"Wij lezen in de N. R. Ct.
De militaire medewerker van de Times
schrijft in een artikel over den toestand
op den Balkan:
De Duitschers en Oostenrijkers kun
nen daartoe geen groot leger zenden,
en zelfs de troepen, die zij al hebben
gezonden (een 300,000 man), hadden
reeds een onguustigen invloed geoefend
op de operaties op andere fronten. De
vijand stelt zich bloot aan nieuw ver
lies van manschappen en munitie. Hij
streeft een verwijderd doel na langs
een weg, die door Griekenland en Roe
menië wordt bedreigd, terwijl de ge-
allieerdeu sterk zijn door hun macht
ter zee. De zuidelijke Russische legers
ziji uog in een positie, die sterk den
opmarsch over den Donau bedreigt en
we zullen nog wel heel wat meer van
deze zijde hooren.
Ti Egypte is onze positie sterk en
zu kan uog veel sterker worden ge-
rna Op geen plaats ter wereld i3
h >r ons gemakkelijker een groote
f namen te brengen uit Engeland,
B Indië, Australië en Nieuw-Zee-
lat» i. Üuze zeemac t geeft ons een
groote macht in handen over de ge
beurtenissen in de Oostelijke helft van
de Mi l'iellandsche Zee; en door samen-
w ki g van het leger met de vloot
ku O-n wij een warme ontvaugst be-
•i o aan len Turksch-Duitschen aan-
v il <»p Etrypte. De loop der gebeurte-
issen hreugt tot de onverbiddelijke
gevolgtrekking, dat wij, bondgenooten
i'. de Midd*dlandsche Zee, door gemeen
schappelijke krachtsinspanning die stra
tegische reserves moeten scheppen, die
wij thans ontberen en die toch noodig
zijn om de zaken in het naburige
Oosten te beheerschen. De beheersching
van dit deel van de wereld zou niet
door het. bezit van Konstautinopel al
leen door de een of andere mogendheid
verkregen worden. En nog minder zou
de heerschappij van het Oosten van
zelf toevallen aan die mogendheid die
baas is in Konstantinopel. Indien dit
wel het geval was, dan zou Turkije
reeds eeuwenlang die heerschappij heb
ben bezetenmaar niets daarvan is
waar. Zelfs de tegenwoordigheid van
300 000 man Duitsche troepen aan den
Gouden Hoorn kan daarin geen vol
komen wijziging brengen.
De beheersching van den toestand
wordt alleen verkregen door de ver
eenigde vloot-, leger- en politieke macht
van de om de heerschappij strijdeude
partijen en in een dergelijke worsteling
hebben Eugelaud, Frankrijk en Italië
niets te vreezen, als zij vereend van
zin en met den wil om to overwinnen
handelen.
het geval natuurlijk op de hoogte ge
steld.
Echter zal zij waarschijnlijk geen
termen kannen vinden in te grijpen.
De Belgen immers, kunnen op hun
plekske doen wat zij willen, al trekken
zij daarbij een eigenaardig profijt van
de onschendbaarheid van ons grond
gebied.
Aan het „Berliner Tageblatt" wordt
geseind, dat na de volkomen misluk
king van de Russische doorbraakpogin
gen tegen het Duitsch-Oostenrijksche
front Boekowina-Bessarabië, waarbij de
Russen groote verliezen geleden hebben,
enkele dagen volkomen rustig verliepen,
terwijl de Russen troepenverplaatsingen
uitvoerden.
Klaarblijkelijk dwingt gebrek aan
munitie den Russen tot een nieuwe
gevechtsmethode. Na een korte artil
lerie-voorbereiding brengen zij daarbij
niets ontziende de cavalerie en infan
terie in het veld, die gewoonlijk van
het vuur der Duitsch-Oostenrijksche
artillerie veel te lijden hebben. Drie
dergelijke gecombineerde aanvallen van
infanterie en cavalerie eindigden met
zware verliezen voor de Russen vooral
het regiment kozakken uit de Don
werd daarbij bijna geheel vernietigd.
