Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard De vrouw van den Banneling, I gl® etliiig naai Ma at, Comb. PEEK CLOPPENBERG, Het onderscheid in prijs echter is enorm. yooB Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. iVo. 3474:. Zaterdag 19 Juni 1913. Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. s FEUILLETON. Magazijn voor Heeren-Kleeding Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Wij, twintigste-eeuwers, beroemen ons er op dat wij leven in een tijd van beschaving. De Duitscher roemt op zijn „Kultur"; de Franschman spreekt gaarne van „civilisation", in onze schoone moedertaal tot civilisatie ge worden, wat eigenlijk jammer is, daar wij de echt Nederlandsche woorden ontwikkeling en beschaving oezitten, die duidelijk het verschil tusschen beide gegrippen aangeven. In onzen tijd beleeft de beschaving een zeer kwaden tijd. Want in naam der Kultur en der beschaving is het zwaard getrokken en wordt ellende over den ganschen aardbol teweegge bracht. 't Strekt het Fransche volk tot eere dat het aan deze voorgewende strijdleuzen niet meedoet en doodge woon verklaart te vechten voor zijn land en zijn volksbestaan. Het Duitsche „Kultur", in onze taal tot kuituur geworden, doet ons eigen lijk niet in de eerste plaats denken aan het menschdom. Men kan gronden in kuituur brengen. Daarmede wordt bedoeld onbebouwde, woeste gronden herscheppen in bebouwde, vruchten- dragende akkers. Dit, begrip overge bracht op de samenleving en op men- schelyke toestanden, duidt op aankwee king van alles, waardoor de men3ch boven het dier zich verheft. In den ouden tijd kon men bijvoorbeeld bi' wilde volksstammen niet spreken van kuituur. De latere tyden hebben daar in verandering gebracht. In den regel springt het verschil tusschen kuituur en beschaving niet duidelijk in 't oog. Beter gezegd, we denken niet altijd aan 't verschil tus schen die begrippen. Toch is het ver schil bij eenige nadere beschouwing duidelijk genoeg. Want de eigenlijke beteekenis van „Kultur" is omvang- ryker en dieper dan die van „civili satie". Ieder onzer kan een tamelijke of groote hoogte van ontwikkeling be reikt hebben en het toch op 't gebied van beschaving niet ver hebben ge bracht. De beschaving raakt meer het uiterlijke, de ontwikkeling meer het innerlijke van ons wezen. De bescha ving kan met tijdelijk aangenomen ze den en gewoonten vrijwel worden aan geduid. In de middeleeuwen bijvoor beeld was het beschaafd als men bij het middagmaal de vingers gebruikte. En eenvoudig dkarom beschaafd, om dat lepels en vorken toen nog niet be stonden, daarom dus niet gebruikt kón den worden. Ontwikkeling on beschaving komen uit den aard der zaak vaak met elkaar in botsing. Van Vader Cats wordt ge zegd, dat hy zyn geheele leven de Zeeuwsche poldergast is gebleven, al bekleedde hy gewichtige betrekkingen, zooals die van gezant naar Engeland en raadpensionaris van Holland. Deze kwalificatie heeft diepen zin en kan beschouwd worden als een gebrek in de opvoeding van den volksdichter. Maar men wachtte zich voor overdry- ving. Want per slot van rekening wint de ontwikkeling het van de bescha ving, al kan men er pry8 op stellen dat beide samengaan. Zoodat dan ook de op-oeding daarop moet zyn inge richt, om deze harmonie te verkygen. Wat vrij gemakkelyk is, daar ont wikkeling en beschaving elkaar onge merkt de hand reiken. Reeds keizer Karei de Groote begreep deze waar heid, toen hy door meerdere ontwik keling aan te brengen de ruwheid van zyn onderdanen tegenging. De beschaving doorleeft een moei lijke tijd, zeiden we straks. En als de vrede eindelijk zal zyn weergekeerd, dringt zich vanzelf de vraag uaar voren, of de beschaving in staat zal zijn haar positie, die zij in de samenleving onge twijfeld heeft veroverd, te handhaven. Volgens onze meening bestaat er geen grond voor angst en twijfel omtrent het lot van de beschaving, omdat wij zeiven de dragers zyn van de be schaving. Als wij haar in eere houden, dan is haar toekomst zeker. En dat moet. 