Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. HESJE mDEN LOMPENMOLEN. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3484. Zaterdag 24 Juli 1913. Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. DE DAGVORSTIN. FEUILLETON. VOOR 3 tafel» Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonn ementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 71/* Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Er is een uitdrukking, wellicht door alle beschaafde volken gebruikt, en die het verschil bij uitnemendheid te ken nen geeft; zij, die uitdrukking, luidt; dag en nacht. Op alles wat leeft, op alles wat rond om ons is, hebben deze verschijnselen van het heelal een allesoverheerschen- den invloed. Geheel anders openbaart zich het menschdom in het licht van den dag en den nacht. Geen wonder voorwaar, dat reeds in de dagen der oudheid de menschen met eerbied op zagen tot den oorsprong van alle leven en de zon als een godheid vereerden. En nog heden ten dage is de zon vaak het onderwerp, dat door dichters of priesters in de kunst van zeggen, wordt bezongen. Vol majesteit verheft de levens wek kende godheid zich voor ons oog. Nimmer echter zal de eerbied, dien wy haar toedragen, in vertrouwelijkheid overgaan, want zij kan ook vreeselijk wreed zijn. Toch zijn wij allen kinderen der zon. Ook de dieren, die in den nacht ronddolen. „En al hebben zij nimmer hun schitterenden Vader gezien, toch drijft hun een onbewuste herinnering immer weer tot al, waaraan licht ont straalt. En duizende arme schepsels der duisternis vinden een jammerlij ken dood door die liefde tot de zon, van wie zij sinds lang gescheiden en vervreemd zijn. Zoo brengt een onbe grepen, onweerstaanbare neiging de menschen ten verderve in de schijn beelden van het Groote Licht, dat hen deed ontstaan en dat zij niet meer kennen". Wij, bewoners der gematigde lucht streken, kennen de zon niet in haar allesvernietigende felheidfelheid, die met wreedheid gelijk te stellen is. Gelukkig, want de streken, waar zij in volle, ongetemperde kracht troont, zijn voor mensch en dier en plant on bewoonbaar. De allesverzengende hitte doodt en verbrandt alles. Het gras, het sieraad der velden, onmisbaar, verschroeit on der haar heete stialen tot stof. De uitgedroogde grond splijt open met 2) Is de barones ziek, Sanna? vroeg de weduwe. Ja zekerToen de barones u verliet, klaagde zij over hoofdpijn en hevige hart kloppingen. Ik heb haar reeds drie bruis poeders moeten geven. Als het maar niet ernstig wordt I Er lag een onbeschaamd verwijt in den toon, waarop dit antwoord gegeven werd, zoodat de bleeke vrouw van stille veront waardiging kleurde. Het spijt mij en ik hoop, dat de ge nadige vrouw morgen weder hersteld moge zijn. Daarop gaf zij de oude vrouw een teeken, heen te gaan. Deze gehoorzaamde, de deur zeer hard achter zich dichtslaande. Army was opgesprongen en zag haar na, alsof hij haar volgen wilde. Matig je, mijn jongensprak de ba rones. Je richt er toch niets mede uit. Het zuidelijke bloed verloochent zich bij haar evenmin als bij hare meesteres en boven dien heeft zij grootmama afgodisch lief. Nadat zij met haar uit Venetië is mede- gekomen, is zij, zoowel in haar tijdperk van grootheid als nu, in deze jammervolle dagen, geen oogenblik van hare zijde ge weken. Ook van jou, Army, houdt zij ziels veel. Je moet haar dus alles zoo niet ten kwade duiden. De jonkman antwoordde niet, doch greep naar zijn pet. gapende kloven. De steppenwinden der zuidelijke streken jagen ontzettende stofwolken als trechtervormige wervels over de vlakte. De lucht schijnt als van hitte te trillen. Alleen overvloe dige regens zouden dan nog lafenis en leven brengen. Zoo de natuur, zoo de mensch. Er