Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Boraraelerwaard t HESJE 1 OEN LOMPENMOLEN, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3489. Woensdag 11 Augustus FEUILLETON. 1913. XQOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en Z A PEED AG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nnmmers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Reeds -een vol jaar woedt de we- reldkrijg thans rondom onze grenzen en meer dan eens is de kans, dat hij ook over onze grenspalen zou komen, zeer groot geweest. Wij behoeven waarlijk niet te herinneren aan die uren van ontzettende spanning en angstige verwachtingen, waarvan de maand Augustus van verleden jaar getuige was, om het besef te verle vendigen, welke gevaren sedert den aanvang van het reusachtige conflict ook voor ons gedreigd hebben? Die gevaren, zij waren van tweeër lei gedaante, schoon van denzelfden aard schending onzer neutraliteit, het zy v m den kant van Duitschland, het zij dien van Engeland. Al aanstonds bood de eigenaardige en van het overige land eenigertnate afgezonderde ligging van Zuid-Lim burg een ernstig gevaar, doordien bij het binnenrukken van de ontzaggelijke hoeveelheden Duitsche troepen in Bel gisch grondgebied, de doorgang bij Visé en Luik te eng zou blijken en Nederlandsch grondgebied door de Duitsche troepenmacht op haar door tocht naar het vijandelijk land zou moeten worden betreden. Het is niet geschied, en wel om verschillende redenen, waarvan wel deze als de voornaamste mogen gel den, eensdeels dat Duitschland het be oogde doel zonder ons grondgebied te betreden bereiken kon, anderdeels dat zulk een schending onzer neutraliteit, door ons met geweld van wapenen zou gekeerd worden. Een ander, en niet minder ernstig gevaar, dreigde van den kant van Engeland, zoodra dit land, verleden week is het juist een jaar geleden, daadwerkelijk deelnam aan den wereld- krijg- Immers, het bedreigde Belgie te hulp te komen, zou voornamelijk heb ben moeten geschieden door Antwer pen te helpen versterken, hetgeen niet anders geschieden kon dan door de Schel- demonding te forceeren. Dat dit aan vankelijk ook in de bedoeling der En- gelsche regeering gelegen heeft, is vooral in den laatsten tijd meer en meer duidelijk geworden en ook, al 6) Hij heeft geen gelukkig leven met zijn vrouw geleid, niet waar? vroeg de predikantsvrouw. O, mevrouw, waar de oude barones haar voet zet, treedt het ongeluk met haar binnen. Niet alleen heeft zij haar eigen fa milie ten gronde gericht, ook anderen heeft zij smart en kommer berokkend. Ja, die moet raar hebben huisgehou den 1 bevestigde de geestelijke. Men hoort er de dorpelingen nog dikwijls over spreken. Onze familie kan er ook een woordje over meepraten, is het zoo niet, tante Mie vroeg de gastvrouw. Dat is den goeden God bekend, zeide de oude vrouw. Wat heeft zij veel tranen doen storten! Maar de Heer heeft ze allen geteld! voegde zij erbij, terwijl zij opstond en de kamer verliet. Het kon geen kwaad, dacht zij bij zich- zelve, terwijl zij haar eigen vertrekje bin nentrad, als ik Liesje eens die geschiedenis verhaalde, dan zou'haar misschien een licht opgaan en zij de lieden van het kasteel naar hun echte waarde schatten. Toen nam zij een sleutel van den wand, ging met onhoorbare schreden de trap op en opende de deur, die toegang verschafte tot de kamer van de nog altijd betreurde Li set te. Het kleine vertrek was nog in denzelfden toestand gebleven, als op het oogenblik, toen de jonge bewoonster van al het aardsche afscheid had genomen. Onder den spiegel zal wellicht nimmer het licht der open baarheid ten volle schijnen op de on derhandelingen te dien einde tusschen de kabinetten te 's Gravenhage