't Moge in de opvoeding mis schien eenige meerdere moeite kosten dan gewoonlijk om onze kinderen den noodigen eerbied daarvoor by te bren gen, welnu, laten wy ouderen dan ons eenige meerdere inspanning gaarne ge troosten. Zoo ook zal de beschaving zich handhaven op de plaats, die zy zich heeft veroverd. En niemand onzer ontkomt aan haar invloed, al is zy by velen nog een dun vernisje, dat het innerlijke bedekt. Laten wy daarom allen meewerken om de echte bescha ving een intens deel van ons eigen ik te doen worden. 70) Laat ons menschelijk handelen. En het huwelijk in de Saint-Philippe du Bouler? voegde de verleider er bij. Jan De Marcilles aarzelde; op die vraag ontstak zijn woede opnieuw in al zijn he vigheid, want dat was en bleef altijd de bloedende wond van zijn hart. Hij richtte den blik op zijn ouden met- gezel, die juist nader kwam. Medelijden! smeekte hij. Hebben zij dat gehad? Dan ga ik alleen 1 en het woord bij de daad voegende drong hij naar voren. Te laat! merkte Cesar koelbloedig op. Jan de Marcilles bleef als versteend staanj de noodkreten hadden opgéhouden en de vloer van de eerste verdieping stortte met donderend gekraak in de vuurzee der ge- i lijkvloersche salons. 't Was afgeloopen; geen levend wezen bleef in dien gloeienden oven gespaard! Nu lekten de vlammen de kroonlijst, deden het lood der daken smelten, en golfden al hooger en hooger. Geheel het trotsche ge bouw stond in vlam, en te elf uur, juist zooals de kapitein gezegd had, was het vonnis voltrokken. De schijn der vlammen drong ook door de ramen der ziekenkamer van La Varenne waar baron Raynaud op het smartbed uit gestrekt, de straf, die men aan zijn hand langers voltrok, bevroeden kon. 't Prachtige kasteel van Boissy was in een gloeienden puinhoop veranderd, waar tussclieii onze en die vervaardigd in een le klas speciale maatzaak, is wat betreft coupe, stof en model niet merkbaar. llintens 3© pCt. bespaart IJ. fiSiiitenland. Washington aldus meldt de „Ti mes" correspondent aan zijn blad heeft zich voorbereid op een nieuwe periode van wachten en geduld oefenen, want het zal, zoo vermoedt men, wel minstens een veertien dagen duren voor het antwoord van Duitschland op de tweede „Lusitania"-nota der Ver. Staten op het Witte Huis zal arriveeren. Intussclien heerscht er thans een geheel andere stemming dan eenige weken geleden. Algemeen wordt de toestand optimistisch beoordeeld. Aanleiding tot dit optimisme geeft in de eerste plaats het vertrouwen in de bekwaamheid van den president, om het conflict langs vredelievenden weg op te lossen en in de tweede plaats de officieuze berichten uit Berlijn, die duidelijk te kennen geven, dat men zeer gaarne een c >m- promis tot stand zag komen, al is de publieke opinie in Duitschland niet voor het opgeven van den duikbooten oorlog. Zoowel in Duitschland als in de Vereenigde Staten overweegt men thans de kansen, dat de president een overeenkomst tusschen Engeland en Duitschland betreffende de wijze van oorlogvoeren ter zee tot stand zal kunnen brengen. Binnenkort zïtl ook een nota naar Engeland gezonden worden over d© blokkade maatregelen, maar alvorens die ïiota te verzenden, wil men eerst het antwoord van Duitschland op de „Lusitania"-nota afwachten. De „Roesskoje Slowo" klaagt over het weinige, dat de bondgenooten in het westen uitrichten en zegt, dat de Russische troepen destijds door hun inval in Oost-Pruisen Parijs zeker heb ben behoed voor het lot van Antwerpen. Niettemin is toen van Fransche zijde het verwijt gehoord, dat het offensief der nog niet geheel gemobiliseerde Rus sische troepen niet voldoende was. Thans echter hebben de bondgenooten er niets tegen gedaan dat Duitschland een groot leger in Galicië samentrok. De voor- deelen der bondgenooten op het wes telijk front hebben zeer weinig te be- teekeuen. Ook