In het „Berliner Tageblatt" houdt de eewe'.en kapitein ter zee Persius een beschouwing over het halve jaar duik bootoorlog, dat 18 dezer zal zijn ver streken. Velen, zegt hij, zijn over de uit komsten teleurgesteld; men vindt ze zeer bescheiden. Dat komt, omdat men «er te veel van heeft verwaeht. Daaraan heeft de pers schuld. Hij, Persius, heeft tegen te groote verwachtingen genoeg gewaarschuwd. Men moest er geduld mee hebben. Volgens betrouwbare opgave hebben de Duitsche duikbooten tot 25 Juli in den grond geboord 299 Engelsche en '0 andere vijandelijke schepen dat is i 18 Eebruari af 1.5 schip daag3 T genover de 1000 a 1500 Engelsche schepen, die wekelijks Engelsche havens in- en uitloopen, is dat inderdaad niet veel. Maar hoeveel duikbooten zouden er niet noodig zijn om al die Engelsche schepen aan te vallen En volgens de „Nauticus", die op officieele gegevens berust, waren er in Mei 1914 28 gereed. Nu neemt men aan, dat het aars tal sterk is toegenomen. Maar zoo'n duik boot te houwen met zijn uiterst samen gestelde inrichting, gaat maar niet zoo gauw. Ook duurt het lang voor de be manning er volledig in thuis i9. Het duurt heel wat tijd voor een duikboot voor het front klaar is. Vervolgens vergete men niet, dat de Engelschen geleerd hebben. Een groot Engelsch oorlogsschip buiten de veilige havens is een zeldzaamheid. Waagt het zich buitsngaats dan staan aan da ver schansing honderden oogen door verre kijkers de zee naar een periskoop af te zoeken en een zwerm torpedojagers razen om het schip heen de zee af. Engeland heeft ruim 300 torpedojagers en torpedebooten, ruim 100 duikbooten en honderden gewapende visschersvaar- tuigen en andere geleiders van zijn schepen. Een ander gevaar voor duikbooten zijn al de vallen, die men er voor heeft opgesteld, de mijnen, de versperringen, de uitgespannen netteu, enz. Men be denke ook dat de dienst op de duik booten buitengewone inspanning ver- eischt, van geestelijke zoowel als lichame lijke krachten. Men kan de bemanning van die booten om wat ze doen, niet genoeg bewondereu. Men bedenke dan ook, dat er voor den duikbootenoorlog niet alleen voortreffelijk materiaal noo dig is, maar personeel van de bovenste plank. Dit alles inaanmerkiug genomen vindt Persius reden over de uitkomsten van den duikbootoorlog voldaan te zijn. Het aantal duikbooten neemt toe, op den duur zullen zij zich laten gelden. De jongste Duitsche Zeppelin-tocht naar de Britsche kust heeft indeAme- rikaansche pgrs tot bittere besprekin gen aanleiding gegeven. De „World", die niet steeds anti-Duitsch gezind was, merkte sarcastisch op, dat de Duitsche luchtvloot verscheidene millioenen doll, onkosten op de Britsche kust gestroopt heeft en dat de uitkomst van dien „schitterende strijd,, is geweest dat ver schillende personen gewond, 8 vrouwen, 4 kinderen en 1 non combattant gedood werden. Dit glorierijk resultaat kan moeilijk gezegd worden den oorlog dichter bij zijn einde te hebben ge bracht. De „New-York Evening Sin" schrijft, dat Duitschland's aandringen op vrede indrukwekkend begint te worden. Het blad herinnert aan Duitsch- lands aanbod van Galicië en vrije vaart door de Dardanellen voor Rusland als vergoeding voor het verlies van Rus- Was dat Blanka's stem niet? vroeg Nelly eensklaps, terwijl zij staan bleef. Zij hoorden voetstappen langzaam na deren en een welluidende stem sprak: Army, mijn lieve Armyl Hoe verleidelijk