Bij dit nr. behoort een bijvoegsel.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3583. Zaterdag 8 Juli 1916.
FEUILLETON.
I INI I.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Hoe is het toch mogelijk zoo worden
wij gedrongen te vragen dat de cen-
tralen het zoolang uithouden tegen de ge
meenschappelijke en gelijktijdige losbarsting
van het offensief op alle fronten De hel
schijnt losgebroken tegen de Duitschers
en Oostenrijksche legers waar ze zich ook
bevinden en toch houden zij maar stand,
al moet hier en daar de gevechtslinie wat
worden verlegd. Op het Westelijk front
wordt de aanval der Franschen met ver
woedheid voortgezet. Ten Nborden van
de Somme vermeesterden zij de zuidelijke
hellingen van den heuvel ten Noorden van
Curlu en de tweede Duitsche linie beoos
ten Curlu over een front van twee K.M.
Een Havasbericht meldtDe vijfde dag
van het Fransch-Engelsche offensief is vol
maakt gunstig voor de bondgenooten ge
weest. Terwijl de Engelschen, aanvallen
afslaande, op verschillende punten vooruit
gaan, hebben onze troepen de vermeeste
ring van de tweede stelling van de Duit
schers over een front van 10 kilometer
voltooid. Het totaal aantal gevangenen, dat
de geallieerden tot dusver hebben gemaakt,
gaat de 15,500 te boven. De Duitschers
hebben tevergeefs voor Verdun een voor
deel trachten te behalen, dat tegen de
nederlaag aan de Somme kan opwegen.
Tegenover de voortzetting van ons succes
wordt de vijand in zijn officieele mede-
deelingen hoogst lakoniek, zeggende, dat
de geallieerden tot nu nergens een ernstig
voordeel konden behalen. Overigens heeft
in de heele Duitsche pers de kalmte van
de laatste dagen plaats gemaakt voor een
duidelijk waarneembare ongerustheid, ver
oorzaakt door de gelijktijdigheid van de
aanvallen der geallieerden op alle fronten.
De Franschen hebben dus weer niet
onaanzienlijke voordeelen behaald. De En
gelschen daarentegen vorderen heel weinig.
Hun stafbericht maakt al een heel poveren
indruk. Het luidt als volgt
De stryd woedt voortmeest zijn het
plaatselijke gevechten geweest, om het
bezit van sterke punten, met het gevolg
dat wij op zekere punten een eind zijn
vooruitgekomen. Wij hebben geen grond
verloren. De Duitschers hebben vandaag
zeer zware verliezen geleden. Het aantal
gevangenen bedraagt thans meer dan zes-
door A. DE VISSER.
3)
«Maar 't beest trok den last voorwaarts,
en zachtjes aan kreeg zij haar zin. Tegen
den avond zouden zij over de grenzen zijn 1
Jadan eerst zou zij gerust zijn en de vos
kunnen rusten.
In het bosch, ver achter den gelen reis
wagen, is het op dit oogenblik geheel an
ders gesteld.
De bonne van het kasteel, die met de
kleine Clotilde uit wandelen was gegaan
en de kleine, zooals dit meer gebeurde,
een oogenblik alleen had gelaten en zoolang
had neergezet op haar sjaalde bonne
was een eind verder het bosch ingedrongen
om bloemen te plukken. Lang was ze,
zooals ze zich zelf voorstelde, toch ook niet
uitgebleven. Een oogenblik slechts, maar
daarin dwaalde zij toch. Dat oogenblik had
langer geduurd, dan ze zelf dacht. En toen
ze daar nu terugkeerde bij de plek, waar
ze het kind had neêrgezet, waar ze de
sjaal ook nog vond, wie schetst hare ont
zetting, toen ze 't kind verdwenen vond.
Haar eerste gedachte was, weggekropen of
weggeloopen, zooveel zij dat kan, maar
waar zij ook zocht en rondkeek nergens
vond zij het. Nergens 1
duizend. Op het overige deel van het
front loopgraafoorlog. Nietwaar dat klinkt
al weinig triomfaal «Wij hebben geen
grond verloren.»