Onder de gesneuvelden waren twee
hooge officieren, w.o. de regimenis
commandant.
verslag van een gesprek met een Ru-
meniër, nauw verwant met Bratianu
en met een bijzondere opdracht vanwege
het Rumeensche ministerie van Buiten
landsche Zaken pas te Petrograd aan
gekomen. Deze Rumeniër verklaart met
nadruk dat het leger en het volk ge
heel aan de zijde van de geallieerden
staan en dat allen overtuigd zijn, dat
Rumenië eerlang zijn onzijdigheid zal
opgeven. Hij zei verder: Nu wij klaar
zijn, kunnen wij rekenen op een leger
van 600.000 man, waarvan de sterkte,
als er maar munitie beschikbaar is,
tot 1.000.000 opgevoerd kan worden.
Het Rumeensche ministerie van Bui-
tenl. Zaken heeft al in de passen van
de Karpathen de maatregelen genomen,
welke dienstig leken. Daar is een leger
van 320 000 man samengetrokken.
i*laatsel(ik ïlieuni.
Naar wij vernemen, moet van Bel
gische zijde te Baarle-IIertog, het Bel
gisch gedeelte van Baarle-Nassau, een
toestel voor draadlooze telegrafie zijn
opgericht. Er wordt vermoed, dat dit
toestel niet het minst voor de verkrij
ging van strategische berichten omtrent
de opstelling der Duitsche troepen zal
dienen. De Duitscbe legerautoriteiten
echter, kunnen hier niets tegen doen,
omdat Baarle-Hertog geheel door Hol-
laudsch grondgebied is omgeven en zij
het plaatsje dus niet kunnen bezetten,
zonder ons grondgebied te betreden.
Indien het bericht omtrent dit toe
stel juist is en daar is vrijwel geen
twijfel aan, want de masten moet ieder
kunnen zien is onze regeering van
De „Daily Mail" verneemt uit New-
York, dat de „America" een intervieuw
publiceert met prof. Delbrück, waarin
deze zeide, dat de vredesvoorwaarden,
die Duiiachland hoopt te verkrijgen als
president Wilson of de paus als bemid
del ars optreden, o. a. omvatten den
afstand van koloniën als Oeyanda en
Fransch en Belgisch Congo als een ver
goeding voor de ontruiming van Frank
rijk en België, en de betaling van een
schadeloosstelling aan Duitschland, die
naar Delbrück meent, door Engeland
behoort ie worden betaald.
Delbrück meende dat president Wil
son en de paus spoedig den vrede zou
den kunnen tot stand brengen.
„Gaat gij heen?" vroeg Editb.
„Naar de mijnen."
„Komt gij daarna terug?"
„Ik blijf slechts kort weg.
Edith herademde.
Hoeveel aandeelen kan ik krijgen
vroeg zij.
„Is één voldoende?"
„Wat is de prijs?"
„Tienduizend dollar."
„Geef mij er vijftig.,'
„Is dat niet te voel?" vroeg Gray, schijn
baar verrast.
„Neen, kan ik dan geen half miliioen
daaraan besteden? Ik houd van emotie,
en ik wil een levendig aandeel nemen in
de ontginning en dat kan ik niet als ik
niet met eene behoorlijke som meedoe."
„Uw emotie kan slechts prettig zijn. De
aandeelen zullen snel stijgen en ruime
vruchten afwerpen. In één jaar zullen zij
betaald zijn."
„Waarom wilt gij ze mij verkoopen, als
het voordeel zoo groot zal zijn?" vroeg zij.
„Alleen om u genoegen te kunnen ver
schaffen."
„Ik zou ze hebben aangenomen, als gij
ze mij had aangeboden, maar nu ik zelf
er om gevraagd heb, nu wil ik ze betalen,"
zei Edith.
„Gij hebt de koop nu wel gesloten," zei
hij „maar kunt gij zooveel geld missen?"
„Ik ben twee maal millionair, zei ze
trotsch.
„Hoe is nu eigenlijk uw naam vroeg ze.
Hij haalde de schouders op en zei„Ver
gun mij, dit g-heim te bewaren."
„Wilt gij het mij niet eens vertellen?"
„Het spijt mij, dat ik dit niet kan."
„Gelooft gij niet aan mijne bescheiden
heid?»
Evenals de zon moet schijnen, zoo moet
ook eene vrouw spreken."