klonken die woorden Het jonge meisje op den weg gevoelde alsof haar een mes tot in het harte drong en onwillekeurig drukte zij zich de hand tegen de borst. Daarop vernamen zij een zacht gefluis ter dat was zijn stem 1 Hoe goed, dat zij niet kon hooren wat zij zeiden Ach, was zij toch maar niet medegegaan Het ruischen van een zijden kleedje en de langzame schreden kwamen steeds na der. Liesje liet de hand harer vriendin los en vluchtte achter den dikken stam van een hooge linde, zij boog zich voorover om goed te kunnen luisteren. Daar schitterde het weerlicht uit den donkeren hemel en toonde haar de slanke gestalte van Army en een goudgelokt hoofd, dat in zijn armen lag. Hij boog zich voor over en kuste het schoone gelaat, dat zoo verleidelijk naar hem opzag. Liesje sloot de oogen met een nooit ge kend gevoel van bittere smart, doch Nelly gilde: Armyl Army! als wilde zij hem waarschuwen voor een naderend ongeluk. Zusje, zusjelief, ben je daar? Kom dan toch, en zie, wat ik gevonden heb IJl vooruit en deel grootmama mede, dat ik het geluk gevonden heb. Blanka is de mijne! En weder scheurde een bliksemstraal het zwarte zwerk vaneen en verlichte de ge stalte van een jeugdig meisje, dat ijlings wegvluchtte door de lindenlaan. Met loome schreden verliet ook Nelly die plek, om met angstig gemoed haar moeder en haar grootmoeder mede te deelen dat Blanka en Army haar lieve goede Ai my, verloofd weren. sisch Polen. Eveneens herinnert de „N.-Y. Evening Sun" aan de pogingen om den Paus als bemiddelaar te ge bruiken voor de onderhandelingen en de belofte om België voor de Belgen te herstellen. Ten slotte schrijft het blad van mee ning te zijn, dat Engeland, evenals in de Napoleontische oorlogen, zich niet zal laten afmatten en met deze plan nen waarschijnlijk ook niet zal mede gaan. Zaterdag boorde een Duitsche duik boot in de Aegeïsche Zee een trans portschip van 10,000 ton in den grond. Van de cp het schip zich bevindende soldaten {zijn slechts weinige door een hospitaalsehip gered. De Amsterdamsche correspondent van de „Kölnische Zeit*ng" heeft in een bespreking van het befaamde geschrift „J'accuse„ („ik beschuldig") de moge lijkheid geopperd, dat het boek wel door een Duitscher geschreven is, maar door een die eigenlijk naar den geest geen Duitscher is, doch een soort van den abbé Wetterlé Daartegenover houdt nu de correspondent van de „Humanité" in Zwitserland, staande, dat hij den schrijver van het boek persoonlijk kent en dat deze een waschechte Duitscher is. Ons dunkt, wie het boek goed leest, zegt bet „N. v. d D." kan geen oogen- blik in twijfel zijn, of de schrijver is in waarheid een Duitscher, al heeft hij blijkbaar lange jaren in het buitenland doorgebracht. De oud-minister van marine, De La- nessan, betoogt in de „Petit Parisien" dat de strijd aan de Dardanellen, ter bereiking van Constantinopel, nutteloos is. Men moet een flink leger ontschepen aan pe Bocht van Saros en van daaruit de Turksche hoofdstad trachten te be reiken, zegt hij. De troepen der gealli eerden kunnen slechts zeer langzaam op het schiereiland vooruitkomen en ten koste van ontzettende offers. Hun situatie is bovendien zeer pijnlijk, door dat zij de verdedigingswerken van den vijand vóór zich en de zee achter zich hebben. Er moeten dus andere mid delen te baat worden genomen dan die tot nu toe zijn gebruikt. Uit de feiten blijkt wel duidelijk zegt de