voor Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bonimelerwaard. De Goudmijn. Oorlogslasten. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3313. Woensdag 3 November FEUILLETON. 1913. 'fcl' UNB AU Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag; middag 12 uur ingewacht. Sinds volle vijftien maanden woedt de grootste der verdelgingsoorlogen, die de geschiedenis ooit geboekstaafd heeft over de wereld sinds volle vijf tien maanden dondert en gromt onop houdelijk het vernietigend oorlogsge- schut en zaait verwoesting en verdel ging waarheen het zijn monden richt; sinds volle vijftien maanden wordt ook de welvaart der volkeren geschonden en het geluk der menschen vernietigd. Bij honderduizenden, ja bij millioenen zijn de slachtoffers te tellen op de tal- looze slagvelden in ons werelddeel en daarbuiteu door het oorlogsmonster ge maakt welvarende provincies zijn tot armoedige landstreken geworden, bloei ende steden en dorpen zijn in puinho pen verkeerd, handel en nijverheid verkwijnen in de oorlogslanden, de materieele welstand van geheele volke ren lijdt reusachtige verliezen, en by milliarden slechts zijn de finantieele aderlatingen te tellen, waaraan de oor logvoerende rijken onderworpen zijn geweest en nog zijn. Want instede van na al die maanden op eenige vermin dering van oorlogsrampen, op beper king of inkrimping van oorlogswee te kunnen wijzen, zijn de laatste weken integendeel getuigen geweest van een hernieuwd oorlogsgeweld, van nieuwe oorlogsverklaringen, van een nieuwen volkerenkamp daar ginds m den Balkan. En wie zal durven voorspel len, dat het oorlogsgebied niet wordt uitgebreid Waarlijk de rijken, die niet in oorlogstoestand verkeeren, be ginnen schaars te worden. Nochtans, al dan niet rechtstreeks bij den we- reldkrijg betrokken, dragen ook zij, deze onzijdig gebleven landen, hun oorlogsleed, hun oorlogslasten. Ook ons land kent in ruime mate zulk leed en ook Nederland torst, nu reeds al die maanden, zijn deel aan de oorlogslasten. De mobilisatie, al dien tyd, die ons maatschappelijk le ven voor een groot deel ontwricht de achteruitgang van duizenden en duizenden onzer medeburgers, waar door ons economisch leven ontzagge lijke schade lijdt; de angst en kom mer in menig huisgezin, het dreigend gebrek bij het naderend koude jaarge tijde in zoovele schamele woningen, de vrees voor den dag van morgen in het gemoed van zoo menig huisvader, de schrik van elk naderend onheil, dat het geluk harer zonen kan bedreigen in het hart van vele moeders, hoe lijdt ook het gemoedsleven van ons volk, gelijk van zoo menig ander neu traal gebleven natie, niet ontzaggelijk onder dat alles. En toch mogen wy ons gelukkig rekenen in vergelijking met het lot, dat aan andere kleine volken, aan het ongelukkige Belgie, aan het verscheur de Servie, beschoren was. Inmiddels, met den duur van den oorlog nemen ook voor ons de lasten toelasten van zuiver materieelen aard, als gevolg der reusachtige on kosten door den oorlogstoestand om ons heen geschapen. Tot welk een hoogte die lasten uit den oorlog voort vloeiende gestegen zijn, daaraan wer den wij in den loop der vorige week herinnerd, door de groote reeks belas tinghervormingen, door onzen minister van financien aan de orde gesteld. In een bedrag van »iet minder dan 60 millioen gulden jaarlijks zal moeten worden voorzien, boven de opbrengst der thans vigeerende belastingen, wil het schip van staat koers kunnen blij ven houden en bestand zijn tegen den drang der tijden. Deze belastinghervormingen, waarvan aan onze lezers in hoofdzaak de in houd werd medegedeeld, zijn zoowel in aantal als in vérgaande strekking zoo