Uet Land van Heusden «11 Altena, de Langstraat en de ttommeierwaard. HESJE VAN OEN LOMPENMOLEN Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3401Woensdag IS Augustus De Plicht der Erkentelijkheid. FEUILLETON. VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1913. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Toen, nu reeds ruim een jaar ge leden, de wereldvrede zoo fel en zoo plotseling werd verstoord en de bran dende lavastroom van het oorlogsveld ook dreigend op onze grenzen scheen af te komen, toen was het ons leger dat zich in een korte spanne tijds strijdvaardig maakte en binnen enkele dagen gereed bleek, dien gloeienden stroom zoo mogelijk tegen te houden. Het was in die dagen, volgende op de algemeene mobilisatie, waarin zoo menig uur in de grootste spanning werd doorleefd, dat wij allen leerden onze nationale weerbaarheid met heel andere oogen te aanschouwen dan wij in gewone vredestijden plachten te doen. De militiar, de soldatenstand, zij hebben in Nederland nimmer die er kenning, ja eerbied en ontzag onder vonden, als hun in zooveel andere landen ten deel valt. Voor alles is dit toe te schrijven aan onzen diep gevoelden vrijheidszin, die wars van alle belemmering in de noodzakelijke legertucht geen behagen scheppen kan. Noch het militair ver toon, gelijk men in het buitenland vaak aantreft, noch dat scherpe onderscheid van hoog en laag in rang en gezag, hetwelk het kenmerk eener legerfor- matie uitmaakt, vindt te onzent harts tochtelijke bewonderaars. Het geheele dikwijls zoo sterk overdreven militaire prachts- en machtsvertoon van andere Europeesche legers lokt bij den Ne derlander eer verzet vooral met het oog op de reusachtige kosten van dat alles uit, dan dat het hem aan spoort tot navolging. Ja, zoo diep zit, of liever zat, bij velen onzer een be paalden afkeer tegen alle militaire zaken in het bloed, dat zij vaak te ver zijn gegaan in het verwerpen van een instelling, die, de feiten zijn .daar om het te bewijzen, geen enkel land. dat zijn onafhankelijkheid op prijs stelt, kan missen. De loop der gebeurtenissen, sedert de wereldoorlog uitbrak, heeft duide lijker dan wat ook, aan alle te ver gedreven miskenning omtrent de nood zakelijkheid eener sterke nationale weermacht, een einde gemaaktgeen Waarom weende Liesje? herhaalde Nelly. Z9g jij het daD, Army ging zij voort, toen zij bemerkte dat allen zwegen. Die kleine lijkt mij wat prikkelbaar te zijn, antwoordde zijn grootmoeder in zijn plaats. Ik zeide iets in het algemeen, dat zij zich schijnt aangetrokken te hebben. Zoo gaat het altijd met die lui! Zij willen onze gelijken zijn en kunnen het niet ver dragen, als men hen onbewust hun min derheid doet gevoelen. Nelly zweeg. Zij had uit den toon, waar op dat „die lui" was uitgesproken, genoeg begrepen. Waarom wordt grootma toch altijd zoo opgewonden, als zij Liesje ziet? dacht zij bij zichzelve. Inmiddels waren de beide andere dames opgestaan. Nelly nam naast haar nichtje plaats. Hoezeer was deze haar tegengevallen! In plaats van een gezellig logeetje bleek Blar- ka een trotsche jonge dame te zijn, op wier gelaat duidelijk te lezen stand- Bah, wat is het hier vervelend! Grootmama had Nelly verzekerd, dat zij nooit had kunnen denken, dat die rood harige Blanka zoo'n „pikante schoonheid" zou worden! Nelly wist nauwelijks wat dat woord pikant" beteekende, maar dat haar nichtje schoon was, moest zij trots alles bekennen. Army beschouwde zijn nicht met bewon derende blikken. Eindelijk was zij dan in vaderlander, die het hart op de rechte plaats heeft, kan thans nog ontkennen, dat het plicht is, een harde maar noodzakelijke plicht, om mede