V voor Hot Land van lleusdon on illona, do Langstraat on do Bomtnolorwaard. Op den goeden weg? De Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden iVo. 3540. Zaterdag 5 Februari 1916. Biï dit nr. behoort een bijvoegsel, schavingege-chiedenis dus niet de oor- FEUILLETON. UND MAM Ail Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en V>ijdag2 middag 12 uur ingewacht. J log8geschiedeni8 bestudeeren, dan komen Er was een tijd, dat vrouwenarbeid buitenshuis niet zulke omvangrijke af metingen had aangenomen als tegen woordig. Verschillende omstandigheden, die we hier natuurlijk niet alle kunnen nagaan, waren oorzaak dat de vrouw zich ook op de arbe dsmarkt wierp en haar deel wenschte te nemen van den algemeenen maatschappelijken arbeid. En we gelooven niet te stout te zijn als we beweren dat de huwelijkskwestie één van de redenen is, die in de vrouw den drang tot arbeid buitenshuis tot uiting hebben doen komen, ten einde op dez} wijze in eigen behoeften te voorzien en zich ie onttrekken aan den staat van afhankelijkheid in al zijn geledingen. Nu is het ontegenzeggelijk waar, dat er verschillende soorten van arbeid zijn die het best door de vrouw worden verricht. In de gasthuizen b.v. is de vrouw zeer zeker goed op haarplaats. Ook als onderwijzeres, bij voorkeur aan de gewone lagere school, en dan het liefst in de aanvangsklassen, achten wij de vrouw zeer op haar plaats. En zoo zouden er nog wel eenige tak ken van dienst zyn te noemen, waarin vrouwenarbeid de voorkeur verdient boven het werk der sterkere sexe. Opmerkelijk is echter dat zij in den regel haar arbeidsveld verlaat, als de gelegenheid zich aanbiedt tot volgen van haar eigenlyke bestemming, haar door de natuur aangewezen. En wij achten dit een zeer gelukkig verschijn sel, spijt alle theorieën over vrouwen beweging enz. Het gulden woord, dat der ScheppiDg heerlijkheid de vrouw ie, moet naar onze meening in eere worden gehouden, ook en vooral om dtr wille van onze samenleving, die er ontzettend groot belang bij heeft haar als moeder te zien van 't opkomend geslacht. Nu is het waar dat het bezit va.i kinderen veel zorgen en bekom mernissen kan meebrengen. Onze voor ouders doelden daarop, toen zij de kernachtige uitdrukking„Kinderen zijn een zegen des Heeren, maar zij houden de noppen van de kleeren", in hun woordenboek opnamen. Maa als we onze geschiedenis, dat is de be- we tot de conclusie dat, in weerwil van deze ware uitdrukking, net bezit van kinderen toch vry wel de algemeene regel was, geheel verschillend met de opvattingen, die thans in veel kringen worden gehuldigd. Een veel voorkomend verschijnsel is dat de ambtenares, gehuwd zijnde, haar functie blijft uitoefenen, omdat zij, zoo als zij beweert, recht op arbeid heeft en dien arbeid even goed kan uitoefe nen als in den ongehuwden staat. En nu is het opmerkelijk dat de meening van de belanghebbenden in d ize zoo vast staat, dat er een storm van ver ontwaardiging losberst in die kringen, als bijvoorbeeld de Staat, de groote werkgever, aan dat recht wil tornen. Onder aamoering van allerlei gronden wordt dan beweerd dat de arbeid van de gehuwde vrouw, als de dienst er niet onder lydt, vrij moet blijven en het recht om te arbeiden dus onverant woordelijk moet worden gehandhaafd. In sommige kringen gaat men zelfs zoo ver te beweren dat 't kinderlooze huwelijk gewenscht is. Een merkwaardige uiting lazen we dezer dagen van een juffrouw, blijk baar een onderwijzeres, in het week blad „De Kroniek", een