Hel Land van Heusden en Altena, de Langsiraal en de ëonimeierwaari
De vrouw van den Banneling,
1
U slaat den spijker op den kop
Comb. PEEK CLOPPENBERG, 5SS2
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No347O, Zaterdag 3 Juni 1913.
Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel.
FEUILLETON.
indien U bij ons Uwe kleeding koopt.
Onze sorteering is zoo enorm groot
Onze modellen zijn zoo Elegant,
Onze prijzen zijn zóó laag,
dat het niemand moeilijk zal vallen
Magazijn voor Heeren-Kleeding
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijks
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 5$ ct. Elke regel
meer 71/i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Vechtende koeien vereenigen zich als
de wolf komt. Dit is een oud vader-
landsch spreekwoord, waarvan we allen
den zin gevoelen en beseffen. Zoo ook
een volk. Partijen en partijschappen
zwijgen als de nood aan den man
komt. En hoe kan 't ook andersImmers,
wij allen, leden en deelen van een
■volk, hebben dezelfde historie, bewonen
één grond, ons allen dierbaar, al be
zitten velen onzer ook niet meer dan
de traditioneele zes voet, die ons ééns
zullen worden toebedeeld. Maar verder
wij hebben allen één voorgeslacht,
spreken allen één taal, worden gere
geerd door en leven onder één wet.
Nietwaar, allemaal elementen, die, ons
bijeen doen zijn en we zeiden bet
reeds in tijden van gevaar één doen
zijn, volkomen één.
Zeker, wij hooren bij elkaar, wij zijn
saamhoorig. Maar dat we die samen-
hoorigheid niet altijd ons even sterk
bewust zijn, spreekt vanzelf, 't Gaat
er mee als met de slaperigheid, waar
van we ons heelemaal niet bewust zijn,
als we in Morpheus' armen liggen.
Ieder onzer kent de uitdrukking
bij ons is zoo het gebruik. We bezigen
die uitdrukking het meest en het liefst
als we ons in andere landen of streken
bevinden, 't Is dan net alsof ons die
gebruiken dén het meest aantrekken,
alsof we er ons dén het meest aan
hechten. Wonderlijk, kan men zeggen.
Maar- gaat het niet met veel dingen
zoo? We weten in het gewone dage-
lijksche leven niet beter, of 't hoort
zoo dat vele dingen zijn zooéls ze zijn.
En als we ze moeten missen, zij 't
ook tijdelijk, dan pas voelen we echt
het gemis. Er is dan ook veel waars
in de uitdrukking: Oost, West, thuis
best.
Wie onzer denkt, bij de aanhaling
van dit spreekwoord, ook niet aan 't
veel gebezigde: ik kan zoo slecht van
huis. Is ook deze spreekwijze niet een
stukje van het gevoel van saamnoorig-
heid, van één zijn en bijeen zijn, dat
ons allen beheer scht?
Hoe 't komt? Och, eigenlijk van
zelf. De huiselijke opvoeding is er
eigenlijk de oorzaak van. Yader, moe
der, broertjes en zusjes, ze hooren sa
men, ze leeren elkaar verdragen en
liefhebben. En dit gevoel van saam-
hoorigheid raak het niet aan, of
tracht het niet te verkrachten, want
de kijvende broertjes en zusjes zullen
hun twist vergeten en doen als de
vechtende koeien van zoopas, als ge u
in hun twist mengt.
En zoo doet ook een volk, als een
buitenstaander, als vijand beschouwd,
het huis, het groote huis wil binnen
dringen. Het geestdriftige „Komt,
broeders van hetzelfde vaderland!"
galmt den indringer tegemoet en treft
hem vaak als een donderslag.
Maar niet alleen in tijden van ge
vaar is het zoo. Ook in andere om
standigheden, als alles pays is en vree.
Als we bijvoorbeeld in het buitenland
zijn, en we hooren daar een gezel
schap, dat we toevallig ontmoeten, on
ze moedertaal spreken, dan voelen we
ons tot dit gezelschap aangetrokken.
Ons aller taak is dit gevoel van saam-
hoorigheid aan te kweeken, zonder
overdrijving natuurlijk. Zonder een
vreemdeling af te stooten bijvoorbeeld,
of hem als minderwaardig te beschou
wen, want, goed beschouwd, zijn we
toch allen kinderen van één machtige
samenleving. Ook degenen, die niet
onze moedertaal spreken, kunnen met
vriendschappelijke gevoelens tot ons
komen. En dan is het aan ons hun
de hand te reiken en te verwelkomen,
gelijk wij dan ook doen in den regel.