te wer ken, elk naar de mate zijner vermo gens, aan het weerbaar maken en het weerbaar houden van ons volk, zoolang en zoo goed de omstandigheden zulks voorschrijven. Of dit waarlijk een noodzakelijke plicht is Wij verwijzen naar hetgeen wij te dezer plaatse verleden week schreven over het niet meer twijfelachtig feit, dat zoowel onze uitnemend althans in het algemeen genomen geslaagde mobilisatie in die onvergetelijke eerste Augustusdagen, als de erkenning, dat onze weermacht er een is, waarmede wel degelijk dient rekening gehouden te worden, door weiken vijand ook, op spannende oogenblikken, gelijk wij er meerdere hebben doorgemaakt, den doorslag hebben gegeven om ons niet roekeloos aan te vallen, zoo het maar eenigszins vermijdelijk is. Dat alles nu hebben wij in de eerste plaats te danken aan den geest van vastberadenheid en kalm doorzettings vermogen dier duizenden onzer mede burgers, die, hoe noode desnoods ook, de wapens aangordden, en naar die plaatsen zijn getrokken, waar hun tegenwoordigheid aanstonds en naar het bleek voor een geruimen tijd nood zakelijk was. Aan onze grenzen, in de forten, langs de kusten, in kazernes en kam pementen is door honderdduizenden een weermacht onstaan, die het ons vergunde ruimer adem te halen en ons zelf te mogen blijven.; Zij zijn het geweest die het moge lijk hebben gemaakt, dat wij zijn, die wij zijn en naar wij allen vurig ho pen, zullen mogen blijven. Zeker, daar is een wTaakzame regee ring daar is een, van de ernstige ty- den zich ten volle bewuste volksverte genwoordiging daar is een volk, dat ook, en in niet geringe mate zijn deel aan de wereldramp te torschen heeft, maar voor alles is daar een Neder- landsch leger in volle sterkte onder de wapenen, elk uur van den dag en den nacht, nu reeds volle twaalf maanden, gereed en bereid te zijn het goed recht en erfdeel zijner vaderen aan eiken aanrander met het zwaard in de vuist te betwisten. zijn voorvaderlijk slot! Met welk een ver langen had hij haar komst verbeid, en thans scheen het hem toe, alsof zij als een gevan gen vogeltje weder wilde wegvliegen uit deze eenzaamheid, naar het vroolijke, woe lige leven daarginds! Al zijne voorkomend heid, waarvoor hij zich zooveel opofferin gen had getroost, beloonde zij hem met «en in het oog loopende koelheid. Hoe lichtzinnig was het eigenlijkDe kosten bedroegen meer dan het dubbele van zijn jaarlijksch inkomen. Behangers waren in het slot bezig gewees;, de oude Hendrik had een nieuwe livrei gekregen en er was zelfs tijdelijk een keukenmeid gehuurdDoch als maar eerst de kleine hand voor immer in de zijne rustte 1 Eensklaps hoorde men het geluid van een venster, dat gesloten werd. Hoe dom riep Blanka uit, terwijl zij uit den schommelstoel opsprong! Daar sluit mijn kamenier het venster, ofschoon zij weet, dat ik? de vochtige lucht in mijn oude hooge kamer niet verdragen kan. Ik bid je, Nelly, zeg haar, dat zij de vensters moet openlaten. Gewillig voldeed Nelly aan dit verzoek. Waar zijn toch eigenlijk mijn kamers? vroeg Blanka aan Army. Ik kan in dat doolhof van vensters geen weg vinden. Déür nichtje, op de tweede verdie ping. Je toiletkamer is vlak naast den toren. Zoo, dat is dus die deur, welke zoo geheimzinnig achter een groen behangsel verborgen is. Maar waarom heeft men mij die torenkamer dan niet gegeven Van uit hare vensters zou ik tenminste van het schoone vergezicht kunnen genieten. Dat heb ik ook aan Grootmama voor gesteld, doch uit bijzondere redenen schijnt zij dat niet gaarne te wenschen. Zoo! Spookt het daar misschien? Dat „onze jongens" zich van het ernstige tijdsbestek en van hun plicht ten volle bewust