uiting, die de moeite waard is onthouden te worden. Stoutweg beweert zij het volgende: „In plaats van zich aan de opvoeding van haar eigen kind te wijden, wydt zy (de onderwijzeres) zich aan de op voeding van een menigte kinderen van anderen. Waarmee zou de maat schappij het meest gebaat zijn? Als nu eenmaal aan een betrekking of an dere positie kinderen in den wag staan, „Als hij door een advertentie of doo eenig ander middel die schetsen in hande: krijgt, is voor die arme jongelui alles ver loren," zeide Jell eindelijk. „Daar hij patent heeft voor de eerste uitvinding, waar op, naar ik vrees, zijn rechten niet betwis kunnen worden, zou het overige heel een voudig voor hem zijn. Hij is al bezig o die prachtige nieuwe turbine te exploitee- ren, door een maatschappij op te richter met ee» kapitaal van ik weet niet hoeveel honderdduizenden. Die moet de Iron Worki steunen, waarbij hij ook betrokken is." „Daar sprak hij met een vriend over toen ik 's avonds vóór mijn eerste ontmoefl ting in Piccadilly, aan ten tafeitje naast he zijne zat te eten." En hij herhaalde alle stukjes van he gesprek, die hij van zijn buren bij Rit had opgevangen. „Ik kon toen niet vermoeden, dat dj alles betrekking had op de vermiste schrij1 tafel en de toekomst van de Byrons. Mas nu begrijp ik zijn schrik, toen ik hem vroeg; waarom hij zoo graag die schrijftafel wilde hebben, en hij begreep, dat ik naast hem had gezeten in het restaurant en dat ik heel wat van zijn gesprek had opgevangen." Jell knikte. „Ja," zeide hij, „hij is op het punt den grootsten slag van zijn leven te slaan. Als die plannen van den armen Byron toevallig in handen kwamen van een vaniijn concur renten, of van een der groote maatschap- men de mannen die hem aanvielen mijr rijtuig. Hij voegde zich later bij ben, en zij reden naar Regent's Park. Daar stapten zij alle drie uit en de twee mannen, di3 mij hadden aangenomen, kwamen zonder hem terug. Onderweg sprongen zij uit de taxi en hepen weg. Ik had voortdurend de zaak niet recht vertrouwd, maar toen ik ont dekte dat zij verdwenen waren, reed ik terug en vond den armen Byron bewusteloos en zoo goed als dood op straat liggen. Gelukkig Buitenland. Met hel oog op de verschijning van Duitsche luchtschepen in Engeland be pleit de „Daily Mail" de aanmaak van duizenden groote vliegtuigen met machtige motoren die groote kanonnen kunnen meevoeren. De te Grimsby aangekomen treiler King Stephen rapporteert Woensdag ochtend in de vroegte de Zeppelin L 19 in de Noordzee met de goudels en een deel van het omhulsel ouder water te hebben gezien. De bemanning, 17 tot 20 man, zat op den top van het omhulsel en vroeg er afge taald te worden. Daar de bemanning van de Zeppelin sterker was dan die van den treiler, weigerde de gezagvoerder van den treiler het verzoek en keerde on verwijld naar Grimsby terug om de zaak aan de vlootautoriteiten te melden. De N. R. Ct. teekeut hierbij aan (De L 19 is hetzelfde luchtschip, dat dezer dagen boven Ameland is geweest en daar door de kustwacht is beschoten.) Woensdag heeft in Liverpool een matroos terecht gestaan wegens het feit, dat hij zich niet op tijd aan boord had begeven van een marine-transport schip. Deze man, zekere Charles Dunn, staat in Engelsche marinekringen be kend als „Jonas". En niet zonder reden. Hij heeft n.l. behoord tot de bemanning eerst van de Titanic, toen van de Em press of Ireland, die beide zijn vergaan en ook tot die van de Lusitania en de Florizan, die allebei door de Duitschers