Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard LIEFIIE. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3479. ff oensdag 7 Juli FEUILLETON. 1913. VOOR 1 UmMnUti Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Voor de eerste maal is dezer dagen de allernaaste aanleiding tot den groo- ten Europeescheii oorlog, de moord op den Oostenrijkschen troonopvolger en zijn gemalin verjaard, en heel de we reld heeft opnieuw het drama van Serajewo aan het geestesoog doen voorbij trekken. Straks, over enkele weken, zullen wij den ongeluksdag, waarop de wereldbrand in zijn alles vernielende kracht ontstak, kunnen her denken dan is, wat niemand ooit had kunnen vermoeden, een vol jaar van rouw en ontzetting aan de wereld onttrokken, een schier eindelooze tijd van de meest schokkende, elkan der in stage afwisseling snel opvol gende gebeurtenissen. Wat wij allen, die fieze gebeurte nissen van verre of van nabij hebben medegemaakt, doorleefden in die ein deloos bange uren, valt moeilijk saam te vatten, en later, eerst veel later, wanneer meer normale tijden terug gekeerd zullen zijn, zullen wij ten volle kunnen overzien en beseffen, hoe diep de wonden zijn, die der mensch- heid in deze oorlogsmaanden geslagen werden. Geen wonder dan ook, dat bij tal loos velen, die niet verblind zijn ge raakt door volkenhaat of zucht naar krijgsroem, meer en meer het verlan gen opleeft naar het einde van den schier ondragelijken toestand. Uit den aard der zaak zijn in de nentrale lau den dezulken bij millioenen te tellen, doch ook van oorlogvoerende landen ko men steeds meer berichten tot ons over, die er op wijzen, dat zich in de breede lagen der bevolking een wijzi ging in de geestesgesteldheid gaat vol trekken. Wel hebben by voorkomende gelegenheden nog geestdriftige oorlogs- betoogingen plaats, die, althans naar het uiterlijk te oordeelen, gemeend zijn, doch zulks neemt niet weg, dat telkens en telkens weder die uiterlijke stemmingen spoedig verdwijnen en plaats maken voor eensdeels een be rusten, anderdeels een opkomend en zich, hoezeer nog schroomvallig uitend verlangen naar vrede. Ook na de jong ste overwinning der centrale mogend heden op de Russische legers behaald, bleek in de groote hoofdsteden van 2) Elise van Wintershoven keerde zich ge heel naar Heilberg toe en legde de vingers op zijn hand. „Herinnert gij u nog den tijd dat gij mijn portret hebt gemaakt?" vroeg zij. Zijne verbazing zoo goed mogelijk ver bergende, antwoordde hij op beleefden toon „Hoe zou ik die dagen kunnen vergeten, mevrouw? Gij hebt mij steeds met de grootste welwillendheid behandeld, en een schilder heeft zelden het geluk zulk eeu bevallig model te vinden. Zoo mijn werk algemeen bewonderd werd, was dit grootendeels aan uwe schoonheid te danken." „Ik wilde, dat ik op dit oogenblik in uw gemoed kon lezen, mijnheer Heilberg, om te weten of dit slechts eene bloote vleierij is, of dat gij mij waarlijk bewondert en meer nog dan dat, of die bewondering een warmer gevoel in u heeft opgewekt. O! ik weet zeer goed, dat het iets onge woons is, wat ik hier doeik aarzelde lan gen tijd of ik wel aldus tot u zou spreken het valt eene vrouw zoo pijnlijk met enkele gevoelens van kieschheid en teruggetrok kenheid te breken; maar ik begreep dat gij van uwe zijde het stilzwijgen steeds be waren zoudt; dat gij zoudt meenen, dat ik niet van mijn titel af zou willen zien, of mijn fortuin voor u een hinderpaal zou wezen. Ziehier waarom ik mijzelve liever in uwe oogen heb willen vernederen en u zeggen, hoe gelukkig ik zou zijn aan uwe zijde het leven door te gaan." De jonge schilder was zoo weinig op eene dergelijke taal verdacht geweest, dat hij Duitschland en de Donau-monarchie, de geestdrift daarover lang niet zoo sterk meer te zijn, als