zijn, daaraan valt niet te twijfelen, en wordt dan ook, vooral in het buitenland en daar komt het maar op aan niet ge twijfeld. Men mag er verzekerd van zijn, dat ginds, aan gene zijde van onze gren zen met argusoogen de houding, de stemming, de vaardigheid en de kracht onzer weermacht wordt bespied, en dat in den raad dergenen? die over het lot dier volken medezeggingsschap hebben, nog steeds nauwgezet wordt overwo gen, gepeild en nagegaan, waartoe op een gegeven oogenblik die weermacht van dat volk in de lage landen aan de zee, wel in staat is. Daarom moet in de harten van allen, die om rede nen van overwegenden of toevalligen aard niet persoonlijk hun schouders onder den militairen last gezet hebben, een gevoel van groote erkentelijkheid opwellen voor hen, die nu reeds zoo langen tijd, onverpoosd en onvermin derd, den last der weerbaarheid te dragen hebben. Het komt ons voor, dat zij, die min of meer in hun gewone doen en laten zijn gebleven, ternauwernood kunnen beseffen, hoe groot, hoe veelomvattend en hoe verstrekkend in hun gevolgen, de opofferingen zijn, die door tiendui zenden en tienduizenden onzer mede burgers worden gebracht voor het wel zijn van ons aller land. Immers, hoe velen onder de gemo- biliseerden zijn er, die waarlijk met geen onbezorgdheid hun huis en de hunnen hebben kunnen verlaten; hoe- vele gezinnen moeten het met een schamelen onderstand zien te doen hoevele zijn zelfs aan ontbering, ja armoede overgeleverdhoevele van onze mannen zullen, in de burger maatschappij terugkeerend, daar hun plaats vervuld vinden hoevele zullen hun z iken terugzien zooal niet voor goed verloren, dan toch, waar het oog des meesters ontbrak, schromelijk verwaarloosd of hopeloos geknakt. Is het soms te verwonderen, dat dezulken soms. oogenblikken van bit terheid hebben door te maken, over het lot, dat hen aanwees, waar het zooveel anderen voorbij ging Wie onzer kan dit onbegrijpelijk voorkomen en wie zal het hun ten kwade kunnen duiden, wanneer in den strijd tusschen eigen- en landsbelang, het verstand niet altijd den goeden weg aanwijst, wanneer het gemoed vol is van wrevel of van rouw En dan, hoe lang reeds duurt deze toestand, en hoe lang zal hij nog zoo moeten duren Daarom is het de plicht der erken telijkheid van allen, die thuis en aan hun zaken kunnen blijven, om open lijk te getuigen, hoezeer zij beseffen, welke opofferingen daar ginds onze wakkere mannen zich getroost hebben en getroost blijven ter wille van hen, maar ook van ons hoogste goedte blijven een vrij en vreedzaam Neder land. En laat elk onzer bij zich zelf nagaan, op welke wijze hij zich van dien plicht der erkentelijkheid zal kunnen kwijten, wanneer nu of later zich daartoe de gelegenheid er voor aanbiedt Vl.j Ct. Buitenland. Gedurende de laatste week was-de strategische positie van het Russische leger tusschen de Njemen en de Dwi- na gunstig. De Duitsche troepen, die bliksemsnel het gebied van Poniewice waren binnengedrongen, zijn thans teruggetrokken Te oordeelen naar het aantal gevan genen en achtergelaten oorlogsmate riaal, kan men dezen terugtocht als een overhaaste vlucht beschouwen. De militaire- en ochtendbladen beoordee- len de thans bestaande toestand als gunstig. In haar antwoord op de nota van Oostenrijk-Hongarije zegt de regeering der Vereenigde Staten o.m., dat Oos tenrijk en Duitschland, niettegenstaan de de Zuid-Afrik. Republiek van den overzeeschen handel was afgesloten, aan Engeland, den anderen oorlogvoe rende, honderdduizenden Kilogrammen ontplofbare stoffen, kruit, kogels en wapeus verkocht, terwijl Oostenrijk eveneens, hoewel in geringer hoeveel heid, dergelijk oorlogstuig