en te Londen gevoerd, vast staat, dat onze regeering krachtig weerstand geboden heeft aan de desbetreffende vertoogen, die tot haar gericht zijn, in den eer sten tijd van den krijg van Engelschen kant. Doch ook daarbij, evenals kort te voren bij den dreigenden toestand op onze zuid-oostelijke grens, heeft de besliste wil van Nederland om elke poging tot schending zijner neutraliteit met de wapenen in de hand, af te slaan, de overhand gekregen. Engeland heeft, ongetwijfeld in weerwil van zijn ernstige verlangens, af moeten zien van zijn aanvankelijk voornemen. Ook hierbij heeft, in niet geringe mate de omstandigheid gegolden, dat de Schel- demonding geacht werd door een sterke Nederlandsche weerkracht versterkt te zijn. Wij brengen beide feiten slechts in herinnering om te doen uitkomen, hoezeer in een toestand als waarin de naties zich nu bevinden, voor alles vertrouwd moet kunnen worden op eigen kracht. In den loop der twaalf oorlogsmaan den zijn er weliswaar nog wel meer dere oogenblikken van groote span ning geweest, doch deze toonen naar hun aard geen afwijking van de beide genoemde spanningsperioden, en wij behoeven deze dus niet afzonderlijk te bespreken. Uit alles blijkt toch, dat zeer zeker de bepaalde opzet om onze neutraliteit te minachten noch bij Duitschland, noch bij Engeland voor gezeten heeft; nochthans is er geen reden om aan te nemen, dat zij voor zulk een schending teruggedeinsd zouden zijn, waren zij daartoe door „oorlogsnoodzaak" aangewezen. Echter dan zou daarmede ook noodzakelijker wijze de eene partij, aan de andere een bondgenoot en tevens zich zelf een vijand meer hebben verschaften blijk baar heeft men, waar de krachten van beide partijen zoo zeer, blijkens de feiten, tegen elkander opwegen, zulks niet aangedurfd, want indien wel, een schijnreden om ons te nopen het oorlogspad te betreden zou gauw ge noeg te vinden geweest zijn, en het woord „oorlogsnoodzaak" is zeer rek baar en voor vele omstandigheden een pasklaar te maken begrip. Dat heeft hing een krans van verwelkte blauwe bloe men, die zeer afstak bij den geurigen, fris- schen vlierruiker in den ouderwetschen, ge, slepen vaas op de commode. Ieder jaar wanneer de vlier bloeide, zette tante Mie dit bewijs van onvergankelijke liefde hier neder; de vroegere bewoonster had die blauwe bloempjes altijd zoo liefgehad en steeds wekte die tijd van het jaar een zo et- weemoedige herinnering bij die trouwe Ma rie op. Zco zat zij ook dezen avond weder in het kamertje harer ontslapen lievelinge en dacht aan het schoone meisje met haar slanke gestalte en lieftallige oogen, hoe zij urenlang smachtend naar den zuidelijken toren van het slot kon staren. „Hij komt, Marie, hij komt ik heb het licht ge zien," had zij dikwijls uitgeroepen en daar bij in zalige verrukking de handen ineenge slagen. Daarop was zij naar beneden ge gaan, en in het donkere priëel, met serin gen begroeid, had een gelukkig minnend paar gezeten in alle eer en deugd. En toen Toen lag zij op dit bed, de jonge, schoone maagd, gebroken onder den last der smarte, met matte wangen en de blauwe oogen gloeiende van koortsige hitte. Was het niet voldoende éénmaal zulk lijden te hebben moeten aanschouwen Genadige God, behoedt mijn lieveling, mijn Liesje! bad zij. Eensklaps vatten een paar kleine meisjes handen de hare, een zachte wang vleidde zich tegen haar gelaat en een lieflijke stem vroeg: Waarom weent ge, tante Mie? Zijt ge nog altijd boos op mij? De oude vrouw antwoordde niet terstond, het was haar, alsof een hemelsche verschij ning zich voor haar oogen openbaarde. Na eenige oogenblikken vroeg zijWat kom je hier doen, Liesje? de wereldkrijg al bij zijn aanvang be wezen. Uit al hetgeen