omvangrijk, als wellicht nog nim mer in 's lands bestaan zijn vooige komen. De eerstvolgende parlementaire tijd zal dan ook geheel in het teeken dezer omvangrijke wetgeving staan, waarbij en van de regeering en van de Kamer een ontzaggelijke inspanning zal wor den geeischt, bij de tot stand koming van deze geheele omwerking van ons belastingsysteem. Zonder in bijzonderheden over deze talrijke voorstellen uit te weiden, die in een viertal hoofdgroepen, namelijk zakelijke-, persoonlyke-, verkeers- en verteringsbelastingen verdeeld kunnen worden en die alle te hunner tijd uit voerig bediscussieerd zullen worden, wanneer zij in 's lands vergaderzaal aan de orde komen, kan worden ge zegd, dat in hoofdzaak, en gegeven de onoverkomelijke noodzakelijkheid, het geen door minister Treub wordt voor- 9) „En ik ben vrij zeker, dat hij hier is, of anders hier geweest is." „Hoe weet gij dat?" „Ik volg hem al verscheidene maanden. Ik vond zijn spoor eindelijk te Austin City, uwe hoofdstad. Hij was daar twee maanden geweest, en vandaar naar Galverston ver trokken." „Is dat zeker?" „Ja." „Waarom heeft de politie van Austin City hem dan niet kunnen pakken vroeg de directeur sarcatisch. „Alle politie is niet, zooals die van Gal verston", antwoordde Filippo. „Is het wel zeker, dat hij naar Galver ston gegaan is?" „Volkomen zeker." „Is hij niet tusschentijds uitgestapt En al is hij hier ge' omen, is hij niet reeds weer vertrokk<n? Onze haven is een van de drukst bezochte van Ameiika en staat in directe verbinding met Europa. „Dat is niet onmogelijk," zei Filippo nadenkend. „Gij moet het dus niet dadelijk aan ons wijten, dat de man niet in onze handen is." „Dat doe ik ook ;niet. Ik verzoek u alleen een oog in het zeil te houden, met betrek king tot den misdadiger, en als hij zich in deze stad bevindt, hem te vatten." „Ik zal mijne maatregelen nemen. Hoe kunnen wij hem herkennen Q„Hier hebt gij zijne fotografie," zei Fi lippo, een carton te voorschijn halend en het den directeur overreikend. „Gemaakt in de Sing" (gevangenis te New-York) riep de directeur uit, de foto- grafij bekijkende. „Ja." „Het oorspronkelijke bevindt zich daar dus ook?" „Juist." Lang keek de directeur naar de fotogra fie, aandachtig. Het stelde een knap jong- mensch voor, met prachtig zwart haar en schrandere oogen, met een zwarten knevel doch verder gekleed in het ruwe pak der gevangenen. Dat gelaat was sympathiek, en het zou onmogelijk zijn geweest in de trekken iets te vinden van ontaardheid, die men anders bij alle groote misdadigers vindt. „Dat gelaat komt mij niet onbekend voor," mompelde hij. „Hebt gij het soms meer gezien Denk eens goed na," zei Filippo vol verwach ting. „Ik weet niet, of ik hem ooit gezien heb. Ik geloof dat ik een dergelijk gezicht meer heb gezien, maar ik herinner mij niet van wien. Ik zal eens goed nadenken, en als ik het mij herinner, zal ik het u zeggen." „Gij bewijst mij daarmee een groote gunst." „Hebt gij nog documenten om uwe woor den als waarheid te staven?" De woudlooper lichtte zijn jas ©p, haalde uit een binrenzak een oude lederen por tefeuille, haalde daaruit een document, reikte het den directeur over en zei„lees". Het was een volmacht van den directeur der gevangenis te New-York die den woud looper „El nino Filippo, het recht gat om te vervolgen en gevangen te nemen de per soon van Diego Mason. „Dit document is meer dan voldoende," gesteld, niet onaannemelijk schijnt. De druk wordt, voor zoover daar thans over te oordeelen valt, over een groot deel der bevolking verspreid, hetgeen de lasten allicht miDder zwaar zal doen vallen. Nochtans komt het ons voor, dat wel eenigszins te weinig het