J. C. JANSSEN, De verdwenen Schetsen. Groote sorteering nieuwe Engelsche modellen. UND VAN ALTENA Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3570 Woensdag 24 Mei 1916, FEUILLETON Combinatie p e E K CLOPPENBURQ. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. In den tegenwoordigen tijcTkan zoo wat iedereen schrijven, dat wil zeg gen zoowat iedereen is de kunst machtig om de letters te maken de tijd, dat iemand lezen noch schrijven kon, ligt vrijwel achter ons. En toch, velen, die de schrijf kunst verstaan, kunnen nochtans niet schrij ven. Zeide zelfs Multatuli, de groote woordkunstenaar, niet eens dat hij niet schrijven kon Misschien was Multatuli wat al te bescheiden, toen hij deze verklaring aflegde, maar zeker blijkt er uit, dat hij aan de kunst van schrijven hooge eischen stelde. En desalniettemin en evenwelnoch- tans zijn er velen, die zich geroepen gevoelen te schrijven, dat ishunne gedachten op papier te zetten en door de drukpers wereldkundig te maken. Nog steeds is van kracht het woord van den Franschen dagblad- en ro manschrijver Alphonse Kart, dat er nagenoeg geen werk is, waaraan de eenigszins ontwikkelde zich zoo gaar ne waagt als aan het schrijveh Inderdaad, er wordt veel geschre ven. Ontzettend veel papier verlaat over de heele wereld dagelijks de drukpers, bedrukt met meer of min der leesbare letterteekens, die de dra gers en vertolkers moeten zijn van gedachten en uitingen, die men gaar ne met den weidschen naam van geestesproducten betitelt. Laten we echter niet al te zeer letten op de vele distels en brandne tels, die ongetwijfeld in den zooge- naamden bloemhof veelvuldig op schieten en groeien,'maar meer onze aandacht wijden aan de blanke le liën en de roode en witte rozen, die haar best doen den letterkundigen hof te sieren. De edele schrijfkunst verdient on ze volle aandacht. Men schrijve in verschillenden trantafbrekend en opbouwend, breedsprakig en kort, in dichtmaat en in ongebonden stijl, hoogdravend en laagvloers, oorspron kelijk en nagebouwd, eerlijk en niet Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. 46) Zeg hem maar, dat John Freek hier is en een meubelstuk wil koopen. Ik heb hem kort geleden nog gesproken, en ik denk niet, dat hij mijn naam vergeten zal zijn. xi U zegt, dat u hem kort geleden nog gesproken heeft, mijnheer?» vroeg de af slager, den millionnair aankijkend x»Ja, zeker,» antwoordde Freek. De afslager fluisterde een klerk iets in, die naar de telephoon aan het eind van de zaal ging. Nu echter sprong Palzer, die onbewege lijk, met gebogen hoofd was blijven zitten, met vlammende oogen op. •Behoort die schrijftafel aan mij of niet?« riep hij, *of hoe lang zal die komedie nog voortduren De afslager strekte bedarend de hand uit. •Een oogenblikje, mijnheer, een oogen blikje,» verzocht hij. »De hm om standigheden zijn eenigszins zonderling, dat moet ik erkennen. De verkoop is onge lukkig onderbroken, dat is waar, doch men moet ons natuurlijk toestaan, de gewone voorzorgsmaatregelen te nemen, wanneer er zoo onverwacht hoog geboden wordt, en heeren, met wie wij nog nooit het ge noegen hadden, zaken te doen Luster Colberts, Piqué Vesten, Flanel Costuums, Flanel Pantalons, Stofjassen enz eerlijk, steeds beschouwe men schrij ven als een kunst, aan lang niet alle schrijvers geopenbaard. Men klaagt wel eens over te wei nig oorspronkelijkheid, maar met deze klachte zij men spaarzaam. Want er is zoo weinig nieuws onder de zon. En er is wellicht niet ééne gedachte, die niet eenmaal vroeger is gedacht, zij het dan ook in ande ren vorm Niet steeds zijn wij ons hiervan bewust en leveren we slechts kopie, waar we meenen oorspronke lijk te zijn. Toch kunnen we oor spronkelijk zijn, als wij alleen maar kopiëeren eigen gedachten, gewaar wordingen en ervaringen. Wat wij schrijven dient streng be waakt te worden door ons zeiven Want aan indrukken, voortgekomen uit het hart, gerangschikt door een koel en vaardig hoofd, moge het den schrijver niet ontbreken Zelfcritiek is gebiedend noodzakelijk. Want zon der deze wordt het lezend publiek •Loop naar de maan met je voorzorgs maatregelen!» viel Palzer uit, met gebalde vuisten woest om zich heen kijkend. »Het is hier een nest van schurken, en het is niets dan een complot om mij af te zetten. Die schrijftafel behoort mij toe en ik eisch haar op.