Naar beweerd wórdt, heeft de paus den wensch te kennen gegeven op nieuw te trachten om in de Grieksch- orthodoxe landen gedurende Kerstmis een wapenstilstand te verkrijgen. De Dnilsche keizer heeft zich Maan dag voor een kort bezoek aan Keizer Frans Jozef naar Schönbrun begeven. Het is de eerste ontmoeting vau de beide heerschers der bondgenooten sedert het begin van den oorlog. Het weerzien gebeurt op een tijdstip dat de Duitsche enOostenrijk-Hongaarsche troepen opnieuw schouder aan schou der in een samenwerking met de troe pen van Bulgarije, groots vooideelen hebben bevochten. De Keizer heeft er prijs op gesteld, na een zoo langen be wogen tyd Keizer Frans Jozef weder de hand te drukken. tns8chen Boekarest en Sofia begonnen, die hebben geleid tot een besluit der Roemeensche regeering, om langs de Bulgaar8che grens een 3 KM. breede onzijdige zone te trekken. Als daarbin nen Bulgaarsche granaten mochten vallen, zal de daardoor aangerichte stoffelijke schade worden vastgesteld en na den oorlog worden vergoed. Een overeenkomst in dien zin is te Boekarest door vertegenwoordigers van beide landen geteekend. Larilland, eerste secretaris der Em bassade van de Vereenigde Staten te Parijs, is oenoemd tot zaakgelastigde in Servie, waar de Vereenigde Staten tot nu toe geen vertegenwoorligers hadden. Hun gezant te Boekarest was tegelijk geaccrediteerd bij het Servische en Bulgaarsche hof. Het besluit der regeering te Washington, genomen op een oogenblik als dit, is van groote beteekenis. Volgens uit Parijs ontvangen berich ten bevatte de nota van de entente aan Griekenland vier eischen le. Afstand van den spoorweg van Saloniki in Engelsch-Fransch beheer tot na afloop der operaties2e. spoe dig vertrek uit Saloniki van de daar samengetrokken Grieksche troepenaf- deelingen3e. het toestaan van het recht van onderzoek van alle Griek sche kusten en eilanden door de vlo ten der geallieerden om vijandelijke duikbooten en haar steunpunten op te sporen 4e. plechtige verplichting om de troepen der geallieerden onder geen omstandigheden te ontwapenen. Slechts het vierde punt alleen is in gewilligd. De correspondent van de N. R. Ct. te Zurich schrijft over de sluitiug der DuitschZwitsersche grenzen De maatregelen der Duitsche autori teiten zijn ditmaal strenger dan ooit te voren. Niet alleen is het verlaten van het Duitsche grensgebied, of het betreden daarvan door vreemdelingen verboden, maar zelfs den in Zwitser land vertoevenden Duitschers, voor zin van reispassen, is het verboden in hun vaderland terugtekeeren, tenzij een vergunning wordt verkregen van den generaal-commandant. In Friedrichsha fen zijn Duitschers, voorzien van gele- gimiteerde bewijzen, dat zij voor eeu dringende aangelegenheid op weg wa ren naar hun land, door de militaire autoriteiten aangehouden ennaarZwit- sersch gebied teruggebracht. Het baatte niemendal, dat zij verklaarden, zich aan alle militaire onderzoekingen te willen onderwerpen. Geen muis wordt doorgelaten. Het algemeene vermoeden is, dat nieuwe troepenverschuivingen plaats vinden naar het Oosten. Te Boedapest is een telegram uit Sofia ontvangen, volgens hetwelk Bul garije een nota aan Roemenie heeft gericht, waarin het heetindien Rus sische krijgsverrichtingen aan de Bul gaarsche grens in aangrenzend Roe meensch gebied schade mocht veroor zaken, dan aanvaardt Bulgarije daar voor geenerlei vera rtwoording. Na ont vangst