil
plaats terug, totdat het mij veroorloofd zal
zijn met opgeheven hoofd in Frankrijk
Het blad voegt daaraan toeIn het
geding tusschen Duitschland en de be
schaving zullen de Vereenigdu Staten
het voor de beschaving opnemen er
haar zaak tot het einde toe steunen.
Duitschland moet de rechten der nou
combattanten erkennen. Indien het dal
niet doet, kan het niet verwachten, dal
de Vereenigde Staten een woord onge
sproken of een daad ongedaan laten om
hun heiligen plicht te doen.Van dezer
plicht zal Amerika zich niet door spits
vondigheden laten afbrengen.
De Secoio, van Milaan, weet te ver
tellen, dat er onder het hoogaltaar in
de kerk te Oaporetto een telegrafisch
toestel is ontdekt, dat „met den vijand'
in verband stond. Een priester, wiens
gedrag argwaan had gewekt in ver
band met de buitengewone kennis di<
de vijand van de bewegingen der Ita
liaansche artillerie bleek te hebben
is te Unine voor den krijgsraad gebracht
De Italiaansche ministers van oorlog
en marine hebben, volgens een berichi
uit Lugano aan de Frankfurter Ztg.,
naar aanleiding van de talrijke aan
biedingen tot vrijwillige dienstneming
doen bekend maken dat een uitbreiding
van de weermacht te land en ter zee
voorloopig niet noodig is. Wel is hel
noodig in het geheele land steuncomi-
té's op te richten ten behoeve van de
betrekkingen der opgeroepenen. Hier
toe vragen de beide ministers de mede
werking van de leden der volksverte
genwoordiging.
De stadhouder van Fiume, de oud
minister graaf Joseph Zichy, heeft der
koning van Italië een brief geschrever
en hem het grootkruis in de kroonorde
dat Victor Emanuel II hem 12 jaai
geleden had geschonken, door bemidde
ling van den Amerikaanschen gezant
teruggezonden.
In dien brief zegt hij o.a.: Een grool
deel van het Italiaansche volk, misleid
door beloften, omkoopingen en ophit
singen van een bende, welke zich ver
bindt met koningsmoorders, volkson
derdrukkers, gewetenlooze kooplui er
Moskoswitische barbaren, heeft mijr
vaderland den oorlog verklaard en der
bondgenoot arglistig aangevallen als d<
middeleeuwsche bravo's als Luccheni
die onze koningin doodde, of als di<
krankzinnige misdadiger, die U. M
vader zaliger verraderlijk vermoordde
Nog nooit werd een eerloozer en ge
meener optreden vastgesteld. Het ver
vult me met afschuw en verachting.
terug te komen. Ik werd tot de galeiei
veroordeeld, maar die straf zou voor u vee
te genadig zijn! Voor zulk een dief ei
moordenaar is een beul noodig, en dier
zult gij hebben!
Zijt gij klaar? vroeg Straub, schijn
baar kalm.
J a.
Ik lach om uw bedreigingen.
Men zal u naar Pidon brengen, ove
wiens afwezigheid gij u zeker al ongerus
hebt gemaakt!
Goed.
En dan kunt gij den tijd korten, doo
met elkander te overleggen, en zich tot d<
mulatten wendende, beval hij hun weg t
gaan en richtte daarop opnieuw het woorc
tot Straub:
Een laatste woord.
Ik luister.
Het zal u aan niets ontbreken. Maa
maak geen gerucht, want dat zou u niet
helpen. Bij de geringste poging tot ontsnap
pen, laat ik u wurgen, zooals freule D
Marcilles gedood is.
Straub lachte minachtend.
En de politie dan?
Ik verzeker u, dat zij uw overscho
niet vinden zou. Wie zou bovendien graa
Jan De Marcilles veroordeelen, indien hi
als honden de ellendelingen neerschoot, di
hem onschuldig naar de galeien gebrach
hebben! Ga heen!
Die man is sterkmompelde d
griffier, als de anderen cok zoo brutaal ge
weest waren!
In gezelschap van de twee mulatten ei
Assunto ging de Duitscher de groote tra;
van 't kasteel op, zonder een oogen blij
zijh zelfbeheersching te verliezen, al nan
hij den schijn aan vreeselijk te lijden, onde
de knellende banden, die hem aangelegi
waren, en die zijn stap bemoeilijkten. Aar
't eind van de lange gang van de eerst-