En- gekche voorbeeld wordt gevolgd, waar bij van de zeer groote inkomens een bijzondere zware belasting geheven wordt, en derhalve de druk van min der krachtige schouders eenigermate wordt afgewenteld. Belastinghervorming echter is nu eenmaal een uiterst teere kwestie en zoo ergens, dan is het vooral bij deze materia onmogelijk het een ieder naar den zin te maken. Het wil ons evenwel voorkomen, dat bij de aanvaarding van dit nieuwe be lastingstelsel het voor alles aankomt op den geest, die de natie bezielt en hare bereidvaardigheid om zich in het onvermydelijke te schikken. Men doet daarbij goed minder te letten op het middel dan wel op het doelen dit doel is om, niettegen staande de reusachtige bezwaren en moeilijkheden van het oogenblik, het hoofd boven water en onze toekomst zooveel als mogelijk is verzekerd te houden. De nieuwe millioenen toch zullen waarlijk niet in de laatste plaats de bestemming hebben om de sociale toe standen tot verbetering te brengen, om ellende en nood te voorkomen of te lenigen, om binnen onze landspalen de rust en den vrede te bewaren en niet minder om pal te kunnen staan, waar het de beveiliging van ons volks bestaan geldt tegen welken buitenland- schen vijand ook. In dit licht beschouwd zullen wij te eerder de offers die de nieuwe toe stand van ons vraagt, als zijnde de oorlogslasten, die wij op onze beurt te dragen hebben, ons gewillig getroosten in lachtig aan die groote mogelijkheid, dat het lot ons veel ergers had kun nen brengen. VI. Ct. Buitenland. De Servische gezant te Parijs, op de hoogte gebracht van de geruchten die er omtrent den Balkan in omloop zijn, heeft verklaard dat het Servische leger de zekerheid heeft verkregen van de afdoende hulp der bondgenooten. Het zal vechten tot den laatsten man. De bevelhebbers zijn vol vertrouwen inde toekomst, ondanks de aanvallen op drie fronten. Ingevolge opdracht uit Londen zijn de Engelsche troepen uit Saloniki naar het Servische front vertrokken en heb ben hun vereeniging met de Servische troepen thans volbracht. Aan de Kölnische Zeitung seint men De Bulgaren rukken steeds dichter op Nisj aan, uit het Noorden door de Duitschers gesteund. De ijzeren ring om de Serviers is nu zoo vast gesloten dat de beslissing ophanden is. Bij de wapenschouwing door koning George van Engeland is het paard van den Koning gestruikeld en gevallen. De koning werd ernstig gekneusd. Hij bracht een tamelijk goeden nacht door. De algemeene toestand is verbeterd. Er deden zich tot heden geen compli caties voor. De Engelsche hulp- en mijnveger „Hythe" is bij het schiereiland Galli- poli gezonken na een botsing met een ander oorlogsschip. Van de bemanning van 250 koppen, worden 2 officieren en 153 man vermist. De „Nordd." schrijft onder den titel: Een valsch gerucht: Het door verschillende Nederland- sche bladen vermelde gerucht als zou den onlangs ongeveer dertig Bulgaren wegeus oorlogsverraad en spionuage te Luik ter dood zijn veroordeeld, is vol komen ongegrond. Te Luik zijn in den laatsten tijd noch doodvonnissen wegeus hulpver leening aan Belgen om in de vijande lijke legers te treden, gewezen, noch is daar eenige dergelijke strafzaak aan hangig. De «Daily Tel." verneemt dat de Russen meer dan 600.000 man in Bess arabie en den Krim hebben geconcen treerd, om Servie hulp te bieden. De onderhandelingen tusschen Rus land en Roemenie, over een eventu- eelen doortocht van de Russische troepen, die in Bessarabie verzameld zijn, over Roemeensch grondgebied, ten eind© Servie te hulp te komen, worden met gunstig vooruitzicht voort gezet. De Grieksche kroonprins heeft, naar de „Weekly Dispatch" zich uit Salo niki laat seinen, de elfde divisie van zei de directeur, „maar vertel mij nu de noodige bijzonderheden omtrent Mason." „Hij is uit de staat Florida afkomstig, en zal ongeveer dertig jaar oud zijn. Hij is nog jong, maar heeft reeds een misdadig leven achter den rug. Negen jaar geleden vermoordde hij in New-York eene oude dame, die hem tot haren secretaris had aangesteld en hij werd veroordeeld tot le venslange gevangenisstraf. In Sing was hij een van de lastigste ge vangenen. 