De Engelsche bladen trachten dan ook
hun lezers duidelijk te maken waarom de
opmarsch zoo langzaam gaat, ja waarom
het met zooveel pathos aangekondigde
offensief zoo weinig resultaat heeft. Zoo
meiden de correspondenten in het Engel
sche hoofdkwartier dat de taak der geal
lieerden zoo moeilijk is omdat de Duitsche
stelling zoo knap in elkander zit. Ze be
staat in het algemeen uit drie gedeelten
in de eerste plaats uit een doolhof van
loopgraven, in de tweede en derde plaats
uit linies van veldverdedigingswerken en
door loopgraven verbonden dorpen. Om
de dorpen, die in vestingen veranderd en
met diepe, met elkaar in gemeenschap
staande kelders en schuilplaatsen verbon
den zijn, te bereiken, moesten de aanval
lers vier linies loopgraven vermeesteren,
die bestreken werden door tot het oogen
blik van den opmarsch geheimzinnig ver
borgen gehouden machinegeweren. Boven
dien is het een nieuwe faze van den oor
log, dat, terwijl vroeger de genomen loop
graven in staat van tegenweer konden
gebracht worden door de borstwering van
de eene naar de andere zijde over te bren
gen, thans, nu de loopgraven (door het
voorafgaande bombardement) met den
grónd gelyk gemaakt zijn, nieuwe loop
graven gegraven moeten worden, terwijl
de troepen zoo lang granaattrechters als
dekking gebruiken. Dit werk is aller
moeilijkst, daar de vijandelijke artillerie
alle afstanden kent.
De vijand had zijn eerste linies in de
laatste dagen zeer versterkt. In de ver
sterkte dorpen vonden wij schuilplaatsen
van 30 meter diep, die tegen kanonvuur
bestand waren. De geheele vernieling van
het dorp boven den grond had de dikte
van de beschermende laag slechts vermeer
derd. Nadat onze manschappen verder ge
rukt waren, kwam de vijand uit die onder-
aardsche schuilplaatsen te voorschijn en
beschoot hen met machinegeweren in den
rug. De Duitschers konden zich nog staande
houden in verschillende dorpen aan het
noordelijke gedeelte van de linie, wat in
al die gevallen aan hun ondergrondsche
verdededigingswerken te danken is. De
tijd is nog niet gekomen om van een over
winning te spreken, maar wij kunnen op
een groot SucceB aanspraak maken.
Mogelijk in die diepe slootJa, dat
was wel een eind van haar zitplaats af,
maar och, als men zoekt en men is in
spanning, dan komt men er toe, elke dwaze
opvatting te gelooven.
Ze zocht v.radeloos werd ze in 't
laatst, ze zocht, overal waar ze maar zoeken
kon. Twee, driemalen op dezelfde plek
zonder dat ze zich tot den een of ander
wendde om haar te helpen in haar wan
hoop. Maar tot wien ook zou ze zich zoo
spoedig wenden? De ouders van Clotilde,
die het prachtige kasteel bewoonden, maak
ten een groote buitenlandsche reis. Het
kasteel lag een groot eind achter het bosch.
De boschwachter? ja, dat was de eenige,
dien ze te hulp kon roepen.
Zou ze 't doen? Ze weifelde nogl Tel
kens zocht ze al weêr op dezelfde plekjes,
waar ze al zoo vaak gezocht had, en te
vergeefs. Telkens vroeg zij in haar wan
hoop, of dan dat lieve kind verdronken of
door een wild dier verscheurd zou zijn.
En eindelijk liep ze, zoo vlug hare voeten
haar dragen konden, naar de woning van
den boschwachter om hulp.