schrijver dat het via de Dardanellen niet de aangewezen weg is om Constantinopel te bereiken. En daar de Russen te zeer worden beziggehouden in Polen en Koerland om vanuit de Zwarte Zee iet tegen Constantinopel uit te richten, moeten het de Franschen en Engelschen zijn, die van uit de Eegeïesche Zee het plan volvoeren. Een groote ontscheping van Franscne en Engelsche troepen zou, afgezien van de strategische voordeelen, die uit de afsluiting van de Bocht van Saros zouden voortvloeien, een groot moreel effect moeten hebben op de Balkan- staten. Men ^heeft hun overtuigd, dat de geallieerden nooit in Constantinopel zullen komenzij zien dat ze er niet komen langs de Dardanellen. Zij aar zelen daarom, zich in het gevaarlijk avontuur te begeven. De operatie die ik aanbeveel, besluit De Lanessan, zal natuurlijk ook veel moeilijkheden met zich brengen, maar ze moet worden verricht voor de eer van het land en voor de joespoediging van het einde van den oorlog. De bekende marinecorrespondent van de „Evening Standard," die over de Duitsche en Russische vloot in de Bal- tische Zee schrijft, wijst op het eigen aardige van den huidigen toestand der vloot op deze zee. De Duitsche vloot zou hier, naar uit de mededeelingen valt op te maken, op de lijn WindauAlandseilanden in bedwang worden gehouden. De Duit sche vloot verschijnt somtijds in de wateren der Oostelijke Baltische Zee, doch na haar verschijnen trekt zij zich op Dantzig en Kiel terug. De tochten van de Russische eskaders zijn niet gelijk aan die, welke de Duitschers naar onze kust 'hebben ondernomen, daar de Duitschers zich steeds hebben ge haast onmiddellijk naar hun eigen havens terug te keeren. De Russische kruisers daarentegen schijnen gedurende langen tijd in de bestreden wateren te hebben vertoefd. Er wordt wellicht verondersteld, dat de toestand in de Baltische Zee over eenkomst vertoont met dieu in de Noordzee, waar de groote vloot een positie heeft ingenomen. Dit is ecbter nimmer het geval geweest, sinds de oorlog is begonnen. Het bezit van de Golf van Riga zou het inderdaad mogelijk maken dit ge bied voor het transport van troepen te gebruiken. Daarom is het begrijpelijk, dat Duitschland een krachtige poging doet om zich de heerschappij dezer wateren te verzekeren. Hetgeen tot nu toe is geschied en uit de berichten van beide zijden valt op te maken, is dat de Duitschers hun vloot daar hebben heen gezonden, doch deze wederom aan de actie onttrokken, nadat zooals zij beweren slechts een verkenning had plaats gehad. De onderzeeërs hebben zich in de Baltische Zae veel sterker doen gelden dan in dc Noordzee. De mededeelingen van den kapitein van de „Persius" zijn in dit verband belangrijker. De Duit schers hebben nog niet de rechte plaats gevonden, welke de onderzeeërs dienen in te nemen. Het schijnt dat zij zich hieromtrent een denkbeeld hebben ge vormd, doch niet in staat waren de onderzeeërs op een wijze te gebruiken, zooals dit door hun vijanden is geschied. Twee dames uit Londen, eene Oosten- rij ksche en een Duitsche, die uit vrees voor molestatie Engeland verlaten en zich té Winterswijk gevestigd hadden, zijn dezer dagen, toen zij door nieuws gierigheid gedreven naar de Duitsche grens fietsten bij het overschrijden dier grens door de Duitsche wacht gearre steerd. Meende men dit eerst te moeten toe schrijven aan het ongeoorloofd over schrijden dier grens, thans meenen