hierboven op den voorgrond is gesteld, valt duidelijk deze conclusie te trekken, dat zoowel Duitschland als Engeland meer baat voor zich hebben meenen te vinden bij onze neutraliteit, dan bij ons mee doen aan de zijde van hun vijand. En dat zij derhalve beide prijs hebben gesteld op onze neutraliteit. Deze con clusie wordt, behalve door de feiten, nog bovendien in den loop van deze dagen bevestigd door verschillende uitlatingen in regeeringskringen van beide landen. Blijkens deze uitlatingen namelijk, stelt men van Engelsche zijde op onze neutraliteit grooten prijs, omdat de regeering te Londen weet, dat wij ge reed zijn, om zoo noodig, een schen ding onzer onzijdigheid van den kant van Engelands vijanden, met kracht van wapenen af te slaan van Duit sche zijde ziet men in een gewapend neutraal Nederland, dat krachtig zijn neutraliteit te verdedigen weet, een veilige flankbedekking" tegen Enge land en derhalve een bolwerk voor Duitschland. Zoo is de toestand gedurende den loop van dit eerste oorlogsjaar ge weest, en zoo is hij op dit oogenblik nog. Echter heeft ook datzelfde oor logsjaar ons geleerd, dat er niets zoo onberekenbaar, niets zoo onbestendig is, als juist dat, waarop men meende te hebben kunnen staat maken. En al zouden wij op dit oogenblik, geen enkele reden hebben voor een veran dering in den staat van zaken, gelijk deze nu is, te moeten vreezen, zeker heid dat deze tot het einde van den krijg, in welk een ver verschiet ligt dit nog, zal bestendigd blijven, kan niemand ons geven. Daar is, na al dien tijd van span ning en ongewisheid thans gelukkig een meer optimistische stemming te onzent doorgebroken echter, waar deze gelijk in den laatsten tijd blijk baar het geval is, bij velen tot een zekere luchthartigheid overgaat, moet op het afkeurenswaardige daarvan nadrukkelijk gewezen worden. Toen men in den aanvang van den oorlog ook hier bevreesd was in dien afgrij selijken maalstroom te worden mede- gesleurd, ontwaakte in ons land een nationaal besef en een gevoel van Ik zocht u beneden in uwe kamer, tante. Zij spreken in het woonvertrek zoo veel van een zekeren baron Frits en tante Lisette, dat ik u eens wilde vragen mij iets van hen te vertellen. Dan kom je juist op een geschikt oogenblik. Niemand kent die treurige ge schiedenis zoo goed als ik en ik acht thans juist de tijd gekomen, er jou mede bekend te maken. Ga zitten, kindlief. Het jonge meisje gehoorzaamde. Liesje, begon tante aarzelend, ik ge loof, dat het beter is je omgang met Nelly een weinig te verminderen doch niet zoo opeens, voegde zij er vergoelijkend bij, toen zij bemerkte, dat Liesje haar met de grootste verbazing aanzag, later, als Army weer hier is met zijn nicht. Zie je ..het is niet ik denk ik Zij stamelde en zweeg. Laat dat nu maar rusten, tante, ver tel mij liever van Lisette, vleide het jonge meisje, bevreesd dat tante Mie het oude thema weder wilde aanroeren. Wat ik van Lisette wilde vertellen, brak tante eensklaps met heftigheid los, dat zal ik zeggen. Ik zeg, dat zij het liefste schepsel op Gods aardbodem was en dat zij moest sterven alleen omdat omdat Hoort mij aan, Liesje, wan neer ooit iemand iets ten nadeele van haar zegt, spreek het dan tegen, verdedig haar nagedachtenis. Nooit heeft er reiner hart geleefd, doch ook nimmer werd een hart zoo schandelijk gebroken. De klank harer woorden verried zulk een hartstochtelijke ontroering, dat Liesje het niet waagde haar naar de beteekenis ervan te vragen. Ga niet meer naar het slot, Liesje, ging de oude vrouw voort, haar met ver voering de beide handen drukkende. Ik kan je niet alles zeggen, wat geschied is, de woorden kunnen mij niet over de lippen eenheid, dat weldadig aandeed. Alle