Hel Land van Hensden en iltena, de Langstraat en de liominelerwaard Verontrustend. LIEFDE. Wij zeggen niet te veel Comb. PEEK k CLOPPENBERG, i Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3478. Zaterdag 3 Juli 1915. Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON. indien wij verklaren, dat onze kleeding den toets der critiek glansrijk kan doorstaan. Want welke eischen U ook aan Uwe kleeding moogt stellen Wij zullen U volkomen bevredigen. voor Unb mnftitt Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZAfERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke ragel meer T1/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De statistiek toont aan dat het ge boortecijfer over algemeen genomen gedurende de laatste jaren vermindert. Omtrent de oorzaken hiervan heerscbt bij de verschillende schrijvers, die over dit verschijnsel hun licht hebben ont stoken, geen eenstemmigheid. Toch is het de moeite waard eenige oogenblikken onze aandacht te bepalen bij de verschillende meeningen daarom trent. Zoo beweren sommige schrijvers dat de toenemende welstand en beschaving een zielkundigen invloed hebben op den wil der menschen, om de geboorte te beperken. Ook wordt beweerd dat deze beperking meer in verband kan worden gebracht met het streven van ieder individu naar sociale verbetering, 't Is natuurlijk moeilijk uit te maken wat wel de naastliggende oorzaken zijn van het verontrustend verschijnsel. Ver schillende factoren, voortgekomen uit de voortschrijdende ontwikkeling der maatschappij, doen natuurlijk hun in vloed gelden. Opmerkelijk is dat het geboortecijfer in de steden meestal lager is dan op het platteland. De meerdere gelegenheid om van de wereldsche ver maken te profiteeren, de mindere vrij heid van beweging wat de woningen betreft, zouden wel geldige redenen kunnen zijn en het verschijnsel eenigs- zins verklaren. 't Is interessant kennis te nemen van de voornaamste geschriften, om- trènt dit verschijnsel in 't licht ge zonden door Duitsche en Fransche schrijvers. Onder de Duitsche staat wel boven aan Julius Wolf met zijn doorvrochte studie „Die Geburtenrückgang in un- seren Zeit". Julius Wolf is van mee ning dat de vermeerderde welvaart alleen in zóóverre invloed kan hebben gehad, als daardoor de wensch kan ontstaan om bij overlijden het verwor vene niet over velen verdeeld te zien. Mogelijk heeft de schrijver gelijk. Ge constateerd kan verder worden dat huishoudelijke overwegingen niet vreemd zijn aan den teruggang van het geboorte cijfer. Meer en meer wordt de gang O Paul Heilberg had langen tijd de wan hoop zijner ouders uitgemaakt. Zij bezaten geen fortuin hoegenaamd, en met den dood des vaders zou het fraaie inkomen, waar van zij leefden, in het graf medegenomen worden. Tot oversparen hadden zij geen gelegenheid, want er waren vijf kinderen, een zoon en vier dochters, en zij hadden hen eene uitstekende opvoeding willen ge ven, zoodat zij later in staat zouden zijn, zichzelf een weg door het leven te banen. Tot Uunne groote vreugde, waren de jonge meisjes allen voor hun twintigste jaar ge trouwd, en dus voor altijd bezorgdmaar Paul, de jongste van het gezin, bleef over; men had gouden bergen op zijn toekomst gebouwd, de knaap was zoo buitengewoon schrander, dat hij slechts behoefde te stu- deeren om eenmaal een hooge positie in de maatschappij te bekleeden, en al moest het den heer en mevrouw Heilberg ook de grootste offers kosten, hij zou naar Leiden gaan. Dit was lang bepaald geweest, toen de jongeling plotseling verklaarde, dat hij nooit voor een dergelijke loopbaan geschikt zou wezen en dat hij slechts één verlangen had: schilder te worden. Zij geloofden hun ooren niet en lachten hem hartelijk uit. Ja, het was waar, hij had steeds veel aanleg tot teekenen gehadmaar het was dwaasheid daarvan eene hoofdbezigheid te willen ma ken. Er leefden zoovele kunstenaars, die gebrek ledenmen moest zulk een genie wezen om met zijn penseel door de wereld te komen, dat zij hun zoon niet aan zulke bare meening dat groote gezinnen nood zakelijk meebrengen ontberingen op lichamelijk of geestelyk gebied. De genotzucht is dus onzes inziens wel degelijk een ernstige factor. Daar komt bij dat de vrijwording der vrouw, die zich meer en meer