Al dit talmen was juist de reden, dat
de vrouw uit den gelen reiswagen, die nu
al ver weg was, wanneer ze al in haar
angst uitzag of er ook vervolgers achter
haar aankwamen, niets zag. Want niemand
dan de bonne bad het ongeval ontdekt en
ze had het verdwijnen, zooals we zagen,
tot ze bij den boschwachter kwam voor
zich gehouden.
De Daily Telegraph zegtWij moeten
ons bij het bestudeeren van de berichten
van het front herinneren, dat wij in het
beginstadium van een langdurige en ern
stige krachtsinspanning zijn. Wij kunnen
verwachten, dat de uitkomsten zich pas
gaandeweg voor onze oogen ontplooien.
Het volkomen natuurlijk ongeduld wenscht
met schitterende wapenfeiten gevoed te
worden, maar het is verstandiger om een
langzame en gestadige beweging tegemoet
te zien, die niet alleen ten doel heeft om
den druk van Verdun af te nemen, maar
een stelselmatigen en weloverdachten aan
val op de geheele Duitsche stelling uit te
voeren. Een van onze oogmerken is de
sterkte van de reserves van den vijand te
toetsen. Elke winst, die behaald wordt,
moet bevestigd worden. Wij wenschen de
fouten, die vroegere pogingen verijdelden,
niet te herhalen. De vijand wordt nu op
elk front gaandeweg aangevallen en op de
oorlogsterreinen ontwikkelt zich nu een be
langrijke verandering. Wij zullen zien, of
het Germanendom en zijn bondgenooten
door den gelijktijdigen strijd op vier fronten
in het nauw gebracht kan worden. Het
is een spannende tijd voor den generalen
staf van het Duitsche leger. Er zal voort
aan geen rusten geen uitstel zijn bij de
geduchte aanvallen, die zoo onheilspellend
op de Germaansche poorten beuken.
Hiertegenover moeten wij ook de Duit
sche stemmen beluisteren. En deze klinken
nog immer goedsmoeds. Zoo schrijft Majoor
Morath de bekende militaire criticus
Alle ervaringen, zegt hij in den aanhef
van een beschouwing over het offensief aan
het Westelijk front, die wij totnogtoe uit
volkomen of ten deele gelukte pogingen
tot doorbraak hebben verkregen, komen
hierin samen, dat het eerste welslagen het
grootste belang heeft. De vijand, die wil
doorbreken, is altijd in staat, tegenover de
kritieke ruimte, een zekere hoeveelheid
strijdkrachten, artillerie en munitie zoo by-
een te brengen, dat de tegenstander, die
aangevallen zal worden, in het nadeel komt.
Dat nadeel zit in de overvalling en in het
tijdverlies, die de aangevallene lijdt door
dat hij zijn afweerkracht uit verwijderde
plaatsen moet aanvoeren, wanneer de aan
valler reeds bezig is. Voor het welslagen
van een groote poging tot doorbraak komt
het dus aan op den tijd tusschen het begin
van den infanterie-aanval en de tegenaan
vallen, die de aangevallene met verzamelde
kracht uitvoert.
Maar daar stormde ze de boschwachters-
woning binnen en gilde 't uit
«O God, menschenmenschen
helpt mij en verder kon ze het niet
brengen, want door overspanning overmand,
zonk ze ineen en viel in zwijm.
Wat was er gebeurd Ja, men kon
er naar raden, maar om het te radenen
buitendien er werd alles in 't werk gesteld,
om het in zwijm gevallen meisje weêr bij
te brengen en toen dit eindelijk gelukte en
ze wild de oogen opsloeg, was hare eerste
vraag
«Hebt ge haar gevonden
«Houd u maar kalm,» zei de bosch wach
tersvrouw, die, niet wetende wie zij be
doelde, er bedaard en kalm op volgen liet
«Alles zal immers wel gevonden worden.
