voor Hel Laud van lieusden en Alleua, dc Langstraat en de Bommelerwaard.
HESJE W OEN LOMPENMOLEN
Unbw .1$^
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden
1H0. 3498. Zaterdag 11 September
1913.
Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel.
Gemeente Publicatie.
ZIEK ZIJN.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 7l/f ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Maximum prijzen van waren-
De Burgemeester van Heusden maakt
bekend, dat de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel heeft vastgesteld de
volgende lijst van eenige der meest voor
komende artikelen met daarvoor aangeno
men maximumprijzen.
(Deze prijzen hebben uitsluitend betrek
king op gewone qualiteiten. De luxe-sor-
teeringen, waarvoor in gewone tijden reeds
veel hoogere prijzen worden betaald, blijven
buiten aanmerking.)
(Deze lijst vervangt de vorige.)
Kleinhandelprijzen.
Regeeringsbrood (bij verkoop op brood
kaart) f 0 12, Tarwebrood gebuild) f 0.24,
Tarwewaterbrood (gehuil i) (gebakken onder
rabbinaal toezicht) f 0.25, Tarwebrood (on-
gebuild; bruinbrood) f 0.205, Regeerings-
tarwemeel (bij verkoop op meelkaart f0.16,
Tarwebloem (gebuild inlandsch) f 0.26,
Tarwemeel (ongebuild) f 0.22, Boter f 1.60,
alles per K.G.
Volvette Goudsche Meikaas met Rijks-
merk f 0.625, Volvette Goudsche Meikaas
f 0.60, Volvette jonge Goudsche en Edam
mer ikaas met Rijksmerk f 0.575, Volvette
jonge Goudsche kaas f 0.55, Jonge Edam
mer kaas f 0.55, Jonge Goudsche kaas f 0.50,
Edammer en Goudsche kaas f 0.425, Edam
mer en Goudsche kaas f 0.375, Magere
Edammer en Goudsche kaas f 0.27 s, Leid -
sche en Delftsche komijnekaas f 0.50,
Friesche nagelkaas f 0.30, alles per halve
K.G.
Rijst (Grofmiddel Bassein en/of Rangoon)
f 0.22, Rijst (Voorloop Bassein en/of Ran
goon) f 0.24, Rijst (Grof voorloop Bassein
en/of Rangoon) f0.26, Havermout (inlandsch)
f 0.33, Suiker |(witte geraff neerde) f 0.55,
Koffie (Santos) 1 1.16, alles per K.G.
Peekoffie (in pakjes) f 0.04, Cichorei (in
pakjes) f 0,03s, alles per 0.1 K.G.
Raapolie f 0.80, Boterolie f 0,85 per L.
Zout f 0.00, Zeep (zachte, witte of gele)
f 0.28, Soda f 0 07, alles per K.G.
Petroleum f 0.11 per L.
De hierboven vermelde prijzen gelden
voor de maand September behoudens vroe
gere vervanging.
Klachten over niet-inachtneming van
bovenvermelde maxima, alsmede wenschen
om voor bepaalde op de lijst niet vermelde
artikelen maxima vast te stellen, of wel
om met het oog op de plaatselijke om
standigheden voor eene bepaalde gemeente
wijziging in de maxima te brengen, be-
hooren gericht te worden tot den Burge
meester.
Heusden, 9 Sept. 1915.
De Burgemeester voornoemd,
HONCOOP.
Ziek zijn is niet prettig.
Ieder onzer zal wel eens dien minder
aangenamen tijd hebben beleefd. Even
als het. geheele lichaam lijdt als een
der deelen er van ztek is, zoo lijdt
ook het geheele gezin mee als een der
leden er van ziek is.
We herinneren ons nog best van
vroeger de gedrukte stemming, die er
heerschte in het gezin, als vader of
moeder of broertje of zusje ziek waren
Kwamen we uit school, dan was onze
eerste vraag naar den toestand van den
zieke. En als de toestand erger was
geworden, zoodat de komst van den
dokter meer dan één keer per dag
noodig was, dan namen we allen de
grootst mogelijke kalmte en voorzich
tigheid in acht. Want we wilden den
geliefden zieke niet gaarne hinderlijk
zijn in het minsi niet. Had het
etensuur geslagen dan ontbrak gewoon
lijk de echte eetlust. De gezelligheid
aan tafel was afwezig. En bij alle
dingen, die een deel van het gezellig
huiselijk leven waren geworden, ont
brak de juiste stemming. Gelukkig dat
dan moeder met zachte wijsheid op
trad en de overige leden van het ge
zin in het rechte spoor hield.
