voor Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Borumelenvaard. EEN HERINNERING. De Goudmijn. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden /Vo. 3524 Zaterdag 11 December Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. Poppenkleeding. FEUILLETON. 1915 ir v UNB van Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.76, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag^ middag 12 uur ingewacht. De eeuw van het kind heeft de be kende Zweedsche schrijfster Ellen Key de 20ste eeuw genoemd. Is het dus te verwonderen, dat wij onze aandacht schenken aan de aan kleeding van poppen, die in het kin derleven een zoo voorname rol spelen Niets is ontvankelijker en meer vat baar voor indrukken zoowel goe ie als slechte dan de kinderziel. Goed en smaakvol moet derhalve de aankleeding der poppen Uwer kinderen zijn. Trouwe raadsman als „Het Nieuwe Modeblad" voor onze dameslezeressen in alle opzichten zijn wil, werden in het nummer van 1 December naast verschillende nieuwste modellen van dames- en kinderkleeding, ook meerdere fraaie gemakkelijk uitvoerbare model len opgenomen voor de aankleeding der poppen, waarmede vooral met Kerst mis de kinderen worden verrast. Inderdaad „Het Nieuwe Modeblad" laat geen gelegenheid voorbijgaan zich te toonen een onmisbaar tijdschrift voor iedere practische huisvrouw, die op de hoogte wil blijven van haar tijd. Wij kunnen dan ook onze lezeressen niet genoeg aanbevelen zich te abon neeren op deze uitgave die tegen slechts 65 cents per kwartaal van 6 nummers (franco per post 75 cents) bij ons is verkrijgbaar gesteld. Proefnummer wordt op aanvraag gratis toegezonden door de Administratie van dit blad. Men spreekt in dezen menschont- eerenden tijd over veel en nog wat, over het fiasco van het Christendom, het fiasco van de Internationale, het fiasco van de beschaving, en hoe vaak al deze beweringen reeds geuit zijn, terecht of ten onrechte, geen onzer zal het aantal malen hebben bijgehouden. Maar voor den ernstigen, de mensch heid hoogachtende, wandelaar op dit ondermaansche is het eigenlijk om wan hopig te worden, als hij indenkt hoe bitter, bitter weinig het menschdom toch is vooruitgegaan in onderlinge waardeering. Niets geleerd en niets vergeten, wanneer zal toch eens de tijd komen dat dit gevleugelde woord zijn droeven zin heeft verloren? We gaan met onze gedachten 45 jaren terug. Yreeselijk woedde de krijg 20) XII. Besluit. Nadat de Indianen Bolson weder ver laten hadden, was deze streek weer even eenzaam als vroeger Alleen de gieren zweefden nog boven het slagveld, waar zooveel bloed gestort was, waar zooveel menschenlevens waren verloren gegaan, ter wille van de zucht naar goud van één persoon. Geheel verlaten lag deze landstreek daar, slechts een enkel ruiter reed daar rond, het hart vol woede. „Ik wil mij wreken, wraak, wraak" mompelden zijne bleeke lippen, terwijl zijne oogen met koortsigen gloed schitterden. Deze man was Gray, die den verschrik- kelijken eed zwoer, dat hij zich zou wreken. Nauwelijks waren de bankiers in Gal veston teruggekeerd, of de oude woudlooper Filippo, wiens stalen gestel weder voldoen de in orde was, om zijn levenstaak weder op te vatten, vervoegde zich bij hen. Hij verzocht inlichtingen omtrent Gray, maar ze waren niet in staat hem die te tusschen het militair uitstekend voor bereide Pruisen de schimmen van den IJzeren Kanselier en den grooten Yon Molke rijzen voor onze oogen op en het Fransche Keizerrijk dat na de débacle bij Sedan aan de voeten van den Pruisischen koning nederlag. Nog een andere schim doemt op. Van den Franschman, die den moed had zijn