't Was niet mogelijk met hem om te gaan. Hij werd dus alleen opgeslo- ten en streng bewaakt. Toch, in spijt van deze buitengewone waakzaamheid, slaagde hij er, 5 jaar geleden in, om te ontvluchten. Niemand weet, hoe. Zijn vlucht is tot heden toe geheimzin- nig gebleven. Op een morgen toen de cipier zijne cel binnentrad was deze leeg, deijze- ren staven die het venster afsloten waren weg, en de gevangene was gevlogen. Dit is het eenige geval dat het ooit een gevan gene gelukt is uit den Sing te vluchten. De politie te New-York deed het moge lijke om den vluchteling te pakken, de handigste detectives werden uitgezonden om hem op te sporen, maar alles vergeefs. De moordenaar was in vrijheid niet al leen, maar nam den strijd op tegen de New-Yorksche politie, j Enkele maanden na zijn geheimzinnige verdwijning, bracht eene gewapende bende, goed georganiseerd, schrik over de geheele stad. Ontvoeiingen, gewapend optreden, diefstal en moord waren aan de orde van den dag. De stoutste misdrijven werden uitgevoerd en nooit gelukte het de daders te vatten, en uit alles bemerkte men, dat deze bende werkte onder bevel van Mason. De brutaliteit werd zoover gedreven, dat zij een inval deden in een politiebureau, een detective gevangen namen, die uitge zonden was om hen te zoeken, dat ze hem een pak slaag gaven, en dat ze hem toen weer lieten loopen, met de boodschap dat de bende van Mason almachtig was, en dat zij zich op vreeselijke wijze zoude wreken. Mason beging een groote fout, dien de tective in leven te laten. Deze woedend over de aangedane smaad, zwoer zich te wreken of te sterven en ging met alle voorzorgen aan het werk. Hij had de misdadigers niet gezien, maar hij had hun stem gehoord. Hij zou hem uit duizenden kennen aan de klank yan de stem, en twee mannen werden gegrepen. Zij verrieden de schuil plaats der anderen. Velen werden gevat, het proces tegen hen verwekte veel opzien, drie werden electrisch gedood, Mason even wel had zich weten te bergen. Ik bevond mij toen in Mexico. Ik had ten zeer goed vriend. Eigenlijk was die vriendschap wat bekoeld, ik was de arme woudlooper gebleven, en hij had veel geld verdiend in de mijnen, niet met goud graven, maar met koopen. Gij moet weten, mijnheer, dat de goud zoekers hun goud niet zelf wegbrengen, uit angst voor misdadigers, die ze in de prairiën zouden kunnen tegenkomen, maar dat zij hun goud op de wegen zelf verkoopen, en in papier geld omzetten, en dit verzenden. De post neemt de brieven aan en gaat onder gewapend geleide naar het spoorweg station. Ze nemen dus die groote goud massa's niet mee, die lastig te vervoeren en moeilijk te verdedigen zijn. De gouddelvers verkoopen dus hun goud tegen vrij lagen prijs en een flinke kerel kan veel geld daarmee verdienen, als hij het goud van hen koopt en er op uit durft gaan, en het goud naar de bewoonde wereld durft traDsporteeren. Zoo'n transport, dat meestal uit een groot aantal gewapenden bestaat, kost veel geld. Doet men het alleen, dan is er dus veel het Grieksche leger geïnspecteerd, wel ke geheel gereed en uitgerust is om te velde te trekken. Volgens berichten maken de Duit schers prikkeldraadversperringen langs de grens van den