bij vroegere soortgelijke gelegenheden het geval was. Schier overal breekt zich bij de volken het verlangen meer en meer baan, liever het einde van den krijg te zien aanbreken, dan overwinningen te behalen, die op zich zelf belangrijk genoeg, nochtans maar steeds niet bij machte blijken, om de balans der oor logskansen voorgoed aan gene of deze zijde te doen overhellen. Inmiddels namen de geruchten als zouden wellicht onderhandelingen over1 een komende vrede aanstaande zijn,' toe deze geruchten kwamen aanvan- kelijk uit de onzijdige landen, inzon- derheid uit Amerika, waar zich 'een breede stroom van ij veraars voor den vrede deed gelden. Jammer echter bleek alras, dat die allen personen waren1 zonder eenige politieke verantwoorde lijkheid, zoodat zoomin officieel, als' ook maar officieus aan hun optreden eenige beteekenis kon worden toege kend. De regeeringen hebben er dan ook geen notitie van genomen. Anders stond het echter toen, met name in Duitschland, de vredesklanken in een deel der bladem, die der sociaal- democratie, een luider toon deden hoo- ren. Deze tonen hadden een geheel averechtsche uitwerking, daar de re geering zich haastte, aanstonds de bla den, die daarvan gewag maakten, te verbieden. Zeer begrijpelijk is dit dan ook. Immers, waar het beloop van den oorlog nog geenszins een bepaalde1 overwinnende noch ook een bepaalde! overwonnen partij heeft gemaakt, ligt' het voor de hand, dat elke party, die van vrede ook slechts rept, den schijn op zich zou kunnen laden, dien vrede te verlangen uit zwakheid. Eu zich zwak te toonen, is wel het slechtste wat een strijdend volk kan doen al- dus is de redeneering, die zoowel in de kabinetten van Berlijn en van Wee- nen, als van Londen, van Parijs, van Rome en van Petersburg, gevolgd wordt. Zooals dus de zaken nu staan is er maar heel weinig kans, dat ooit het in de volken rijpend verlangen naar het einde, gehoor zal vi idondaar, waar over vrede of oorlogen beslist wordt. De jongste gebeurtenissen heb ben trouwens de kans op een spoedig I verloop wederom afbreuk gedaan. Wel is aan Rusland een gevoelige klap toe gebracht, doch aan een inval der ver bonden troepen, diep in het rijk van den Tsaar, valt voorloopig nog niet te denkenterwijl wat betreft het feit, dat ook Italië op het oorlogspad ver schenen is, door de weinig belangrijke gebeurtenissen op het Oostenrijksch Italiaansche front, het slepende karak ter van den oorlog nog eerder toe-, dan afgenomen is. Hoe groot ook het verlangen naar vrede mag zijn, van den kant der oorlogvoerende partijen is dan ook vooralsnog geen enkele actie te ver wachten. Over en weer hopen zij, nu de militaire krachten den doorslag niet schijnen te kunnen geven, dat de finantieele lasten te zwaar zullen wor den voor den tegenstander. Echter, ook hier blijkt een reusachtig uithou dingsvermogen te bestaan, en vinden de regeeringen de volken nog steeds bereid, om nieuwe milliarden op te brengen, ook al gaat het wat trager en moeilijker dan bij de vorige. Indien er dan ook van ernstige vredesklankan sprake zal zijn, die ons als een voorspel van het naderend einde dezer volkeren-worsteling in de ooren zullen klinken, dan zullen, ge zien den stand van zaken op dit oogen blik, deze niet van uit de oorlogvoe rende landen kunnen komen, en schijnt ons zulks veeleer de schoone, maar moeilijke taak der neutralen. En dan vinden wij hier een tweetal mogelijkheden, die wellicht tot een resultaat zouden kunnen leiden, dat wellicht bevredigend zou kunnen zijn. Namelijkeen beweging waaraan alle neutrale volken onder aanvoering van de regeering der Vereenigde Staten, deelnemen of ook wel hetgeen ons met rechtmatigen trots zou mogen ver vullen dat onze Koningin in sa menwerking met den Paus, zich zou willen