stem te verheffen, toen al. wat Pruisisch was, haatte met een doode- lyken haat. Van hem, den redacteur van „De Courant van Versailles", door de Pruisische overheid gevangen gezet, naar aanleiding van hetgeen hij durfde schrijven in een vurig artikel, dat, helaaszichtbaar geen andere dan historische herinneringen heeft achter gelaten. En toch laten wij eens naar dien moedigen Franschman luisteren. „Van alle kanten hooren wij niets „dan klachten en verwenschingen tegen „de Pruisen. Het is heel duidelijk dat „wij ze niet met open armen kunnen „ontvangen. Hunne komst in onze „steden is een ramp, hunne tegenwoor digheid een vernedering, hun aanblik „een levendige bevestiging van den „tegenspoed en den val van Frankrijk, „in één woord, het Pruisische leger is „het vijandelijke leger, hetwelk onze „rust komt verstoren, onze vrijheid in „banden slaan, ons land in bezit nemen „cn onze medeburgers om het leven „brengen. Het is dus niet zonder grond „dat wij de Pruisen haten en smachten „naar het oogenblik, waarop wij weer wraak zullen kunnen nemenin onze „plaats zouden wij hetzelfde doen. Maar laat ons de zaak nu eens van „een ander standpunt bekijken. „Wat is ieder van die mannen in „het bijzonder? Een wezen, nog onge lukkiger dan wij. Een wil waaraan „niemand vermag te weerstreven, heeft „hem uit zijn land verdreven, alwaar „hij vreedzaam leefde te midden van „zijn gewoonten en betrekkingen, welke „hem dierbaar, welke hem onmisbaar „waren. Hij verliet moeder, zusters, „broeders; misschien vrouw en kinde- „renal wat den mensch veredelt, zijn „zeden verzacht, het leven dierbaar, „den arbeid aangenaam maakt. En zie, „daar wordt hij eenklaps uit zijn ge- „lukkige omgeving gerukt, om blootge steld te worden aan den wreedsten „dood, en dat nergens anders om, dan „omdat de souverein van Frankrijk „goedgevonden heeft aan dien van „Pruisen den handschoen toe te wer- „pen, en hij, de onderdaan van Zijne „Majesteit, één van de armen is gé- „worden, die dezen reusachtigen twee- „strijd, dien tweestrijd, dien hij nauwe lijks begrijpt, mee moet helpen be slissen. Maar dat begrijpt hij, dat de „beide belanghebbende partijen er het „leven zeer zeker niet bij zullen laten „Om die beleediging te wreken, om „gevolg te geven aan die uitdaging, „heeft hij, de Pruisische onderdaan, „order ontvangen om vaderland, bloed verwanten en bezigheden te verlaten, „zijn plannen voor de toekomst, zijn „zijn liefelijkste droombeelden vaarwel te zeggen, om te gaan vermoorden of „zelf vermoord te worden. Gehoorzaamt „hij niet aan het bevel, hij wordt ter „dood gebracht. Geen middel dus om „aan dien dwang te ontkomen. Aan alle kanten de dood In dezen trant gaat de schrijver voort. Over den betoonden moed op het slagveld laat hij zich uit op deze wijze „Hoe! de verachting van den dood, „de onverschilligheid voor wie en wat, „men in het leven achterlaat, de on gevoeligheid voor de wonden, die men j „slaat, voor de rampen en ellenden, „die men veroorzapkt, dat alles zou „die schoone, edele deugd moeten hee- „ten, welke men „moed" noemt„Met „den waren moed heeft die zwijmel „niets uitstaande." De Pruisische soldaat verdient mede lijden volgens den schrijver. Hij vraagt „Wat zal de stumpert winnen bij „de schitterende zegepraal Roem „Och, ik bid u, laat ons dat woord „niet misbruiken om het te schrijven „in het vaandel van den sterkste. En „toegegeven voor een oogenblik dat er „werkelijk roem te behalen is, zal hij, „die tot de overwinning juist het „meeste toebracht, er zulk een ruim „deel aan hebben, dat dit hem scha deloos stelt voor hetgeen hij heeft uit gestaan Zullen de klanken