kleine en eigen belangen sche nen plaats te hebben gemaakt voor dat eene groote belang, dat ons allen geboeid hield. Thans wil het ons voorkomen alsof de kleine belangen weer meer en meer op den voorgrond treden en afbreuk dreigen te gaan doen aan dat, wat wij nog immer als het hoogste moeten beschouwen een krachtig willend volk van weerbare mannen. Het is immers waarlijk nog de tijd niet, om te gaan meenen, dat een sterke weermacht niet langer het levensbelang van ons land uitmaakt. Dat men dit toch bedenke Wij zagen hierboven hoe de twee groote rijken, die mogelijkerwijze ge acht kunnen worden onder gegeven omstandigheden onze neutraliteit in gevaar te brengen, beiden duidelijk blijk gegeven hebben rekening te houden met de vaardigheid, waarmede wij in staat zijn de handhaving dier onzijdigheid kracht bij te zetten. Daar om niet een neutraliteit zonder meer, maar een gewapende neutraliteit, ge steund door de kracht onzer weer macht is en moet zijn in het tijdsbe stek dezer wereldvervorming onze stut en toeverlaat. V. Ct. ■Buitenland. De Parijsche bladen bevatten een telegram uit Boekarest, meldende dat het Roemeensche kabinet den 4en Augustus een nieuw crediet van 100 millioen francs voor oorlogsdoeleinden heeft goedgekeurd. Volgens een veldpostbrief aan de „Weensche Rijkspost* is het geschut vuur op het Isonzofront zoo sterk, dat op een drie kilometer langen bergrug langs de Isonzo dagelijks 20 000 pro jectielen en op een 500 meter lange stelling, 70 schoten per minuut geteld werden. In 15 gelederen achter elkaar deden daarop de Italianen een storm aanval. Ondanks de ontzettende ver liezen herhaalden zij den stormloop 15 maal. Op den 20en Juli hadden zij de voorste posities veroverd en gene raal Cadorna berichtte aan den koning de overwinning. Toen kwamen echter de Dalmatiers te voorschijn en wier pen in een handgemeen van drie uren de Italianen tot over de oorspronke lijke stelling terug. Bij den laatsten komen, eerst later zal je het vernemen, doch geloof mij, er komt ongeluk van. De oude barones die Staat dat alles in verband met Li- sette's geschiedenis? vroeg het jonge meisje. Zeg het mij, tante, toe Ik zeg j a noch neen, kind, maar dat zeg ik: het einde is nog niet gekomen, en al ging het haar nog slechter op de wereld, al stond zij als een bedelares bij ons voor de deur, ik zou haar wegjagen en haar laten voorbij trekken, want, waar zij binnentreedt, sluipt ook de vloek in bet huis, tot in alle eeuwigheid. Maar dan zou ik het haar toch in het aangezicht slingeren, dat zij een Tanteriep LieBje met een angstkreet uit. Het is goed, fluisterde tante Mie. Ik zal niets meer zeggen. Maar jij moogtniet zoo ongelukkig worden als Lisette. Ik zou het niet voor de tweede maal kunnen over leven, als ach, mijn kind, ik wilde je niet bedroeven, doch slechts waarschuwen. Zij drukte het snikkende meisje aan haar hart en vervolgde Je behoeft geen afstand te doen van je vriendin, maar als men jong is, dan komen er altijd dwaze gedschten bij iemand op Liesje, mijn kind, je bent toch ten volle overtuigd dat ik het goed met je meen Ja, tante, dat ben ik, maar Zij zweeg, het was haar zoo droevig om het hart, zoo wee, als nooit te voren. Eensklaps klonk de welluidende stem van de domineesvrouw tot hen door, zij zong een oud, eenvoudig lied en toen zij dit geëindigd had, vroeg zij, waar Liesje toch was, opdat ook deze iets zou zingen. Doch Liesje zat nog steeds boven bij tante Mie en toen zij naar het gezang van beneden luisterde, begon zij te weenen, zonder te weten om welke reden. Het was stormloop op 29 Jmli, geraakten zij in een zoo verschrikkelijk vuur, dat veor onze versperringen bergen lijken bleven liggen. De Dalmatiers hadden