Bij dit nr. behoort een bijvoegsel.
J. C. JANSSEN,
miijjrrov
De verdwenen Schetsen.
Comb. PEEK CLOPPENBURG, 's-Bosch.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3561. Zaterdag 22 1916.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 46 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/# cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
0 tT
I)
Wanneer April zich nog een paar
dagen goedgunstig betoont, hebben
we voor 't eerst weer na vele jaren
een groen Paaschfeest, komt weder
om de natuur der godsdienst te hulp
in de veraanschouwelijking van een
opstaan uit den dood en een verrij
zen tot een beter, schooner leven.
Daarvoor mogen wp dankbaar zijn.
Het Opstandingsfeest zal ons opwekken
rondom ons te zien en de heerlijke
natuur te bespieden, waar ze ont
waakt uit haren sluimer en omge
keerd zal de laatste ons stemmen tot
het vernemen der wondervolle pro
fetie uit den dood komt het leven.
Zóó heeft dan ook de christelijke
kerk 't bedoeld, 't Is maar niet louter
toeval dat onze Paschen valt na volle
maan, welke volgt op 21 Maart, maar
zeer zeker is van deze bepaling de
bedoeling geweestonze godsdien
stige stemming te doen harmoniëeren
met de opgewektheid welke de na
tuur in dezen tijd vertoont en bracht
daartoe tévens veel bij de omstan
digheid, dat onze voorvaderen, na
tuur vergoders als ze waren, het ont
waken der schoone slaapster be
schouwden met blikken van eerbied
en ontzag en de komst der Lente
met feesten begroetten. De kerk,
wel verre van dezen kinderlijken zin
voor 't schoone te dooden, verchris-
telijkte deze hoogtijden tot feesten
der opstanding ook voor den mensch
zelf en stond 't toe dat de christenen
van één dag hun eieren en koeken
bleven waardeereïi en hun vuren
branden. Vandaar onze paaschbroo-
den en paascheieren, die ouder zijn
dan ons paaschfeest en daarmee niets
dan den naam gemeen hebben.
Maar genoeg over den ouden tijd.
Wanneer 't aan ons overgelaten werd,
zouden we gewis ons feest niet beter
weten te plaatsen, dan 'tzoo lang
geleden reeds geplaatst is, tenzij mis
schien een paar weken later, om
meer kans op schoon weder te heb-
37)
»Vooruit, koetsier I«
En vooruit, ging het.
XXVII.
Ofschoon de blauwe taxi nu Jell's ge
wicht erbij moest vervoeren, rende zij in
razende gang voort naar Pentonville. Char
les koos de donkerste en eenzaamste stra
ten, en liet zich door niets of niemand in
zijn vaart weerhouden.
»Het eindje zal den last wel dragen,
dacht hij, toen hij voor de derde maal langs
den verkeerden kant van den weg reed, en
zag, hoe een politieagent en een omnibus
conducteur zijn nummer opschreven. >Als
Jell hem maar rustig kan houden, zal er
morgen op de verkooping niet bijzonder
hoog geboden worden.
Hoe Jell het gedaan kreeg, wist hij niet,
doch uit het rijtuig kwam geen geluidal
leen bij een bijzonder lichten overweg hoor
de hij een gesmoorden schreeuw, en een
heftig schommelen van de taxi deed Char
les voor een oogenblik den adem inhouden,
Toen was alles weer stil.
»Nu komt het,c dacht hij, toen hij Pen
tonville Road opreed. »Er zijn heel wat
menschen op de been. Ik wou dat zij maar
naar huis gingen.
ben want 't is minder aardig in onze
kerken en onze harten te juichen
over 't leven dat nimmer eindigt en
eerst na den dood tot zijn recht komt,
terwijl daar buiten alles nog door de
dorre handen van den winter om
kneld wordt.
Thans echter, al prijkt de natuur
nog niet met haar wonderschoon
kleed, komt het groene waas over
onze velden, komen de ontelbare ont
luikende knoppen ons verkondigen,
dat ook zij weer bezield wordt van
een jong, nieuw leven, waarmee ze
ons opwekt en verfrischt en vatbaar
maakt om de schoone poëzie van het
groote levensdrama, hetwelk op 't
paaschfeest onthuld wordt, te verstaan
en te gevoelen.
Opstanding! Die predikt ieder jong
grasprietje aan uwe voeten, ieder
frisch groen blaadje uit uwen hof.
Daarvan spreekt de teere plant, die
ge in het koesterend zonnetje zicht
baar ziet bijkomen en zingen de lieve
lenteboden uit het vogelkoor. Daar
naar haakt de zieke, die een langen
winter aan de sponde gekluisterd,
thans in de heerlijke stralen der zon
een nieuw leven in zich voelt op
wekken en een nieuwe hoop op nog
eenige levensjaren. O, de natuur,
vooral de zich verjongende natuur,
komt den sterveling nooit heerlijker
en reiner voor, dan wanneer zijn
winter erg duister en lang was Van
opstanding spreekt ook in ieder men-
schenhart op dit hoogtij een stem,
die wanneer ze verstaan en begrepen
wordt, dat hart verwarmt en veredelt,
als de zon onze aarde.