„Welk een grofheid!"
De „Petit Parisien" zegt in een hoofd
artikel, in staat te zijn, het bericht, dat
opnieuw belangrijke onderhandelingen
tusschen de Gneksche regeering en de
geallieerden zijn geopend, te bevestigen.
Het aanbod, dat nu wordt gedaan is
veel belangrijker. Het omvat de aan
bieding aan Griekenland van Klein-
Azië, bekend als Ionië, tusschen de
Golf van Smyrna en Mendelia dat door
Grieken wordt bewoond, verder zekere
districten vun Servië, ten Z. van de
Wardar. De Bulgaarsche kust aan de
Aegeische Zee en eindelijk Cyprus.
De „Morning Post" verneemt uit
Athene: Het nieuws uit Athene blijft
schaarsch en zonder verband. De spoor
wegverbindingen zijn definitief verbro
ken tengevolge van de bezetting van
Wranja door de Bulgaren. Het ziet er
naar uit alsof de terugtocht voor de
Servische hoofdmacht op Monastir en
Grieksche grens reeds is afgesneden.
Aan den anderen kant blijken de ver
sterkingen van de geallieerden veel ge
ringer in aantal te zijn dan geseind
werd, en zelis schijnt de bezetting van
Strumitza niet te hebben plaats gehad,
ofschoon de Bulgaren daar naar de
grens zijn teruggedreven. Alles hangt
ervan ai of sterke Eugelsch-Fransche
versterkingen spoedig kunnen landen
om naar het front te kunnen gaan.
De „Times" verneemt uit Petrograd
Het „Nowoje Wremja" bevat het
„Hoort gij liever eene aangename leugen
dan waarheid?"
„Ik kan heel goed een geheim bewaren."
„Ik zal u op de proef stellen."
„Waarmee?"
„Ik zal zien of gij het geheim van de
aandeelen bewaart!"
„Dat zal ik zeker doen.
„Als gij het een maand volhoudt, dan
zal ik mijn naam zeggen."
„Over een maand weet ik het dus. Hebt
gij familie 7"
„Ik sta alleen."
„Hoe zoo?"
„Ik heb nooit aan trouwen gedacht."
„Denk daaraan dan nu."
Ik vrees eene weigering."
„Wie zou dat tegenover u ooit doen!"
„Gij zijt al te goed; ik evenwel zie de
zaken niet zoo rooskleurig in. „Ik bezit
bovendien weinig kennissen."
„Wil ik eene vrouw voor u zoeken?"
vroeg Edith.
„Neen, neen!" riep Gray met grappigen
angst uit.
„Vertrouwt gij mijne goede smaak niet?"
Hij lachte.
„Laten wij dit laten rusten; alleen wil
ik wel zeggen, dat ik u binnenkort eene
vraag wil doen, waarin geheel mijne toe
komst ligt opgesloten."
Edith meende de toespeling te begrijpen.
Zij lachte lief. De hertogenkroon nam dan
toch langzamerhand vasten naam aan Zij
gevoelde dat zij slechts de hand behoefde
uit te steken.
„Ik ben steeds tot uwe beschikking,"
zei ze.
„Wij zullen zien," merkte Gray op.
Wat zou zij er niet voor gegeven heb
ben, als hij nu maar dadelijk de bewuste
rraag deed, waarop zij zoo gaarne met „ja"
zou antwoorden. Maar de vraag werd niet
gedaan, en hoe ongaarne ook, ze kon het
lleusden 27 Oct.
Ernstig Auto Ongeluk.
Men seint ons uit Dordrecht:
Vrijdagavond ongeveer kwart voor tien
reed de koopman J. v. d. Leur uit Rot
terdam met zijn auto van Willemsdorp
naar Dordrecht.
Vermoedelijk door te groote snelheid en
door een scherpe bocht in den weg reed
hij, ongeveer 10 K M. buiten Willemsdorp,
tegen een boom aan. De inzittenden, de
koopman! L., diens vrouw en de commis-
sionnair B., uit Heusden, werden uit het
voertuig geslingerd en bleven bewusteloos
op den weg liggen.