zijn getorpedeerd en gezonken. De be manning van het transportschip, aan boord waarvan Dunn zich had moeten begeven, was op de aanwezigheid van „Jonas" niet gesteld en had gedreigd, hem over boord te zullen gooien, in dien hij toch kwam. Daarom was hij gedrost en had dienst genomen bij de marine-reserve. Hij was daar als onge schikt voor den dienst ontslagen. L)e rechter, voor wien „Jonas" zich had te verantwoorden, had medelijden met een door het lot zoo zwaarbeproefd zee man én liet hem vrij. Het Engelsche stoomschip „Appam" is dooreen Duitsch opnemingsvaartuig, de Möwe, buitgemaakt en over den Atlautischen Oceaan naar Amerika ver voerd. De Bank of British West-Afrika deelt mede dat Appam een waarde van ruim 400.000 gulden aan ongemunt goud aan boord beeft. De waarde van de lading, in hoofd zaak bestaande uit cacao, palmpitten en olie, is, matig geschat, 1.800.000 gulden. De waarde van het schip zelf is onge veer even groot. Het stoomschip Corbridge, waarop ook een prijsbenamin is gezet, ver tegenwoordigt een waarde van onge veer 1.200 000 gulden. De zes stoom schepen die de Möwe in den grond heeft geboord, waren met hun lading volgens de Times, een 17VS millioen gulden waard. De gezamenlijke ver liezen door den kaper aan de Engel sche koopvaardij toegebracht, is dus zeer groot. De „Daily Express" verneemt uit New-York: Het „Deutsche Journal", dat geredigeerd wordt door den vroe- geren Berlijuschen correspondent van de „American", bevat het verslag van een onlangs door Bethinan Hollweg tegenover de leiders van de partijen uit den Rijksdag afgelegde verklaring. De kanselier zeide: „Er zijn geen officieele stappen tot vredesonderhande lingen gedaan, maar er zijn ouder- handsche gesprekken gevoerd door personen zonder officieel karakter, in het algemeen financiers met een hooge internationale positie. Die gesprekken zijn in Zwitserland en Zweden gevoerd. Het blad haalt dan een uitlating van een hooggeplaatst officier aan die ge zegd zou hebben: „Duitschlaud zou Parijs kunnen veroveren. Het is slechts de vraag, hoevele manschappen wij zouden willen opofferen. Dit zou Eu- geland echter niet tot rede brengen en geen einde aan den oorlog maken. Wij zouden St. Petersburg kunnen nemen, maar Engeland zou zich daar niets van aantrekken. Wij zouden de Italianen in zee kunnen jagen, maar voor Engeland zou dit weer geen verschil maken Hoe meer gebied wij bezetten, hoe dunner onze linies worden en hoe grooter de moeilijkheid om er de noodige voor raden heen te voeren. Als wij in die richting voortgingen, zou Engeland daar meer baat bij hebben dan wij." De nieuwe Russische minister-presi dent Stürmer beeft tegenover een ver slaggt ver van de „Nowoje Wremja" verklaard, dat zijn politiek in de eerste plaats zal zijn geïnspireerd door de gedachte den oorlog tot een goed einde te brengen. „Geen voorstellen tot het sluiten van een afzonderlijken vrede, zeide hij, zul len de groote vraagstukken die voor de volken tengevolge van de wereldbraud ontstonden, kunnen oplossen. Zij die spreken van financieele en oeconomische uitputting van Rusland, maken zich belachelijk in mijn oogen, want het Russische volk en Rusland kunnen niet uitgeput raken of overwonnen worden." Uit Washington wordt gemeld, dat de Engelsche regeering heeft toegestaan, dat een hoeveelheid suikerbiet en zaad die in Oostenrijk aangebracht is voor de bietenteelt in Utah, van Rotterdam uit naar de Vereenigde Staten wordt verscheept. In een Woensdag te Topeka (Kausas) gehouden