Nog hooren we haar vermanend
„één zieke is genoeg", ons in de ooren
klinken. Eu al begrepen we alles niet
recht, we zagen en ondervonden dat
moeder zooveel mogelijk haai gewonen
gang ging en zorgde voor het noodige
en noodzakelijke, leder onzer ging op
tijd naar bed. Want moeder vond dat
de gezonden hun krachten moesten
sparen, om ze aan te wenden als de
nood aan den man kwam. En zoo
deed moeder haar best om alles in
huis zooveel mogelijk zijn gewonen
gang te laten gaan, omdat ze dat het
beste oordeelde.
Yan het huisgezin de bepaalde
samenleving naar den Staat
het groote gezin is slechts één
stap.
Ook in het groote huisgezin is
allesbesturende en kalme wijsheid zeer
noodig.
Want in dit groote gezin is ook
iemand ziek.
Dat voelen wij allen eiken dag.
De grootste spanning aangaande den
15)
En weet u, dominee, zette Erving
een afgesproken gesprek voort, het zou een
ware zegen zijü, als met den spoorweg een
aanvang zou werden gemaakt. Maar men
spreekt er al meer dan tien jaar over. Ik
moet hem eerst zien.
Ach, zeide de dominee, voor het oogen-
blik laat mij de spoorweg onverschillig
Mijn arme kinderen! De gevreesde ziekte
woedt erg in ons dorp. Reeds zijn twee ge
zinnen in rouw gedompeld. De hemel mo
ge ons bijstaan!
Om Godswil, oom is het zoo erg?
Verschrikt zag Liesje den predikant aan.
Zij kwam zich zelve plotseling zeer hard
vochtig voor. Door haar eigen geluk had
zij het wee van anderen niet gevoeld.
Zal ik met u meegaan? Kan ik tante
Rosine helpen?
Waar denk je aan, Liesje? Zulk een
gevaarlijke, besmettelijke ziekte Voor niets
ter wereldantwoordde de dominee vrien
delijk. Je bent de eenig schat van je ou
ders, kind! Dank je wel. Maar dadelijk na
het eten moet ik naar huis. Rosine wacht
mij met ongeduld.
Kom. dominee, sprak de gastheer op
hartelijken toon, toen hij zijn glas ophief.
Op het herstel van uw lievelingen.
Het ernstige gezicht van den predikant
werd door een glans van hoop en dank
baarheid verhelderd.
Nu genoeg daarvan, zeide hij, nadat
hij met den fabrikant had aangestooten. Ik
wil jelui niet de feestvreugde verstoren*
Kom, Liesje, lach maar weder. Zooeven zag
je er zoo stralend van vieugde uit!
Het jonge meisje werd zoo rood als een
pioenroos en sloeg haar oogen verlegen
I neder.
Nu, op het slot zullen de gezichten
er wel niet zoo stralend uitzien, merkte
haar vader aan.
Ja, ja, die hebben helaas ook veel te
verdurenzuchtte de dominee. „Kleine
kinderen, kl ine zorgen, groote kinderen,
groote zorgen." Zoo gaat het op de wereld!
Lieve hemel, zeide de oude tante, een
weinig vertrouwen op God behoort er ook
bij. Voor Army ben ik niet bang, zulk een
flinke jonge borst zal zich door] valsche
liefde niet tot vertwijfeling laten brengen.
Er zal wel spoedig een andere de plaats
innemen van dat laaghartige schepsel, dat
Flap, daar ging de deur open en dicht
en in een oogwenk was het jonge meisje
verdwenen. Verbaasd keken de anderen
haar na.
Ik weet niet, wat er in dat kind om
gaat, zeide tante Mie tot Erving, nadat de
dominee huiswaarts was gekeerd. Ja, ja,
je overleden grootmoeder had wel gelijk
jonge meisje zijn als stille wateren, zij zijn
niet te doorgronden."
XIV.
Tante Mie zocht haar lieveling overal.
Beneden was zij nergens te vinden, toen
opende de oude vrouw voorzichtig de deur
van Liesje's kamertje. Het was er bijna
geheel donker, maar bij het venster stond
een slanke gestalte, die onbeweeglijk inden
door de maan hel verlichte nacht staarde.
Zeg, Liesje, wat scheelt je toch, heb
je hoofdpijn? Je bent toch niet ziek, hoop
ik?