we te mogen aannemen, dat ze van spion- nage verdacht worden, waarschijnlijk doordien ze, ofschoon de Duitsche taal machtig tusschen de Duitschers zich van het Engelsch bedienden. Daar ze reeds meermalen getracht hadden de grens te overschrijden, werd de arg waan grooter en nu zijn ze, naar de „Tel." meldt, naar Munster overgebracht in afwachting van haar vonnis. Bij den ondergang van^den Oosten- rijksche duikboot „U 12" schijnt vol gens de Korrespondenz Wilhelm ook de heldhaftige commandant luit. Lerch, die gelijk bekend in December het Fransche admiraalschip „Courbet" tor pedeerde, den dood te hebben gevon den. Het in Londen verspreide niet offi cieele bericht uit Petrograd, dat een groote Duitsche kruiser in een gevecht op 13 Augustus bij het eiland Osei zou zijn vernield en eenige andere schepen zwaar zouden zijn beschadigd, berust, naar het Wolffbureau van bevoegde zijde verneemt, op een verzinsel. Op 13 Augustus was er slechts een voor postengevecht tusschen Duitsche» tor pedobooten en Russische torpedojagers, waarbij de laatstgenoemden, nadat ze bij verrassing en met goed gevolg waren beschoten, ijlings terugtrokken. Gedurende den nacht keerde Liesje rus teloos rond op haar legerstede. Geen slaap kwam om haar te verkwikken, en toen eindelijk het moede hoofdje neerzeeg op het,met tranen doorweekte kussen, vouwden de kleine handen zich samen tot een gebed voor Army, den speelmakker harer jeugd die thans voor haar een vreemde was geworden. VIH. Met lachend gelaat had Blanka de ge luk wenschen van grootmama en de jonge barones aangehoord, doch toen zij zich al leen in het logeervertrek bevond, verdween de vroolijkheid uit dit schoon gelaat. Zij zette zich voor de schrijftafel neder en ge jaagd vloog de pen over het papier, terwijl een smartelijke trek haar om de lippen zweefde. In het salon stond Army voor zijne moe der, die in teedere hartelijkheid haar armen om hem heen geslagen hield. De oude ba rones echter maakte met een minachtend glimlachje een einde aan die omhelzing. Army, zeide zij tot haren kleinzoon, het eerst, wat je nu doen moet, is naar tante Stontheim te reizen en haar formeel om Blanka's hand vragen. Wat haar vader betreft, zal het wel voldoende zijn, hem een brief te schrijven. Ik acht het 't raad zaamst, met dien man zoo min mogfelijk in aanraking te komen. Het is goed, grootmama, antwoordde Army. Daarop naderde hij zijn zuster, die tot nog toe geen woord had gesproken. Wel, zusje, heb je me niets te zeggen, na zulk een vreugdevolle gebeurtenis? Ach, Army, snikte zij, ik ik schrikte zoo hevig, toen ik je in het park met Blanka zag, en het bedroeft mij zoo, dat Maar Nelly, het is immers voor ons een groot geluk te noemen 1 En bovendien heb ik Blanka zoo lief! Heeft zij je ook lief? vroeg zij, hem bij de hand vattende. Ben je daar zeker van? Kom, Nelly, antwoordde hij lachend, denk je dat zij dan anders met mij zoude wilde trouwen? Zij, die zoo schoon is en alom zoo .gevierd wordt Zottinnetje! Daar ratelden de eerste donderslagen, een helle bliksemstraal doorkliefde het uit spansel. Misericordia, wat een onweer! riep de oude barones bevend uit. Zoude Blanka ook bang zijn Nauwelijks had zij deze woorden geuit, of de deur werd nset kracht geopend Daar stond Blanka in haar witte nachtgewaad. Zij hield de handen tegen de ooren en zag angstig in het rond. Ik ben zoo bangsprak zij huiverend terwijl zij zich in