Bij dit nr. tietioort een bijvoegsel.
Ipjp-Nieuwe abonné s
ontvangen tot 1 April
a. s. dit blad gratis.
De verdwenen Schetsen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3551, Zaterdag 18 Maart 1916.
FEUILLETON
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7x/s cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
III.
Bij het aangaan van een verbin
tenis voor het leven uitzonderingen
daargelaten tusschen twee men-
schen van verschillende kunne, speelt
de financieele kwestie helaas te dik
wijls een rol van beteekenis, en wel
het meest in de kringen van de be
zittende klasse en van hen die de
bezwaren van een „huwelijk uitlief
de" niet te licht tellen.
Opmerkelijk is, dat in de zooge
naamde arbeiderskringen de gelde
lijke kwestie een bijkomstige is, mis
schien ook omdat het moeilijk is zich
aan die lagere sferen te ontrukken;
't kan echter ook zijn dat persoonlijke,
geldelijke overwegingen minder een
rol spelen, en dan pleit dit voor hen,
die tot die klasse behooren of ertoe
worden gerekend.
Anders is het vaak bij hen, die
zich rekenen tot de zoogenaamde in-
tellectueelen. Zij zijn eischen aan
het leven gaan stellen, ten rechte of
ten onrechte, dat blijve buiten be
schouwing, die niet kunnen worden
vervuld zonder financieelen welstand.
En nu ligt bij oppervlakkige beschou
wing de gevolgtrekking voor de hand.
Waar eigen inkomsten te kort schie
ten, om de gestelde eischen te ver
wezenlijken, daar zoekt men naar
middelen om in dat tekort te voor
zien. Men gaat, het eenzelvige leven
moede, een huwelijk aan, als 't kan
met een meisje, dat wat meebrengt,
't zij kapitaal, 't zij inkomsten uit
arbeid. En als deze voorwaarden
niet in vervulling kunnen komen, dan
blijft men ongetrouwd. Men kiest
dan, zooals 't heet, van twee kwaden
het minste.
27)
»Dat willen wij hopenantwoordde Jell,
en beiden zwegen.
De blauwe taxi kon op buitenwegen ge
makkelijk twintig mijlen per uur afleggen,
en daar de twee mannen niet voor den
avond het dorp Cowthorpe wenschten te
bereiken, hadden zij geen haast. Zij stopten
zelfs in Oxford om de school te bekijken,
waar Charles vroeger geweest was, en zich
door een lunch te versterken voor hun taak.
In den loop van den dag begon Charles
hoe langer hoe meer sympatie te voelen
voor dien flinken, vastberaden man vol zelf
vertrouwen, met wien het lot hem op zulk
een zonderlinge wijze in aanraking had
gebracht, en die zoo dapper ongelukken
droeg, die een zwakkeren man zouden ver
pletterd hebben.
Ofschoon hij in den gewonen zin niet be
schaafd was, scheen er weinig te zijn, waar
van hij niet eenigszins op de hoogte was,
en het gesprek met hem boeide Charles zoo,
J dat hij met verbazing op een wegwijzer
1 opmerkte, hoe zij reeds bijna het doel van
hun reis bereikt hadden.
«Cowthorpe schijnt nog een mijl of vijf
I verderop te zijn,® zeide hij tegen Jell, die
in de schemering zat te turen.
Wie zich, als schrijver dezes, mag
verheugen in de vriendschap van celi
batairen, mannelijke en vrouwelijke,
zal ervaren dat op den bodem van
het harte van die wezens sluimert
het verlangen naar een eigen thuis,
naar een gezellig, huiselijk leven, of,
zooals Potgieter het uitdrukte, naar
„de ruste van een zoet tehuis." Zelf
ongetrouwd gebleven, zou men kun
nen twijfelen aan de waarde van deze
uitspraak. Maar die twijfel is onge
grond, want bekend kan 't zijn dat
Potgieters leven met het klimmen
der jaren al meer en meer eenzelvig
werd.