voltrekt, ook van invloed is op de geboortedaling. Gold het voorheen als een eer, in ieder geval als vanzelfsprekend, dat de vrouw zoo raogelyk voortbrengster en verzorgster van kinderen was, thans zijn de mee- ningen gewijzigd; de meening van thans onderschrijft meer en meer de oude stelling dat kinderen een zegen des Heeren zijn, maar de noppen van de kleeren houden. En vooral zijn kin deren baar tot een last, als zij in een beroep werkzaam is. Deze veranderde levensopvatting heeft z.ch het sterkst ontwikkeld in de steden en in de plaat sen, waar het industriëele grootbedrijf is gevestigd. Over 't geheel is, zooals we boven zeiden, de geboorte op het platteland wat hooger dan in de ste den. In 't algemeen kosten de kinde ren op 't platteland ook minder aan voedsel en zorg. En daar komt bij dat ze ook eerder als helpers bij den ar beid kunnen optreden. Sterk drukt in de„Economistefrancaise" van Juni 1911 Paul Leroy-Beaulieu zich uit, waar hij zegt dat de onrustbarende verminde-1 ring der geboorten in Frankrijk het gevolg is van het egoïsme der ouders, van de vrees voor plichten en zorgen, welke geboorte en opvoeding van kin deren meebrengen, en van het steeds stoffelijk omhoog willen en van het ongeloof. Dat men in Frankrijk niet blind is voor de gevolgen van het steeds voortwoekerende kwaad, blijkt ook ten duidelijkste uit de woorden van den ervaren statisticus Jacques Bertillon, tot voor kort directeur van het Pa- rijsche statistische bureau, die van mee ning is dat het bevolkingscijfer niet alleen van belang is voor 't leger eni voor de economische ontwikkeling der natie, maar ook een belangrijke factor voor de geestelijke kracht van een volk. Hij uit de klacht dat de geeste lijke en zedelijke invloed, dien de Fransche schrijvers over de geheele wereld oefenden, dat het geestelijke erf deel van 't land op het spel staat. En hij is overtuigd dat het land bedreigd wordt door een onvermij delij ken val en alleen de bevolkingsstatistiek de op lossing van het vraagstuk kan brengen. ISuiteiihmcE. onzekere kansen konden blootstellen. Maar Paul hield vol; hij begon zijne les sen te verwaarloozen, besteedde al zijne vrije uren aan zijne geliefkoosde kunst, en slaagde er niet eens in het eindexamen der Hoogere Burgerschool af te leggen. Voor het overige hadden zij zich niet over hem te beklagen; ofschoon altijd in zichzelf ge keerd, was hij zacht en vriendelijk van aard; slechts op dat ééne punt wilde hij naar geen rede hooren, en ten einde raad, was zijn vader wel verplicht toe 'te geven en hem voer de teeken-academie te laten opleiden. „Hij zal later nog altijd schilderles kun nen geven," zeide hij, om zijne vrouw een weinig gerust te stellen. Maar hij zuchtte daarbij, en zij zelve vond daarop geen antwoord. Waar bleven hunne schoone droomen hem nog vóór hui! dood officier van justitie of misschien wel rechter te zien? Paul was minstens voor Raadsheer in de wieg gelegd, en dan slechts teeken- meester te worden, met al de ontgooche lingen van een arm artist! Het was bitter hard, en hijzelf bereidde zich de grootste teleurstellingen voor. Toch gevoelden zij zich weer eenigszins trotsch op hem, toen hij hun zijn eerste schilderstuk ten geschenke gaf. De kenners roemden het zeer, en van dien dag b( kleedde het een eereplaats in hunne zitkamer. Het jaar daarop had hij de „prix de Rome" verworven, en erkenden zij vol blijdschap dat „er toch iets in den jongen zat." De gelukwenschen, die hem van alle zijden toekwamen, begonDeu hen met zijne keuze te verzoenen, en zij wachtten thans rustiger de toekomst af, terwijl zij besloten voortaan jaarlijks de som, die zij vroeger aan op voeding der kinderen besteedden, over te leggen, opdat hij toch niet volkomen broo deloos zou zijn, als het publiek eenmaal mocht weigeren zijn talent te erkennen. De Russen gaan nog verder terug in Galicië. Ook de stelling von Halicz, aan deu Midden-Dnjestr, is door de Russen ontruimd, inaar zooala eiken dag duidelijker blijkt, het is een stra tegische terugtocht. De gevechten, die de Russische achterhoede levert met de opdringende Duitschers en Oosten rijkers dekken den aftocht van het gros van het Russische leger Vijf dagen lang heeft het leger van Linsingen moeten vechten om zich den