De geneesheeren Seyes de Jong, uit Dub
beldam, en J. A. Delher, uit Dordrecht,
die terstond werden gewaarschuwd, ver
trokken onmiddellijk per auto naar de
plaats van het ongeval. De gewonden waren
intusschen reeds naar een naburige woning
overgebracht Mevr. v. d. L. stierf kort
daarop, vermoedelijk tengevolge van een
hersenschudding. B. had den rechterarm
gebroken en zware inwendige kneuzingen
bekomen. De heer v. d. L. werd aan hoofd
en borst gewond. Beiden werden naar het
Ziekenhuis te Dordrecht overgebracht, waar
heen ook het lijk van Mevr. v. d. L. werd
vervoerd. B. was Zondagmorgen nog niet
tot het bewustzijn gekomenmen vreest
voor zijn leven. De heer v. d. L. kon Vrij
dagavond na verbonden te zijn, het Zieken
huis reeds verlaten.
Tot zoover het „Nieuws van den Dag".
Als toelichting dient, dat de koopman
v. d. Leur dezelfde is, die hier een groote
opslagplaats voor appelen heeft.
Hij reed Vrijdagavond ten circa 8 uur
van hier, met zijne vrouw en Bartel Baijens,
zijn commissionnair.
Het ongeluk wordt verklaard doordat
Baijens, naast de Leur de chauffeur gezeten,
met een doek het glas wilde afvegen, dat
door den mist beslagen was. Hij verloor
daarbij zijn evenwicht en greep het stuur
vast, waardoor de auto van richting ver
anderde.
De toestand van Baijens, die een vrouw
en 9 kinderen heeft, blijft zeer zorgwek
kend.
Het onheil heeft alhier groote verslagen
heid teweeg gebracht.
De Heer H. van 't Hof, Directeur van
het Post- en Telegraafkantoor alhier, is
met ingang van 1 December als zoodanig
benoemd te Oosterbeek.
Terwijl de landbouwer B. T. gisteren
middag op het land aan het ploegen was,
viel zijn paard plotseling dood voorjeen
ploeg, zonder dat men er van te voren iets
aan had bemerkt.
Gisterenmorgen, ten circa 5.30 ure,
passeerde alhier in Noordelijke richting een
vliegmachine.
Naar wij vernemen worden door het
Gemeentebestuur ernstige pogingen in het
werk gesteld om ook alhier regeeringsvar-
kens te krijgen. Het slagen zou alleen kun
nen geschieden door samenwerking met
omliggende gemeenten.
Werkendam. In de plaats van
den Heer C. Blok, die als lid van'net Dept.
antwoord dus nog niet uitspreken.
Ze praatte nog laug met den hertog; ge
lukkig was ze, dat hare plannen zoo goed
slaagden, en zij ging heen, met blijde hoop
in het hart.
Gray, die naar zijn studeervertrek terug
ging, wreef zich de handen en zeii „Hoe
langer hoe beter."
V.
De Woudlooper.
De aandeelhouders maakten met koorts-
achtigen haast de toebereidselen voor de
expeditie, waaraan allen moesten deelnemen.
Een moest evenwel in Gal verston achter
blijven, om de algemeene belangen te be
hartigen, de maatschappij te vertegenwoor
digen, het goud in ontvangst te nemen en
de leden alles toe te zenden wat deze zou
den behoeven.
Niemand wilde achterblijven, en er moest
dus o u geloot worden.
Onze vier mannen waren zoo gelukkig
dat zij mee mochten.
Balder, een practisch man, schreef eene
openbare aanbesteding uit voor alles wat
noodig was, rijpaarden, trekpaarden, tent
materiaal, alcohol, machines, kwikbaden,
geweren, munitie, enz.
Ook had hij mijnwerkers noodig en po
litiedienaren.
Van alle zijden kreeg hij aanbiedingen,
de een wilde paarden, de andere wapens,
een derde gereedschappen leveren.
Een was er, die voor alles tegelijk wilde
zorgen, en die eene som wilde storten als
boete, wanneer niet alles op tijd gereed
was.
Balder had liever met één persoon te
doen dan met zoovelen.