dier nota zijn onderhandelingen vooral toen hij zag dat deze vrouw bij hen was een schoone jonge vrouw, die gekleed was in een rijcostuum van zwarte stof, dat haar slank figuur zoo goed deed uitkomen. Op het hoofd droeg zij een groe nen hoed met grooten struisveder, die door de wind licht op en neer bewogen werd. Zij scheen zeer vermoeid door den langen rit. Toen zij Gray voorbij ging, die gebonden op den grond lag riep hij uit„Edith." De vrouw wendde het hoofd in de rich ting waar de gevangene lag; toen zij hem zag en hem herkende schreeuwde zij„Gray, ellendeling," en wilde zich op hem wer pen, maar de Indianen grepen haar en brachten haar voor het opperhoofd. Edith Bastrow in het kamp der Apachen Hoe was zij daar gekomen Zij had de beslissing en de werkzaamheid der justitie willen verhaasten, en was uitgegaan om Gray, den vroegeren Diego Mason, op te sporen. Ze had haar doel zoo spoedig mogelijk trachten te bereiken. Ze had ee e groote som geld meegenomen, en was per spoor naar St. Juan gegaan, dat drie dagen te voren door de expeditie verlaten waa. Daar vertelde zij haar plan, om de expe ditie te volgen. Van alle kanten raadde men het haar af. Als zij eenmaal wist dat Gray een misdadiger was, dan moest zij hem liever ontvluchten, in plaats van hem op te zoekenmaar zij liet zich niet van haar stuk brengen, en Dam drie woudloo- pers in haar dienst, mannen die zich toe vallig in de stad bevonden, mannen met voldoende terreinkennis. Het waren wel geen jagers, maar het waren postboden, die meestal de brieven brachten van St. Vin cent naar de verschillende verwijderde for ten. Ze kenden Mapimi oor en door en volgden den loop van de Nadadores. In de officieele berichten omtrent hun jongste nederlagen aan het Riga- tront zeggen de Duitschers dat zij we gens de ontzaglijke terreinmoeilijkhe den in het bosch- en meerrijke gebied aan den grooten weg tusscben Mitau en Riga allengs eeu deel van hun troepen, die ten Noorden en Noord westen van Mitau waren opgesteld, hebben moeten terugtrekken. De Duit schers verhelen dus zelf niet hun on fortuinlijkheid, die zij echter op reke ning stellen van het moerassige ter rein. Het spreekt van zelf dat deze omstandigheid een groote rol speelt iu den geheelen strijd, maar toch dient te worden vastgesteld dat een dergelijke verklaring niets anders is dan een masker, waarvan de Duitsche bevel hebbers zich bedienen om voor de openbare meening in Duitschland de ware oorzaken vau den terugtocht iu de streek van Riga te verbloemen. Het ware toch stellig zonderling, een terrein, al is hat dan ook moerassig, te ontruimen, nadat men er vijf of zes onafgebroken verdedigingslinies heeft aangelegd en door deugdelijke betonnen versterkingen bevestigd. De Servische minister van Oorlog liet in het Atheensche blad „Hestia" de volgende verklaring publiceeren: De krijgsverrichtingen van het Ser vische leger zijn allesbehalve geëindigd. Onze strijdkrachten zijn feitelijk nog intact. Wij verloren tot dusver ö5 000 man aan doodeu en gewonden, en 20 000 werden gevangen genomen. De rest bedraagt ongeveer 200 000. Wij komen alleen zware artillerie te kort. Onze intendance werkt uitstekend, dank zij de Fransche organisatie, en het moreel onzer troepen is onverzwakt. Niettemin voelen wij de moeilijkheid der positie, vooral wat het tekort aan miuitie betreft. Uit strategisch oogpunt is de positie ook ernstig. Vooral in den