overtocht bij Halicz over den Dnjestr te verzekeren. Oostelijk van Lemberg zijn de Duitsch- Oostenrijkers thans zoover opgerukt, dat zij volgens het Duitsche com muniqué van gister den Boeg-sector naderen. Aan den Boeg zouden de Rus sen, volgens de meening van de mili taire deskundigen, opnieuw stand hou den om den Duitsch-Oostenrijkschen opmarsch te stuiten. Aan de Tanew in Zuid-Polen is het leger van Jozef Fer dinand ook weer opgerukt, zoodat een opmarsch der verbondenen op het front ten noorden, oosten en zuidoosten van Lemberg begonnen is. De Midden-Europeesche mogendhe den doen sedert een zevental weken haar best om Rusland, als den finan cieel meest zwakken tegenstander, on der den duim te krijgen, en onlusten De jonge schilder arbeidde in Italië ern stig door, en keerde terug om zich voor namelijk op het vervaardigen van portret ten toe te leggen. Zijn geliefkoosde meester was van Dijck, en evenals deze bezield dooi de grootste belangstelling in het karakter van den mensch, wenschte hij eene studie te maken der ziel van elk zijner modellen, om hunne eigenaardige hoedanigheden en hunne hartstochten, niet alleen in hunne trekken, maar in hunne gausche houding, hun oogopslag en tot zelfs in hunne han den weer te geven. In den aanvang ontving hij slechts hoogst zelden een opdracht; men kende hem nog niet, en het waren harde tijden, ook al was hij hooghartig genoeg om dit steeds zorg vuldig voor zijn ouders te verbergenmaar hij kwam op den gelukkigen inval het poitret zij us vaders te maken en slaagde daarin zoo meesterlijk, dat het op eene groote tentoonstelling werd aangenomen, en hem aanstonds een naam in de kunst wereld verwierf Van verscheidene zijden kwamen thans bestellingen in; hij had zich niet meer over het lot te beklagen, en liet sedert dien nooit na, jaarlijks zijne ouders uit te noodigen hem op eene schoone kunstreis te verge zellen, wat beiden van geluk vervulde, want overal werd hij met de grootste onder scheiding ontvangen, zoodat zij zelfs be gonnen te vergeten ooit iets anders voor hem te hebben gedroomd. Tot één ding echter kondon z j hem nog niet overhalen, hoeveel weisprekendheid zij daaraan ook besteedden: Paul dacht niet aan trouwen. „Het is jammer 1 verklaarde de moeder steeds: „met zijn genie en zijn uiterlijk zou hij iedereen kunnen krijgenen denk toch eens aan, hoe heerlijk het voor hem zou zijn, eene vrouw met geld te huwen. Hij zou zich niet zoo meer zoo behoeven af te sloven en een prachtig huis vol kunst Magazijn voor Heerenkleeding Hoogenstsenweg 22-24 's-HERTOGENBOSCH. in Rusland uit te lokken, om op deze wijze de coalitie tegen Duitschland te vernietigen en Rusland er toe te bren gen een afzonderlijken vrede te sluiten. De poging zal geen succes hebben. Rusland is vast besloten den oorlog aan de zijde van de geallieerden tot een zegevierend einde te brengen. Het heeft daarvoor echter geld noodig, daar het tot dusver den zwaarsten last van len oorlog moest dragen, hetgeen op de conferentie te Parijs (van de ministers van Financiën der geallieerde staten) niet kon worden voorzien. Het schijnt daarom dringend noodig, dat Rusland economischen steun ontvangt vau Enge land en Frankrijk, zoodat een nieuwe desbeti effende regeling zou moeten worden getroffen. Niet alleen de eer, maar ook het bestaan van het Rijk wordt bedreigd en daarmede de geheele nationale beschaving. Wij kunnen de toekomst niet overlaten aan een onder worpen Rusland. Kolonel Feyler berekent in de Ga- zette de Genève de krachten op het Westelijk front als volgtBij de Engel schen worden de verliezen snel aange vuld, omdat men niet minder dan 200 bataljons voor 700.000 soldateu heeft opgericht. Vandaar, dat er altijd een groote verhouding van plaatsvervangers manschappen in de depots aanwezig is. De Franschen verkeereu in dit op werken kunnen hebben." „Later zal dat wel komen," troostte de vader: „Laat hem eerst nog wat van zijne vrijheid genieten!" Maar hij zelf was innerlijk geheel en al hare meening toegedaan, en zij wist dat maar al te goed. Wat de jonge kunstenaar hun niet zeide, het was dat hij niet meer aan de liefde der vrouw geloofde. In Italië had hij eene hartstochtelijke gehechtheid opgevat voor de beeldschoone dochter van een componist; hij