een leunstoel liet neer vallen. Army zag haar bleek gelaat en ijlde naar haar toe. Voor niets ter wereld zou ik hier kunnen blijven wonen, ging zij voort, ter wijl zij met haar klein voetje heftig op den grond stampte. Waar wil je dan wonen, mijn kind? vroeg de oude barones. Dan wonen Denkt u misschien, dat Army en ik ons hier zullen begraven? Geen kwestie van, nietwaar Army? Wij zullen eerst wat van de wereld gaan zien, Zwitserland en Italië gaan bezoeken; ver beeld u, grootmama, Italië, waarvan u mij gisteren nog zooveel schoons hebt verteld. En dan, als wij alles gezien hebben, zoe ken wij ons daar een plekje uit, waar het ons 't beste bevalt. Sir George Buchanan, de Engelsche gezant in Rusland, zoo lezen wij in de N. R. Ct; heeft zich door Moskou- sche journalisten laten interviewen. Hij sprak eerst over de krijgsverrichtingen op het Westelijk gevechtsterrein in verband met de allerwegen in Rusland vernomen vraag, wat Engeland toch doet Het is niets dan een kwestie van munitie en kanonnen, verzekerde de gezant. De Duitschers zijn geweldig sterk. Zouden de bondgenooten hun groote voorwaartsche beweging begin nen voordat zij zeker zijn die te kun nen doorzetten, dan zouden zij Rusland daar geen dienst mee bewijzen. Het is ook een fout te meenen dat de vijand zijü troepen in het Westen aanmerke lijk heeft verzwakt. De naar Rusland gezonden versterkingen zijn meeren- deels nieuwe lichtingen, aangevuld door een zeker aantal troepen uit Fran krijk en Vlaanderen, wier plaatsen ter stond worden bezet. Omtrent de Dardanellen deed Bucha nan een onthulling. Toen Turkije aan Rusland den oorlog verklaarde, deed Rusland een beroep op Engeland om nier of daar een militaire betooging te houden, welke een deel van de Turksche troepen uit den Kaukasus zou doen terugtrekken- Engeland heeft met dit doel de Dardanellen aangevallen, tevens met het oogmerk om de zeeëngte te openen om Rusland in staat te stel len graan uit- en munitie in te voeren. Dit heeft ons op het Westelijk front verzwakt verzekerde Buchanan en onze opmarsch vertraagd. Omtrent het spoorwegongeluk in En geland van Zaterdag wordt medege deeld Het ongeluk werd veroorzaakt, door dat de zuigerstang van een trein naar Londen brak, zoodat „de machine om en op de naastliggende rails terecht kwam. De lersche mailtrein komende van Londen, reed in volle vaart op de machine en sloeg eveneens om. Men had den machinist niet op tijd kunnen waarschuwen en zoo reed de trein op de ruïnes. Een machine zou van den dam ges ort zijn. De directie van de spoorwegmaat schappij deelt officieel mede, voor zoo ver op het oogenblik bekend is, bij het spoorwegongeluk bij Rugby 8 personen gedood en 30 gewond zijn. l'laatieiyk Mieuws. lleusden 18 Aug. Terugontvangen in de le helft der maand Aug. 1915. Mevr. A. Fabius, Hilversum. W. J. van Smeden, Amsterdam. Het Gemeentebestuur alhier, dat zich gewend heeft tot het Ministerie van Oorlog, met verzoek alhier een vast garnizoen te leggen, heeft bericht ontvangen, dat aan dit verzoek geen gevolg kan worden ge geven. Naar wij vernemen zal spoedig van gemeentewege gelegenheid worden gegeven tot het verkrijgen van goedkoope visch- soorten, waaronder voornamelijk is te rang schikken wijting en kleineschelvisch, pieter man, poon, kleine schol, horsmakreel, spie ring en geep. De verkoopprijzen hebben tot dusver nooit meer bedragen dan 12 cent per pond. In de verspreide vlugschriftjes kan men zien op welke wijze de visch moet worden bereid. 