rede over het gereedzijn der Vereenigde Staten, verklaarde president Wilson, dat het noodi zou kunnen zijn de troepen te gebruiken om de Amerikaansche rechten op te eischen om overal waar zich Amerikanen be vinden, te genieten de bescherming der internationale wetten. Uit Londen wordt d.d. 3 Febr. gemeld. De Engelsche stoomboot „Belle of France" is gezonken. De Eiropeesche leden der bemanning, benevens 22 Las karen zijn gered 19 Laskaren worden vermist. De Turksche Troouopvolger, Joessoef Izzeddin, heeft zich in een zwaarmoedige bui van het leven beroofd. Een reeds jaren lange ziekte, waarvan naar hij bigrepen schijnt te hebben, herstel uit gesloten was, heeft hem allengs den levensmoed doen verliezen. Ofschoou zijn omgeving zich van zijn voornemen- bewust was, heeft hij toch den kans waargenomen om een einde aan zijn heilloos en pijnlijk bestaan te maken. De Times zegt in een hoofdartikel Een gedeelte van Staffordshire is, naar wij uit de verslagen van de regeering weten, de eenige streek geweest, waarin door de Zeppelin aanval veel stoffelijke schade is aangericht. In dat district waren alle lichten op, toen de Zeppelins aan kwamen en dit licht schijnt den aanvallers grootelijks van nut te zijn geweest, voor het gedoofd kon worden. L)e wijze waarop de menscheu daar en elders omkwamen en verminkt werden, waren van het ergerlijke karakter, dat van dezen vorm van Duitsche oorlog voering onafscheidelijk is. Wij hooren van een zendelinge, die gedood werd met den open bijbel in de hand, van i een pas getrouwd paar, dat neergeveld werd toen het naast elkaar wandelde, van een kind dat in moeders armen vermoord werd, terwijl zij het de borst gaf, van een geheel gezin dat rondom het vuur zittende geslacht W6rd, van beenen van een vrouw die op straat geslingerd werden en van een kleinen kon hij mij zijn adres opgeven, en mij verzoeken, de politie er buiten te laten. En ik bracht hem naar huis." „Ik hoorde dat hij door een chauffeur was thuisgebracht, maar natuurlijk wist ik niet dat u het waart, ofschoon ik er wel eenig vermoeden van had," zeide Jell. „Dat was juist iets voor hem, dat van de politie. Als hij hersteld is, gaat hij weer op Palzer af. Hij denkt, dat hij den schurk kan overhalen om zijn rechten af te staan, en naar ik vermoed is er nog een andere reden, maar dat zullen wij later wel zien. Doch ter wille van die jonge dame kunnen wij niet wachten, totdat hij weer geheel beter is. Wij moeten h indelen, mijnheer Freek. Wij hebben geen tijd te verliezen." „Dat ben ik met u eens," zeide Charles op levendigen toon, „en ik ben bereid om dadelijk te beginnen. Ik ik stel zeer veel belang in juffrouw Byron, en bovendien heb ik iets te vereffenen met dien Palzer, die mij, met opzet of niet, bijna vermoord heeft Palzer is rijk en machtig; ik bezit niets en ik vrees dat u ook niet over veel geld kunt beschikken, maar wij weten van Palzer meer dan hij misschien denkt, en tot zekere hoogte zijn wij tegenover hem in het voordeel. Ik ben bereid met u samen te werken en al het mogelijke te doen om die schetsen in handen te krijgen, zijn plan nen in de war te sturen, en de Byrons te bezorgen, wat hun toekomt. Afgesproken?" Jell's zwarte oogen vlamden. „U bevalt mij, meneer Freek," zeide hij. „Tot dusverre heeft u gehandeld als een flinke man. Wat ik u verteld heb, zou menigeen van mij verwijderd hebben, dat weet ik zeer goed. Maar u heeft mij de eer aangedaan, vertrouwen in mij testellen. Ik weet niet wat achter u ligt, of