Katsjanik sector is de toestand volkomen bevredigend. Zoo dra de Eugelscb-Fransche strijdmacht groot genoeg zal zijn, zullen wij het offensief nemen. Inmiddels blijven wij bij het defensief, houden de passen be zet en brengen den vijand zware ver iezen toe. Zoo noodig zullen onze strijdkrachten angzaam naar Albanië terugtrekken en den vijand iedere duimbreedte gronds betwisten, om den geallieerden tijd te geven tot het conceutreeren hunner strijdkrachten. De deelname van Italië stuit op be zwaren, wegens het meeningsverschil betreffende Albanië. De Russische troepen zullen na de concentratie der geallieerde legers te ïulp komen en men verwacht van die tusschenkomst ook een veranderde ïouding van Roemenie. Het is onwaar, dat de zetel der Servische regeering naar Saloniki zal worden verplaatst. Ik kan u verzekereu, dat Frankrijk en Engeland verrassingen in den Balkan voorbereiden. Zelf zijn wij vastbesloten den strijd voort te zetten, met dezelfde opoffering als sedert het begin van den oorlog getoond." Geheel anders luidt het laatste Duitsche communiqué, waar 't zegt Ten Z. W. van Mitrowitsa is Roed- nik bezet. In deze streek zijn meer dan 2700 man gevangen gemaakt; ook viel een groote voorraad oorlogstuig in handen der verbonden mogendheden. Met de vlucht van het armzalige overschot van het Servische leger in de Albaneesche bergen zijn de groote operaties tegen dat leger afgeloopen. De tweede taak, n.l. het tot stand bren gen van een onbelemmerde verbinding met Bu'garije en Turkije is reeds vol bracht. De tegenstand der Serviers, ondanks 't voordeel van het terrein dat zij had den, hun taaie gehardheid en deu moed, waarmee zij vochten, werd volkomen gebroken; noch wegen, welke niets dan modderpoelen waren, noch onbegaan bare hoog ondergesneeu wde bergen, noch de gebrekkige toevoer, noch de slechte kwartieren hebben liet opdringen der legers ook maar in het minst kunnen stuiten. Meer dan 100.000 man d.w.z. bijna de helft van het Servische leger, zijn gevangen genomen. Hun verliezen in de gevechten en tengevolge van desertie zijn niet te schatten. Kanonnen, ook van zwaar kaliber en een voorloopig onafzienbare voorraad oorlogsmateriaal werden buitgemaakt. De bijzondere correspondent van het „Berliner Tageblat", dr. Lederer schrijft uit Sofia, dat de slag bij Pristjina 10 dagen heeft geduurd. De daarbij gele verde gevechten behooren tot de he vigste in den oorlog tegen Servië. Meer dan 20.000 gevangenen hebben de Ser viërs in den loop der gevechten ver loren. Hun verliezen aan dooden en gewonden zijn niet minder terwijl vrij wel bun gehcele trein en artilleriepark in handen der overwinnaars is gevallen. Niet beter dan de Serviërs vergaat het den Franschen in het gebied van j Krivolak. Men krijgt den indruk, dat de geallieerden het nuttelooze hunner: onderneming zelf inzien. De rit was voor Edith zeer vermoeiend. Ze zou zoo graag teruggekeerd zijn, maar haar woede kwam hiertegen op, zij wilde baar half millioen terug hebben. Ze wilde de karavaan inhalen, om Gray te vatten, haar geld terug te eischen en hem de aan- deelen teruggeven. Ze wilde dadelijk Valleij de hand bieden, en als zijne vrouw naar Galveston terug- keeren. Ze was er zeker van, dat hij haar zou aannemen. Lieve hemel, twee millioen werpt men zoo niet weg en wie zou de vrouw van den rijken wapenfabrikant eenigen las ter naar het hoofd durven werpen Haar huwelijk zou