Een ding was jammer, de man was niet
uit Mexico maar uit New-Orleans, hetgeen
trouwens geen groot bezwaar was, want
Werkendam van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen heeft bedankt is tot be
stuurslid benoemd de heer B. W. Ridderhof.
Bij Koninklijk Besluit van 20 October
1.1. is met ingang van 1 November a.s. tot
sluiswachter aan de sluis bij hetNieuwsas
alhier benoemd de heer F. de Jong, thans
sluiswachter aan de Spieringsluis alhier.
Door een 37-tal griendbazen van hier en
andere plaatsen is ingezien, dat bij besten
diging van den toestand, zooals deze thans
is, een uitgebreide werkeloosheid in de
eerstkomende wintermaanden voor de deur
staat in een voorname tak van nijverheid,
ook in onze gemeente.
De hoepel- en mandenmakers nJ., meestal
meer op gevorderden leeftijd, dus niet dienst
plichtig, zullen niet kunnen werken, zoo
lang het meerendeel der hakkers en band
snijders, die door hun jongeren leeftijd wel
dienstplichtig zijn, hen daartoe niet in de
gelegenheid kunnen stellen.
Daarom hebben zij onderstaand adres,
vergezeld van een Memorie van toelich
ting, gezonden aan den Minister van Oorlog.
Aan Zijn Excellentie den
Minister van Oorlog
te
's Gravenhage.
Ondergeteekenden, alle eigenaren of
huurders van eenige hectaren griendland
en als zoodanig werkgevers en bedrijfslei
ders veroorloven zich Uwe Excellentie be
leefd te waarschuwen dat een ernstige nood
toestand in een uitgebreide en belangrijke
industrie in ons land dreigt te ontstaan
door gebrek aan werkvolk dat thans onder
de wapenen moet zijn. In bijgaande Memo
rie van Toelichting zijn zij zoo vrij dit
nader uiteen te zetten en moeten met be
scheidenheid bij Uwe Excellentie beleefd
er op aandringen Uwen bij zonderen aan
dacht te wijden aan de talrijke verzoeken
om verlof voor eenige maanden van griend-
hakkers en bandsnijders die Uwe Excellentie
binnenkort zullen bereiken.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Jaarlijks worden in ons land m°er dan
1000 hectaren Griendhout of Rijswaarden
hout als 3- of 4-jarig gewas gehakt om tot
hoepels etc. te worden verwerkt en even-
zoovele hectaren worden als 1-jarig gewas
afgesneden of gestikt voor de mandenma
kerijen en dit hakken en bandsnijden moet
geschieden in de maanden November tot
en met Februari.
Deze bewerkingen geschieden door ge
oefend werkvolk en ieder werkgever heeft
in den regel hiervoor zijn vaste personeel.
Dit personeel blijkt thans voor het over
groots deel onder de wapenen te zijn ge
roepen en zal het daardoor onmogelijk zijn
het vereischte hout voor de hoepelmakerijen
en de 1-jarige teengewassen voor de man-
demakerijm te hakken en te snijden terwijl
tijdelijk personeel niet te gebruiken is om
dat het hakken en bewerken van het hout
eerst geleerd wordt na eenige jaren oefening.
Dit gebrek aan personeel zal daardoor
vérstrekkende gevolgen hebben ten
eerste voor de hoepel-industrie en manden
industrie, die daarmee tot stilstand zijn ge
bracht en waarmee duizenden arbeiders tot
werkeloosheid gedoemd zijn en de handel
in die artikelen daarmee ook een tegen
slag krijgten ten tweede voor de Griend-
cultuur om .lat het gewas eischt op zijn tijd
behandeld te worden.
Het zal daarom dringende eisch zijn dat
voldoende personeel in de gelegenheid ge
steld wordt in de maanden November tot
Maart deze industrie aan den gang te
houden en wordt deze belangrijke zaak be
leefd onder de aandacht van Uwe Excellentie
gebracht.
Babiloniëfibroek. Naar wij ver
nemen hebben alhier voor het herhalings
onder wijs aan jongens, gedurende den win-
tercursus 1915/1916, 14 jongelieden zich
aangemeld.
Beneden-Langstraat. Met
den handel in vette kalveren gaat het
slecht, maar naar vette varkens is des te
meer vraag. Door de duurte der melk en
der ondermelk gaat er blijkbaar de lust
tot kalverenmesten af.