de Italianen hebben 't niet verder gebracht dan tot voorpos tenge rechten. Hindenburg zet thans hardnekkig de herovering van Galicië door en beschouwt al het overige als bijzaak. uit Bessarabië kan men vast rekenen op jodenprogrom8. De vredespartij wint dagelijks meer aanhang. Zelfs de hof kringen raken met de gedachte ver trouwd dat de veldtocht voor Rusland verloren is en slechts een spoedige vredessluiting het rijk voor een groote revolutie kan redden. boven de daken met donderend geraas in stortten en welks muren, de een na den ander, in puin vielen, en bloedroode vlam men verlichtten den ganschen omtrek van Fontaine-le-Port tot Nangis en van Mélun tot aan Montereau. Van alle kanten kwamen brandspruiten, getrokken door ademlooze paarden, aangesneld, toen het vuur zijn vernielingswerk voltooid had. Er viel niets meer te redden, want alleen enkele zwart gerookte muren bleven staan boven de rookende puinhoopen, die nog wel dagen kon smeulen, maar geen gevaar voor de omgeving meer opleverden. De graaf en zijn broeder toonden zich bijzonder vrijgevig voor allen, die ter hulp gesneld waren.; toen met het aanbreken van den dt.g de toeschouwers weer naar huis teruggekeerd waren, verkondigden zij op luiden toon den lof der edelmoedige vreemdelingen; en toen uren in den om trek het gerucht verspreid werd, dat het kasteel niet verzekerd was, kwam het nie mand in de gedachten, dat de noodlottige brand aan iets anders dan aan onvoor zichtigheid kon worden toegeschreven. Zoo min als Cabiral, liet Straub of Pidon bloedverwanten na, die na-poringen om trent hen in 't werk stelden. Pidon, de zoon van een langgeleden gestorven dienstbode, had volstrekt geen nabestaanden, en als Straub nog familiebetrekkingen in Duitsch land had, had hij ze sedert lang uit het oog verloren, en wisten dezen, dank zij zijn naamsverwisseling, ook niets van zijn bestaan af. Bovendien hadden zijn weinige vrienden een paar weken later reden om aan te ne men, dat hij zich vrijwillig uit de voeten gemaakt had en de graaf De Marcilles en zijn broeder konden dus ongehinderd de rookende puinhoopen verlaten, waar nie mand dan zij belang bij hadden. Het werk, waarvoor zij naar Frankrijk gekomen waren, was ten einde toe volbracht in de twee maanden die verloopen waren, sedert zij te Saint-Nazaire voet aan wal gezet hadden. Daags na den brand verlieten de bewo ners de nog altijd brandende puinhoopen; markies d'Anguilas liet er twee opzichters achter met bevel de bouwvallen te sparen, en het park ongehinderd aan struiken en onkruid over te laten; het hotel indeave- j nue d'Autin liet hij achter aan de goede zorgen van Sauvagnat, wien een salaris van een generaal werd toegekend daarna nam hij den trein naar Nantes om zich bij zijn vrouw en dochter te voegen en scheepte zich twee dagen later te Saint-Nxzaire aan boord der „Paraguay" van de Messageries maritimes in. Zijn hart vloeide over van dankbaarheid, want hij mocht haar, de geliefde vrouw, medevoeren, die het eigen lijke doel zijner reis gewepst was. Niemand dan Assunto, La Brèche en de beide broeders kenden het noodlottig uit einde van Straub en Pidon. Op den morgen van zijn vertrek naar Nantes was Toussaint Vardon naar de Schaapskooi gegaan om zijn vrienden voor de laatste maal de hand te drukken. Evera kalm alsof er den vorigen avond niets bij zonders was voorgevallen, was Mélie Rivo- lard bezig met haar gewone opgewektheid voor het ontbijt te zorgen, terwijl Simon met het hoofd in de hand peinzend aan den haard zat. Ik kom u vaarwel zeggen, begon La Brèche; wij gaan vertrekken. Nu reeds? Niets houdt ons langer in dit land terug. Simon zag hem hoofdschuddend aan. 