Het gevoel van saamhoorigheid aan-
kweeken. Steeds moeten we toonen dat
we kinderen van ééa volk zijn. In
gewone tijden vergeten we dat zoo vaak.
Let maar eens op onze vaderlandsche
feesten, feesten met vaderlandsche lie
deren en wedstrijden en spelen naar
oud-vaderlandschen trant. Let maar
eens op de zoogenaamde volksspelen,
niet de ruwe bedoelen we, maar de
onschuldige. Wie dom er aan mee?
Wij allen, hoog en laag, rijk en arm,
oud en jong We weten wel beter.
We merken nog te zeer op de scheiding
van standen.
Zouden we daarom niet goed doen
het gevoel van saamhoorigheid steeds
en nóg meer aan te kweeken
En zou de schoolopvoeding in een
gemeenschappelijk instituut niet een
machtige factor kunnen worden?
o-
66)
Zij legde den bedienden het zwijgen om
trent haar nachtelijk ongeluk op, en ver
langde nu slechts vurig naar de terugkomst
van haar vader, om uit zijn eigen mond
de bekrachtiging der vreeselijke waarheid
te vernemenzij zond haar kamenier weg,
om in haar eigen kamer haar gedachten
te verzamelen en den vreeselij ken toestand,
waaruit zij niet wijs kon worden, te over
zien.
En met recht kon men dien toestand
vreeselijk noemen. Onteerd door de mis
daad van haar vader, mishandeld als
wraakoefening voor zijn handelingen.
Van welke misdaad sprak hij toch?
Zeker zou zij spoedig aan het licht komen,
nu hij zich vernederen moest, om die onder
een schaamteblos aan zijn dochter te be
lijden.
't Was te zwaar om te dragenzij voelde
hoe de koorts in haar aderen woelde, hoe
haar tanden klapperden, en koude rillingen
langs hals en rug haar teeder lichaam
schokten, en toen zij een blik in den spie
gel wierp, schrikte zij van de vale doods
kleur, die haar vroeger zoo bloeiende wan
gen bedekte.
Toch hield zij zich met de kracht der
wanhoop overeind, zij opende het venster
en de koele nachtlucht verfrischte haar, en
deed haar goedin de verte klonk het ge
ratel van een naderend rijtuig en weldra
wierpen de lantaarns haar helder licht in
de lange oprijlaan, 't Was het rijtuig van
haar vader, die ia vliegenden draf van het
■Buitenland.
Uit Sidney wordt aan de „Times ge
meld, dat volgens een mededeeling van
den minister van verdediging sedert
het begin van den oorlog 83000 Austra
liërs voor den actieven dienst zijn op
geleid.
Volgens een bericht uit Bern aan de
„Reichspost" heeft de Triple Entente
voor Italië 70 millioen frcs. voor de
omkooping der pers besteed. d'Annunzio
heeft verscheidene groote sommen tot
een gezamenlijk bedrag van meer dan
een millioen ontvangen.
Blijkens een Haagsch bericht der
„Neue Freie Presse" uit bijzondere
diplomatieke bron bevat het op 24 April
te Parij3 gesloten verdrag tusschen de
Triple Entente en Italië de volgende
hoofdpunten
lo. Italië krijgt een leening van 5
milliard lire;
2o. Engeland blijft borg voor een
Italië en Amerika voor den aankoop
van munitie te openen crediet van 500
millioen.
3o. Een ander crediet van 300 mil
lioen voor den aanvoer van Aineri-
kaansche levensmiddelen
4o. Frankrijk levert Italië een aantal
zware Creusot-kanonnen.
5o. De Entente waarborgt Italië de
station terugkeerde. Goddank 1 nu kon zij
opheldering krijgen, en den omvang van
het gevaar, dat haar boven het hoofd hing,
beseffen! De vreeselijkste zekerheid waste
verkiezen boven dien folterenden angst I
Zij luisterde en zag ingespannen toe en
hoorde hoe de victoria het voorplein op
reed en de baron er geknakt en ter aarde
gebogen uitstapte en met slependen tred
de t appen der vestibule besteegeenige
oogenbiikken later zag zij licht ontsteken
in den zijvleugel, die de verstrekken van
haar vader bevatte.