van het „vaderlandsche feestlied niet op zijn „lippen besterven, wanneer hij bij zijn „terugkomst de zijnen worstelend met „gebrek en armoede, of in het geheel „niet wedervindt, terwijl het verlies van „zijn ledematen hem belet om in zijn „broodwinning troost en onderhoud te „vinden Ook de Franschman is, zegt de schrij ver, evenzeer te beklagen, om dezelfde redenen. Lezer, hoe is het nu, in dezen tijd van massalen menschenmoord eindoverwinning, en dat er van alle vredesgeruchten geen woord waar is. Spreker wees ook er echter op dat, om wederzijdsche uitputting te voorkomen, de regeering den oorlog onnoodig geen dag zou doen voortduren e geen man meer opofferen zou. De Romeinsche correspondent van de Daily Telegraph seint, langs een omweg uit Konstantinopel te hebben vernomen dat er thaus een groot Duitsch-Turksch leger wordt gevormd om op Britsch Iudië aan te rukken. Het zou bestaan uit 500.000 man, 400 000 Turken en 100 000 Duitschers onder bevel van maarschalk von der Goltz, die volgens een bericht in ons vorig avondblad het leger in Mesopo- tamië zou aanvoeren. Te Konstantino pel zijn volgens den Telegraph corres pondent tal van Duitsche officieren aangekomen. De expeditie zal, voorspelt hij, in het voorjaar worden ondernomen. De voorgenomen expeditie naar Egypte zou zijn opgegeven. Buitenland. In een rede, die de Duitsche rijks kanselier in den Rijksdag gehouden heeft, wees deze er herhaaldelijk op, dat Duitschland overtuigd is van de geven. Het eenige wat zij wisten was, dat Gray ontsnapt was, en dat het den India nen niet gelukt was hem weder te vatten. Daar stond Filippo nu, het spoor geheel bijster. Waarheen was de moordenaar ge vlucht? Bevond hij zich nog in Mapimi? Filippo was evenwel geen man van lang bedenken, de oude geest van den detective j kwam boven en, vertrouwend op zijn goed gesternte, trok hij weder er op uit, om den moordenaar gevangen te nemen en te straffen. De bankiers beloofden hem groote geld sommen om hem te steunen, maar hij wees die hooghartig af, hij wilde toonen, dat hij den moordenaar zocht, niet uit zucht naar goud, maar alleen om zijn armen vriend te wreken. Maar er kwam ook nog iets anders bij hij, Filippo, wilde de smaad uitwisschen door den ellendeling overrompeld en ge vangen genomen te zijn. Ja, hij zou zoeken, tot ten laatste zijn doel bereikt was, of anders, totdat zijne krachten hem zouden begeven. Tien dagen geleden had hij het station St. Juan verlaten, had een nieuw paard gekocht, en was begonnen dit onherberg zaam land te doorkruisen. 't Was evenwel een wanhopige poging. Hoe hij ook zocht, nergens ontdekte hij eenig spoor. Ten slotte besloot hij, deze wijze van zoeken te laten varen, naar de Apachen te gaan en daar te traohten, die inlichtingen te verkrijgen, die de bankiers hem niet hadden kunnen verschaffen. Hij wendde dus zijn paard naar het Wes ten en reed kalm voort. Toch kon hij niet nalaten het terrein voortdurend gade te slaan, en telkens als hij eene hoogte bereikte hield hij halt, om het geheele terrein te overzien, of nergens eenig spoor te ontdekken was. Tegen den middag bereikte hij den top van een heuvel en daar zag hij in de verte een gedaante te paard. Zou het geluk hern gunstig zijn? Zou werkelijk de misdadiger onder zijn bereik komen Kon het niet evengoed een vreedzaam reiziger, een koopman zijn, of een Indiaan? Maar wat zouden die zoeken in een streek, geheel zonder bevolking, een streek zoo schaarsch voorzien van wild. Langzaam naderde de vreemdeling, en als hij het pa 1 bleef volgen, een soort holle weg, eertijds door een beek gevormd, doch nu geheel droog, dan