In plaats van een antwoord werden twee
meisjesarmen teeder om haar heen geslagen,
toestand van den zieke moge voorbij
zijn, er is nog steeds ongerustheid
Hoe zal het afloopen Zal de beter
schap aanhouden, blijvend zijn en wel
dra leiden tot volkomen herstel, wat
we allen zoo vurig wenschen Of zal
de ziekte onverhoopt en onverwacht
een ongunstige keer nemen De groote
menschen, als ze blij zijn, genieten
hun vreugde nog niet onvermengd.
Geen warmte, zooals in gewone om
standigheden. Ook niet bij den dage-
lijkschen arbeid. Wij allen gevoelen
soms de neiging bij ons opkomen om
bij de pakken te gaan neerzitten en
lydelijk af te wachten wat het lot ons
zal baren. Want, alles wat wij doen
staat toch reeds in den schaduw des
doods.
Maar zie moeders wijsheid „één
zieke is genoeg
En dus aan den arbeid, dieverk
heeft te verrichten, en naar bed, die
rust behoeft.
Aan den arbeid
Daar hoort moed toe te arbeiden in
deze tijden, nu veel onherstelbaar wordt
verwoest en neergeslagen.
Arbeid
Waarom en waarvoor
Is het niet veel verstandiger te
wachten op betere tijden, als de men-
schelijke neen, onmenschelijke
razernij zal hebben uitgewoed?
Wat moet er worden van onzen
werklust, nu we eiken dag voor het
het feit kunnen worden gesteld dat
vernield zal worden wat met zooveel
moeite en inspanning en zorg is op
gebouwd
Wat moet er worden van ons ver
trouwen in de menschheid, nu over
eenkomsten en verdragen worden be
schouwd als een vodje papier
En toch, één zieke is genoeg
Laten de overige leden van het ge
zin hunne gezondheid en hunne krach
ten zien te sparen, want zij komen te
stade, als straks moet worden hersteld
wat vernield is en goedgemaakt wat
zooal is misdreven
Want veel zal worden gevergd van
de gezond gebleven leden van het zoo
groote gezin, dat we „staat" noemen,
want nu vrijwel alles is ontwricht,zal
de inspanning groot moeten zijn tot
algeheel herstel.
Maar tot tijd en wijle dat het zoo
ver is, moeten de noodzakelijke dingen
worden gedaan.
een gloeiend gelaat verborg zich tegen het
hare en het meisje barstte in tranen uit,
dis zij te vergeefs trachtte te onderdruk
ken.
Maar, Liesje, hoe heb ik het nu?
Heeft je iemand leed berokkend? Kijk
nu lacht ze alweer! Wat moet ik daar
van denken?
Och, tantelief, ik zou wel kunnen
lachen en weenen te gelijk, fluisterde zij
verlegen, terwijl zij de oude vrouw meetrok
naar de kanapee. Ik ik
Nu, spreek op, kind! Is het zoo erg?
Ik durf het haast niet te zeggen, ik
ben ik ben verloofd.
Verloofd? Kind, jij verloofd?
Ja ik ben zoo gelukkig. Hebt u het
mij niet kunnen aanzien? Ik ben zoo ge
lukkig Army
Armyriep de oude vrouw verschrikt
uit. Army Jij verloofdmet hem...?
Dus toch Dus toch
Tante, tanteHebt u dan geen enkel
vriendelijk woord voor mij? Ik weet wel,
dat u bevreesd bent voor zijn grootmoeder
maar ik ben niet bang, al had hij ook
honderd grootmoeders. Wij hebben elkaar
zoo lief!
Lief. Heeft hij je lief?
Maar tante 1 Zou hij mij dan gevraagd
hebben
Groote goedheidDat arme, dwaze
kindZij gelooft het, en hij hij wil
slechts haar geld, om zich uit den nood te
redden
Maar denk dan eens na, tante, viel
zij haar fluisterend in de rede, ik kan hem
zijn geluk, zijn levenlust wedergevenIs
dat niet heerlijk, dat ik daartoe in staat
ben? Ginds, onder de oude linde heeft hij
het mij verklaard.
En, nietwaar, u zult het vader en moe
der zeggen Ik zou het niet durv n
Toe, tante, beloof het mij, en geef mij toch
De levensbelangen moeten worden
behartigd. En |de behartiging van de
geestelijke belangen mogen evenmin
vergeten. Er moet gemoedsrust worden
gekweekt, een stille blijmoedigheid ge
wekt. En bovenal, het vertrouwen
moet hersteld worden, het vertrouwen
in den adel van de menschelijke na
tuur.