is een groot verschil tusschen de bewoners van het ruwe en kille Noor den en die van het zonnige Zuiden. De wonderbare rijkdom der natuur werkt op de phantansie der kinderen van zuidelijke landen, die zich gaarne aan droomerijen overgeven, in ons heerlijk Insulinde, waar de natuur een tempel is, vol pracht en majesteit, vol weerklank van den naam Jehovah", strekt de Javaan zich gedurende de warmste uren van ^en dag op zijn rustbed (baleh-baleh) uit en luistert mijmerend naar het zwaarmoedig kir ren zijner geliefde tortelduif. Alleen in de landen der gematigde luchtstreek echter geeft de zon ons levenskracht, die tot, door korte tus- schenpoozen afgewisseld, werken in staat stelt. En daarom is het qen ze gen in zulke landen geboren en ge togen te zijn. Want gelijk de macht van den heerscher op den duur slechts duldbaar is, als zij getemperd wordt door een parlement, zoo ook de zon, als zij zoo nu en dan schuil gaat ach ter de wolken, Wij willen zijn, kinderen van de zon. In het leven van den beschaafden mensch telt de nacht niet mede. Al leen de tijd, dat de zon ong bestraalt of schuil gaat achter de wolken of in nevelen verdwijnt, is de tijd van de aard. Wij allen zien het daglicht, al mag de nacht ons dan ook zien gebo ren worden. Onze levensdagen spoeden ten einde, of zij vele zijn of weinige, wij weten het niet. Ons leven kan af- loopen bij den dag. Eigenlijk zelfs leven wij Dij den dag. Niet ieder onzer onriangt evenveel zonlicht. Niet ieder onzer maakt het juiste gebruik van den dag. Het meest is hij door het godde lijke zonlicht bestraald, die zijn leven, een opeenvolging van dagen, besteedt door gestadige werkzaamheid. Bij den ontwakenden dag moeten wij ons zelf zon gevoelen, opgaande in levenslust, levensarbeid en levensbezit. De dag zij zekerheid, daad, zelf bewuste kracht, Mama, ik moet even in de open lucht, anders kan ik straks niet in slaap komen. Daarop kuste hij zijn moeder de hand en verliet het vertrek. In gedachten verzonken liep hij door den gang. Thaus gevoelde hij voor het eerst den druk der armoede en dacht aan de erfenis, waarvan zijn grootmoeder hem had gespro ken. Er was nog een erfgename, een klein, roodharig, ziekelijk schepsel. Agnes Mathil da was ook rood. „Geef dus acht op de kleur van 't haar. Is dat rood, dan dreigt gevaar." Zou hem het rooda haar niet in gevaar brengen? Kom, hij was immers niet bijgeloovig Grootmama had gezegd, dat op hem en de erfenis haar laatste hoop rustte en toen had hij haar dat „erfenisjagen" naar het hoofd geworpen Maar als tante Stontheim een 8 zou willen deelen tusschen die rood harige Blanka daar was zij alweer Nelly en hem, zou dat niet de beste uit komst zijn Weg met ai die muizenissendacht hij. Steeds voorwaarts, het leven wacht met al de heerlijkheid der jeugd 1 Hoe sterker de branding, des te beter 1 Een leven zonder strijd is geen leven. Laat ik grootmama om vergiffenis vragen. Ook mama mag niet langer zoo treurig zijn. Waarom de toe komst zoo donker in te zien Zelfs zusje liet haar hoofde hangen. Ja, maar dat was om Liesje, die kleine van den lompen molen. Bah, dal is niet de moeite waard en later zal zij zelf wel inzien, dat Hij floot een lustig liedje en liep door den corridor weder naar de kamer zijner moeder terug. H. Den volgenden ochtend stond Army met een vroolijk gelaat voor zijne grootmoeder. Zij had hem vergiffenis geschonken, doch ook dan, als het in vele opzichten nacht om ons heen is. Geen dag zon der arbeid, zonder nuttigen arbeid, al moge de verpozing zoo nu en dan in treden. De dag is het leven, dat leidt tot overwinning. Gedachtig aan het spreekwoord van het draadje en de hemdsmouw, zij de dag de aankondi ger van de eindelijke zegenpraal. Alleen het daglicht doet ons de volle maat des levens genieten. De nacht moge voor sommige zielen zijn beko ring hebben, hooger en reiner is de bekoring van den dag, die zijn god delijk licht uitstraalt naar alle deelen der wereld. En is er schooner getuigenis denk baar, die men iemand kan toebedeelen, dan de allesomvattende getuigenis, dat hij gewerkt heeft, gewerkt heeft zoo lang net dag was. Zoo iemand kan de welverdiende ruste smaken als de nacht is aange broken. Buitenland. Volgens de „Pestinoplo" heerscht te Moskou anarchie. Een geweldige militaire macht wordt daar steeds ge reed gehouden. De revolutionnaire co- mité's richten tot de 17-jarigen openlijk den raad, om aan de oproepingen om onder de wapens te komen geen gevolg te geven. In de revolutionaire procla maties wordt gezegd, dat de Russische zaak verloren is. Het Russische leger had in Mei en Jnni anderhalf millioen man verloren en er waren geen officieren meer. Bo vendien is aan het Russische leger be- vel gegeven, om met de munitie spaar zaam om te gaan. Een te Jassy ver schijnend blad krijgt van absoluut be trouwbare zijde berichten over de don kere toekomst in Rusland en over een dreigende algemeene revolutie. Bezorgd zien de Russische overheden de 4e Augustbs tegemoet, waarop in geheel Rusland kerkelijke processies plaats vinden. Voor dien dag worden thans reeds garnizoenen verstrekt en men overweegt of de processies niet liever verboden zullen worden. Om de sedert den val van Eemberg sterk opgewonden bevolking te kal- meeren, worden overal officieele tele grammen verspreid, te verzekeren, dat in de laatste dagen in de richting van Lemberg nieuwe succesrijke gevechten plaats vanden, waarbij 150.000 Oosten rijkers en Duitschers gevangen genomen waren. In het Bessarabische achterland bevinden zich bijna geen troepen meer, omdat de Russen alle beschikbare man schappen in bet Noorden bij Nowosylika en aan de grenzen van de Boekowine concentreerden. De „DeutscheTageszeitung" verneemt uit Boekarest, dat voor de Russische nederlagen de legeraanvoerders Dimi triew en Dragomirow verantwoordelijk worden gesteld. Dimitriew is van zijn pos ontheven. Dragomirow staat onder aanklacht gesteld. De militaire medewerker van de „Ti mes" schrijft aan het slot van een be schouwing over den toestand op het Oostelijke oorlogsterrein „De algemeene toestand van Duitsch- land, zoowel uit diplomatiek als uit militair oogpunt, eischt op de een of andere manier een drastisch optreden, en de positie van de verschillende legers in Polen is van dien aard dat Duitsch land wel mag hopen van het offensief, dat thans gaande is, zulk een resultaat te verkrijgen. Wij behoeven niet al de overdreven verhalen die men leest, over de getalsterkte te gelooven. Er schijnen niet veel meer dan l3/2 millioen man Oo9tenrijksch-Duitsche troepen in ge vecht te zijn, als men de Oostenrijksche legers die tegenover Iwanof (aan den Boeg en de Zlota Lipa in het Zuiden) staan, niet meerekent. De Russische troepen die tegenover de centralen staan zijn vermoedelijk niet even talrijk, 'als men alleen de troepen telt, die behoor lijk gewapend zijn. Wij zouden niet bezorgd zijn over den uitslag, indien de munitie van de Russen niet zulk een twijfelachtige factor was. Maar aan gezien zij daar, gelijk algemeen bekend is, gebrek aan hebben, is de toestand hoogst onzeker, en de gebeurtenissen van de komende weken beloven voor ons allen van dramatisch belang te zullen worden." De nota van de Vereenigde Staten aan Duitschland is Donderdag afge zonden, en zal heden zoowel te Wa3 hington als te Berlijn openbaar worden gemaakt. Naar aan de „Morniug Post" uit Petersburg wordt gemeld, heeft keizer Wilhelm aan zijn zuster, de koningin van Griekenland, geseind, dat hij de Russen voor minstens zes maanden ver lamd heeft en dat hij thans op het punt staat op het Westelijk front een slag te slaan, die geheel Europa zal doen trillen. In Denemarken en Zweden heeft men gemerkt, dat er groote hoeveelheden geneesmiddelen het land uit worden gesmokkeld, het meeste naar Rusland. glimlachend het hoofd geschud, toen hij als zijne meening uitsprak, dat de nog onbekende Blanka immers in de erfenis zou kunnen meê deelen. Je bent 'n dweper, mijn jongen was het eenige, wat zij hem hierop ant woordde Ga zitten, Army, ik heb je nog veel te zeggen, vóór je vertrekt. Hoe ie gedrag tegenover tante Stontheim be hoort te zijn, behoef ik je wel niet uiteen te zetten, ging zij voort, met veel tact de klippen, waarop gisteren hun onderhoud was gestrand, vermijdende. Je zult zelf wel weten, welke houding je hebt aan te nemen. Breng haar mijn hartelijke groeten en zeg haar, dat ik een oude, afgeleefde vrouw ben geworden. Met die boodschap kan ik mij niet belasten, grootmama. Het is mij onmogelijk, mijn "geweten met een logen te bezwaren. De oude dame lachte gevleid en sprak, terwijl zij hem een tikje op den wang gaf: „Niet spotten met je oude grootmoeder, ArmyVerder moet ik je voor nog iets waarschuwen. Zeer jong treedt je de wereld in, jij, die het hartstochtelijke bloed mijner voorouders geërfd hebt. Geniet vrij van de gaven der jeugd, doch neem je in acht voor een ernstige neiging. Zij, die je eens als je gade tot ons zult voeren, moet zeer veel goede hoedanig heden in zich vereenigen. Zij moet van een oude familie zijn en vóór alles een vermogen, een zeer groot vermogen, bezitten. Dit is een van de weinige wegen, die voor je openstaan, om den uitgedoofden luister van je huis weder opnieuw te doen schitteren Zie zoo, nu ben ik uitgepraat. Alleen moet je mij nog beloven, mij van tijd tot tijd te schrijven. Natuurlijk, grootma. Ik zal u spoedig en dikwijls schrijven, daarvoor zal het mij aan tijd niet ontbreken. Wat trouwen be treft, vervolgde hij lachend, daaraan denk ik vooreerst nog niet. Ik ben immers nau welijks negentien jaarMag ik nu heengaan, grootma Ik wilde zoo gaarne nog eens aan de familiezaal boven een be zoek brengen, om van de schoone Agnes Mathilda afscheid te nemen. Ziet u, dat kan ik tot uwe geruststelling verzekeren, wanneer ik geen meisje vind, dat op haar gelijkt, dan trouw ik nooit, want zij is voor mij het ideaal eener vrouw. Bedoel je Mathilde met het roode haar? vroeg de oude dame in de grootste verbazing. Ja. Ik heb een zwak voor rood haar. A propos, grootma, mag ik het oude boek behouden, dat u gisterenavond bij ons hebt laten liggen Zeker, m'n jongen. Het is onze fa miliekroniek, ik had het juist voor jou bestemd. Hartelijk dank, lieve grootmaTot vanmiddag 1 Hij kustte haar de hand en verliet het vertrek. In de familiezaal stond hij voor het por tret der schoone Agnes Mathilda in een langdurige bewondering en was zoodanig in zijn beschouwing verdiept, dat hij het naderen van zachte schreden niet bemerkte. Eensklaps voelde hij, dat de kleine hand zijner zuster hem op den schouder werd gelegd. Zit je hier, Army? Wij zoeken je overal. De tafel is gedekt. Kom mede! Je moet immers spoedig vertrekken en ik heb je den geheelen ochtend nog niet gezien. Hij trok haar naar zich toe. Kijk mij eens even aan, NellyBen je nog boos op me Haar oogen werden vochtig, doch glim lachend schudde zij het hoofd. Boos? Wel neen! Maar kom mee, het is zoo koud hier. Hij nam haar bij de hand en wendde De overheid heeft er in beide landen maatregelen tegen genomen. Het zijn meest ontsmettingsmiddelen, waarna vraag is, en dan ook bereide medicijnen, als asperine en andere poeders. Al gaat het dikwijls in kleine hoeveelheden de grens over, er is toch groote winst mee te behalen, aangezien men in Rusland gebrek heeft aan geneesmiddelen en ze tot eiken prijs koopt. „Van betrouwbare zijde" schrijft men aan de Kölnische Zeitung, dat er in Duitschland in afzienbaren tijd voor den oorlog geen gebrek aan lood en koper zal zijn. Komt er gebrek aan lood, dan is et in particulier bezit zoo veel aan looden pijpen voorhanden die door ijzeren kunnen vervangen worden, dat alle mogelijke behoefteD voor langen tijd gedekt zijn. En aan koper is er, naar een betrouwbare statistiek, in den vorm van allerlei huisraad en daken, ongeveer twee millioen ton. In geen jaren van oorlog raakt die voorraad uitgeput. In de „Norddeutsche AUgemeine Zeitung" leest men Slechts ruim 20 man van de zesde compagnie van het infanterie-regiment no. 104 lagen uitgezwermd tegenover een dichtbezette vijandelijke loopgraaf. De vaandrig lag met het vaandel in het midden. Veel bloed was er reeds gevloeid, maar het dappere troepje hield in het hevigste vuur taai vast aan de bereikte stelling. Iedere tegenaanval werd onder bloedige verliezen voor den vijand teruggeslagen. Als echter de eene kameraad na de andere dood of gewond het geweer moest laten vallen en de voorwaarts dringende vijand hen rechts en links dreigde te overvleugelen, moes ten allen beseffen, dat zij zich niet konden handhaven. Het was nu hun heilige plicht, het vaandel terug te brengen. Stap voor stap, het vijandelijk vuur steeds beantwoordende, gingen zij, om het vaandel geschaard, terug. Toen de vijand zag, waarom de terugtocht plaats vond, versterkte hij zijn vuur. De vaan deldrager sergeant Franke uit Mittweida kreeg een kogel in den [arm, die dit lichaamsdeel verbrijzelde. Het vaandel liet hij echter niet los. Toen werd hij in den anderen arm getroffen. Een buur man nam nu het vaandel, maar viel onmiddellijk doodelijk getroffen neer. Toen kreeg de onderofficier Engel uit Hasslau de stang. Toon hij neerzeeg nam de vrijwilliger Kuhn uit Leipzig die over. Zoo gelukte het tenslotte met hevige inspanning en offers het vaandel te redden. Van den troep kwamen slechts zeven man terug. zich voor het laatst naar het portret om. „Geef dus acht op de kleur van 'thaar, is dat rood, dan dreigt gevaar," fluisterde hij. Vaarwel, mij n lieve, lieve Armyzeide de barones, toen haar zoon reisvaardig voor haar stond. God behoede je en, ging zij op nauw hoorbaren toon voort, je zult immers nooit spelen of lichtzinnig zijn, nietwaar? Neen, geen beloften, ik weet wel, dat je 't niet doen zult en steeds aan je zieke moeder zult blijven denken Nu, voor het laatst vaarwel en schrijf mij spoedig, zeer spoedig Zij kuste hem nog herhaaldelijk en keerde daarop snikkend naar haar kamer terug. Toen naderde hem zijn zusje. Ik ga met je mee tot voorbij het dorp, Army sprak zij Met hun beiden gingen zij door de lin- denlaan en voor het laatst liet de jonge officier zijn blikken over het winterlandschap weiden. Zie eens, Nelly, sprak hij. Dat alles, zoover het oog reikt, was eens het eigendom onzer familie. De papiermolen ook? vroeg Nelly, terwijl zij op dit gebouw, aan den ingang van het dorp, wees. De molen zelf niet, maar wel een aan zienlijk deel van de gronden daaromheen. Grootpapa heeft het aan den vader van den molenaar verkocht, toen hij zich in geldverlegenheid bevond, naar grootma mij vertelde. Die man gaat nu trotsch ter jacht, terwijl wij Even streek hij met de hand over het voorhoofd, toen lachtte hij en begon te fluiten. Hij had zich stellig voorgenomen, alle treurige gedachten te laten varen. Aan het hek van het park gekomen, wendde hij zich nog eenmaal om. Vertaald door B. Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1