« Niet voordat zij u toegewezen is, mijn heer,» antwoordde de afslager waardig. Daar kwam de klerk haastig aanloopen en fluisterde hem iets in, met een bewon- derenden blik op Charles en zijn vader. De afslager luisterde en hief snel het hoofd op. •De verkoop gaat door heeren,zeide hij met een buiging voor den millionair. •Vier duizend vijf honderd pond geboden voor den grooten millio ik bedoel voor de Chippendale schrijftafel. Wie biedt meer dan Vijf duizend vijf honderd pond, en loopt allen naar de helbrulde Palzer, zijn vuist ballend tegen de geheele zaal. »Maar ver geet niet, dat dit maar stroomannen zijn, die je voor den gek houden, en als het later mocht blijken, dat ik ben beetgenomen door door een gemeenen chauffeur en een ontslagen gevangene, dan Mijnheer Palzer, ik moet u verzoeken, u te matigen,» zeide de afslager haastig. »U is een beetje overspannen, geloof ik, maar werkelijk, als u zich niet weet te beheerschen, zal ik gebruik moeten ma ken van mijn gezag, en c •Onzin!» zeide Palzer. »Ik heb je ge al te veel onthaald op smakeloosheid slechte of onkiesche gedachten en wat dies meer zij, te gemakkelijk te kwader ure onbewaakt of opzettelijk de pen ontvloeid. Waarheid bovenal, als 't kan, in schoonen vorm en gekuischte taal streng consequent echter blijve de auteur. Waarheid kan gegeven in verdich ting en in plaats hebbende of reeds voorbijgegane gebeurtenissen. Echter waar ligt de waarheid? Want misschien is niets waar, en zelfs dat niet, zie idéé zooveel van den auteur der Saidjah-vertelling En toch waarheid ligt overalin 't verleden, in het nu en in de toekomst Waarheid overaldichtbij en veraf in de diepte of in de hoogte; zij is op Aarde en aan (of in) den hoogen Sterrenhemel, uitstralend in verhe ven schoonheid en majestueuse pracht; zij is in de gansche Schepping, ech, ter alleen ontvankelijk voor hen wier zielsoog voldoende geoefend is in het waarnemen van het eeuwig schoone en eeuwig ware. Waarheid is in den mensch, den vruchtgebrui- ker der Schepping. De deugden en ondeugden, de veranderlijkheid en onveranderlijkheid zijn een rijke bron van waarheid. Wie het menschenhart peilt, is ech ter meer geschiedschrijver dan dich ter, want hij beschrijft wat gebeurf, gebeurd is en gebeuren zal. Waar hij echter zich laaft aan de bron der toekomende dingen, daar is hij dich ter geworden Voor hem, die opbouwen wil, zij uitbeelden van de Waarheid in de Schepping en in het geschapene, met groote getrouwheid, naar alle zijden, met geestdrift en met liefde, het grootsche doel Wie hiervan afwijkt, voor hem is alle begaafdheid ij del en vruchteloos. Want wat niet „waar" is heeft geen levensvatbaarheid en treft geen doel. waarschuwd, daar is het mee uit. De zaak is een oplichterij en die mannen zijn erbij betrokken. Het zijn stroomannen, zij be zitten met elkander geen vijfduizend pond, zelfs geen vijf duizend stuivers, en die schrijftafel Hij zweeg opeens, want op dit oogenblik kwam een groote, zware man de zaal binnen naar den heer Freek, terwijl hij Palzer met een hoofdknik vooorbij liep. »Kan ik u met iets van dienst zijn, mijnheer Freek vroeg hij. »U is aan het bod, en u moet misschien een borg hebben Zeker, jawel, mijnheer Denton, dat komt alles best terecht. U kunt ge rust het bod van den heer Freek aan nemen u wilt immers een meubelstuk koopen? tot laat ons zeggen één, twee, drie millioen, mijnheer Freek? Loopt het hooger, dan zullen we er even met onze overzeesche vrienden over moeten praten, maar dat duurt niet lang.« En glimlachend keek hij de zaal rond. Opeens veranderde de uitdrukking van zijn gelaat. •Die heer daar, die mijnheer Palzer, schijnt ziek te zijn,» zeide hij haastig tot den afslager. Nu wendden zich aller blikken naar Palzer, en nu zag men ook de uitwerking van den verpletterenden slag, dien hij had ontvangen. Met opgezet gelaat en wild starende oogen had hij wankelend steun gezocht tegen den muur, en ruw rukte hij aan zijn boord en het verband om zijn hals. Hij zag er uit, alsof hij ieder oogenblik tegen den grond zou slaan. Toen hij echter begreep dat iedereen naar hem keek, en een paar bedienden hem te hulp snelden, richtte hij zich op en trachtte iets te zeggen. Doch slechts een schor gemompel kwam over zijn lippen, en van woede sloeg hij met de gebalde vuisten op zijn