hoe een heer als u verkeert, nu in een positie, die niet voor u schijnt te passen. En dat verlang ik ook niet te weten, tenzij u later, als u mij beter kent, het mij wenscht te vertellen, daar ik zie dat u een man is, en die vindt men tegenwoordig niet veel. Ook ik stel belang in die arme jonge dame, terwille van haar vader, en om haar eigen lief ge zichte, dat den laatsten tijd maar al te droevig s'aat, en met hart en ziel wil ik u helpen. Ook ik heb een reden om wrok te koesteren tegen Palzer, zooals ik u verteld heb, maar dat zullen wij er buiten laten. Ook zonder dat wil ik u behulpzaam zijn." „Dat is dus afgesproken," zeide Charles, de hand uitstekend, die Jell met zijn krachtige werkmansvingers greep „Wij staan samen tegenover Palzer en zijn vrienden. En aller eerst moeten wij die schrijftafel hebben, eer hij ze kan bemachtigen. Zou u denken dat de oude heer, die haar kocht, eenig vermoeden kan hebben, van hoeveel belang zij is?" „Och neen, dat zou ik niet denken," ant woordde Jell. „Ziet u, die schrijftafel was een mooi stuk, echt Chippendale, en van waarde voor iedereen, die van die dingen houdt. Ik vermoed, dat noch Byron's huis heer, een onbeschaafde vent, noch de eige naars van het verkooplokaaltje in Clancery Lane eenig begrip van de werkelijke waarde hadden. Zij hebben er ongetwijfeld den ouden heer wel een hoogen prijs voor ge vraagd, maar honderd tegen één, dat die prijs nog ver beneden de werkelijke waarde was. Byron was een artistiek man, en naar het mij voorkwam, had hij ook wel verstand van die dingen. En waarschijnlijk was de schrijftafel een kostbaar stuk. De oude heer wist, dat hij een koopje gemaakt had, en wilde de kans niet loopen het weer te ver liezen. Daarom nam hij het dadelijk per rijtuig mee." werd, des te meer hield hij zich schuil en liet niets van zich hooren. Hij was bang, dat er een vergissing had plaats gehad, of dat het ding gestolen was, in aanmerking nemend, waar hij het gekocht had, en hij wilde wachten, totdat de geheele zaak in het vergeetboek zou geraakt zijn. Neen, op die manier geloof ik niet, dat de Byrons of Palzer ooit de schrijftafel zullen terug krijgen." „Wat dunkt u dan dat er gedaan moet worden?" vroeg Charles. „Ja, er zijn verschillende manieren," her nam Jell peinzend. „Ik heb zelf ook al het een en a-der geprobeerd. Maar we moeten heel voorzichtig zjjn, want Palzer is heel slim, en we moeten hem niet op het spoor brengen. Dat is de eenige reden, waarom het niet kwaad is, dat de jonge Byron tijdelijk buiten staat is om iets te doen. Hij was zoo voortvarend en stoutmoedig, dat iemand nooit zeker was, wat hij nu weer zou bedenken, en de geringste misstap zou noodlottig kunnen zijn." „Dat begrijp ik volkomen," zeide Charles, overtuigd door den vasten, energieken toon van Jeli. en diens kalme, vertrouwenwek kende manieren. „Maar wat meent u, dat er gedaan moet worden „Allereerst moeten wij den koetsier op sporen, die den ouden heer en zijn schrijf tafel van Chancery Lane naar zijn huis heeft gereden," antwoordde Jell. „Het was een rijtuig op vier wielen, en die zijn er niet zoo heel veel in Londen, ofschoon altijd nog meer dan men zou denk n. Ik heb het al bij eenige honderden geprobeerd, doch te vergeefs. Als wij dien koetsier konden vinden, waren wij een stap verder. „En sinds dien tijd heeft hij zich schuil gehouden?" zeide Charles. „Juist," meende Jell. „U begrijpt, hoe meer er om dat meubelstuk geadverteerd Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1