't Is waar, zeide hij, gij hebt werk genoeg gedaan. De baron zal het niet lang meer maken, en het gerucht gaat, dat de freule stervende is. Toussaint viel hem plotseling in de rede. met de woorden Een te Sofia vertoevend notabel Rus, heeft van zijn familieleden in Rusland een brief ontvangen met den dringenden raad, niet naar Rusland terug te keeren, omdat aldaar groote biünenlandsche onlusten verwacht worden. Na de ont ruiming van Lemberg door de Russen en vervolgens de terugtocht der Russen Laten wij daarover zwijgen! Zooals ge wilt, antwoordde Simon on verschillig. Gij hebt hot kasteel in brand gestoken, niet Een ongeluk! was 't antwoord. Men weet niet hoe de brand aangekomen is, en levendig voegde hij er bij Daar '.zullen we later nog wel eens over spreken* op 't oogenblik heb ik nog iets an ders op het hart. Wat? Komt gij mede naar ginds? Melia zette de handen in de zijden, en kwam een stap nader. Verlangt gij dat werkelijk, Toussaint? Vroeg zij. Het zou mij genoegen d.ien. En zou moeder hier blijven? Ik heb immers gezegd, dat er voor haar gezorgd zou worden. Zij kan een huis te Boissy krijgen, dat juist leeg staat. Als zij van tijd tot tijd uit oude gewoonte nog eens een strik zet, zal niemand haar dat k walijk nemen, en hier is wat voor haar onderhoud, voegde hij er bij en legde een bewijs van een lijfrente van achttienhonderd francs op tafel. Dat is te veel, veel te veel, stamelde <?te verbleekte oude vrouw. Gij kunt ze krijgen, besloot Vardon, neem ze dus maar aan. En gij, Simon? Simon zal medegaan, als ik dit wil, antwoordde Melia, hij zal daarginds een ander mensch worden. Maar wilt gij zelf? vroeg La Brèche. Melia antwoordde dieper aangedaandan iemand haar ooit gezien had. Ja, omdat gij het wilt, Toussaint; en misschien zal ik ook een andere vrouw worden Dat is gemakkelijk genoeg (als men aan niets gebrek heeftGij zult eens zien. Vardoa drukte haar de hand. Dat is dus afgesproken, hier is wat voor de reis Als een tegenmaatregel op de Duit» sche aanvallen op onverdedigde Engel- sche en Fransche steden, vertrokken Dinsdagmorgen 23 vliegtuigen naar Karlsruhe. Ondanks den noordelijken wind lieten zij 130 bommen vallen op speciale punten, nl. het kasteel, de wapenfabriek en het station. Een paniek brak in de stad uit, treinen vertrokken haastig. De vliegtuigen werden bij het komen en gaan hevig beschoten. Alle, op twee na, keerden terug. Volgens berichten uit Kristianssund is het Zweedsche stoomschip „Verdandi" uit Höganaes, vier mijl ten zuidoosten van Oxö (aan de zuidkust van Noor wegen), door een Duitschen hulpkruiser vernield, door middel van een torpedo on van geschutvuur. De bemanning is aan boord genomen. Volgens een bericht bevond zich ook oen Duitsche duikboot ter plaatse. en hij liet vier rollen goudstukken in Me- lia's zak glijden. Drie weken later gingen de Rivolards als welgestelde emigranten te Saint-Nazaire naar La Plata onder zeil. In het kasteel La Varenne worstelde ba ron Raynaud intusschen met den dood op het ziekbed, waarop de kogel in de kloos- tei kapel hem had neergeworpen de genees- hearen ontweken zorgvuldig iedere vraag, die op zijn kans op levensbehoud betrek king had, terwijl zijn dochter Marcella, het onschuldig slachtoffer van zijne misdaad, ten prooi was aan ijlende koortsen, die haar sedert <len vreeselijken avond in de herberg van Lafouille op den rand van het graf brachten. De markies De Parsay verliet geen oogen blik haar sponde en bewaakte, afgemat door lang nachtwaken en onvermoeide zorg, iedere verandering in den toestand der lij- deres. Cabiral rustte op den bodem van het kanaal Saint-Martin, terwijl de overblijfse len van Straub en Pidon onder de asch van den reusachtigen brandstapel van Bois sy bedolven waren. De twee dwangarbei ders der „Proserpina" waren vreeselijk ge wroken. XVII. Grootheid en val. Den tienden Juli, juist drie weken na de gebeurtenissen, die wij in het vorige hoofdstuk hebben medegedeeld, hield het gerechtshof te May enne zijn gewone zit ting, onder voorzitterschap van Cesar De Bazouges, die verwaander en onaangenamer dan ooit was. Beschaving (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1