borst. Toen hij echter Charles en zijn vader ontdekte, die hem trouw in het oog hiel den, kreeg hij zijn stem terug, en in een stroom van vloeken en verwenschingen los barstend, waggelde hij de zaal uit. Een oogenblik was het stil. Toen hief de afslager, eenigszins bleek en verbijsterd, den hamer op, en wees de schrijftafel toe aan den heer Freek, de eenige in de zaal, die zich niets van het gebeurde had aan getrokken. XXXI. Toen de hamer van den afslager neder daalde, en hij met een paar woorden den millionair gelukwenschte met zijn aankoop, keek Charles met glinsterende oogen naar Jell, en barstte onwillekeurig in lachen uit om diens verwezen gezicht. Hij wenkte Jell bij hem te komen. •Dit is de heer Jell,» zeide hij tegen zijn vader. »Hij is een trouw kameraad geweest, vandaag en vroeger ook. Zonder zijn hulp zou Palzer ons reeds dagen ge leden overwonnen hebben.» BUITENLAXDSCH OVERZICHT. Gelijk te verwachten is wordt onze aan dacht nu eens in het bijzonder gevraagd van dit, dan weer van een ander deel van het terrein, waarop die geweldige wereld oorlog wordt gevoerd. De laatste dagen is het Zuid-Tirol, dat van zich spreken doet. De Oostenrijkers blijven er voort durend nieuwe overwinningen op de Itali anen behalen. Hun stafbericht van Zater dag meldde •Sedert het begin van het offensief hebben onze troepen 257 officieren en meer dan 12,900 man gevangen geriómen, 107 kanonnen (waaronder 12 houwitsers van 28 c.M.) en 88 machinegeweren buit gemaakt». Het Oostenrijksche bericht van gisteren maakte weer nieuwe vorderingen bekend. Ook meldt dat communiqué, dat* het aan valsfront naar het Oosten toe was uitge-* breid. Immers was niet alleen in den uitersten Zuidpunt van Tirol, in de streek van het Etschdal, maar ook Noord-Ooste lijk daarvan, op de hoogvlakte van Lava- rone (of Lafraun) de aanval begonnen. Daar zijn de Oostenrijkers in de eerste stellingen der Italianen binnengedrongen, terwijl zij eveneens nog meer Noordooste lijk, in het Brentadal, vooruitrukten. Dat deze laatste operaties weder succes vol zijn geweest bewijst wel het aantal gevangenen en de buit, door de Oosten rijkers den Italianen ontnomen.' Het staf- bericht deelt nl. mede dat Zaterdag 3000 Italianen, waaronder 84 officieren, zijn ge vangen genomen en 25 kanonnen en 8 machinegeweren buitgemaakt. De in de telegrammen zoo vaak genoem de hoogvlakte van Vielgereuth (Talgerone) en van Lafraun (Lavarone) moet men zich niet als een vlakte denken die op een stuk polderland gelijkt en dan eenige dui- zende meters hooger ligt. Neen het zijn berggroepen. De toppen rnet bosch, wei den en steenen bedekt, zijn ongeveer even boog, van daar de naam »vlakte«. Tus- schen deze beide hoogvlaktes» in ligt het Asticodal. De wanden van dit deel zijn zeer steil. In het midden van de kloof bruischt witschuimend de bergstroom, Astico. De opmarsch van de Oostenrijkers heeft tot nu toe rechts van die rivier plaats gehad. De monarchie en Italië in den tijd toen zij nog "bondgenuoten waren, maar elkan der niettemin wederkeerig wantrouwden, Dé heer Freek stak Jell zijn hand toe. Aangenaam kennis te maken, mijnheer Jell,« zeide hij. »Ik heb veel van u ge hoord van een kennis van mij.« Heeft u van Jell gehoord vroeg Char les verbaasd. De heer Freek knikte. Niets dan goeds,» zeide hij met een lichten glimlach. »Maar daar praten wij later wel over. Nn dat Chippendale meubel, dat mij zooveel geld gekost heeft ben je nu niet nieuwsgierig om het eens te bekijken •Dat zal wel waar zijn 1» zeide Charles. Kom, Jell, de schetsen.» Het kleine aantal uitdragers en andere koopers waren na het dramatische vertrek van Palzer ook verdwenen. Er was nie mand meer in de zaal dan de afslager en zijn helpers, en die regelden hun zaken van dien dag. De twee kameraden konden dus onge stoord de oorzaak van zooveel angst en opwinding beschouwen. Daar stond de schrijftafel, bruin en groe zelig, met het nummer aan een van de pooten hangend, en er in het geheel niet uitziende, alsof zij zooveel geld en zooveel moeite en zorgen gekost had. Een oogenblik bekeken Charles en Jell hem zwijgend. •Het is alsof ik er Byron nog bij zie zitten,» zeide Jell eindelijk. voor Hot Latid von Neusden en Altena, He Longstraat en de Booiielerwaord. Schrijven. --"b ft Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1