Zoolang waar is en blijven zal het
schoone woord van De Genestet, dat
levenservaring het heilige boek is,
zoolang zal men ook uitingen, als die
wij signaleerden in „De Kroniek" op
haar juiste waarde moeten schatten.
Wat in jeugdig vuur wordt verkon
digd en geleeraard, zal blijken later
niet tegen kalme bezadigdheid be
stand te zijn. Terecht staat geschre
ven dat de argumenten van vandaag
dikwijls niet bestand zijn tegen de
bewijsgronden van morgen. Nu er
kennen wij gaarne dat de financieele
kwestie een kwestie is van beteeke
nis, een factor, die niet mag worden
verwaarloosd. „Al is de liefde zoet,
men kan er niet van leven." Zoo
zegt een oud liedje. En terecht. En
als het gebrek de voordeur inkomt,
dan vliegt de liefde het venster uit,
zeiden onze voorvaderen reeds. En
wij, die de vlegeljaren al geruimen
tijd achter den rug hebben, beamen
dit alles volmondig. Daarom zijn ook
wij van oordeel dat ieder, die het
ernstig meent met het heil der samen
leving en van zich zeiven, niet uit
financieele overwegingen mag wor
den teruggehouden van het stichten
van een zoet tehuis.
Jaren geleden kreeg schrijver dezes
een brief van een goede vriendin,
sinds lang gelukkig getrouwd. Zij
had het over verjaardagen. Ook over
den haren. Zij beleefde haar tweeën
twintigste op haar kamer. Want zij
was in betrekking en verdiende haar
brood met hoofdwerk. Eén uitdruk
king is ons altijd bijgebleveh: „Op
zulke tijden voelt men het beste,
nietwaar, dat men niet thuis is." Een
»Ja, het ligt daar aan de linkerhand,
antwoordde Jell. »Daar rechts, bij die lan
taarns, is het station waar ik aankwam.
Daar moeten wij vandaan blijven. Een
paar honderd meter verder is een weg naar
het dorp Cowthorpe. Het huis van onzen ou
den vriend »The Towers« heet het, ligt even
buiten het dorp, in een rustig straatje.
Anders was ik misschien den vorigen keer
wel ingerekend toen het schieten begon.
»Laat ons hopen, dat er vanavond niet
geschoten zal worden,zeide Charles. »Ik
ben ongewapend. Ik weet niet of jij een
pistool bij je hebt?«
Jell schudde het hoofd.
«Neen«, zeide hij. «Om je de waarheid
te zeggen, zou het verkeerd zijn, indien
een man als ik, die in de gevangenis
heeft gezeten, betrapt werd bij een
werkje als waar wij nu op af gaan, en
dan met een pistool bij zich. Ik vraag mij
zelf af, nu wij zoo nabij ons doel zijn, of
ik er wel goed aan doe, iemand als jij in
zulk een zaak mee te sleepen.®
Charles lachte.
«Je vergeet dat ik maar een eenvoudige
chauffeur ben®, antwoordde hij, «en boven
dien hebben wij beiden een zuiver geweten.
Wy gaan alleen juffrouw Byron's eigendom
voor haar ophalen, nadat je zelfs hebt aan
geboden, het te koopen. En het is nu te
laat om te aarzelen. Komaan, man, wie is
er bang voor den ouden man
«Dat zijn de meesten in het dorp«, zeide
Jell glimlachend. «Maar dat wil nog niet
openhartige bekentenis, voortgeko
men uit een rein gemoed, waren di?
woorden.
Het is dan ook om medelijden te
hebben met die ongetrouwde wezens
op jaren zonder thuis. En dubbel
hard is hun lot, als de financieele
kwestie de oorzaak is van hun alleen
zijn.
Daarom ook is het de plicht van de
gemeenschap we herhalen het
te zorgen voor een behoorlijk inkomen
bij de verschillende takken van dienst.