het acht dagen uitgehouden, zonder ook maar éénmaal te zijn afgelost. Bij Naryn in Siberië is sedert twee maanden het zonlicht niet meer te zien, daar de hemel verduisterd wordt door reusachtige rookkolommen die 60 K.M. verder uit brandende bosschen opstij gen. Meer dan 1600 vierkante kilometer staan daar reeds sedert twee maanden in brand. Men heeft geen pogingen tot blusschen gedaan, daar de brand wel vanzelf uit zal gaan, wanneer de ri vieren worden bereikt. In de Westminster Gazette lezen wij in verband met den terugtocht der Russen: Het eerste oorlogsjaar eindigt met een succes der Duitsche en Oos- tenrijksche legers, waarvan de volle beteekenis nog niet kan worden over zien, daar zij afhangt van de vraag of de Russen met hun geheele leger in goede orde kunnen aftrekken. De toe stand is ongetwijfeld kritiek en eischt van de geallieerden de grootst moge lijke inspanning. De Oostenrijksche bladen zeggen: De val van Warschau en Iwangorod bekroont het geniale krijgsplan en le vert 't overtuigend bewijs van den treu- rigen toestand van het Russische leger. Het verlies van Warschau beteekent een moreele nederlaag, want thans is de beroemde, oude hoofdstad van het koninkrijk Polen gevallen. Misschien zal het bezette Warschau de deur voor den zoozeer verlangden vrede zijn. Het eenige versterkte punt langs den Weicbsel, dat na de ontruiming van Warschau nog in het bezit is van de Russen, is de vesting Nowo Georgiewsk, welke, naar de „Rjetsj" uit militaire kringen verneemt, de vijand met be langrijke troepenmachten poogt in te sluiten. Het succes van den vijand is even min te ontkennen als het feit, dat het Duitsche leger geheel en al in zijn plan van uitvoering n.l. de insluiting van het Russische loger is te kort gescho ten. Hoewel de terugtocht te betreuren is, heeft hij toch, in tegenstelling met hetgeen men in Duitschland verwacht te, geen ontsteltenis in de openbare meening teweeggebracht. haar, alsof een nevel haar blikken ver duisterde, waarin de gouden jeugd verzonk met haar vroolijk spel, met haar zonne schijn en levenslust, twee lachende kinder gezichtjes verdwenen meer en meer, de nevel werd dichter en dichter en pakte zich ten slotte samen tot een hoogen muur en daarvoor stond de trotsche, schoone burchtvrouwe uit de familiezaal van daar boven, met de wonderbaarlijke zwarte oogen en het blauwe kleed, en deze wees haar met een afwerend gebaar terug: Wat wil i je hier? Jij behoort niet bij ons! Jij bent Liesje van den Lompenmolen, keer terug, anders wacht je de doodDenk aan het lot van Lisette, de schoone Lisette, en Toen sprong zij haastig op en vluchtte naar haar eigen kamer en weende daar in diepe smart, om iets, dat zij nog nimmer in zijn vollen omgang had begrepen, doch dat thans verdwenen was en een ledige plek achterliet, die haar het leven zoo treu rig, zoo verlaten deed voorkomen. Tante Mie stond aan de deur en luister de naar het snikken, dat uit de kamer harer lieveling tot haar doordrong. Goede God, fluisterde zij, ik heb wel goed gezien, zij heeft hem lief. Ach, dat ik toch te rechter mocht gekomen zijn, om haar te waarschuwen. Het is beter thans te weenen, dan later. Mijn arme Lisette van een eerste liefde afstand te moeten doen Beneden werd de deur achter de ver trekkende bezoekers gesloten en het werd stil in huis. Doch in Liesjes kamertje had het snikken nog niet opgehouden. Eerst laat in den nacht daalde de oude vrouw de trappen af om haar eigen legerstede op te zoeken. Thans slaapt zij, fluisterde zij. God schenke haar een gelukkig ontwaken en nieuwen levensmoed, en steeds veel liefde en zegen... Zij is nog zoo jong, 2öo jong, Vertaald, door B.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1