moest hij hier langs komen. Filippo besloot nu alle voorzorgen zoo goed mogelijk te nemen. Hij steeg af en verborg zijn paard in het dichte kreupel hout. Opmerkzaam zag hij naar den naderen den ruiter. Filippo was reeds oud, doch zijne oogen waren scherp als die van de valk. Hoe meer de onbekende naderde, hoe meer de gestalte hem bekend voorkwam. Eindelijk, Filippo was zijn anders zoo stalen zenuwen bijna niet meester, einde lijk bemerkte hij dat de ruiter, die daar zoo argeloos naderde, zich geheel veilig Een particulier-Reuterbericht uit Washington aan <le N. 11. Ct. zegt: Naar mea verneemt, is de nota der Vereenigde Staten aan üosteurijk om trent het in den grond boren van het Italiaanscbe mailschip Ancoua kort en beslist, en krachtiger dan alle nota's aan Duitschland. De nota staat vooral op het verkrijgen van afdoende waar borgen voor de toekomstige veiligheid der Amerikamen. De nota houdt zich o. m. bezig met de beschuldiging dat de granaten, afgevuurd door de Oosten- rijkscho duikboot, passagiers hebben gedood nadat de Ancona had gestopt. Hiervan wor It opheldering gevraagd. De minister van buitenlandsche zaken, heeft de nota met president Wilson's volle instemming opgesteld. De kort heid der nota is toe te schrijven aan den wensch om het geschil onmiddel lijk te regelen, zonder een reeks stuk ken te wisselen, zooals na de torpe deering van de Lusitania. Hooge ambtenaren zijn van oordeel dat de toestand ernstig onder de oogen moet worden gezien, daar de zaak nog ingewikkelder is geworden, doordat er, sedert het verzenden van de nota, Dinsdag j.l., nieuwe berichten zijn ont vangen van aanvallen door duikbooten op Amerikaansche schepen in de Mid- dellandsche Zee. De verzending van de nota is een volkomen verrassing geweest voor de ambtelijke wereld. Aanvankelijk had het ministerie van buitenlandsche zaken toch te verstaan gegeven dat er geen bevestigende getuigenissen waren ont vangen nopens de omstandigheden bij het in de grond boren van de Ancona. Men neemt dan ook aan dat ten slotte toch afdoende bewijzen zijn ontvangen. Uit Saloniki wordt dd. 8 dezer gemeld De Bulgaarsche aanvallen der laatste twee, drie dagen schijnen ietwat ern stiger te zijn geweest dan eerst werd verondersteld. Zij bewijzen, dat de Bul garen voortdurend worden versterkt, goed voorzien schijueD te zijn van ar tillerie, die ze, naar Duitschen trant, gebruiken om stortvloeden van granaten op onze stellingen te werpen, alvorens ze een aanval doen. Sedert Zondag be steden zij de meeste aandacht aan de Eugelsche linies, en tegenover de vij andelijke overmacht hebben onze voor uitgeschoven voorposten allengs moeten terugwijken naar onze hoofdliuies. Hier en daar is het tot een handge meen gekomen. De Bulgaren hebben de bajonet gekruist met een afdeeling Eugelschen, die korte metten hebben gemaakt met hun tegenstanders uit de loopgraaf, die ze reeds onder dekking van artillerie hadden bezet, hebben verdreven. Wij hebben enkele gevangenen gemaakt, die eenstemmig verklaarden, dat zij niet tegen de bond- genooten hadden willen vechten, doch de Grieken verlangden te ontmoeten, teneinde een oude rekening met hen te vereffenen. Daar de linies der bond- genooten aansluiten bij de Grieksche grens, wordt het vraagstuk voor de Grieksche regeering steeds neteliger. Bevestigd wordt, dat de Fransche verliezen bij den terugtocht naar dezen kant van de Demir Kapoe gering waren de en Bulgaren hun vorderingen duur hebben moeten betalen. Esn bericht uit Boekarest aan de Corriere della Sera" geeft een beeld van de neerslachtigheid, die in de kringen van de entente heerscht. Alles