En daarin schiet de gemeenschap
vaak te kort. En hierom heeft ze
de gemeenschap dan ook in kwestie
„al of niet arbeid van de gehuwde
ambtenares" eigenlijk geen recht van
ingrijpen uit stoffelijk oogpunt. En
daar nu het stoffelijke met het mo-
reele samenhangt, wordt het tijd voor
de gemeenschap dat is de staat
die prijsstelt op instandhouding dier
gemeenschap, in de stoffelijke behoef
ten billijkerwijze te voorzien. Dan
zal de hechtheid der samenleving er
bij winnen en veel onrust worden
weggenomen.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Telkens duiken vredesgeruchten op. O,
wij willen er zoo gaarne naar luisteren en
wij gelooven zoo gaarne wat ze ons melden.
Maar nog altijd blijkt ze toekomstmuziek
te zijn. Zoo werd uit Washington geseind
dat Duitschlund aan Wilson o. a. de vol
gende viedesvoorwaarcien had overgelegd
teruggaaf van de Duitsche koloniën, geen
oorlogsvergoeding door een van beide par
tijen autonomie voor Polen België ont
ruimd verdeeling van Montenegro, Servië
en Albanië tusschen Oostenrijk, Bulgarije
en Griekenland Turkije van Engelschen
invloed bevrijd Engeland wint of verliest
niets. Doch nu wordt dit bericht weer
in zijn geheel tegengesproken. Neen een
spoedige vrede zal er voor zoover wij zien,
niet komen en als hij spoedig komt zal hij
slechts ten voordeele van Duitschland en
zijn bondgenooten zijn. Bij een volgenden
oorlog toch waarover men nu reeds in
Duitschland peinst zal Frankrijk met
zijn stilstaande bevolking tegenover het
voortdurend in volkstal wassende Duitsch
land al zwakker komen te staan, Rusland
kan in enkele jaren zijn achterstand in
oorlogstechniek niet inhalen en Engeland
veel zeggen, want het scheen mij een troepje
lafaards toe. Ja, zooals je zegt, nu valt er
niet meer te aarzelen. Sla daar links, bij
die oude schuur, den hoek om. Dan rijden
wij vlak op de «Towers« aan®.
Charles deed, wat Jell hem gebood, en
reed langzaam voort in de richting van
een licht, dat in de verte glinsterde, en
dat volgens Jell uit een van de ramen van
de «Towers« kwam. De weg was heel slecht.
Na een paar mijl liet Jell stilhouden.
«Laat de taxi liever hier«, zeide hy.
»Neem de lantaarns en het nummer af,
en verberg het rijtuig hier ergens. Dan
kunnen wij het overige van den weg te
voet afleggen, en kunnen, zoo noodig, al
tijd onze toevlucht nemen tot de taxi«.
Charles volgde zijn raad, eu nu stapten
zij uit, slaande en stampend om zich een
beetje te verwarmen na den langen rit in
den kouden, vochtigen, stillen avond.
De weg, eigenlijk niet veel meer dan
een laantje, was donker en verlaten en
een oogenblik luisteren overtuigde hen,
dat er niemand was die hen naging. Haas
tig namen zij het nummer en de lantaarns
van het rijtuig en verborgen die op een
plek, waar zij gemakkelijk te vinden waren,
doch zeker niet de aandacht zouden trekken.
»En nu het rijtuig®, zeide Jell. »Hier
tegenover, in dat omgeploegde veld, is een
hek. Daar schijnt een tamelijk rustig plekje,
en als er iets mocht gebeuren, is de taxi
er gemakkelijk genoeg weer uit te halen.
Hoor je ook iets?®
kan niet en hier ligt het zwaartepunt
na zijn legers te hebben afgedankt en den
dienstplicht te bebben afgeschaft, opnieuw
een millioenen leger gaan vormen.
Zoo beteekerit een spoedige vrede, een
onbesliste oorlog, ten slotte de eindover
winning voor Duitschland en Oostenrijk bij
den volgenden oorlog, die zeker komt
Derhalve is het begrijpelijk dat men bij
de Entente mogendheden niet wil hooien
van een spoedige vrede. Doorzetten zullen
ze, als het kan, gelijk telkens gezegd wordt,
tot Duitschland vernietigd is.
Maar zoover is het nog niet en daar
ziet het ook nog niet naar uit. Zie maar
naar Verdun. Daar is nu de derde faze
van den slag begonnen. Eerst de gewel
dige aanval waarbij het fort Douaumont
werd genomen Toen een betrekkelijke
rustverslapping zoo meenden de Franschen
Maar 't was voorbereiding. Want met
verdubbelde heftigheid hebben de Duitschers
er het oflensief hervat. Op twee plaatsen
hebben zij voet gekregen in de Fransche
loopgraven tusschen Béthincourt en Mort
Homme. Wel hebben de Franschen ver
scheidene tegenaanvallen uitgevoerd en
heroverden een gedeelte van de stukken
loopgraaf, die de Duitschers op heuvel 265
d. i. Mort Homme bezet hadden. Al is
het voordeel der Duitschers dus niet bijster
groot, toch kan elke terreinwinst, hoe ge
ring ook, van groot gewicht worden, omdat
de zware kanonnen dan meer naar voren
gebracht kunnen worden tot beschieting
van de verder gelegen stellingen van den
vijand. Het kan niet ontkend worden dat
de Duitschers nog immer in het voordeel
zijn en met taaie volharding hun doel na
streven, rondom Verdun. Op zee echter
handelen zij op zijn zachtst uitgedrukt al
zeer onbegrijpelijk. Pijnlijk werd het
Nederlandsche volk in deze dagen getroffen
door een wandaad van een Duitsche duik
boot. De Tubantia, het prachtvaartuig
van de Koninklijke Hollandsche Lloyd, pas
in 1914 gebouwd, is Woensdagnacht om
streeks half drie bij Noordhinder getorpe
deerd, waar het schip vermoedelijk voor
anker lag vanwege den dichten mist. Een
hevige ontploffing sloeg alles stuk. Geluk
kig hadden de meeste der passagiers (87)
benevens de equipage (294 man) in de
booten plaats kunnen nemen, verdronken
zijn waarschijnlijk 5 personen.
De verontwaardiging over deze daad is
in den lande groot.
De N. R. C. anders zoo bazadigd in hare
Zij luisterden, doch alles bleef stil, alleen
loeide een koe droefgeestig in de verte.
Jeil hield het hek open, en Charles liet
de taxi voorzichtig daar binnen loopen.
«Zoo is het goed«, zeide Jell, zachtjes
het hek weer sluitend. »Wij moeten ont
houden waar dat hek is, want het is erg
donker. En het zou wel eens kunnen ge
beuren, dat wij niet veel tijd hadden om
te zoeken
Charles lachte.
»Je schijnt er zeker van te zijn, dat wij
in groote haast zullen terugkomenzeide
hij.
»Zoo is het mij ten minste gegaan
antwoordde Jell. «En ik geloof ook niet,
dat wij lust hebben om nog langer te
wachten, als wij eenmaal met ons karre-
wei klaar zijn. Laat ons nu naar «The
Towers® wandelen®.
Het licht was nu verdwenen achter hoo
rnen en achter de haag, die den weg be
grensde. Na een korte wandeling door de
laan ontdekten zij het opnieuw, en wel op
een zeer kleinen afstand.
«Wij zullen moeten wachten, totdat dat
licht uitgaat«, zeide Jell, tusschen de hoo
rnen loerend »Wij kunnen niets beginnen
voordat zij naar bed zijn®.
«Ik hoop dat zij niet laat naar bed gaan®,
zeide Charles, «het is tamelijk koud«.
«Om negen uur gaan alle lichten in huis
uit®, antwoordde Jell. »De oude heer eet
om zeven uur, voornamelijk noten en kaas,
geloof ik. Om half negen stuurt hij zijn
uitspraken schreef: «Gelijk Don Quichotte
tegen de schapen, voert de Duitsche marine
oorlog tegen de handelsvloot. De Spaansche
ridder deed het bij dag, Von Capelle (de
nieuw benoemde minister van marine) kiest
ook den nacht uit voor zijn aanvallen«.