beijveren om ten dienste der bevrijding van dien grooten druk waar onder thans de volken zuchten, werk zaam te zijn. Ons tijdelijk gezantschap bij het Yaticaan zou zulk een samen werking tot een gelukkige kunnen maken eene, die niet alleen den dank van alle volken deelachtig worden zou, maar die ook in duurzame heugenis zou voortleven in de geschiedenis der menschheid tot in lengte van dagen. Yl. Ct. moeite had geen uitroep van verwondering te slaken. Nooit, neen nooit, had hij de mogelijkheid van een huwelijk tusschen hem en Elise voor zijn geest zien oprijzen maar hij gevoelde zich daarom niet minder getroffen door de edelmoedigheid harer handelwijze en de inspanning, welke het haar gekost moest hebben aldus te spreken. Hoe vaak moest zij niet ten huwelijk zijn gevraagd, de schoone vrouw, die over een inkomen van minstens twintigduizend gul den beschikte; en steeds door had zij „neen" gezegd, om thans haar hart en hand aan te bieden aan een armen kunstenaar, die haar slechts een zeer eenvoudigen naam had aan te bieden. 01 zij ten minste had lief met haar gan- sche ziel en zonder eenig bijoogmerk! Wat moest hij haar antwoorden? Neen, zij maakte het ideaal niet uit, waarvoor hij eenmaal in zijne jongelings- droomen was neergeknield. Zij was niet het blonde Gretchen, dat hij in Anita had be wonderd en bemindmaar wat beteekende dat, daar waar zijn droombeeld leugen was geweest, en het zachte, goudlokkige kind slechts met zijn hart had weten te spelen Deze vrouw kende het leven; zij wist dus wat het zeide, van ganscher ziele aan een ander bestaan te hechten. Zij zou hem tot het einde toe van hare teederheid omringen en hijzelf zou haar onbeschrijfelijk dank baar wezen voor zooveel liefde, haar be schouwen als het dierbaarste kleinood, dat de aarde hem had kunnen schenken, en slechts ééne zorg koesteren steeds te waken over haar geluk. En zich tot haar overbuigende, kuste hij hare welgevormde hand en zeide: „Het zal u nooit berouwen, het eerst ge sproken te hebben, Elise; neen, gij hebt gelijk, ik zou het zelf nooit hebben gedaan er was te veel dat ons scheidde. Hebt gij dat alles wel berekend? Een kunstenaar neemt eene geheel bijzondere plaats in de wereld in. Hij wordt in uwe kringen wel geduldmaar ook niet veel meer, en het is niet onmogelijk, dat de soort ban, die over ons uitgesproken wordt, ook mijne vrouw zou treffen." Zij glimlachte vol vertrouwen en ant woordde: „Mijn fortuin en mijne geboorte zullen hier dat dwaze vooroordeel wei overwinnen." „Ik hoop het; maar nu gij van uwe ge boorte spreekt, moet ik u, als man van eer, nog op iets anders wijzen: Ik behoor vol strekt niet tot eene oude familie zooals de uwe; mijn grootvader was een self-made manhij ging in dienst en klom tot den hoofdofficiersrang op. Mijn vader heeft eene mooie betrekking verworven, doch eveneens een hoogst eenvoudig meisje gehuwd, en ik ben van ganscher harte aan mijne ouders gehecht; nooit zou ik kunnen verdragen, dat zij zich niet geheel en al thuis in mijne woning gevoelden." „Vrees daar voor geen oogenblik; ik zal hechten aan alles wat u dierbaar is." „Dan heb ik u nog slechts een onveran derlijke trouw te zweren," zeide hij diep ontroerd„Zoo het enkel van mij afhangt, zult gij uw leven lang gelukkig wezen." II. Een paar uur later verwijderde hij zich, en terwijl hij de eenzame straten doorliep om zich naar zijne woning te begeven, prevelde hij „Morgen vroeg reeds zal ik naar de oude- lui gaan. Zij zullen zoo blij zijn en waarlijk niet weten wat zij hooren. Het zal nog heel iets anders wezen als zij Elise zien. In het eerst zal moeder een weinig verlegen voor haar zijn. Zij is niet gewoon aan zulke statige, rijkgekleede vrouwen; maar spoedig zal die indruk voor haar vriendelijkheid verdwijnen, en vader