aan denzelf den kooper heeft geleverd. De nota gaat vergezeld van een staat waarop de verkoopm van Duitschland on Oostenrijk aan Engeland gedurende den Zuid-Afrikaanschen oorlog zijn aangegeven. De nota geeft te kennen, dat indien Duitschland en Oostenrijk hadden ge weigerd wapens enz. aan Engeland te verkoopeu, omdat zulk een verkoop vroeg zij levendig. Tot mijn spijt niet, lachte Army, tenminste voor zoover als ik weet. Of het moest de geest van jonker Von Streitwitz zijn, die uit liefde tot je bekoorlijk even beeld zich dood heeft geschoten. Toe Army, zorg dat ik de torenkamer krijg! vleide zij als een bederven kind. Ik zal het grootmama nog eens vragen, ofschoon zij het mij de eerste maal rond weg weigerde Blanka, giug hij voort, ik vrees, dat jij je hier vreeselijk verveelt. Spreek, wat ik je verzoeken mag, dat woord niet uit. Vertel mij liever wat, tot dat ik mij straks ga verkleeden Maar, maar voor wie moet ik mij hier eigenlijk gaan verkleeden Zeg eens, Army, wie was dat jonge meisje, tegen wie je grootmama, neem mij niet kwalijk zich zoo ver schrikkelijk lomp gedroeg? Mejuffrouw Liesje Erving. Dat weet ik, maar wie is haar vader? Zij sprak van een eigen rijtuig. Haar vader is de rijkste man uit den omtrek, eigenaar van een papierfabriek. Vandaar die toespeling van grootma op de lompenkar. De man bezit onafzienbare bosschen, die aan ons park grenzen, en waarin wij meermalen kunnen wandelen. Maar waarom heeft je grootmama dan zulk een hekel aan dat meisje? Ja, Blanka, wanneer vraagt grootmama nu naar een waarom? Zij had een af keer van Liesje. Trouwens houdt zij zich streng aan het onderscheid van rang en stand en daarin kan ik haar geen ongelijk geven. Jelui schijnt hier nog bekrompen be grippen te hebben O, een brief, viel zij zich zelve in de rede, toen Hendrik haar naderde met een sier lijk couvert, dat hij haar op een presen teer aanbood. Van Leonie 1 liet zij er op volgen. Terwijl zij den brief las, werd haar gelaat doodsbleek en eindelijk kreukelde het pa pier tot een bal samen. Een bewijs, dat de wereld niet zoo denkt als je grootmama! Daar schrijft me Leonie, dat graaf Von Seebach verloofd is met een burgermeisje, de dochter van een opperhoutvester, en dat wel uit liefde hoor je 't Army, uit liefde! I Zij lachte, in haar oogen gloeide een ge- heimzinn g vuur en haar handjes scheurden den brief in duizend snippers. Zoo? Is dat die graaf Von Seebach, met wien je in het afgeloopen seizoen zoo dikwijls gedanst hebt en dte je met bloem- geschenken overlaadde? vroeg hij, Blanka uitvorschend aanziende. Heb ik met hem gedanst Ik herinner het mij nauwelijks, sprak zij minachtend, doch haar neusvleugels trilden en haar ge laat was met een vurige blos overdekt. Een man als Seebach, die steeds snoefde op zijn oudadelijken stamboom, verloofd met een houtvestersdochter, uit liefde Zij schudde het hoofd en van haar lippen klonk een krampachtig, zenuwachtig lachen. Toen stond zij op, om op haar kamer wat rust te nemen. Zij gevoelde zich wat ver moeid van het zitten in de open lucht, zeide zij. j Bij het middagmaal vertoonde zij zich in een schitterend toilet. Voor ieder had zij een vriendelijk lachje en geen spoor was op baar gelaat te ontdekken van den raad- selachtigen toestand, waarin zij eenige uren te voren had verkeerd. i De oude barones zag het jonge paar, dat tegenover had plaats genomen, met een teeder lachje aan. De eetzaal had in langen tijd zulk een vroolijk gekout niet binnen hare wanden vernomen, de parelende wijn blonk weder in de fijn geslepen glazen en de oude Sanna was overgelukkig, toen zij even een blik kon werpen op de schoone feitelijk inbreuk