een eind maken aan alle praatjes die in de stad omtrent haar in omloop waren. Bij de Nadadores komende kwam zij op het slagveld. Ze werd van afgrijzen vervuld, en was reeds van plan op hare schreden terug te keeren, toen zij door de Apachen bemerkt en gevangen geDomen werd. Het opperhoofd zat op den omgevallen boomstam, omringd door de ouden van den stam, toen Edith voor hem geleid werd. Hij keek haar vol bewondering aan. Hare schoonheid trok hem aan, maar zij was slechts eene vrouw, en een Indiaan koes tert altijd eene verachting voor de vrouwen. Aan den woudlooper vroeg hij„Is zij uwe dienstbode, of is zij de vrouw van een uwer „Zij zijn mijne bedienden I" antwoordde Edith trotsch op de vraag, die in slecht Spaansch gesteld was, eene taal die zij uitstekend sprak. „Zwijg, vrouw," zei Christobal en her haalde zijn vraag. „Wij zijn hare ondergeschikten," ant woordde een der mannen. „Dwazen, gij mannen moet nimmer ge hoorzamen aan eene vrouw. De vrouw is De „Lok. Anz." oDtleent aan de .Cor- riere della Sera" het bericht van Salo niki, dat de pogingen der vier divisies Bulgaren om de Fransche linies dooi te breksn, nog aanhouden. Monastir is nog vrij. De Bulgaarsche ring, welke om de stad wordt getrokken, wordt echter steeds nauwer. De gezanten vau Rusland en Enge land in Servië zijn na een veertien- daagsche reis vau Prisron te Monastir aangekomen, de gezanten van Frank rijk en Italië zijn nog onderweg. Meu spreekt van een offensief der Serviërs tegen de engten van Katschanik om naar Uskub door te breken en zich met de Franschen te vereenigen, maar ov er het einde van Servië is het onnoodig zich nog illussies te maken. I*laatsel|ik Nieuws. Ileustlen 1 Dec. Maandagmorgen ontstelde men algemeen door het bericht van het overlijden van mejuffrouw Adelberg. Nog in en loop van Zondag was de overledene buiten haar wo ning geziendoch, zooals later bleek was zij toch lijdende. Zij bereikte den leeftijd van 52 jaar. Ten gerieve van de met verlof zijnde militairen rijdt 's nachts een wagen van hier naar den laaDten trein te Drunen. Ter wijl deze in den nacht van Zondag op Maandag weder op weg was, werden de paarden echichtig en sloegen in de Putter- straat op hol. In volle vaart reden ze tegen een lantaarnpaal op, die uit den grond gerukt werd. Door den schok sloegen de slechts geschapen als dienstbare," verkon digde het opperhoofd. „Daar gij dwazen zijt, zult gij het lot uwer meesteres deeleD. Breng hen weg." De woudloopers werden door eenige In dianen weggeleid. „Ik protesteer tegen mijne gevangene ming en eisch zeide Edith boos. „Zwijg," zei Christobal. „Ik ben een vrije Amerikaansche „Nu zijt gij gevangene en mijne slavin." Niet spreken, als gij niet gevraagd wordt, anders De Indiaan had minachtend het voor hoofd gefronst. Edith had dikwijls hooren spreken van de wreedheid der Indianen en begreep dus, dat het wijzer was, ditmaal eens te zwij gen. Ze sprak dus geen woord. „Waar komt gij vandaan?" vroeg het opperhoofd. „Van Galveston." „Wat komt gij hier doen „Om een misdadiger gevangen te nemen." „Gij, eene vrouw vroeg Christobal vol bewondering; hem den krachtigen lieren krijger, gehard in den strijd, gewend aan ontberingen, alles dwingend met de kracht van zijn ijzeren vuist, beviel deze flinke vrouw, die alleen uittoog om zich op een vijand te wreken. „Wij blanke vrouwen zijn dapper, en hebben heldenbloed in de aderen," riep Edith