Elzas tot aan het kanton Bazel ter hoogte van 2 M. ten einde de steeds talrijker wordende de serteurs tegen te gaan. De Italiaansche bladen „Corriere deila Sera" en „Tribuna" uiten de vrees dat Griekenland met geweld den opmar8ch aer landingstroepen te Salo niki zal trachten te beletten. Het Grieksche leger wordt samengetrokken bij Saloniki, terwijl de Bulgaarsche grens onbezet blijft. Voorts verneemt de „Tribuna" uit Athene dat de partij van Venizelos besleten heeft het kabinet omver te werpen. In dit geval is het zeer waar schijnlijk dat er een zakenkabinet zal komen, met het mandaat om demobi lisatie en ontbinding van de Kamerve gelasten. Volgens een bericht in de „New- York Herald" hebben de werven van Vickers in Canada opdracht gekregen tot het bouwen van duikboot jagers voor rekening van Engeland. Er zijn er al 25 geleverd en acht daarvan zijn onder eigen stoom den Atlantischen Oceaan overgestoken. De schepen zijn 75 voet lang en kunnen, als ze op het water varen, een snelheid van 20 mijl halen en onder water 15 mijl. Ze heb ben geen torpedo's maar zijn voor en achter uitgerust met kanonnen van 75 mM. Het aantal der in October door de Duitsche troepen op het oostelijk ge vechtsterrein gemaakte gevangenen en de behaalde buit bedraagtLegergroep Hindenburg: 98 officieren en 14.412 man, 40 machinegewerenlegergroep Leopold van Beieren32 officieren en 4134 man, 2 machinegeweren; leger groep von Linsingen 56 officieren en 8971 man, 21 machinegeweien; leger groep van gen. Bothmer: 3 officieren en iö25 man, 1 machinegeweer; legergroep von Mackensen55 officiereu, 11,937 man, 23 kanonnen. De correspondent van de „Az Est" seinde aan zijn bladOp den thans vrijgemaakten Donau kunnen wij Bul garije en Turkije nu alles toevoeren, waar wij overvloed van hebben, als levend vee, graan, levensmiddelen, ko per, wol, katoen, leder en ook grond stoffen, die de oorlogsindustrie noodig heeft. uee te verdienen. Zoo ook deed mijn vriend. Hij, onaanzienlijk gekleed, viel niet op, en verzamelde in weinig jaren een groot kapi taal. Elke keer kon hij grooter sommen te gelijk inkoopen in verband met de winst die hij telkens maakte. Ongeveer achttien maanden geleden kreeg ik bericht dat mijn vriend vermoord was, in een van de mijnen van Californie, ter wijl hij daar met een groot kapitaal, een half millioen dollar, was heengegaan. Dat bericht trof mij als een bliksemstraal uit den helderen hemel, en de raad van den ouden giftfabrikant in den Wind slaande, die mij gezegd had, dat ik alleen onder den zuidelijken hemel mocht leven, ging ik naar Caliiornie, ik wilde den moorde naar vinden en straffen. Ik zat voor het eerst van mijn lèvën in een spoortrein die mij naar jFrisco (San Francisco) bracht, vanwaar ik mij te jiaard naar de mijn begaf. Zij was verlaten. Het goud werd er maar in gering gehalte gevonden. Alleen de her bergier en een viertal mannen waren ach tergebleven en zetten het werk voort. Ik vroeg aan de mijnwerkers naar mijn vriend. Niemand gaf mij bericht. Twee maanden waren na zijn dood verloopen, zoo lang had het geduurd eer het bericht mij in de prairiën bereikt had. Niemand herinnerde zich meer iets van het geval. De herbergier evenwel, na veel gevraag, en enkele dollars als fooi, herinnerde zich het feit. Mijn vriend was gekomen in gezel schap van een secretaris, dien hij in Frisco had aangenomen, de eerste nacht reeds was hij vermoord. De eerste mijnwerker die den volgenden morgen de tent wilde bin nentreden vond hem dood, badende in zij n bloed. Niemand twijfelde er aan of de secretaris was de misdadiger omdat deze met het geld

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1