4 Zij, die van de aangeboden gelegenheid wenschen gebruik te maken, kunnen op Maandag den 23 dezer, 's voormiddags, be stellingen opgeven bij W. Niedt, doorwien dan op Donderdag daaraanvolgende de visch wordt bezorgd. Werkendam. Verleden week be haalde de heer P. Kornet, alhier, de acte Fransch L o. Vrijdag 1.1. brandde in den Biesch- 308ch, alhier, een groote partij riet af, be- ïoorende aan het Kroondomein e.a. Uudel- Het li-jarig kindje van C. D. alhier, struikelde Zaterdag over een tijl warm water, waardoor een beentje vanaf de knie tot aan het voetje ernstig gebrand werd. Op 31 Augustus zullen hier ter her denking van den verjaardag van H. M. de koningin, door de militairen verschillende spelen en wedstrijden worden gehouden, opgeluisterd door muziek. Op het hulptelegraafkantoor werden gedurende de maand Juli behandeld 190 ';elegrammen en 210 gesprekken. Van af 1 Aug. 1914 tot 1 Aug. 1915, werden 4170 telegrammen en 2750 gesprekken, tot een totaal van 6920 behandeld. Beneden-Laiijfstraat.Dehan- del in vette kalveren gaat vlug. Vette var kens zijn schaarsch. Nuchtere kalveren staan op hoogen prijs en ook biggen blijven duur. Men besteedt voor vette kalveren 75 a J80 cent per k.g., vette varkens 52 a 56 cent per halve k.g., nuchtere kalveren f 20 a f 28 per stuk, biggen f 12 a f 20 en zuiglammeren f 18 a f 25. Bussen, Van de 10 landstormplich- tigen lichting 1915 alhier, zijn 2 personen afgekeurd. Door de Alg. Syn. der N. H. kerk is uit de Generale Kas een toelage toege kend voor den predikdienst in den Zuid- Hollandsehen polder, groot f 100, Geiideren. Door den landbouwer C. Bonis, werd j.l. Maandag een varken af geleverd naar 's-BQseh, wegende 594 pond, opbrengende een som van f 247,80. ileeuwQk. De landstormplichti- gen van de lichting 1915, zijn allen goed gekeurd. Vrijhoeve tl-Cappel. Dezer da gen slaagde onze dorpsgenoot, de heer P. A. Plaatsman, voor de hoofdakte te Breda. De heer A. Oerlemans alhier, heeft bedankt als lid van den Gemeenteraad. Tot onderwijzeres aan de o. 1. school, is benoemd mej. Piek uit Nieuw-Beierland. Ds. Brummelkamp, predikant der Gereformeerde Kerk alhier, is voornemens zich te gaan vestigen te Utrecht. Sinds eenigen tijd om gezondheidsrede nen emeritus, heeft ds. Both van Besoijen Zondag j.l. voor hem de afscheidsrede ge houden. Wij wenschen den vertrekkende nog vele jaren van voorspoed toe Wijk Plannen zijn alhier in bewerking tot het aanleggen van een kanaal dienende tot afvoer en voorziening van water van verschillende polders in deze gemeente tot aan de gemeente Dussen; vooral de polder van onze gemeente en die van Biesheuvel zouden bij uitvoering dier plannen zeer gebaat zijn. Meermalen gebeurt het, dat 's zomers bijna geen water voor vee is, ter-, wijl 's winters de afvoer van het overtol lige water zeer gebrekkig is. Uitwijk- Door de Alg. Synode der Ned. Herv. kerk is uit het fonds voor nood lijdende kerken en personen aan de Ned. Herv. Kerk al liier, f1745,toegestaan voor herstel van kerk en pastorie. Rectificatie. Wij zullen wel dat plekje moeten kiezen, antwoordde Army bedaard, dat tante Stontheim ons zal aanwijzen. Nooit zou ik hier in dit oude slot mijn levensdagen willon slijten. Mij hier levend te laten begraven! Ik wil genieten Army, want ik ben nog jong! Tante is te verstandig, om zoo iets van mij te