voor Nel Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
De Goudmijn.
HERFST.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
1». 3510. Zaterdag 23 October
1915.
Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel.
FEUILLETON.
'6T UN9
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag^
middag 12 uur ingewacht.
Hij, de herfst, is de aankondiger van
een einde.
Maar, voor wie heeft leeren zien en
opmerken, biedt hij veel heerlijks en
schoons op de heide, in het bosch of
in onze landouwen. Geen felle zonne
schijn, die de oogen verblindt, zooals
de zomer op zijn best ons doet genie
ten, tot ondraaglijk wordens toe.
Het herfstzonnetje integendeel, al
moge het niet de levenswekkende kracht
bezitten van de stralende zomerzon,
doet ons aangenaam aan en koestert
ons in de herfstlucht, die zonder zon
neschijn al te kil zou wezen. Zeker,
't is een genot om op mooie herfst
dagen buiten te wezen en zich te ver
meien in den sehoonen aanblik, door
de vele kleurschakeeringen veroorzaakt
van geelende en roodbruine bladeren,
badende in het heldere zonnetje. En
bij zonsondergang, als het westen in
vuur geraakt, hoe worden dan de
kleurenmengelingen verve ïlvoudigd
Op de heide wordt het akkermaalshout
een wonderschoone massa van violet
of donkerrozerood over diep-blauw; de
uitgebloeide heide zelve van zwartig
veld tot een eindeloos kleed van diep
bruin, met hier en daar blauwig-grljs,
lichtend geel en dofpaars, houdt het
oog onweerstaanbaar geboeid. In de
bosschen een regen van gouden schil
fers op paden van donkerblauw-grijs
en zwartig bruin, tusschen 't matte
bruin en 't levendig groen van den
grond. De duinen schijnen hooger te
reiken, nu de herfstlucht de aarde
nader lijkt te komen. De dorrende helm,
door de avondzon getint met rood en
bruin, voltooit den bekoorlijken aanblik.
In de landouwen de bezige werker in
den tuin of op den akker, ijverig in
de weer om den oogst binnen te halen,
als laatste groet aan scheidenden zomer.
Ook hier dorrende bladeren, doormen
geld met geel-rood-bruin, als zoovele
stille verkondigers van het naderende
einde. En in de dorpen en de steden
in gloed de straten, die westwaarts gaaD
en door welker engten men optochten
ziet van goudkleurige schimmen. Pur
peren vaandeltjes hechten zich aan de
vensterruiten, vallen in de donkergrijze
6)
„Ik heb te lang gewacht en nu moet alles
overhaast gaan. Jammer, ik had het lang
zaam willen doen, om zekerder van mijn
zaak te zijn, maar geduld, al gaat het ook
vlugger, het programma wordt toch afge
werkt. Hij sprong van het bed op.
,,'t Is uit met de slaap. De millionaire
moeten mij helpen, en ook die kleine bloe
menverkoopster. Ha, twee millioen zijn wel
een' kroon waard. Mijn hertogskroon
ha, ha, ha. Maar twee millioen zijn niet te
versmaden. Ze wil ze aan mijn kroon op
offeren. Laten wij dat offer aanvaarden."
Hij ging naar zijn studeervertrek, drukte
op de electrische schel en toen de bediende
verscheen, riep hij„Mijn koffie."
Voordat de knecht zich verwijderde,
vroeg hij„Heeft nog niemand naar mij
gevraagd
„Een heer heeft naar u gevraagd."
„Zijn naam
„Dien heeft hij niet willen zeggen. Hij
komt spoedig terug."
„Ik ben voor iedereen thuis."
De knecht ging heen, verwonderd over
dit antwoord, want tot nu toe had hij nie
mand willen ontvangen.
Lang dacht hij hierover niet na. In Ame
rika werkt men slechts voor geld. 't Is een
ruil van werkkracht met kapitaal. Dank
baarheid van den dienaar tegenover den
meester komt niet voor, en het kon den
bediende dus ook niet schelen.
Gray opende een cassette op zijn schrijf
tafel en haalde er verschillende papieren
grachten en plakken 'tegen de vaalte
van een triestige boomenrij.
Zeer schoon dit alles'!
En droefgeestig tevens.