zou maken op den geest van de neutraliteit, de Oosten- rij k-Hongaarscha regeering thans met meer recht van spreken en krachtiger haar tegenwoordige stelling zou kun nen handhaven. Volgens de Köln. Ztg. zou de wijn oogst in Frankrijk, en zelfs in Algiers zoo goed al geheel verwoest zijn door ziekte in den wijnstok. Men zou nu reeds rekenen op een mindere produc tie van 25 tot 30 millioen hectoliter wijn. De van 2 tot 14 Augustus uitgege ven Pruisische verlieslijsten nos. 290 tot en met 301 vermelden de namen van 52,025 gesneuvelden, verwonden en vermisten. Het tot nu toe op de dagelijksche Pruisische ^verlieslijsten vermelde aan tal gesneuvelden, verwonden en ver misten bedraagt 1.700.594 Bovendien zijn er 182 Saksische, 242 Wurtem- bergsche en 211 Beiersche verlieslijs- len uitgegeven, en 48 van de marine. De Washington Post bevat een ver slag van een persgesprek met generaal Von Moltke, plaats-vervangend chef van den Duitschen generalen staf. Op een \raag van den medewerker van het Amerikaansche blad, hoelang de oorlog nog zou duren, antwoordde Moltke aan "deze met nadruk, dat hangt er van af, hoelang gij, Amerika nen, voortgaat oorlogsbehoeften aan onze vijanden te leveren. Moltke gebruikte daarbij het beeld van een strijder, omgeven van op zijn hart mikkende vijanden, die telkens een van hen het wapen ontwringt, waarop dan een zoogenaamd onzijdig toeschouwer van achte$pn opdaagt en den vijand een nieuw wapen in de hand drukt. De Deutsche Tageszeitung zegt, dat Moltke naar het hart der Duitschers heeft gesproken, door de dingen beslist bij hun naam te noemen en dat de Amerikaansche journalist een duidelijk en juist antwoord heeft gekregen, zoo mede een vingerwijzing hoe de vurige wenschen van Amerika naar een spoe dig einde van den .oorlog in vervulling kunnen gaan. De Lokal Anzeiger noemt het ant woord van Moltke een voor Ameri kaansche lezers uitermate leerrijke ver oordeeling der munitieleveranties aan Duitschlands vijanden. jonkviouw, die naast haar jonge meester zat en door wier goud de familie weder in haar ouden luister zou worden hersteld. Had haar de barones niet medegedeeld, waar het eigenlijk om te doen was? Nelly echter maakte een uitzondering op de algemeene vroolijkheid. Haar bevallig mondje, dat anders zoo hartelijk kon lachen, bleef gesloten en met angstige blikken volgde zij iedere beweging van haren broe der, die onuitputtelijk was in beleefdheden jegens zijn bekoorlijk buurmeisje. Voor haar oogen stond nog altijd het bleeke gezichtje harer vriendin. Wat hadden zij Liesje toch gedaan? Neen, zij moest haar eerst bezoe ken en Liesje moest het haar zeggen, wie haar had beleedigd. Het was reeds geheel donker geworden toen Nelly van Ervings woning huiswaarts keerde. Het is niets, Nelly, had Liesje haar herhaaldelijk verzekerd. Het was recht kin derachtig van mij, om over zulk een klei nigheid verstoord te zijn. Kom, ik ga een eind weegs met je mede. En zoo wandelden beiden den weg op naar het kasteel. Het was een snikheete avond, geen windje bewoog zich en aan den horizon werd een donkere wolk zichtbaar. Ik weet niet wat mij scheelt, sprak Liesje, terwijl zij beklemd adem haalde. Het is alsof ik stik. Wat is de lucht van avond zwaar en drukkend! Ik geloof dat tante Mie gelijk had, er broeit een onweder. Mama zeide hetzelfde, bevestigde Nelly. Ik heb mij nog nooit op Pinksteren zoo treurig gevoeld als heden en toch is er niets bijzonders voorgevallen. Als er maar niet iets verschrikkelijks ge-[ beurd, wanneer daar straks het onweder! losbarst Zij waren allengs het park genaderd. Vertaald door B.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1