hooghartig uit. „Waarom wilt gij dien misdadiger ge vangen nemen?" „Hij heeft mij van mijn geld beroofd." „En gij hoopt hem tin Mapimi te vin den „Ik was er niet zeker van, maar nu wel." „Ha, gij hebt hem dus gevonden?" „Ik zag hem zoo pas, hij bevindt zich in uwe handen en gij zult niet weigeren dieren tegen de straatsteenen en bezeerde het eene zich zoodanig, dat het zeer waar schijnlijk moet worden afgemaakt. De koetsier wist er bijtijds af te springen. Werkendam- Het door de gasfa briek alhier geleverde gas is zoo slecht ge zuiverd, dat sommigen hun petroleumlam pen weer hebben aangestoken en anderen bij het koude weer hun ramen moesten openen. BenedenXian«straat In den hooihandel is thans geen groote bedrijvig heid. Toch worden de prijzen wegens den beperkten voorraad stijver. Men besteedt voor eerste soort handelshooi f 25, afwij kende soorten f 20 a f 22 en schraal pers- hooi f 15 a f 16 per 500 k.g. apelle Vergadering van den Raad der gemeente, op Zaterdag 27 November 1915, des voormiddags om 10 uur. De Voorzitter opent de vergadering, waar na de notulen der vorige worden gelezen en goedgekeurd. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. Raadsbesluit, voorzien van het bewijs van goedkeuring, tot af- en overschrijving op de gem.-begrooting, dienst 1915. Schrijven van den Ambtenaar en Volon tair ter Secretarie, boudendedankbetuiging voor de toegekende gratificatie, voor de verrichte werkzaamheden gedurende de vacature van het Secretariaat. Aangenomen voor kennisgeving. Adres van de vereeniging „het Groene Kruis" verzoekende een subsidie uit de gemeentekas. Wordt besloten dit adres tot een volgende vergadering aan te houden. 2. Vaststelling gem.-begrooting 1916. Namens de commissie van onderzoek zegt de heer Oerlemans een kleine opmer king te hebben betreffende de haven. Het bedrag dat voor het onderhoud is uitge trokken vindt spreker te klein, gezien den slechten toestand der haven. De Voorzitter zegt, dat, mocht het uit getrokken bedrag van f2o0 blijken te klein te zijn, daarop nog altijd een middel kan worden gevonden. Spreker wil de zaak niettegenstaande toch eens onderzoeken. 3. Vaststelling voorwaarden haven- en kaaigeld. Conform de door B. en W. ont worpen voorwaarden worden deze vastge steld. Hierna gaat de Raad over in geheim comité ter vaststelling van het sugpletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag. Voor de betrekking van hoofd der school te Vrij hoe ve-Capelle heeft zich geen enkele sollicitant aangemeld. Enkele ingezetenen hebben een ver zoek tot den burgemeester gericht, verzoe kende pogingen in het werk te stellen, dat de bij hen ingekwartierde soldaten, bij verlof, zoodanig verlof genieten, dat zij in plaats van 's nachts, des morgens kunnen thuiskomen, zulks in verband met de nachtrust der kwartiergevers. Oeiidereit. De heer Braams, hoofd der o. 1. school alhier, is benoemd tot leeraar aan, de gemeentelijke kweekschool te Dordrecht. In de j.l. gehouden vergadering van stemgerechtigden der Ned. Herv. kerk, is herkozen tot Notabel de heer G. Vos Gz. en tot pres. kerkvoogd de heer Andries van Wijk. 