Men besteedt voor vette kalveren 50
60 cents per K.G., vette varkens 53 a 54
Balder was Amerikaan en kocht dus daar,
waar hij het goedkoopst terecht kon.
Hij zocht dus den man op, die Sansone
Giddings heette en in een der eerste hotels
zijn intrek had genomen.
Toen Balder hem vond, maakte de man
reeds dadelijk een gunstigen indruk.'t Was
e;n jongmensch, slank gebouwd, die zijne
woorden behoorlijk uitsprak, en geheel voor
zijn taak berekend scheen.
De twee mannen waren het gauw eens.
Giddings beloofde personeel en materiaal
te verschaffen, binnen een maand in de
haven van Galverston.
Hij gaf eene borgtocht van vijftigduizend
dollar, die hij zou verliezen, als hij het
contract niet nakwam.
„Gij moet zorgen dat gij de mannen ook
kunt aanvullen, als wij verliezen lijden
tegen de Indianen," zei Balder.
„Ik vrees, dat niemand de risico wil
loopen; als men veilig op de plaats van
den mijn wil komen, welke ik niet eens
ken, dan zal men contracten moeten sluiten
met Indianenhoofden, wier gebied men
moet door trekken en dat is eene moeilijk
heid."
„Wilt gij dat op u nemen?"
„Liever niet."
„Zijt gij bang?"
„Neen, ik vecht liever dan onderhande
len. 'n blanke moet niet onderhandelen met
Roodhuiden, Indianen moeten uitgeroeid
worden."
„Zeg dat tegen het gouvernement, maar
niet tegen hen, die moeten onderhandelen
omdat zij te zwak zijn om aan te vallen."
„Wilt uij dan dat ik met de Indianen
onderhandel
„Neen, neen," zei Balder, „gij zorgt dat
alles in Galverston komt, en wij zullen het
overige op ons nemen."
„Zooals gij wilt."
Balder schreef nu het contraot.
cents per halve K.G., nuchtere stierkal
veren f 10 a f 12, koekalveren f 14 a f 20
per stuk en biggen f 14 a f 18. Schapen
gaan thans vrij goed van f 16 tot f 24 per
stuk.
'sGravemoer. Vrijdagavond is
alhier in het eerste lokaal der openbare
lagere school een 2-jarigen tuinbouwcursus
geopend met 21 leerlingen.
Aan den cursus zijn twee leeraren ver
bonden.
Door het bestuur van 'tKantkloske
is alhier eene kantwerkschool geopend met
mej. Barel uit Oosterhout als directiice.
Aa. Woensdagmorgen ÏO1^ uur zul
len te Oosterhout de landstormplichtigen
1912 uit deze gemeente gekeurd worden.
Meeuwen. Tot ons genoegen ver
nemen wij, dat onze vroegere dorpsgenoot
de keer G. Gouda, thans leerling op de
Rijkskweekschool voor onderwijzer te Maas
tricht, met gunstig gevolg heeft afgelegd
het examen voor de vrije- en orde-oefe
ningen.
Baauisdonk. Zaterdagavond hield
de land ouwvereeniging eene algemeene
vergadering ten huize van Mej. A. M. Floris.
De notulen werden onveranderd goed
gekeurd, de heeren Joach Kamp en P.
Dirven als leden toegelaten, de rekening
van Inkomsten en Uitgaven, nagezien door
de heeren Joach de Bont van Dijk, D.
Lankhuizen en P. Verschuren, werd in
orde bevonden 6n bracht bij monde van
eerstgenoemde een woord van dank aan
den penningmeester. De inkomsten bedroe
gen f 22554,52, de uitgaven f 22475,185
zoodat het batig saldo bedraagt f 79,33s.
Tot bestuursleden werden herkozen de
aftredende heeren A. C. Timmermans en
P. Knaap en tot penningmeester de heer
Joach de Bont van Dijk in plaats van den
heer L. J. Verschuren, die heeft bedankt
en ruim 20 jaar de functie van penning
meester op de meest stipte wijze heeft ver
vuld, waarvoor de voorzitter der vereeni-
ging den heer V., namensj alle leden harte
lijk dank zegde.