Een eigenaardig gevoel van zwakte en
afmatting beving haar, zij moest zich aan
het balcon vasthouden, duizenden sterren
dansten voor haar oogen, haar hoofd werd
loodzwaar, en een bijna onoverwinnelijke
slaap maakte zich van haar meester. Met
bovenmenschelijke inspanning hield zij
zich staande en bleef haar verspiederspost
innemen. Langs de gordijnen van haar
vaders kamer bewoog zich een schaduw
heen en weer, zonder twijfel was het Anton,
die alles voor den nacht in gereedheid bracht,
daarna verdween de schaduw, maar't lichts
bleef branden en nu zag Marcella duidelijk
een andere schaduw, en wel die van haar
vader, zich op de neteldoeksche gordijnen
afteekenenhij bracht een lamp naar de
plaats, waar zijn schrijftafel stond, dezelfde
waarop zij den noodlottigen brief, met zijn
ontzettenden aanhef: „Ik ben een groot
misdadiger" gevonden had. De lamp bleef
doorbranden, zonder twijfel zat de baron
te schrijven. De pendule harer kamer sloeg
half twee, toen Marcella eindelijk het balcon
verliet, en huiverend haar kamer weer op
zocht, lijdend naar lichaam en ziel.
Met een krachtige poging tot zelfbeheer-
sching sleepte zij zich door de eenzame
gangen naar de ka ner van den baron, nu
en dan zich vasthoudend aan den muur,
om haar wankelenden tred te steunen.
Eindelijk had zij haar doel bereikt, de
deuren waren niet op slot en spoedig trad
zij het vertrek binnen, waar de baron zoo
in gedachten verzonken zat, dat hij haar
nadering niet bemerkt hadhij hield het
hoofd in de handen. Toen zij achter zijn
fauteuil stond, vroeg hij, zonder het hoofd
om te wenden:
Zijt gij daar nog, Anton? Gij kunt
wel naar bed gaanik heb niets meer
noodig.
Een zwakke, weifelende stem antwoordde
't Is Anton niet, ik ben hetl
Gij I
Ja ik.
Wat wilt ge?
Ik wil weten wat er gebeurt! Ik kan
zoo niet langer leven, en voegde zij er
fluisterend bij, terwijl zij de hand aan 't
voorhoofd bracht, ik geloof, dat ik er onder
bezwijken zal.
Doodsbleek met door smart verwrongen
gelaatstrekken, die alles uitspraken, wat
zij in de laatste uren moest geleden hebben,
viel zij op het zachte tapijt neder.
Haar vader stond op en snelde naar de
schel doch zij hield hem met een bewe
ging van haar arm terug.
Ik wil alleen zijn Met u all.en
zeide zij. Roep niemand.
Hij nam haar liefdevol in zijn armen,
legde haar zachtkens op de sofa neder,
en vroeg, terwijl hij aan haar zijde neder-
knielde
Wat hebt gij toch?
Wat ik vreesde, is gebeurd
schande en onteering zijn ons deel ge
worden ik ben er het slachtoffer al
van geworden en ik vrees, dat het
weldra uw beurt zal zijn vader 1
Wat bedoelt ge toch?
Ach ik lijd zool fluisterde zij.
Waar dan toch
Zij wees op haar voorhoofd. Daar
bekende gebieden, w.o. de geheele oost
kust der Adriatische Zee behalve An-
tivare en een door Servië te kiezen
haven
6o. Italië stelt 1.5 millioen man ter
beschikking van zijn nieuwe boudge-
nooten.
Een telegram van Donderdag meldt:
Sedert hedenmorgen 3 uur 30 is de
vesting Przemysl weder in handen van
de Oostenrijkers.
Een nader telegram meldt nog de
volgende bijzonderheden
De vesting Przemysl is]hedim vroeg,
nadat in de nachtelijke uren de wer
ken van het Noordelijk front die nog
stand hielden, bestormd waren, door
ons genomen. De buit is nog niet te
overzien.
De tegenaanvallen der Russen in aan-
valscolonne ten Oosten van Jarislo mis
lukten totaal.
De buit var* den s}ag bij Stryj is
tot 60 officieren en 12 175 man gestegen,
terwijl nog 14 stukken geschut en 35
machinegeweren werden buitgemaakt.
Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat
de laatste zeventien Pruisische verlies-
lijsten de namen van 74.433 .officieren
en manschappen bevatten. Onder deze
zijn drie gesneuvelde generaals. Het
totaal van de verliezen van het Prai-
Machteloos liet zij het hoofd achterover
zinkende baron sloeg zijn arm om haar
hals en poogde haar op te richten zij sloeg
de oogen weer op en zag hem met door
dringende blikken aan.
Waarom moet gij morgen duelleeren?
Hoe weet gij dat?
Antwoord 1
ik zweer u
Beproef niet mij om den tuin te lei
den.