gevoelt zich overal te Buitenland. Iu het vaktijdschrift „Pro Azzione schrijft overste Barone, dat de oorlog voor Italië moeilijk zal zijn en lang zal duren, zelfs tot na den winter. De Italia, een te Milaan verschijnend blad, meldt dat de anti militaristische beweging in het Italiaansche leger sterk toeneemt en vooral veld wint bij de reservisten, onder de arbeiders en den boerenstand. De militaire autoriteiten hebben daarom alle socialistische volkslokalen en werkplaatsen in Noord-Italie laten sluiten. Omtrent de ontploffing in de pyro technische fabriek te Marseille wordt nader gemeld, dat van de 100 personen die er aan het werk waren, 30 gedood en 20 zwaar gewond zijn. De fabriek heeft sedert Augustus vuurpijlen voor het Fransche leger gemaakt. Officieel wordt medegedeeld dat een 60,000 vakarbeiders zich ter beschik king hebben gesteld van den engel- schen minister van munitieom aan het werk te gaan waar dit verlangd wordt. Naar gemeld wordt is er kans, dat onderhandelingen, tusschen de Duit- sche en de Russische regeering ge voerd, binnenkort zullen leiden tot terugkeer van de burgers uit Oost- Pruisen, die bij den terugtocht van de Russen naar het binnenland van Rus land zijn vervoerd. De bekende Iersche leider John Red mond heeft te Dublin in een rede ge zegd, dat het hoogste belang van Ier land in de tegenwoordige tijden was een spoedige beëindiging van den oor log. Hij verzocht den Ieren vooral twee dingen in het oog te houden le. dat zij hun plicht doen met betrekking tot den oorlog2e. dat zij hun plicht doen om hun verdedigingsmiddelen te voltooien en hun eigen politieke en militaire organisatie te versterken. Tot op 6 Juni hadden 120.741 Ieren dienst genomen bij het leger. Volgens ee Reuter-bericht uit Rome aan sommige bladen hebben de eerste dagen van d9 inschrijving voor de na tionale leening zeer gunstige resultaten opgeleverd. Naast inschrijvingen tot bedragen huis. Ik wil van avond niet meer bij hen aankloppen; zij zouden van geluk geen oog dichtdoen." De sneeuw begon te vallen, en een ijs- kille windvlaag joeg hem eene huivering door de leden. „Ja, zij zullen gelukkig zijn," dacht hij verder„maar ben ik het wel 01 zekei, ik houd van haar; ik ben vol bewondering voor haar geest en schoonheidmaar hoe verschillend is dit van het gevoel, dat ik eenmaal daarginds in het verre Italië leerde kennen! Daartoe moet men zeker heel jong zijn en nog nooit eenige onttoovering heb ben gehad. Helaasmea lijdt slechts door zulk een liefde, en toch, wat zou men niet geven om haar nog eenmaal in het leven te kunnen koesteren En hij herinnerde zich de nachten, welke hij werkende had doorgebracht, slechts vervuld van Anita's beeld. Zijne onstui mige vreugde, zoo vaak hij haar slechts op straat ontmoettede brandende kussen, welke hij gedrukt had op den kleinen, goudgelen haarlok hem eens door haar ge schonken de bloemen, die hij gedroogd had, omdat zij ze had gedragen Neen, dat alles was voor altijd voorbij nooit meer zou het tot hem komen. Arme haarlok, arme bloemen De vrouw, die ze hem had afgestaan was trouweloos geworden, maar hij had er nooit toe kunnen besluiten ze te verbrandenhet was, alsof zij nog iets bevatten van zijn eerste jeugd, zijne grootste levensvreugde. Nu zou hij het moeten doenhij voelde zich daartoe verplicht uit een soort eergevoel tegenover Elise; maar nog zou het hem smartelijk vallen, al was Anita ook sedert lang voor hem gestorven. De familie Heilberg was inderdaad zeer verheugd over zijn besluit; alleen de rang, welke hare aanstaande schoondochter in de maatschappij bekleedde, schrikte de moeder van vele millioenen van groote inrich tingen, is er een groot aantal van be scheiden bedragen, waaruit blijkt, dat ook kleine spaarders hun vaderlands liefde