Die stem spreekt luide en dringend
tot de duizenden en nog eens dui
zenden, die het leven niet hooger
stellen dan een aaneenschakeling van
beuzelingen. De voortschrijdende
menschheid heeft onafwijsbare rech
ten op ieder harer leden. Elk die de
waarde van 't leven en de verhouding
van 't individu tot 't geheel niet be
grijpt, is haar een blok aan 't been,
Het leven vr&agt ernst van ons, een
blijmoedigënernst, die zich niet uit
in zuchten of geween, maar die spreekt
uit onzen handel en wandel. Voor
ieder, die dezen ernst mist, is het
opstandingsfeest een roepstem tot een
nieuw, werkzaam leven, tot een mee-
Gelukkig bleven er, toen zij Jell's huis
naderden, van al die menschen maar een
paar jongens over. Charles besloot, het erop
te wageu, en stopte voor het huis.
Een oogenblik bleef alles in het rijtuig
nog stil; toen werd het portier langzaam
geopend, en er verscheen een groot, don
ker pak.
Charles begreep, dat dit de heer Pal-
zer moest voorstellen, stevig in zijn eigen
pelsjes gewikkeld en vastgebonden, en
zwaar ademhalend.
Charles sprong toe om te helpen.
»Doe gauw het hek open,« hoorde hij
Jell in het rijtuig zeggen. »En jaag die
verwenschte jongens weg.«
Charles deed het hek open en vloog op
twee of drie kleine jongens toe. die op
straat aan het spelen waren met voetzoekers,
en nu kwamen kijken, wat voor een pak
daar met een taxi werd thuis gebracht.
»Hier, kinderen, heb jullie wat om vuur
werk voor te koopen, zeide hij, hun
haastig wat kopergeld toegooiend, waarbij
hij zorg droeg, tusschen hen en de inge
pakte gedaante te blijven, die op het geluid
van hun stemmen weer teekens van leven
begon te geven.
Eer de jongens echter het geld konden
oprapen en wegloopen, had Jell, half duwend,
half dragend, het pak reeds in den tuin
gebracht, en de deur van at huisje met
zijn sleutel geopend.
»Ga weg, moeder, wij kunnen u nu niet
gebruiken, zeide hij snel, toen de oude
COVERT COATS
DEMI-SAISONS
Enorme
REGENJASSEN
in korte en halflange modellen van gegarandeerd waterdichte hoofdzakelijk in grijze kleuren sorteering PANTALONS
ook met plooi en stoffen," donkere en lichte lichte en donkere tinten van f3.50 tot f 15.
ceintuur kleuren van f16 tot f45.
van f 18.tot f36.—. van f18— tot f40.—. FANTASIEVESTEN.
strijden tegen alles wat beneden den
mensch is.
Die stem weerklinkt ook met na
druk door de groote menschenmaat-
schappij, tot elk, die zich van zijn
maatschap nog zoo weinig bewust is.
Slechts door nuchter overleg en een
drachtig samenwerken kan het der
maatschappij goed gaan. Wanneer
't eene deel vierkant tegenover 't an
dere zich plaatst en ieder denkende
't beloofde land te zien, aan zijn eigen
touw trekt zonder zich om anderen
te bekommerenwanneer we onzen
vuist gereed houden voor ieder, die
een andere meening dan de onze is
toegedaan en wanneer we ons beij
veren elkaar een vlieg af te vangen
in plaats van met vereende krachten
tegen onze maatschappelijke zonden
op te trekken, dan noope het Paasch
feest ons tot een weinig rust om tot
het inzicht te komen dat onze kranke
vrouw, zenuwachtig en opgewonden, in de
gang verscheen. »Ga maar in de voor
kamer zitten, en laat de deur open, zoodat
wij licht op de keldertrap hebben.
De oude vrouw gehoorzaamde; doch op
de woorden de keldertrap begon het pak
zich heftig te verzetten, en eindelijk maakte
een stem zich verstaanbaar.
aAls daar een vrouw is, laat hen dan
ophouden,zeide een stem. »De kelder O,
genadige hemelOch, houdt toch op, je
breekt mijn ruggegraat.»
»Daar is een vrouw, en het is mijn moe
der, en als je je mond niet houdt, zal ik
werkelijk je ruggegraat breken,* zeide Jell
op strengen toon, hem onder de pelsjas een
stomp gevend. Eens heb je haar bijna het
hart gebroken, jij dikke diefEn dan zijn
er nog zooveel andere dingen
Charles zou met genoegen geholpen heb
ben, zooal niet om Palzer te stompen, dan
toch om hem de keldertrap af te brengen,
als hij niet begrepen had, dat Jell het best
alleen afkon. Als een mier met een tragen
hommel, of een kever met een balletje
aarde, trok en duwde hij zijn zware vracht
om de hoeken, en trede voor trede de kille
donkere trap af. en Charles kon hem
slechts bewonderen, vol verbazing over zijn
kracht.
Onder aan de trap zette Jell zijn last
tegen den muur, haalde zijn electrische
lantaarn uit zijn zak en liet het licht erop
vallen.