Dus niet bij de pakken neergezeten
en het oog alleen gericht op de don
kere wolken, die de levenszon ver
duisteren, want die donkere wolken
zullen voorbijtrekken, en te schooner
zal de zon zich dan weer in hare
volle stralende schoonheid vertoonen,
om het gansche aardrijk te verlich
ten met haar ongeëvenaarden glans,
die alle nevelen doet optrekken en de
ziekte-veroorzakende bacteriën zal doo-
den, zoodat herstel niet kan uitblijven.
Buitenland.
Volgens berichten zijn de Fransche
paketboot Guatainala, het Engelsche
stoomschip Douro en het Russische
stoomschip Rhea tot zinken gebracht.
Van alle drie werd de bemanning ge
red.
Woensdagnacht hebben in de ooste
lijke Graafschappen van Engeland 3
Zeppelins bommen geworpen.
Vijftien kleine woonhuizen zijn ver
nield of ernstig beschadigd. Een groot
aantal deurenen vensters zijn gebroken.
Verscheidene brauden zijn veroorzaakt
doch spoedig gebluscht. Er is verder
geen ernstige schade aangericht.
I)e volgende slachtoffers zijn er ge
maakt 2 mannen, 3 vrouwen en 5
kinderen gedood 13 mannen, 16 vrou
wen en 14 kinderen gewond 1 man
en 2 vrouwen vermist, waarschijnlijk
onder puin begraven. Deze allen waren
burgers, op 1 soldaat na, die eveneens
gewond is.
In de Koreaansche munitiefabrieken
wordt dag en nacht gewerkt aan mu
nitie voor Rusland. Uit de vestingen
in het Noorden van Japan worden
zware kanonnen met manschappen en
munitie naar Rusland gezouden. In
Korea heeft Rusland 40.000 paar laar
zen en 30.000 kisten munitie besteld.
De Japansche celluloidmaatschappij in
Korea heeft een bestelling van 400 ton
schietkatoen gekregen. De Japansche
staatswapenfabrieken werken met dub
bele ploegen.
Generaal Roessky heeft volgens de
Temps de onder zijn bevelen staande
legergroep, die tot dusverre twee legers
omvatte, in drie legers verdeeld, zulks
uit de overweging dat tegenover elk
der legers van Von Bulow, Echhorn en
Gallwitz een Russisch leger moet wor
den gesteld.
Generaal Iwanof blijft het bevel voe
ren over de strijdkrachten tegenover
Von Mackensen, en tegenover het leger
van prins Leopold van Beieren voert
generaal Alexis Evert het bevel.
René Bazin, een der Fransche let
terkundigen, die onlangs een bezoek
hebben gebracht aan do Engelsche
vloot, schrijft in de Echo de Paris dat
de Eugelschen zooveel Duitsche duik-
booten hebben vernield, dat het over
schot, ofschoon het nog wol last kan
veroorzaken, geen beslissihg ter zee zal
kunnen brengen. Ook de Fransche tor
pedobooten hebben duikbooten in den
grond geboord. De helft van de Duit
sche duikbootenvloot ligt op den bo
dem der zee.
Daaraan schrijft Bazin het toe dat
de Daitschers nu den schijn van men-
schelijkheid jegens de onzijdige staten
aannemen.
De Vossische Zeituug verneemt in
direct uit Petersburg, dat de Rijksdoe
ma in een geheime volledige zitting,
het voorgespelde wetsontwerp, betref
fende de oproeping van den tweeden
ban van den landstorm heeft goedge
keurd. De sociaal-democraten stemden
tegen, terwijl de arbeidsparty zich van
een stemming onthield.
De tweede ban omvat 320 infante-
riebataljons, 20 vestingbataljons, 20
cavalerieregimenten tot 4 eskadrons
en 40 batterijen.
Bij Dentinger (Elzas) is een Fransch
militair vlieger bij een landing in een
draadversperriug geraakt en met zijn
vliegtuig omgeslagen. Daarbij zijn de
bommen, die de vlieger bij zich had,
ontploft, hijzelf met zijn waarnemer
zijn op slag gedood en het vliegtuig
vernield.
Een legeroi Ier van 5 September ge-
teekend door den Tsaar zegt
Heden heb ik het bevel over alle
gewapende machten ter zee en te land
op het oorlogstooneel aanvaard.