bewijzen wilden, door aan de oorlogsleeuing deel te nemen. Uit Washington wordt dd. 3 Juli gemeld Te middernacht heeft in het Se naatsgebouw een ontploffing plaats ge had, die vooral in de ontvangzaal aan zienlijke schade veroorzaakte. Persoon lijke ongelukken kwamen hierbij niet voor. Nader wordt gemeld: De ontploffing in den Senaatvleugel van het Capitool is veroorzaakt door een bommenaanslag mef voorbedachte rade, hetgeen bleek uit het feit dat de Wathingtonsche Times, een avondblad, een brief heeft ontvangen, waarin de ontploffiqg werd aangekondigd. De brief was afgestempeld voor de ontplof fing geschiedde. Omtrent een zeeslag bij Gothland wordt dd. 3 Juli uit Stockholm aau de N. R. Ct. geschreven Op de terugkeer van de voorposten stelling trof op 2 Juli tegen 6 uur des morgens een afdeeling van de duitsche lichte Oostzeekrachten, die volgens de opdracht in verspreide orde voeren, tusschen Gottland en Windau bij mis tig weer Russische gepantserde krui sers aan. Op zich zelf staande gevech ten ontwikkelden zich, waarin onze zwakkere strijdkrachten beproefden den vijand in het bereik van onze onder steuningsdivisie te lokken. Bij deze ge vechten slaagde het oorlogsschip Alba tros er niet in, aansluiting met de. eigen strijdkrachten te krijgen. JNa een hevig gevecht van twee uur tegen vier gepantserde kruisers, die met de beschieting ook in Noordsche territoriale wateren voortgingen, moest de Albatros tengevolge van talrijke treffers in zinkenden toestand bij Oes- torgarn op Gothland op het strand ge zet worden. Zij bad 21 dooden en 27 gewonden, welke laatsten door de Zweedsche overheid en de inwoners liefderijk opgenomen werden. Uit Stockholm bericht men verder: Volgens alle berichten heeft de Al batros heldhaftig tegen een groote over macht gevochten. Zwaar beschadigd trachtte het schip, belemmerd in zijn vaart, al doorvechtend met zijn ver volgers, zich onder de kust van Goth land in veiligheid te stellen, maar de Russen zetten, zonder er zich aan te storen dat zij in Zweedsch vaarwater een weinig af; maar Paul wist haar daar omtrent geheel en al gerust te stellen, en vertelde haar met geestdrift van Elise's groote goedhartigheid. „Wij trouwen pas in Mei", zeide hij „het is nu December, en zij heeft dit ver langd, omdat zij eerst groote veranderingen in haar huis wil laten aanbrengen. Ik ver- zette mij daartegen, want ik kon zeer goed mijn eigenlijke werkplaats elders hebben, doch daarvan wilde zij niet hooren. Er zal in den tuin een zeer ruim atelier gebouwd worden, met uitstekend licht, dat door een glazen gang met de woning verbonden wordt. Hedenmiddag komt zij u bezoeken, maar morgen moet gij eens gaan zien naar al hare plannen. Zij wilde er vandaag reeds een architect over raadplegen." En hij liet de oudelui aan hun geluk over, na beloofd te hebben weder bij hen te zijn tegen het uur van het aangekon digde bezoek. Hij moest nog de laatste hand gaan leggen aan een portret, dat die zelfde week afgeleverd zou worden. Toen hij de deur zijner woning ontsloot, kwam de oude dienstbode, die sedert jaren zijn huishouding deed, naar hem toe en zeide „Er is eene dame, die op u wacht, mijn heer. Ik heb haar niet weggezonden, omdat gij mij hadt gezegd spoedig terug te zullen zijn, en omdat zij er zoozeer op aandrong u spreken." „Zeer goed, Truitje. Waar is zij?" „In het atelier, mijnheer." Hij begaf zich daarheen en vond, in plaats van Elise, die hij verwacht had te zullen zien, een jong bleek meisje, met regelmatige zachte trekken en droefgeestige grijze oogen. Zij was hoogst eenvoudig gekleed in een donkerblauw lak9nsch pak, en groette hem met een ernst en eene waardigheid, dip hem troffen. „Ik moet u verschooning vragen uw kost-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1