's-Ciravemoer. De weleerwaarde heer ds. J. Esselink te Wateringen, heeft voor de roeping der Gereformeerde kerk alhier bedankt. De miliciens der lichting 1916 uit deze gemeente zullen, voor zoover behooren- de tot de le bataljons der Regimen te In fanterie te 's-Hertogenbosch op 17 December a.s. worden ingelijfd en die behoorende tot de 3e compagnie wielrijders op 16 December. Haamsdonk. Met genoegen deelen wij mede, dat Ue beer J. N. van Dongen, onderwijzer aan de o. 1. school alhier, met ingang van 15 December a.s. is benoemd tot hoofd der o. 1. school te R'veer. Op de bij P. Boons gehouden ver gadering van het veefonds, werd de heer J. Knaap herkozen als Secretaris-Penning meester en de heeran Joach. de Bont-Van Dijk, A de Bont en P. Verschuren als hem mij uit te leveren." „Mijn gevanger.e?" vroeg Christobal, handig de verwondering verbergende, die deze woorden bij hem opwekten. „Ralf Gray, of liever nog Diego Mason. Geef hem mij, laat mij hem met de handen wurgen en aldus mijne wraak aan hem voltrekken," schreeuwde Edith. Zij zag er vreeselijk uit met gelaatstrek ken door woede vertrokken haar oogen schitterden bij hare begeerte naar wraak. Het opperhoofd was niet boos, en eene stoute gedachte kwam in hem op. I)ie vrouw, al was zij zoo blank, zou waardig zijn, de vrouw te worden van den gebieder van een machtigen stam. Een nieuwe misdaad van Gray 1" riep hij uit. „Stemt gij het mij toe „Neen." „Gij moet het mij toestaan, ik heb oudere rechten dan gij, gij hebt hem pas kort ge leden gevangen genomen." „Ik zal u een gunst bewijzen, hij zal door uw hand sterven, en voor eeuwig onteerd zijn." „Ik dank u" riep Edith uit, en vervolg de „Bindt hem nu vast, en geef mij een dolk." „Neen, zoo spoedig moet hij niet sterven Wij zullen hem aan den schar dpaal bin den gij moogt hem martelenhij zal een langen doodstrijd hebben, zijn pijnen zullen vreeselijk zijn, wanneer gij eindelijk te vermoeid zijt, dan eerst moogt gij hem de dolk in de borst stooten, heel langzaam, in het hart, zoodat hij streepje voor streepje vooruit gaat." „Goed zoo," riep Edith, „ondragelijke pijnen moet hij lijden." Christobal bleef in gedachten verzonken en zeide toen „Zult gij geen misbiuik van deze gnnst maken commissarissen. De inkomsten bedroegen f 2485,86. De uitgaven f 2046 72s, het batig saldo alzoo f 439,135. Er was d.iemaal */2 pCt. omslag geheven. Raamsdonkveer. De prijzen der koopmansbeurs in 't Hotel De Reijer bedragen deze week: Boonen f20,50; Erw ten f 21Haver fj 13.50Tarwe f 10, Mais f 9,60; Rogge f 9,50. Het Am8terdamsche toon eel en va riété ensemble gaf Zaterdag in de oude Openb. School een welgeslaagde uitvoering. Theppy's reportoire voldeed goedhet blijspel „De Patient van Buiten" deed het publiek nu en dan hartelijk lachen en zou nog beter geslaagd zijn, als de rol van dokter Hansen gespeeld ware door het en semblelid, dat wegens militair zakenverlof verhinderd was. Jenny en Tommy vonden veel bijval bij 't publiek en de baritonzan ger Fachonnet gaf met zijn mooi vol ge luid verse lillende liederen ten beste, die alle een luid applaus verwekten. Gaarne roepen wij dit variété-ensemble een tot weerziens toe. NleuwendUL.. Zaterdagmiddag viel het 8-jarig zoonije van J. de Hoog bij den landbouwer A. Middelkoop, boven van den zolder, met het noodlottig gevolg met zijn hoofd op een beton vloer terecht te komen. De in allerijl ontboden geneesheer constateerde schedelbreuk. Sprang. J.l. Vrijdag viel de dienst bode van den heer A. H. alhier, teen zij een emmer water schepte, in den welput. Door haar tegenwoordigheid van geest wist zij onder haar val zich nog aan den put haak vast te klampen. Op haar hulpge schrei was de heer H. toegeschoten, die met behulp van enkele buren het me'sje uit haar benarde positie wist te verlossen. Met den schrik en een nat pak kleeren kwam ze vrij. Zaterdagmorgen had een vrouw van een militair in de Besoijensche steeg het ongeluk door de gladheid van haar fiets te vailen. In bewusteloozen toestand werd zij opgenomen. Vreesde men eerst het ergste, toen zij weer tot bewustzijn kwam, be merkte men dat alles tamelijk goed was afgeloopen. Enkele lichte kneuzingen waren de gevolgen. Donderdagavond 6,30 uur, zal in het Ned. Herv. kerkgebouw alhier, in het belang van den „Gereformeerden Zendings- bond" optredends. Van Ingen uit Ga meren. Vryhoeven-Cappel. Naar wij vernemen, is ds. de Vries uit Tilburg zoo bereidwillig gevonden, om godsdienston derwijs te willen geven aan de jongeren der Geref. Kerk alhier. Zaterdagmorgen ontdekte de onder wijzeres, tijdens de handwerkles aan de meisjes, dat er vuur uit de kachel was gevallen en een beschot brand had gevat. Ingeroepen hulp bluschte het vuur, dat snel om zich heen greep. Wfjk. Van de militieplichtigen der lichting 1916, dezer gemeente, zullen op Donderdag 16 December e.k., vier personen te 's-Hertogen bosch worden ingelijfd. Op 7 December a.s. zullen, ingevolge art. 32 der wet op de inkwartieringen enz., alle mannelijke trekhonden uit deze en omliggende gemeenten, ter hoogte van ten minste 65 c.M., door het Rijk ten behoeve van het leger worden gevorderd. Hraaln (jk. J. v. L. liep Maandag avond met een lamp in de hand door de stationstraat. Hij kwam te vallen «,n be zeerde zich zoodanig aan hand en hoofd door de glasscherven, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. In de afgeloopen week, zoo meldt men aan de N. R. Ct., werd op de Beneden-Waal gevangen: te Woudrichem een partij snoek, baars, paling en witvischte Herwijnen een partij witvisch en snoekte Haaften een partij snoekte Zaltbommel een partij witvisch en snoekte Rossum een partij witvischte Bato's Erf een partij witvisch. Prijsopgaaf is niet bekend van de ge vangen visch, daar alles naar elders wordt gezondenvan Tiel tot Gorinchem wordt „Neen." „Zweer dan, dat gij den gevangene niet zult doodeD, voordat gij hem voldoende gemarteld hebt „Ik zweer het." ,,'t Is goed Ik zou u aan de schandpaal kunnen binden en vermoorden, ik zou er het volste recht toe hebben, maar ik laat u vrij. „Maak haar los," zei Christobal tot zijn mannen, die het bevel uitvoerden. „Ik dank u," zeide Edith. „Mijne mannen?" vroeg zij. „Zullen in vrijheid gesteld worden," zei het opperhoofd. Hij liet een jongen Indiaan komen, en zei„Houd haar goed in het oog en ver dubbel de tentwacht." Edith liep dadelijk naar Gray de In dianen zagen haar met verwondering aan. „Edith, mijne lieveling, maak mij los", smeekte hij, overtuigd dat zij niet wist welke misdaden hij had bedreven. Spoe lig werd hij uit den droom gehol pen, want van hare lippen stroomde eene vloed van verwijtingen, terwijl zij hem tevens bij zijnen eigen naam aansprak. „Edith, hoe komt gij daaraan?" vroeg hij. Ik weet alles," gilde zij hem toe„Fi- lippo heeft gesproken." „Filippo." Deze naam deed Gray alles begrijpen. Men was in zijn woning door gedrongen en had den man nog in leven gevonden. Hij had berouw, dat hij hem niet dadelijk vermoord had. Maar dit be rouw kwam te laat. „Filippo heeft gelogen Edith, ik ben een hertog en de mijn Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 2