Vooral daarom is deze daad zoo onverant
woordelijk omdat iedere zeevaarder, die zijn
vak kent, kon weten, dat de Tubantia in
dien nacht bij Noordhinder voorbij moest
komen. Is het dus een flater van de duik
bootkapitein dan is het een niet te ver
geven domheid. De toestand van ons kleine
land wordt wel benard Engeland belet
de toevoer en dwingt zoo onze industrie
tot stilstand en Duitschland boort zonder
meer onze schepen in den grond en maakt
op die wijze onze scheepvaart en handel
onmogelijk.
Van de verschillende gevechtsterreinen
is niet veel te melden. De Italianen vallen
met sterke strijdkrachten de Oostenrijkers
aan, maar zijn overal teruggeslagen. Om
trent de krijgsverrichtingen in Rusland
meldt het officieel Oostenrijks Staf bericht,
dat er niets nieuws is, terwijl een Russisch
bericht gewag maakte van levendig artil
lerievuur bij het Berbitmeer, waar Russen
de loopgraven van den vijand zouden zijn
binnengevallen en de bezetting er van met
den bajonet zouden hebben afgemaakt. Ook
in Galicië schermutselingen, maar al deze
voorpostengevechten -hebben natuurlijk voor
den wereldoorlog niets te beduiden.
Nog zij gemeld dat het ook broeit in
Amerika. Mexicaansche rooverbenden maken
het de Vereenigde Staten lastig. De over
tuiging wint veld, dat een omvangrijke
oorlog met Mexico niet tot de onmogelijk
heid behoort. Dus ook in de Nieuwe We
reld beroering. Wanneer werkelijk de strijd
ook daar ontbrandt zal dit eenjge verlich
ting voor de Duitschers beteekenen. Ame
rica zal dan althans niet zulke hoeveelheden
oorlogsmaterieel aan de geallieerden kun
nen leveren, daar het dan zelf vuurwape
nen en ammunitie zal behoeven.
Wij begonnen met te spreken van vredes
geruchten. Laat ons er ook mee eindigen.
Hoe zal er vrede komen En velen ant
woorden, niet eer, voordat de volkeren zijn
uitgeput, wat manschappen en wat geld
zaken betreft. Nu wat dit laatste betreft
daarheen is men aardig op weg. Om nu
alleen van Duitschland te spreken. De
Duitsche oorlogsleening is nu gebracht op
40 milliard mark (één millard is duizend
millioen) Deze som zal dan dienen tot
bedienden naar bed vrouwen wil hij
niet in huis hebben en om negen uur
draait hij het licht uit. Als iemand na den
tijd nog wat wil rondloopen, mag hij dat
in donker doen®.
«Dat maakt ons werk in ieder geval
eenvoudiger«, zeide Charles.
«Hij kan het gauw genoeg weer op
draaien, als hij dat verkiesthernam Jell.
»Op die manier betrapte hij mij®.
Zij liepen nog een eindje verder de laan
intoen bleef Jell bij eenige hooge eiken
palen staan, vlak aan den weg.
Hier moeten wij overheen®, fluisterde
hij. Om acht uur gaat het hek dicht en
wordt afgesloten. Wij zouden kunnen bel
len, maar ik geloof dat wij dit liever niet
moeten doen«.
Charles keek op naar het hek, dat wel
een voet of zes hoog was, en uit recht
eikenhouten paalwerk bestond, waar de
voet nergens een steunpunt vond bij het
klimmen.
«Moet je er overheen?® fluisterde hij.
Jell knikte.
»Ja«, antwoordde hij even zacht. «Maar
er zijn geen splinters aan«.
Met een sprong bereikte hij den boven
kant van het hek, en zat in een oogwenk
schrijlings er boven op.
Charles volgde vlug zijn voorbeeld, doch
onder het klimmen hadden zijn voeten hard
tegen het houtwerk geslagen, en de beide
mannen bleven een oogenblik stil zitten om te
luisteren. Wordt vervolgd
mm
voor Het Land van neusden en Altena, de Langstraat en de Boimelerwaard.