scheen od rolletjes te loopen, seinde de correspondent; de interventie van Roemenië aan de zijde van de Quadruple entente scheen van uren te zijn, toen plotseling een volkomen ommekeer plaats vond. Of de reden daarvan in het buiten- of in het binnenland moet worden gezocht een feit is het, dat elke illusie is verdwenen en dat de vrienden van de Quadruple entente in Brittanje niet meer den grooten staats man van zijn tijd zien. Omtrent de werving in Engeland wordt gemeld, dat er de laatste dagen een geweldige toeloop aan de werf- kantoren is geweest. Woensdag overtrof de aandrang dien van alle vorige dagen. De klerken en dokters kwamen handen te kort om de gegadigden in te schrij ven en te onder- oeken. Aan de werf- kantoren in Londen en de voorsteden stonden honderden, soms duizenden op hun beurt te Wachten. In de provincie worden sommige werf kantoren ook 's nachts open gehouden. Men verwacht dat Asquith later het Lagerhuis zal verzoeken nog een millioen man te bewilligen. wanende in deze onbewoonde streek, nie- mand anders was dan Diego Masan, de man, die hij reeds zoo lang zocht, de man, die hij nu ten slotte aan het gerecht zou kunnen overleveren. In dit enkele oogenblik vlogen allerlei gedachten door zijn brein. Wat een glorie zou het zijn, als hij zijn gevangene te St. Juan en Tlaarna te Galveston bracht. Filippo kon niet nalaten even te glim lachen bij de gedachte daaraan. Dan zou hij de menschen weer eens dien zelfden i man laten zien, die zij eerst zoo eerbiedig gegroet en zoo bewonderd hadden. En dan Dan zou eindelijk de hand van de beul een eind aan dat ellendig leven ma ken, en hij Filippo kon rust nemen, zijn levensdoel zou bereikt zijn. Steed3 nader kwam de ruiter. Filippo kon de tred van het paard reeds hooren, terwijl het voorstapte door het kiezelbed daar, waar eens het water van de beek had gestroomd. Filippo verborg zich achter een' heester en haalde de revolver voor den dag, waar na hij de haan spande. Het gedruisch werd sterker, en daar ver toonde de gestalte van Mason zich in de bocht van den hollen weg. Een oogenblik trilde de revolver in de hand van den ouden woudlooper, maar in een seconde was hij zich zelf weer meester. Tot vijf passen liet hij hem naderen, toen kalm te voorschijn treden, riep hij: „Halt, handen omhoog", terwijl hij de re volver op de borst van Mason richtte. Deze schrikte op uit zijn gedachten, een ondeelbaar oogenblik was voldoende voor hem om den woudlooper te herkennen en den geheelen toestand te overzien. Snel wilde hij naar zijn revolver grijpen, maar een schot weerklonk, hij hief de handen ten hemel, een kreet uitende gleed hij uit den zadel en viel ter aarde. Een stroom bloed vloeide uit een wonde en verfde zijne kleederen donkerrood. Filippo had hem in de veile borst ge troffen. Hij naderde, bekeek het slachtoffer, en zei toen bij zich zelf: 't Is misschien beter zoo, geen rechter hier op aarde behoeft aan hem meer tijd of papier te vermorsen. Nog tnkele oogen blikken keek hij naar de gestalte, die daar op den grond lag, terwijl langzamerhand het gelaat lijkblauw begon te verkleuren. Nog zwak stroomde het bloed uit de wonde en kleurde de mooie witte kiezelsteenen. Filippo Dam niet de moeite de zakken van den verslagene na te zoeken. Hij wilde den ellendeling niet aanraken, en terwijl hij hem liet liggen als aas voor gieren en roof dieren, klom dj in den zadel en wendde zijn paard weer naar den weg, dien hij gekomen was, om te Galveston te gaan vertellen, dat zijn taak volbracht was, en om eindelijk de welverdiende rust te ge nieten.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1