«Ja maar zij dat engeltje van een
kind,» kreet ze zich oprichtende
«O God, help mij toch help mij toch
Ik bid het u.«
En toen zij haar allen verwonderd ston
den aan te kijken, vervolgde ze wanhopend
«Clotilde is weg 1verdronken
of door een wild dier verscheurd 1
dezen morgen, zooals ik meer deed, had ik
haar op mijn sjaal in 'tgras neêrgezet,
terwijl ik zelf een eind verder was gegaan
om bloemen te plukken, doch ik deed dat
meer, 't was verkeerd, dat gevoel ik nu,
maar o God, toen ik terug kwam was ze
verdwenen.»
«Verdwenen 1» gilde ze «en hoe
ik gezocht en waar ik gezocht heb, ner-
Uit dit gezichtspunt gezien, vindt Morath,
lijken de eerste vier dagen van het Engel-
sche-Fransche offensief, bij een volkomen
objectief oordeel, zeer geringe uitkomsten
te hebben gehad. Het is, gaat hij voort,
onze vijanden gelukt, onze in elkaar ge
schoten voorste linies met een sterke strijd
macht hier en daar te nemen.
De Engelschen en Franschen hebben op
enkele punten waar ze door zijn gebroken
een nietig klein oppervlak achter ons eerste
front gewonnen, en daardoor hebben ze
zware verliezen geleden.
Volgens zijn oordeel is de operatieve
waarde van het Engelsche aanvalsleger niet
voldoende om de Duitschers uit Frankrijk
en België te dringen. Ook wat het Rus
sische offensief betreft is deze Majoor heel
optimistisch gestemd. Dat is al weer tot
staan gebracht, zegt hij, en zelfs op andere
punten in een terugtocht veranderd. Dat
het er zoo gunstig voor Duitschland en
Oostenrijk bij staat als hij meent, gelooven
wij niet. Het brandt immers sints 1 Juli
aan alle kanten er op los. Vroeger konden
de Duitschers «spoorwegveldslagen» leveren:
zoodra het ging wijken op het eene front
konden zij hulptroepen aanvoeren van de
andere. Maar dat gaat nu niet meer.
Overal hebben zij hun mannen nu noodig.
Geen enkel front kan verzwakt worden,
want ook aan het Russische spant het ge
ducht, zelfs de vloot neemt er deel aan de
actie en heeft de kust van Koerland be
schoten. Van Riga tot Dundburg is ook
al toeneming van geschutvuur, das hier zal
de strijd al even zwaar worden als elders.
Waarlijk, de toestand is voor de centralen
kritiek. Het is immers een reuzentaak, die
op hen rust en al bezitten zij stalen veer
kracht en taaie volharding, de boog kan
toch te sterk gespannen worden.
Zie hier wat zij te doen hebben:
In Litthauen sterke aanvallen afslaan;
Ten Noorden van de Pripet tegenaan
vallen
Ten Zuiden daarvan sterke tegenaanvallen
van de Russen afslaan;
In het Zuiden van Galicië een geweldige
veldslag
Van Italiaansche kant herhaalde sterke
aanvallen opvangen
Bij Verdun een offensief voortzetten dat
al zoo lang duurt en zoo geweldig is;
Aan de Somme het offensief der geal
lieerden weerstaan.
Waarlijk, het is onbegrijpelijk, dat zij
tot nu toe stand houden tegen dien storm-
gens heb ik haar terug kunnen vinden.»
«Afgrijselijkzeide de boschwachter met
zijn goedig, gebaard gelaat. «Maar dan
zal het aardige pop zijn verdronken, lieve
juf kom, we gaan met u mede en
we zullen zoeken, tot we levend of dood
haar hebben teruggevonden.»
Ja en nu gingen ze, de boschwachter en
zijn vrouw en de bonne, met lange stokken
gewapend, naar de plek, waar het kind
het laatst geweest was.
Dicht bij, (niet veraf ten minste) liep
een breede sloot en toen ze daar aankwam
zei de boschwachter roet iets beslissends
in zijne stem:
«Daarheen is de kleine Clotilde, zoo goed
en zoo kwaad als ze kon, gekropen of ge-
loopen en daarin is ze verdronken. