Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
HESJE VAN OEN LOMPENMOLEN,
Zomerfeest.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3485. Woensdag 28 Juli
FEUILLETON.
1915.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elk6 rege
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Tusschen Zomer- en Oogstmaand in,
ligt de Julimaand met haar doorgaans
blakerende zonnestralen, de maand van
schitterende zomerweelde in onze Hol-
landsche dreven. Dan nadert het groote
zomerfeest der natuur zijn hoogtepunt
van warmte en licht, van geuren en
kleuren en het is al krachtig leven
wat wij daarbuiten en om ons heen
aanschouwen. Dan ook treedt voor
menig onzer een korter of langer tijd
van verpoozing van den dagelykschen
arbeid inhet werk blijft eenige we
ken dikwijls onderbroken, de jeugd
vooral kent dan den zaligen tijd eener
lange vacantie. Dan ook is het de tijd
dat de wandelstok of de reisstaf wordt
opgenomen en velen stad en land ver
laten om een deel van het zomerfeest
elders door te brengen, teneinde ver
kwikt naar lichaam en geest straks 't
dagelijksch werk weder op te nemen.
Jammer genoeg echter is dit voor
recht, anders aan menigeen geschon
ken, thans vrijwel geheel op den ach
tergrond geraaktnaar het buitenland
gaat zoo goed als niemand voor zijn
genoegen in deze onheilstijden. Des
te grooter is het bezoeken van meer
„bij huis" gelegen plaatsen, in ons
eigen land, en vooral zijn de daar
voor aangewezen gelegenheden over
druk bezocht. Nochthans ook bij dit
binnenlandsche betrekkelijk drukke
reisverkeer, lijkt toch wel de ware
vreugde in het gedrang te zijn geko
men, en menig huisvader zou, onder
den druk den tijden, liever thuis zijn
gebleven, ware het niet, dat vrouw en
kinderen toch zoo gaarne een „ouder-
wetsche" vacantie-vreugde genieten,
die hun door hem van harte gegund
wordt.
Een omstandigheid die overigens ook
al belemmerend op de algemeene stem
ming inwerkt is, dat in den laatsten
tijd het weêr ons menigen dag geheel
in den steek laat.
De zon verschuilt telkenmale haar
aangezicht, grimmige grauwe wolken
varen door het luchtruim, en velden
en wegen zijn als met een somber
waas overtogenaldus is het beeld
dat wij dezer dagen telkens aanschou
wen. Het zomerfeest heeft zich nog
niet van zijn blijmoedigste zijde doen
2)
Het moet hier anders worden, fluisterde
hij, het moet, ik wil het. Kom, zusjeslief,
ging hij voort, terwijl hij op zijn horloge
keek, de tijd dringt. Het beste is, dat je
nu naar huis terug keert. Je zult koude
voeten krijgen door het loopen in de sneeuw.
Vaarwel Nelly, en breng nogmaals allen
mijn hartelijk groeten over.
Hij kuste haar herhaalde malen op den
frisschen mond.
Laat je de tijd maar niet te lang
vallen op dat oude, eenzame slotl
Zij schudde het hoofd.
O neen, ik heb Liesje immers!
Zij stonden juist op de plek, waar het
pad, waarlangs zij gekomen waren, zich
met den straatweg vereenigde en vanwaar
een ander pad naar den papiermolen voerde.
Uit het dorp klonken duidelijk de tonen
van een posthoorn.
„Helaas, wij moeten elkander groe
ten Adieu, vaarwelTot wederziens
klonk eensklaps een heldere kinderstem op
de wijze van het lied, dat de postiljon deed
hooren.
Tegelijk trad een jong meisje uit het
dennebosch te voorschijn.
Zij bleef staan, toen zij het tweetal ont
waarde en een blosje bedekte voor een
oogeDblik haar kinderlijk gelaat terwijl een
paar donkerblauwe oogen verlegen naar den
grond blikten. Onmiddellijk daarop echter
kwam zij nader en het lieve mondje plooide
zich tot een vriendelijk glimlachje, dat
kenneu. Doch wie weet wat ons Oogst
maand nog aan zonryke, schoone zo
merdagen en -avonden schenkt. En
daarna, dan nadert met rassche
schreden wederom het koelere, straks
het koude jaargetijde. Wat dat ons
brengen mag?
Ook in gansch anderen zin rijst nu
deze vraag in ons op. Wat zal de
herfst, wat zal de winter van dit jaar
ons brengen, dit jaar, dat bij zijn aan
vang de wereld te midden van een
alles vernielenden, alles verterenden
reusachtigen volkeren-oorlog gewikkeld
vond.
Een krijg, zoo geweldig van om
vang, dat niemand het voor mogelijk
gehouden zou hebben, indien de rauwe
werkelijkheid ons hem niet dag aan
dag voor oogen stelteen krijg, die,
schier een geheel werelddeel omvat
tend, zoowel de oorlogvoerende, als
de onzijdig gebleven partyen een last
op de schouders legde, als nimmer te
voren deze opgelegd geweest iseen
krijg, die, afgescheiden van de ontel
bare verliezen aan menschenlevens, op
een economische uitputting aanstuurt,
zoo geweldig als de geschiedenis niet
aan te wijzen heeft.
Van dag tot dag, van uur tot uur,
worden millioenen aan sommen gelds
in dien afgrond van wereldwee ge
stort bedragen, zoo ontzettend groot,
dat er, in tijd van vrede, alle armen
en zieken over de geheele wereld
door geholpen zouden kunnen worden.
Welke schoone volks-sanatoria zouden
er niet kunnen ingericht worden tot
heil der lijdende menschheid, met de
millioenen, die één uur oorlog thans
verslindt. En hoeveel uren duurt deze
razernij niet reeds, en hoeveld uren
zal zij nog duren Elke dag verslindt
een deel van het tegenwoordig en van
het toekomstig geluk der menschelijke
samenleving; elke dag van wereldkrijg
ziet de menschheid armer worden aan
economischen welstand. Wat moet daar
van het einde zijn
Straks, als deze korte zomervreugde
gedaan zal zijn, als het blijde kleu
renspel der natuur vergaan is, als
koude en droefgeestigheid zich meester
maken van al wat daar onder den
wijden hemel leeft, dan zal, zoo er
geen wijziging in het oorlogsbeloop
komt, het rampzalig lot, der wereld
bijna een vol jaar reeds beschoren,
nog zwaarder drukken gaan op de
twee snoeperige kuiltjes in de wangen
vormde.
Wel, Nelly! riep zij uit, hoe heerlijk,
dat ik je juist ontmoet! En jij, Army,
vroeg zij schalks en zonder een zweem van
verlegenheid, ga je nu al weer heen zonder
een enkele maal zelfs bij ons op den molen
te zijn gekomen?
De jonge officier bloosde he 'ig, toen hij
de hand vatte die zij in kinderlijke ver
trouwelijkheid toestak. Hij had nog niet
genoeg in de wereld verkeerd om snel een
uitvlucht te kunnen vinden.
Army moest onverwacht vertrekken,
antwoordde Nelly voor hem. Anders
Zij bleef steken, want het was haar on
mogelijk haar vriendinnetje te misleiden.
Zij had wel willen schreien van schaamte
en keek haar broeder aan, alsof zij van hem
hulp verwachtte.
Maar het jonge meisje was door deze
weinige woorden reeds geheel tevreden ge
steld.
Die goede Army? Ik verdacht je reeds,
dat je onwillig waart, om naar den molen
te komen. Ik was juist op weg naar Nelly
de kuiltjes verschenen weer op de lachende
wangen om te vragen of bet waar is,
wat tante Mie beweert, namelijk dat je
trotsch geworden bent. Maar nu kan ik
haar eens danig uitlachen, wat Je zoudt
vandaag of morgen toch gekomen zijn, be
sloot zij trouwhartig.
In gedachten verdiept, zag hij haar lief
tallige gestalte aan.
Wat ben je groot geworden! was het
eenige, dat hij zeide.
Inderdaad was zij bijna even zoo groot
als hijzelf. Zij zag er ook lief uit in haar
blauw fluweelen, met bond omzoomd lijfje!
Ga je met de post van vijf uur weg?
vroeg zijverlegen wordend onder zijne
bewonderende blikken. Dan moet jij je
haasten, ArmyHet doet mij genoegen, dat
volkeren van Europa en daarbuiten.
Is het te verwonderen, dat zoovelen
met dit vooruitzicht voor oogen, zich
mistroostig gevoelen en somber gestemd
zijn? Moeten, vraagt men zich af, dan
by het vele leed, dat over de wereld
uitgestort werd, zich nog meerdere
rampen, nog grooter uitputting voegen,
die, hoe snel ook het herstellingspro
ces na het einde van den krijg ook
moge werken, toch tientallen van ja
ren zullen blijven nawerken, en hon
derdtallen van jaren in herinnering
zullen blijven voortleven f
Laat ons echter niet al te zeer aan
zulke droefgeestige overpeinzingen ge
hoor gevenwij toch, hier in ons
vaderland, hebben niet weinig redeneD
om dankbaar te erkennen, dat het lot,
hoezeer het in vele opzichten ook ons
ernstig trof, toch nog in meerdere
opzichten ons van zooveel erger leed
verschoonde, tot heden. Dit in
dachtig neme een ieder onzer deel aan
het zomerfeest, gelijk het zich in deze
weken aan ons vertoont. Wij moeten,
in welke positie wij ook geplaatst zijn,
kracht verzamelen en behouden om in
de komende tijden, die ongetwijfeld
gepaard zullen gaan met moeilijkheden
van allerlei aard, het hoofd te kunnen
bieden, want de groote maatschappij
maakt op staatkundig en volkenrech
telijk gebied een crisis door, als nog
nimmer plaats had 'ook wij, al blij
ven wij hopelijk ten slotte buiten den
krijg van wapenen, zullen die crisis
moeten medemaken, en zullen moeten
trachten er ons zoo goed mogelijk
doorheen te slaan. Doch daarvoor
wordt op ons allen tezaam en op elk
onzer afzonderlijk een plicht gelegd,
waaraan niemand zich onttrekken mag
wien normale krachten van geest en
lichaam geschonken zijn. Die geestes-
en lichaamskrachten hebben op gezette
tijden ontspanning en verpoozing van
noode, gelijk de altoos rijke natuur er
ons in eindelooze verscheidenheid aan
biedt.
Thans tooide zij zich in haar
schoonste zomergewaadlaat daarom
het zomerfeest ons allen tot opbeuring
van gedruktheid, tot gepaste verpoo
zing en tot verheuging van geest en
hart mogen dienen.
Yl. Ct.
Buitenland.
Binnenkort zal de Deensche regee
ring den uitvoer van kaas verbieden,
teneinde de onbemiddelde bevolking
in staat te stellen dit voedingsmiddel
tot voor haar bereikbare prijzen te
krijgen. Aan «Ie kaasfabrikanten zal
evenwel toegestaan worden 25 procent
van hun product uit te voeren.
Het Petersburg3che Telegraafagent-
schap meldt, dat de oogst in het mid
den, noorden en oosten van Rusland
en in Siberie overvloedig is. Alleen in
het westen is de opbrengst matig.
De welvaart der bevolking is tijdens
den oorlog toegenomen en de regeering
zal gemakkelijk in staat zijn de op
brengst van het alcohol-monopolie te
vervangen. Indien zij een nieuwe bin
nenlandsche leening uitgeeft, zal die
zeker slagen.
De schrijver van het bekende boek
„Ik beschuldig", welk boek zooveel
opgang heeft gemaakt en waarin de
schrijver de schuld van den oorlog
aan Duitschland en Oostenrijk wijt,
wat hij met tal Van officieele docu
menten aantoont, is werkelijk gebleken
een Duitscher te zijn. Het is nl. de
oud-consul generaal van Duitschland in
Zwitserland.
De Badische „Staatszeitung" meldt,
dat het tooneel van de op de verschil
lende oorlogstooneelen gevangen ge
nomen Russen volgens de berekenin
gen opgemaakt na het Duitsche amb
telijke bericht van Zaterdag, meer dan
anderhalf millioen man bedraagt.
De Correspondenz Norden meldt dat
te Brussel tallooze geheime stukken
zijn gevonden, van de Belgische ge
zanten in Berlijn, Londen en Parijs,
gericht aan den Belgischen minister
van Buitenlandsche zaken. Deze stuk
ken loopen over de jaren 19051914
en geven aldus het Duitsche bureau
een duidelijk beeld van de diplo
matieke voorgeschiedenis van den oor
log en de intriges der entente, in het
bijzonder van Engeland tegen Duitsch
land.
De Nordd. Allg. Ztg. zal heden een
begin maken met de publicatie van
circa 100 dezer geheime stukken.
Zeer kenschetsend voor de verrich
tingen van de Duitsche vloot en de
vloten der bondgenoten, zoo wordt uit
St. Petersburg geseind, zijn de volgen
de bijzonderheden over de door haar
verkregen onmiddellijke resultaten.
ik je toch nog in je officiersuniform gezien
heb.
Zij stak hem nogmaals de hand toe en
weder omvatte hij die met de zijne. Thans
lachte hij ook, de herinneringen aan zijne
kinderjaren doemden weder bij hem op.
Het laatste tikje, Armyriep zij
eensklaps uit en ze sloeg hem even licht
op den schouder. Toen snelde zij ijlings
heen.
Een oogenblik aarzelde Army, als wilde
hij, zooals voorheen, haar achtervolgen om
haar „het laatste tikje" terug te geven.
Wat hadden zij elkaar daar altijd mede ge
plaagd
Hij trok echter zijn manteljas dichter om
de schouders, knikte nog eenmaal terug en
ging zijns weegs.
Hij keek niet om naar de beide meisjes,
die gearmd hem nazagen. Hij had immers
zulk een haast!
En onder den ouden, besneeuwden lin-
denboom, werden een paar zachte blauwe
oogen vochtig door opwellende tranen en
een stem, waaruit eensklaps alle dartelheid
geweken was, fluisterde zachtensVaarwel I
Ook Nelly weende en toen beide meisjes
elkander verlieten, meende Liesje te be-
bespeuren, dat de kleine hand van haar
vriendin de hare niet kon loslaten en treurig,
bijna onhoorbaar fluisterden beiden, toen
zij van elkander scheidden: Goeden nacht!
III.
De lompenmolen, zooals de papierfabriek,
die door waterkracht gedreven werd, sinds
onheuglijke jaren genoemd werd, lag be
koorlijk tusschen hooge boomen aan de
ruischende, kleine beek. Het statige woon
huis, met den vergulden weerhaan op het
spitse leien dak, dagteekende uit de eerste
helft der vorige eeuw en had geheel het
karakter van dien tijd bewaard. Tegen het
oude balkon kon men het opschrift lezen,
dat dit huisje was „ter eere Gods gebouwd
door Johan Frederik Erving en zijn vrouw
Ernestine, geboren Eisenhardt. Anno 1741."
De kleine ruitjes waren nog van dezelfde
afmeting als ten tijde van den stichter en
de groote tuin, wiens vruchtboomen wijd
en zijd beroemd wa-en, was in al die jaren
bijna niets veranderd.
Deze tuin stond onder de bizondere hoede
van tante Mie. Wie had zich ook den lom
penmolen kunnen voorstellen zonder haar
Zoodra men het molenpad afkwam, zag
men de oude vrouw reeds zitten en voor
men aan de huisdeur was gekomen, was
het vlugge oudje den bezoeker reeds tege
moet gesneld om hem hartelijk welkom te
heeten.
i Zij woonde reeds van haar tiende jaar
op den molen. Bij haar komst was zij een
wees en de grootvader van den tegen woor-
l digen eigenaar had het vriendelijke kind
tot zich genomen. Zoo was zij het speel
makkertje zijner twee kinderen geworden.
Door trouw en verknochtheid had zij deze
weldaad beloond, in lief en leed de familie
ter zijde gestaan. Zoo werd zij allengs een
geliefd lid van het gezin en allen onont
beerlijk.
De Ervings hadden zich steeds door hun
weldadigheidszin onderscheiden, bij hen
mocht de rechterhand nimmer weten wat
de linker deed en de Heer had hen daar-
voor gezegend, zooals tante Mie zoo dikwijls
zeide. Immers, zij waren de rijksten, wijd
en zijd, uit den ganschen omtrek.
Op nog een andere beroemdheid kon zich
de molen beroepen, namelijk op de bijna
spreekwoordelijk geworden schoonheid der
vrouwen en meisjes. „Zoo mooi, alsof zij
van den molen afstamt," was het fraaiste
compliment, waarmede men op het dorp
de meisjes kon vleien. De blauwe oogen
der molenaarskinderen hadden reeds menig
jonkman in lichterlaaie gezet.
Sedert het begin van den ooriog
met Turkije heeft de Russische vloot
in de Zwarte Zee in den grond ge
boord 47 Turksche stoomschepen, 2
sleepbooten en ongeveer 500 zeilsche
pen, alles zeer ten nadeele van het
Turksche leger. Men herinnere zich
ook, dat een Engelsche duikboot, wier
commandant de orde van St. George
heeft ontvangen, in de Noordzee en in
de Oostzee 8 Duitsche oorlogsschepen
heeft getorpedeerd. De Duitsche vloot
kan zich slechts beroemen op daden
van duikbooten, welke voornamelijk
gericht zijn tegen vracht- en passa
giersschepen der onzijdigen.
Het Belgische leger bereidt systema
tisch een winterveldtocht voor. De
loopgraven en observatieposten worden
naar de eischen van den winter be
woonbaar ingericht. Voor September
worden 27.000 man versterking, n.l. de
lichting van dit jaar, welke in ver
schillende Fransche steden geoefend
wordt, verwacht.
Wij lezen in de N. R. Ct. dat een
Duitsche duikboot den 20sten dezer
's ochtends om 11 uur ongeveer 180
zeemijlen ten oosten van de Firth of
Forth een stoomschip van pl.m. 800
ton, dat de Deensche vlag voerde, aan
gehouden heeft. Dat stoomschip open
de plotseling het vuur uit twee ka
nonnen het vuur op de duikboot,
streek na bet eerste salvo de Deensche
vlag, voer zonder vlag verder en
heesch eerst na het vijfde of zesde
salvo de Engelsche oorlogsvlag. Het is
aan een gelukkig toeval te danken dat
de duikboot aan den arglistigen aanval
niet ten offer is gevallen.
Het Russische leger krijgt de laatste
dagen geducht slaag. Het is een heele
reeks van nederlagen welke thans te
melden zijn.
Een nederlaag bij Schawll in Koer
land de Narewlinie door de Duitschers
geforceerd en de beide aan de rivier
gelegen vestingen Ostrolenka en Pul-
tush gevallenhet leger voor War
schau op een oppervlakte van steeds
kleiner omvang samengedrongende
Zuidelijke Weichselvesting Iwangorod
van haar communicatie met Warschau
afgesneden tusschen Weichsel en Boeg
een schijnbaar hopelooze sirijd tegen
de legers van Von Mackensen en Voa
Woyrsch.
Ziedaar in het kort geschetst den
voor de Russen hoogst bedenkelijken
toestand. Er is alle reden om te ver
wachten, dat een ontzaglijke veldslag
aanstaande is. Want een algemeene
Ook was de oude molen altijd vermaard
geweest wegens de gastvrijheid, die den
bezoeker daar wachtte. In welk j iargetijde
ook, steeds kon men verzekerd zijn van een
hartelijk onthaal en bij de feesten, waartoe
het landleven zoo velerlei gelegenheid aan
biedt, weerklonken de oude wanden steeds
van de vroolijkheid en levenslust der be
woners en hunne gasten.
Hunne verhouding tot de familie Deren-
berg was steeds zeer vriendschappelijk ge
weest. Wederzij dsche hoogachting sproot uit
de degelijke karakters der beide buren voort
en wanneer de toenmalige landheer langs
de molenbeek reed en de toenmalige mo
lenaar onder den lindenboom zat met zijn
vrouw, gaf deze ontmoeting steeds aanlei
ding tot een vriendelijk burenpraatje. Ook
in den nood reikte men elkander trouw de
hand en in de bange oorlogsjaren van 1807
tot 1813 konden geen bloedverwanten el
kander meer steunen, dan de trotsche De-
renbergs en de Eivings van den lompen
molen.
Toen tante Mie in huis kwam en nog
de kleine Marietje heette, verheugde de
molenaar zich in het bezit van twee kin
deren, een meisje, even oud als zij, en een
jongen, die vier jaar ouder was. Zij groeide
met hen op en ofschoon de molenaarsvrouw
er op gesteld was, dat het weesmeisje uit
j het arme dagloonershuisje in haar eigen
l stand bleef en niet mocht uit het oog ver
liezen, dat zij later in dit huis als meid
I zou dienen, kon en wilde zij het zelfs niet
verhinderen, dat de drie kinderen samen
1 speelden en er tusschen de twee meisjes
een innige vriendschap ontstond, die met
de jaren steeds hechter werd.
De knaap onderhield een trouwe kame
raadschap met de zonen van den baron,
en barones Deren berg hield zóó veel van
blonden krullebol, dat zij diens ouders
wist over te halen, hem aan het onderricht
WWIBL4»
Vertaald, door B.