Maar
Ik wil alles wetenik heb er im
mers het recht toe, kreet zij hall waanzin
nig Ik heet immers Marcella Raynaud
zeg mij, of die naam bezoedeld is, en waar
door
O, ik bid u, komt tot u zelve
Als gij mij zoo teeder had liefgehad
als die vrouw, die gravin De Marcilles, zou
ik uw leven niet zoo verwoest hebben I O,
ik haat haar 1 Waar is zij nu? Zij heeft
ons verlaten.... maar ik blijfI Ik zou u
zoo gaarne gelukkig zien, en toch zou ik
u moeten haten, om het ongeluk, dat mij
overkomen is, en waarvan gij de oorzaak
zijt
Wat bedoelt gij
't Is waar, daar weet gij nog niets
van! Welnu, daar straks, toen ik vernam,
dat ge morgen zoudt duelleeren
Wie heeft u dat gezegd?
Dat doet er niet toe, ik weet het
tochMet graaf De Marcilles, vader
Met graaf De Marcilles
Hij was dood, en is dus gekomen om
u voldoening te vragen voor welke be-
leediging Wie heeft hem gered Hoe
komt het, dat hij nog in leven is? Er ge
beuren vreemde dingen hier in huis! De
dooden keeren terug 1 En zij wreken zich
verschrikkelijk Ik weet heto, als
gij alles wist 1
Sprakeloos van ontzetting staarde baron
sische leger alleen stijgt daardoor tot
1.338.006.
In den loop van Mei zijn op het
zuid-oostelijk oorlogaterrein 863 offi
cieren en 269,869 man gevangeu ge
nomen, 251 kanonnen en 576 machine
geweren buitgemaakt.
Met de reeds vermelde gevangenen
bedrijgen de totaal in Mei in handen
der verbonden troepen gevallen Russen
ongeveer 1000 officieren on ruim
300.000 man.
Het Engelsche schip „Saidieh" van
de „Khedivial Mail" te Londen is ge
torpedeerd in de Noordzee. Het stoom
schip bevond zich op reis van Alexan
dria naar Huil. Zeven leden der be
manning en de stewardess verdronken.
De overige schepelingen en acht pas
sagiers zijn geland.
Volgens een telegram uit New-York
aan de „Tagliche Rundschau" heeft
Rusland, behalve een aanzienlijke hoe
veelheid rails thans ook nog 16000 goe
derenwagons besteld bij de „Pres
sed Steel Oar Company" en meerdere
groote bestellingen zijn nog te wachten.
Behalve voor nieuwe strategische
lijnen is een en ander ook bestemd
voor de uitbreiding van den Trans-
Syberischen spoorweg met dubbel spoor.
Raynaud zijn dochter aan.
Wat zij zeide, droeg de sporen van waan
zin, en toch bevatten haar woorden de
zuivere waarheidhij zeide, terwijl zij met
dwalenden blik en verwrongen gelaatstrek
ken voortging
Gij hebt dien man dan wel diep be-
leedigd, dat het duel met den dood van
een van u beiden moet eindigen. En wat
hebt gij die anderen toch aangedaan, dat
zij zoo wreed handelen. Men heeft mij in
een hinderlaag geloktIk vreesde te
zullen sterven Ik ging een vriend halen,
Christiaan, opdat hij mij in het dreigende
gevaar zou kunnen steunen en helpen
O, die vreeselijke val was zoo erg niet...
was ik maar op de plaats doodgebleven 1
Met een hart verscheurenden kreet, wees
zij met haar vinger naar een donkeren
hoek der kamer, en kreet op hartver-
scheurenden toon
Een monster, daarIk ben zoo
bangO, help mijChristiaan, help,
help.... ge hebt mij immers nog liefl
De kamerdienaar kwam binnen.
Is mijnheer De Parsay hier?
Ja, mijnheer.
Verzoek hem hier te komen, en laat
dadelijk iemand naar Mélun gaan om een
dokter te halen, maar zoo snel mogelijk,
al moesten de paarden bezwijken. Gauw
toch, Anton 1 Er is geen minuut te ver
liezen, en twee dikke tranen rolden langs
zijn door zorg en angst verbleekte wangen.
Hijgend was Marcella op de sofa terug
gezonken, het angstzweet parelde op haar
voorhoofd en met fluisterende stem ging
zij voort
O, wat doet dat pijn, wat doet dat
pijn I
Markies De Parsay kwam binnen.
Wat is er toch gebeurd? vroeg de
baron.
Zie vervolg in het bijvoegsel).
de juiste keus te treffen.