had haar bijna dagelijks bij vrienden ontmoet en hare belofte ontvangen op hem te zullen wachten, totdat hij zich naam en fortuin zou hebben verworven, en toen dit eindelijk het geval was geweest, had hij vernomen, dat zij reeds eenigo maanden gehuwd was met een rijken grondbezitter, zonder het zelfs ook maar noodig te hebben geoordeeld hem haar besluit mede te deelen en het eenigszins in zijne oogen te ver goelijken. Hij was sedert dat oogenblik geheel onttooverd, en zoo hij nog beleefd en eerbiedig tegenover vrouwen bleef, hij beschouwde allen nog slechts als wispel turige en schraapzuchtige wezens. Dat zij hem thans vierden verbaasde of trof hem niet. Hij was im-xers een bekend artist geworden! Maar zoo hij morgen door de pers werd afgebroken en geen geld ver diende, dan zou het alles plotseling anders zijn. Wat zijn uiterlijk betrof, dat had hem waarlijk alle reden tot tevredenheid kunnen geven, maar daaromtrent maakte hij zich ook geen illusies meer. Anita's ontrouw had alle eigenliefde in hem gedood; waarom zou een ander hem omhelzen en beminnen, als zij het ni3t gedaan had? Het was in deze stemming, dat hij zich op zekeren avond naar de schatrijke ba rones van Wintershoven begaf, die hem reeds eene week te voren schritelijk had zicht in eene minder voordeeligen toe stand, maar deze is toch nog beter dan die der Duitschers. Hij zou gelijk zijn, indien men enkel rekening hield met de verhouding tusschen bevolking en bataljons. Het komt op hetzelfde neer voor een bevolking van 40 millioen zielen 1100 bataljons te onderhouden als voor een bevolking van 70 mill, zielen om 1800 bataljons op de been te houden (1100 in het Westen en 700 in het Oosten). Maar, dank zij Engelschen en Bel gen, is het Fransche front een hon derd K.M. korter dan het Duitsche, hetgeen bij gelijk aantal geweren, een besparing van 180 bataljons in de vuur linie gfeft. Daarbij komen voor Frank rijk de Afrikaansche troepen, door de Duitsche communiqué's als „Franschen van allerlei kleur" aangeduid. Eindelijk moeten de verliezen sinds begin April door de 700 bataljons in het oosten de betrekkelijk zeer sterke plaatsvervangers opslurpen, hetgeen voor de Duit chers 1800 bataljons groo- ter eischen stelt dan voor de 1100 Fransche bataljons. Alles bijeengenomen is de toestand van 't Westelijk front op heden de volgende: De bondgenooteu beheerschen het offensief, zij hebben een meerderheid in getal en kunnen gemakkelijk hun verliezen aanvullen. uitgenoodigd, den avond bij haar door te brengen. Mevrouw van Wintershoven woon de, evenals hij in den Haag; hij had haar voor eenigen tijd bij wederzijdsche kennis sen ontmoet, en nadat zij hem verzocht had hare verzameling schilderijen te komen zien, was hij er herhaaldelijk ten eten ge- gevraagd. Zij was acht en twintig jaar oud, en reeds lang weduwe. Haar echtgenoot, een gijsaard, had haar zijn gansche ver mogen nagelaten, en na afloop van haar rouw, had zij veel menschen gezien en zooveel mogelijk van haar fortuin genoten. Paul verwachtte niet anders of hij zou reeds een menigte gasten bij haar aantref fen, en was daarom zeer verbaasd haar al leen te vinden. Hij liet daarvan echter niets blijken en gaf gehoor aan haar verzoek naast hem op de sofa plaats te nemen. „Ik heb u eene ernstige vraag te doen, mijnheer Heilberg," zeide zij, nadat zij een tijdlang over onverschillige onderwerpen hadden gepraat: en ik verberg u niet, dat het daarom is, dat ik van mijn voornemen afzag u hier nog andere vrienden te laten ontmoeten. Ik zou mij als vrouw van den huize met hen moeten bezighouden en mis schien geen oogenblik hebben gevonden om met u te spreken." Elise van Wintershoven was eene mooie, donkerlokkige vrouw, wier schoonheid daar enboven nog verhoogd werd door den rijk dom en smaak harer toiletten, maar nooit had zij er bekoorlijker uitgezien, dan heden avond, nu een zekere beschroomdheid het ietwat overmoedige harer uitdrukking weg nam en hare gelaatstrekken verzachtte. „Ik hoop, dat. ik uwe vraag naar genoe gen zal kunnen beantwoorden, mevrouw", antwoordde Paul: „in elk geval zou het mij een groot genoegen wezen, indien ik u met iets van dienst kon zijn." (1Wordt vervolgd' IIIDWMtUD

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1