Met het vaste vertrouwen op Gods
genade, en met de onveranderlijke ze
kerheid iler eindelij ke overwinning
zullen wij onzen heiligen plicht ver
vullen het vaderland tot het uiterste
te verdedigen en het Russische vader-
één enkele kus!
De trouwhartige, oude vriendien dacht
zich een halve eeuw joDger.
Lisette, Lisette, was jij het, die daar
zooeven mij je liefde toefluisterde? Ach,
goede God, is dit het. geluk, dat ik U da
gelijks voor dit lieve kind afsmeekte? Heeft
zij niet duizendmaal iets beters verdiend,
dan zulk een lot? O, Liesje, je weet niet
wat je hebt gedaan. Je kent de oude ba
rones niet. Zij zal je even diep in de ellen
de storten, als zij het die arme Lisette heeft
gedaan, wier dood zij op haar geweten heeft.
En ik zou meenen, dat ook mijn geweten
met een blo dschuld bezwaard werd, in
dien ik je niet tijdig waarschuwdeStil,
Liesje, sprak zij, toen het meisje haarwil
de in de rede vallen. Stil, ik zal je de lij
densgeschiedenis van je oudtante mededee-
len. Het aanhooren zal je bitter vallen,
doch misschien is het een geneesmidel.
Luister, arm kind!
Zwijgend vlijde zich het jonge meisje aan
haar voeder neder, geen enkel woord liet
vermoeden, hoezeer dat jonge, nauwelijks
ontloken geluk, van schrik verstijfde, alsof
plotseling een snerpende Noordenwind de
lachende lente had doen terugkeeren tot
den huiveringwekkenden winter.
Barou Frits dan, de broeder van Ar
my's en Nelly'8 grootvader, was Lisete's
verloofde. Zij hadden elkander in stilte
trouw gezworen, niemand wist het buiten
mij. Eerst na zijn meerderjarigheid wilde
de baron aanzoek doen bij haar ouders er
met zijn broeder sprekendan zouden zij
een landgoed koopen. Het was een schoon
en gelukkig paar, Liesje, en ze hadden el
kaar zoo innig lief. Hij lag, als huzaren
officier in een naburig stadje in garnizoen
en tegen den tijd, dat hij met verlof zou
komen, tuurde Lisette naar de torenkamer
op het slot, en het duurde niet lang, of
er brandde een licht, als teeken, dat hij
bij haar kwam. Dan juichte zij van vreugde
en liep hem in het bosch een eindsweegs
te gemoet.
Op den dag, toen de nieuwe barones,
Frits' schoonzuster, haar feestelijken intocht
in het kasteel deed, waren Lisette en ik er
heen gegaan om haar te zien.
Die wordt nooit mijn vriendin, sprak
zij tot mij, zoodra zij de trotsche houding
en het schoon, doch koel gelaat der baro-
'nes had aanschouwd.
Zij ha d de waarheid gesproken. Hoe de
jonge vrouw van hun liefde kennis kreeg,
weet God, doch iemand gaf haar het dui-
velsche plan in, hen te scheiden. En ach
hoe goed is haar dit gelukt I
j De jachttijd was aangebroken en daar
mede het leven van onafgebroken feesten,
dat de burchtvrouw zoozeer beminde en
waardoor zij de geheele familie tot den
bedelstaf bracht. Baron Frits moest voor
geruimen tijd naar de manoeuvres en Li
sette gaf hem een klein gouden hartje als
afscheidsgeschenk mede. Ik hoor haar nog
zeggen: „Daar, lieve Frits, doe er deze
haarlok van mij in en denk aan mij
Zie je, Liesje, dit gouden hartje was haar
dood.
De baron vertrok en er verliepen veertien
dagenschrijven konden zij elkander na
tuurlijk niet. doch zij dachten zooveel te
meer aan elkaar. Uit gewoonte stond Li
sette iederen avond naar het venster der
torenkamer, waar Frits verblijf hield als
hij op het kasteel was, te kijken. Op zeke
ren avond vliegt zij eensklaps naar mij toe
en roept uit: „Daar is hij, er brandt licht
in den torenZij stormde in een oogwenk
den weg naar het bosch in, doch na eenigen
tijd kwam zij terugHij kwam niet, wat
zou dat nu beduiden „Heb maar ge
duld, Lisette, troostte ik haar, ik zal mor
gen Christiaan vragen wat het beteekent."
Vertaald door B.
Wordt vervolgd).