eischen. Mocht zij ons echter toch Derenberg aan wijzen dan, ik verzeker je, zou ik haar niet gehoorzamen. Het is mij te vervelend hier, ik zou sterven wanneer ik in deze eenzaamheid blijft. En zou je me hier alleen achterlaten Heb je mij zooeven onder de boomen in den tuin nog niet verzekerd, dat je slechts d&ar gelukkig zoudt kunnen zijn, waar... Zoo ernstig moet je het niet opvatten, Army. Maar mijn vrijheid laat ik mij niet ontnemen. Ik zou hier wegkwijnen. Indien echter je aanstaande echtge noot 'twenscht? vroeg de oude dame met ingehouden adem. Hij zal het niet wenschenriep Blan ka opgewonden uit. Haar schoon (gelaat had een dreigende uitdrukking en de kleine voet stampte vertoornd op den grond. Was dat dezelfde Blanka, die een uur ge leden met hem in den tuin had gewandeld Het is belachlijk in de hoogste mate, ging zij met een snijdende, rauwe stem voort. De vrouw als een slavin te beschou wen, die slechts daar zich gelukkig mag gevoelen, waar de man haar dwingt ver blijf te houden! Army kan en zal mij op deze wijze niet bejegenen. Ik gaf hem mijn woord, de zijne te worden, in zijne hand ljgt het dus mij gelukkig te maken, en dat kan ik hier niet worden. De oude barones keek haar ontzet aan. Hoe? Dit meisje, nauwelijks de kinder schoenen ontwassen, zou al haar plannen in duigen werpen? Zij zou dus, evenals vroeger, hier in eenzaamheid achterblijven, In het Raadsverslag der gemeente Gen- deren, zie ons vorig nummer, behoort gele zen te worden achter a. Processenverbaal, n& het cijfer 79,16, „om den Gemeente- de koesterende stralen van den hernieuw den rijkdom zouden haar niet beschijnen? Daar klonk een zwakke kreet uit het aangrenzende vertrek. Nelly! riep de jonge baroues verschrikt uit en snelde naar haar dochter. Op de sofa lag de slanke gestalte van het meisje uitgestrekt. Kindlief, wat scheelt je? vroeg haar moeder, terwijl zij zich over haar dochter nederboog. O, zij is vreeselijk, mama! snikte Nel ly. Zij boezemt mij schrik in. Mijn Army, mijn lieve, goede Army! Zij heeft niet lief, mama, geloof mij Heb maar geen vrees, mijn schatje! trooste de zorgvolle moeder. Zij is wel 'n weinig nukkig, maar alles zal nog wei terecht komen! Neen, neen, mama! Toen ik haar zag, dacht ik aan het vers over het roode haar in de oude kroniek. Ach. ik zou willen dat zij heenging, liefst heden avond nog en. nimmer meer terugkwam De barones trachtte haar tot bedaren te brengen, ofschoon ook zij zelve niet ten volle gerust was. Toen Nelly eindelijk was ingeslapen, begaf zij zich weder haar de aangrenzende kamer. De oude dame en de schoone verloofde waren verdwenen, doch haar lieveling stond daar nog en staarde naar buiten in den donkeren nacht. Army! sprak zij nauw hoorbaar. Beangstig u niet, mama, sprak de jonge man, die de gedachten zijner moeder op haar gelaat las. Zij is een bedorven kind, een zeer bedorven kind, maar zij heeft mij lief -- daar ben ik van overtuigd. Zij zal wel veranderen. Zij d elde mij reeds haar spijt mede, dat zij zich zoo opgewonden had Goeden nacht, mama, besloot hij, terwijl hij haar in zijn armen sloot, goeden nacht wees voor mij niet bezorgd! (Wordt vervolgd). j Ik heb het mij zoo geheel anders j voorgesteld, fluisterde Nelly hoofdschud dend, Postkantoor te Heusden. Lijst r&n de onbestelbare brieven en briefkaar ten, waarvan de afzenders onbekend zijn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 2