En uit den pels keek het dikke gezicht
maatschappij en wij, hare zieke leden,
aan een nieuw leven behoefte hebben,
een eendrachtig leven in de eerste
plaats.
De Paaschhymne ruischt ook in
die vele kleine werelden, die te za-
men de groote wereld uitmaken, in
onze huisgezinnen. Voor ieder, die
een oog heeft voor de teekenen des
tijds is 't zonneklaar dat een stroom
nieuw leven daar veel goeds zou uit
richten en veel kwaads voorkomen.
Te leven voor zijn gezin, ja dat doet
de Nederlander, in 't gemeen genomen,
gaarne, maar te leven met zijn gezin
vergeet hij maar al te zeer. We
doelen hier niet op de liefhebbers
van uitgaan, op het najagen van
vermaken buiten 's huis, noch op 't
kroegloopen en dergelijke min fat
soenlijke en daarom thans buiten
debat blijvende uitspanningenwe
hebben het oog op den steeds meer
van Palzer, bevlekt en ontsteld, als de
volle maan uit den mist.
»Jij ook,« bromde hij, toen zijn met bloed
beloopen oogen voor het eerst Charles ont
dekten. »Ik dacht
»Je dacht misschien dat ik nog in het
ziekenhuis lag, waarheen je mij wist te doen
overbrengen,* zeide Charles.
Palzer wendde zijn blik af.
»Je weet, dat je hiervoor de gevangenis
ingaat,* zeide hij met moeite.
»Maar jij gaat de gevangenis in, als Sam
de Dief de waarheid spreekt,antwoordde
Charles opgewekt.
»Je bent een heer dat zie ik wel,zeide
Palzer na eenig nadenken. »Jij hebt dit
spelletje niet Bedacht. Laat mij los, dan
zal ik alles doen wat je mij vraagt.
»Ik vrees, dat dit niet gaan zal vóór
morgen,zeide Charles.
Doch Jell, met zijn stroef, hard gezicht
kwam tusschenbeiden.
Luister eens, Palzer,* zeide hij, wij
moeten elkaar goed begrijpen. Een jaar of
wat geleden, was ik jouw bediende, en ik
heb je trouw en eerlijk gediend. Je trachtte
mij om te koopen voor een schurkenstreek
en toen ik weigerde, heb je het toch buiten
mij om gedaan gekregen, en hebt de schuld
op mij geworpen eu ik ging naar de gevan
genis. De arme Byron kwam bij je met
een uitvinding die schatten waard was. Je
hebt hem die uitvinding ontstolen, hebt hem
en zijn dochter arm gemaakt, en door je
poging om zijn zoon uit den weg te ruimen,
en meer losser wordenden band tus
schen ouders en kinderen.
De klachten over verwaarloosde
opvoeding, over het zich terug trek
ken, waar het de dierste belangen
der jeugd betreft, vermenigvuldigen
met den dag.
O, kwam er het nieuwe leven toch
ook in alle gezinnen. Daar gaat een
kille adem van doodschheid, van ver
sterving, van barre winterkou over
zoo menige kinderziel die zich. ont
plooien zou tot rijk, veerkrachtig
leven als er maar in huis gevonden
werd die liefde, waar de oude zan
ger van getuigt:
„Waar liefde woont, gebiedt den
Heer Zijn zegen".
Paaschleven Opstandingsleven
Uit den dood der zelfzucht, uit het
graf der zinnelijkheid verrijzen tot
een hooger levenZij het gegeven
aan de volkeren der wereld, die in
diens dood veroorzaakt. Je hebt een deugniet
betaald om dezen heer den nek te laten
breken en vanavond in de taxi wist je
handig mijn eigen pistool op mij te richten.
Er zijn menschen die zich al die dingen
zouden herinneren, wanneer zij je vanavond
op zulk een rustig plekje brachten als het
hier is, en je er niet zoo gemakkelijk zouden
laten afkomen, als wij van plan zijn te doen.
Maar maak ons niet boos, want dan weet
je niet, wat er kan gebeuren. Ga daar in
dien kelder.
Palzer keek Charles aan, doch zag geen
medelijden in diens blik en met gebogen
hoofd wendde hij zich naar de deur waarop
Jell wees.
Met één finke duw was hij binnen.
»Zoo is het goed.* zeide Jell. Charles
zag dat het een sterke deur was, en blijk
baar in den laatsten tijd nog uiet stevige
ijzeren bouten voorzien. »Nou sluiten wij je
hier op tot morgennamiddag. Je zult het
hier best hebben. Daar is stroo om op te
liggen en je pelsjas heb je aan. Je kunt
roepen, maar mijn moeder is de eenige die
je kan hooren en haar geheugen is best.
Zij zat hier altijd te wachten, toen ik in
4e gevangenis was.*
Palzer keek eens rond in den killen,
donkeren kelder, die vol van allerlei rommel
was; in een hoek lag een hoop stroo.
ïls hier geen licht?* vroeg hij.
»Dat is beter van niet,* zeide Jell be
daard.
XttSRLA»
voor Het Land van Heusden en Altena, delLangstraat en de BommelerwaarD
Een groene Peseta.
Wordt vervolgd