Maar toch niet van eeu droefgeestig
heid, die men zou willen ontvluchten.
Integendeel, zij trekt aan en houdt
de Ziel gevangen.
Men zegt dat de heugenis aan haar
heimwee wekt bi) hen, die in zonniger
oorden hun herfst doorleven.
Herst en harmonie in kleurenpracht
en schakeering, zij hooren bij elkaar.
Als teeken van het naderend einde van
groei en bloei, tot in volle rijpheid en
schoonheid, roept de herfst ons toe dat
we den moed moeten hebben, wp ou
deren, te bekennen dat de jeugd achter
ons ligt, de tijd van groeien en bloeien.
En tevens wekt hij ons op om nog van
den levensherfst te maken wat er van
te maken is, in ernst en in schoon
heid, in vreugde en in waardigheid.
Herfst
Is het niet of we zouden willen
rusten van een zwaren arbeid, fier
terugziend op een welbesteed leven
Maar we voelen ons nog nuttig,
we zijn ons nog steeds bewust werk
kracht te bezitten en uithoudings/er-
mogen.
En voort drijft ons het leven.
Maar toch niet als een lastdier.
Maar voort met weldadigen moed,
anderen ten voorbeeld en bezielend.
En wat men aan kracht verloren
moge hebben, dient aan ervaring ge
wonnen te zijn.
De tijd, dat we ons wereldhervor
mers waanden, dat we onze idealen
nauwelijks hadden geformuleerd om ze
weer plaats te laten maken voor an
dere, ligt ver achter ons. Vaak zien
we terug op de jaren, die achter ons
liggen. Illusies zijn verdwenen. Vrien
den en bekenden zijn in rang en aan
zien gestegen, en onze meerderen
geworden. De oorzaken mogen vele
zijn, het grillige lot moge ons niet
steeds rechtvaardig hebben behandeld
hoe 't ook zij, nooit moge afgunst ons
leven en dat van anderen vergallen.
Het zachte herfstlicht vervulle onze
ziel, het licht der blijdschap voor de
blijden, der vreugde over de vreugde
van vrienden. Want daar is geen groo-
ter zegen voor den ouderen mensch
dan zich waarachtig vrij te weten van
wangunst en naijver. En om dit te
kunnen bereiken is de zuivere zelfcri-
triek een betrouwbare gids. Deze eri-
tiek moge ons tot de overtuiging bren
gen dat we redelijkerwijze meer hadden
moeten bereiken, als we rechtvaardiger
waren behandeld, of zij moge ons de
erkentenis ontlokken dat we meer ijver
eu geestkracht hadden moeten toonen
zoodat we geen plaats bekleeden, die ons
naar do mate van onze inspanning toe
komt, steeds zijn we verplicht met
waardigheid ons lot te dragen, want
per slot van rekening is voor den
mensch niet het voornaamste wat hij
heeft bereikt, maar hoe hij zich houdt
in den rang, dien hij verworven heeft.
In de vroegere schemering van den
herfst vermooien de dingen. Zoo heeft
ook de oudere mensch een vermooiende
schemering, die omsluiert wat minder
mooi is in het leven. Het is de zacht
heid van oordeel, geworden uit ervaring,
die een schemereluier werpt over veel,
wat hij in zijn jeugd placht te zien in
het felle licht der verontwaardiging.
En ook dit troostvolle verkondigt
ons de herfst, dat we leeren waardee-
ren zonder te begeeren, en tevens dat
we aangewezen zijn op de voorberei
ding van den Winter des levens.
SSuileuIaiidL
Aan de onzekerheid, welke sinds
eenigen tijd over de houding van Ita
lië tegenover de operaties op den Bal
kan bestond, is thans een einde geko
men. Na Frankrijk en Engeland heeft
ook Italië Bulgarije den oorlog verklaard,
waardoor tevens het bewijs is geleverd,
dat tusschen de mogendheden der
Quadruple Entente volkomen overeen
stemming in zake het expeditiolegei
naar Servië bestaat, iets, wat niet al
leen door de Duitsche, maar ook door
een gedeelte der neutrale pers in twij-
i fel is getrokken. Deze twijfel was daar
I op gegrond, dat ue oorlogsverklaringen
van Italië en Rusland zoo lang op zich
j lieten wachten, maar volgens de laatste
berichten is ook de Russische regeering
voornemens spoedig de regeering te
Sofia den oorlog te verklaren.
Over de wijze, waarop Italië de
operaties zijner bondgenooten tegen
Bulgarije steunen zal, is nog niets met
zekerheid bekend, doch naar alle
waarschijnlijkheid zal Italië wel een
sterke strijdmacht naar het oorlogstoo-
neel op den Balkan dirigeeren.
De leider van de ïecruteeringscam-
pagne in het noorden van Engeland
sprak Zaterdag op een wervingsbijeen-
uit te vcorschijn.
„Ziezoo, als Balder komt, dan vindt hij
alles in orde en de zaak is spoedig gere
geld."
Men bracht hem de koffie, en hij dronk
een paar kopjes.
Lang behoefde hij niet te wachten, want
da bediende trad weer binnen.
„Een heer, die u verzoekt te spreken."
„Hoe heet hij
„Tom Balder."
„Laat hem in het spreekkamertje. Ik
kom direct" zei Gray
Toen de knecht weg was, wreef Gray
zich vergenoegd de handen, en riep uit
Eindelijk."
Daarop begaf hij zich naar de spreek
kamer.
IV.
Wat Editli wilde.
De twee mannen zaten lang te praten.
„En ik begrijp, dat wij haast moeten
maken," zei Gray tot den bankier.
„Hoe meer haast, hoe beter." Een dood
kapitaal werpt geen rente af, en een ander
zou bovendien de mijn kunnen ontdek
ken."
„Dat zou moeielijk gaan."
„Dat is zoo erg niet. In Mexico komen
steeds meer kolonisten."
„En al ontdekken zij hem, dan nog is
hij van mij."
„Maar gij zijt ver af, er konden lieden
komen, die niet wisten dat gij de eigenaar
zijt. Daarom moeten wij voortmaken."
„Dat vind ik ook."
„En wij stichten dus eene maatschappij
om de mijn te ontginnen?"
„Zeker. Gij verkoop', de mijn aan de
maatschappij."
„Wat biedt gij mij ervoor?"
„Dat zal van zijn rijkdom afhangen."
„Ik geloof u wel, maar de aandeelhouders
moeten den prijs vaststellen, en dit zal weer
afhangen van het aantal en de grootte der
aandeelen."
I „Wie zal de mijn moeten schatten?"
„Een commissie van drie persouen. Een
benoemd door u, een door den grootsten
aandeelhouder en éen door de aandeelhou
ders gezamenlijk. Op die manier is alle
partijdigheid vermeden."
„Zeer goed."
„Op hoeveel schat gij den mijn?"
„Op meerdere milliarden."
„Overdrijft gij niet?"
„Wacht een oogen blik," ze: Gray en ging
de kamer uit.
Balder, voor wien tijd geld was, haalde
zijn notitieboekje voor den dag en begon
de statuten voor de maatschappij samen
te stellen.
Gray kwam binnen een minuut terug,
in de hand had h j eenige goudkorrels zoo
groot als hazelnooten, en liet ze aan Bal
der zien.
„Zie hier," zei hij.
Deze uitte een kreet van verbazing.
„Deze korrels zijn van buitengewone
waarde en zijn in den mijn gedolven. De
mijn zelf is reusachtig groot en ligt aan
een' rivier die eveneens zeer goudhoudend
is. De stroom zelf voert veel korrels mee,
anderen werden door menschenhanden mee
genomen, want het is duidelijk dat de oude
Azteken daarin reeds lang gewerkt hebben."
„Is het goud daar gemakkelijk te ver
krijgen
„Zeer gemakkelijk. Bijna alles komt in
gedegen toestand voor."
komst te Huil, waar hij zeide, dat de
oorlog voorloopig nog niet beëindigd
zou zijn. In het voorjaar zou Duitsch-
land meer mannen verliezen dan de
geallieerden en dan, meende spr., zou
den de geallieerden en Duitschland en
Oostenrijk wel gelijk staan. Indien
Engeland drie millioen man meer op
de been kon krijgen, zou Duitschland
de onmogelijkheid inzien om door te
zetten.
Op een eivolle bijeenkomst in het
stadhuis, Vrijdag te Birmingham ge
houden onder leiding van de plaatse
lijke arbeidersrecruteeringscommissie,
werd een motie aangenomen, waarbij
werd verklaard, dat, indien het laatste
beroep op het volk om het bestaans
recht van het vrijwilligersstelsel aan te
toonen, mislukte, het voor de vakver-
eenigingen onmogelijk zou zijn zich
verder te verzetten tegen dienstplicht.
Naar de Daily Telegraph" uit Rome
verneemt, bevestigt een mededeeling
uit Duitsche bron de berichten, dat de
Servische veldtocht een gruwelijk ka
rakter aanneemt. Burgers, vrouwen en
kinderen nemen aan den strijd deel.
Bij het wanhopige verzet in de om
geving van Branovo en Pusulitsj wer
den vele vrouwen, meisjes en knapen
door de invallende troepen neergescho
ten, toen zij zijde aan zijde met de
Servische soldaten vochten. Gemeld
wordt, dat tot dusverre de vijand geen
enkelen krijgsgevangene heeft kunnen
maken en dat alle Óostenrijksch-Hon-
gaarsche soldaten door de Serviërs
krijgsgevangen gemaakt, gewond zijn.
De paus heeft het antwoord van den
koning der Belgen ontvangen op zijn
eigenhandig geschreven brief waarin
hij den koning had verzocht stappen
te doen, die tot den vrede zouden kun
nen leiden.
De koning antwoordt, dat hij dit niet
zal doen, maar dankt den paus voor
diens belofte, altijd zijn invloed te zul
len aanwenden bij de Duitschers om
bij den vrede de ontruiming van het
Belgische gebied te verkrijgen.
De koning eindigt met de nadrukke
lijke verklaring, dat hij nimmer het
zwaard zal neerleggen zoolang zijn land
in slavernij is.
De paus is zeer teleurgesteld over het
resultaat van dezen stap.
Van Fransche zijde wordt bekend
gemaakt dat vijftig volledig uitgeruste
ambulances, die onlangs te Londen door
de koningin van Engeland zijn bezich
tigd, alvorens ze naar Frankrijk zouden
worden overgebracht, geheel verloren
zijn gegaan doordat het schip, waarmee
ze werden vervoerd, door een Duitsche
duikboot is getorpedeerd.
De Belgische regeering heeft beslo
ten een nieuw oorlogskruisin te stellen
met een afbeelding van den Belgischen
Leeuw.
Naar de „Daily Telegraph" van be
voegde zijde verneemt, heeft Engeland
formeel aangeboden Cyprus onmiddel
lijk aan Griekenland af te staan, indien
dit land zich aansluit bij de Entente-
mogendhedeu.
Volgens een „Reuter"-berieht uit
Athene is daar bekend geworden, dat
de Turken 70 000 man naar Dedeagatsj
zenden, om daar tegen een mogelijke
landing van de geallieerden de wacht
te houden.
Een hevige ontploffiug heeft Woens
dagmiddag in een fabriek in de Rue
Tolbiac te Parijs vele slachtoffers ge
maakt.
De ontploffing had plaats in een
werkplaats, waar ongeveer 200 vrouwen
werkzaam warsn. Ongeveer 40 daarvan
zijn gedood. Alle vensters in de buurt
zijn verbrijzeld. Aan kwaadwilligheid
valt niet te denken.
Volgens „Svenska Dagbladet", welks
Duitsche sympathieën bt kend zijn,
moeten de Duitschers aan het oostfront
sedert September meer dan 300.000
man, da Oostenrijkers en Hongaren
meer dan 250.000 man hebben verloren,
inbegrepen 50.000 gevangenen, maar
ongeteld de talrijke manschappen, ge
storven tengevolge van ziekte of ver
dronken in de moerassen bij Pinsk.
„Zullen er veel machines noodig zijn
„Neen, de rivier kan alle beweegkracht
leveren."
„Welke rivier?"
„De Madadores."
„Hebt gij een kaart van Mexico vroeg
Balder.
„Wilt gij meegaan naai mijn studeerver
trek
„Gaarne."
De twee mannen traden het studeerver
trek binnen, waar zij eene uitstekende kaart
van Mexico vonden.
„Waar is nu de Madadores?" vroeg Bal
der.
Gray wies hem aan.
„O. In dat verschrikkelijke Bolson van
Mapimi. Het terrein is boschachtig, en de
Apachen zijn daar talrijk. Voor den duivel
Die prachtige mijnen liggen altijd in on
herbergzame streken.
„Wees blij, anders hadden anderen het
werk reeds voor u gedaan," lachte Gray.
„Gij hebt gelijk, waar ligt nu de mijn?"
„Op korten afstand van Las Tinajas."
„Laat zien," zei Balder, en boog zich
over de kaart.
„Het meest nabij zijnde spoorwegstation
is dan Juan," mompelde hij.
„Juist."
„Het meest nabijzijnde f( rt is Santa Rosa
de Murquis."
„Tien dagen paardrijden verwijderd. Op
even groote .afstand ligt de residentie St.
Vincente, die de grens verdedigt. Daar ligt
een garnizoen van honderd man, dat ons
zoo noodig te hulp kan komen."
„Hemel, tien dagen om hulp te vragen
en dan nog tien dagen, voordat zij komen
om ons te wreken. j
„Tien dagen Met bagage en machines
duurt het wel twintig." j
„Zoo ongeveer."
Dr. Max Osborn, de oorlogscorrespon
dent van de „Vossische Zeitung" in
het westen, schrijft volgens de „D. Ct."
over het offensief der Franschen in
Champagne
Bij het tweede offensief was het ar
tillerievuur der Franschen zwakker dan
bij het eerste. Betrekkelijk zwakker,
want absoluut genomen was het ditmaal
toch weer zoo woedend, als men het
in vroegere oorlogen zich nooit had
kunnen denken.
Thans eerst is het mogelijk een ra
ming te geven. Het eerste offensief
duurde op de plaatsen waar het het
warmst toeging, van den 22sten Sep
tember 's morgens 7 tot den 25sten
's morgens 10 uur. D.w.z. 75 uur zon
der onderbreking. Volgens de Duitsche
waarnemingen viel per seconde ééu
granaat op een oppervlakte van 100 Vl.
„Hm, en is het land onbewoond?"
„Geheel en al."
„En vruchtbaar
„Niet al te veel, maar bij de mijn zijn
bosschen, daar de rivier het noodige water
levert."
„Men zou daar dus het een en ander
kunnen verbouwen. Hoeveel mannen zul
len voortdurend in de mijn kunnen wer
ken
„Dat weet ik niet."
„Zoo ongeveer dan."
„Vijfhonderd."
„Een even groot aantal zal noodig zijn
om de rivier af te dammen, en de ma
chines te stellen. We zullen ze wel vinden
Wij zullen knappe werklui verzamelen, ook
lieden die wapens weten te hanteeren, dan
de noodige machines en levensmiddelen,
en dan kunnen wij de mijn met succes
ontginnen. Wat vraagt gij er voor?"
„Honderd millioen dollars 1" zei Gray.
„Is die som niet buitensporig hoog?"
„Neen."
„Welnu, wij zullen zien. Voor het ont
ginnen hebben wij een tien millioen noo
dig."
„Dat is wel wat veel."
„Niet, wanneer wij de zaak goed willen
aanpakken, 't Zal niet moeielijk zijn om
de som te vinden. Valley, Hudson en Lan
caster zijn niet arm. Ik leg er vijf millioen
bij. Laten wij de som samen bijeenbren
gen, dan behoeven wij er geen anderen in
te halen."
„Neen, dat heb ik al beloofd."
„Goed, geef mij nu een volmaoht, opdat
ik de noodige star pen kan doen
„Gaarne; als alles in orde is, wat krijg
ik dan
„Waarom
„Om ook iets te doen te hebben."
dÊm
j „Die is onmetelijk.,'
j „En als wij zoover zijn, wat zal dan mijne
verhouding tot de maatschappij zijn?"
i „Dat hangt er van af, hoeveel aandeelen
gij zult nemen, maar gij zult geen klein ge
deelte van hebben."
i Waarom ligt ze niet dicht bij de stad?"
(Wordt vervolgd).