Bij de aanbesteding van lijnkoekschilfers
en gruis bleken de leden te zijn voor den
aankoop van gruis der firma Huizer te
Rotterdam a f 14.49 franco hier met ge
halte 34 maal 7.
Niets meer aan de orde zijnde, sloot de
voorzitter met een woord van dank voor
de trouwe opkomst de vergadering.
Sprung. De 13-jarige E. V. had
het ongeluk zich met een mes zoodanig te
verwonden, dat hij genoodzaakt was de
geneeskundige hulp van Dr. v. d. M. in te
roepen, die de wonde dichtnaaide.
J.l. Vrijdag had de mil.-korporaal
de Bruin bij het uitvoeren van eenige
athletische oefeningen, n.l. bij het lijntje-
springen het ongeluk te vallen. Bij onder
zoek bleek dat hij zijn been had gebroken.
Per Roode-Kruis auto is hij naar het hos
pitaal te Tilburg overgebracht.
De collecte voor het Chr. Prot. mili
tair tehuis alhier, gehouden ter gelegenheid
bij de uitvoering der Chr. Zangvereeniging
„Excelsior", heeft circa f 10,opgebracht.
Voorzeker voor dit tehuis een aardig
buitenkansje.
Tengevolge van den dikken mist reed
j.l. Vrijdagavond de auto van de familie
R. uit Tilburg in de Besoijensche steeg aan
den „Meerdijk" in den sloot. Spoedig waren
enkele personen bij een om te helpen de
auto weer op den weg te plaatsen. Boven
wonder liep alles zonder persoonlijke onge
lukken af, ook de auto was nagenoeg niets
beschadigd.
Wrii hoeven-Cappel. Dank zij
herhaalde bemoeienissen van den burge
meester is ook thans in onze gemeente
regeeringsspek te verkrijgen.
Zondag a.s. hoopt voor de gemeente
der Geref. Kerk alhier op te treden de be
kende ds. Lindenboom van Amsterdam.
Zaltbommel. In een veigadering
van bakkers met het Dagelij ksch Bestuur
dezer gemeente is bepaald, dat met ingang
van 1 Nov. de prijs van het wittebrood
„Schrijf „zoo mogelijk" Italianen" zei
Sansone.
„Waarom
„Omdat ik niet weet of ik tachtig goede
Italianen bijeen kan krijgen."
„De geheele wereld is vol Italianen,"
riep Balder schertsend uit.
„Dat weet ik, maar daar zijn evengoed
slechten als g( eden onderik zou niet
weten, waarom die Italianen juist zulke
goede werklui zouden zijn."
,,'t Is waar," zei Balder, en andere werk
krachten zijn ook goed."
„We zullen zien," merkte Sansone op.
Hij las het contract nauwkeurig na, toe
kende en nam afscheid van Balder.
„Een uitstekend individu," mompelde
deze.
In de stad sprak men over niets dan
over de mijn en de ontginning, alle bladen
waren er vol van. Allen vertelden van de
ontdekking van de mijn van Montezuma,
die wonderbaarlijk rijk moest zijn.
Ook het gouvernement hoorde er van,
maar de mijn lag op vreemden bodem en
men bemoeide er zich dus niet mee.
Weinige dagen voor het vertrek van de
expeditie vroeg een ouden woudlooper naar
den directeur van politie.
De man droeg het eigenaardig costuum
van de jagers van het verre Westen, en hij
was dus een zonderlinge verschijning in
Galverston, waar deze menschen zich nooit
vertoonen.
Hij droeg een lederen broek, zijn voeten
waren in rijlaarzen gestoken, die hun bes
ten tijd reeds hadden gehad. Hij droeg
geen buis, maar zijn lichaam was bedekt
met een soort deken, van wollen weefsel,
op het hoofd droeg hij een grooten vilten
hoed met slappen rand.
„Ook indien het plan van de Duit
schers tot zekere hoogte slaagt en de
Duitschers zich met de Tnrken zullen
vereeuigen, zie ik geen reden om den
strijd in het naburige Oosten, die ons
dan wordt aangeboden, te weigeren.
Wordt vervolgd).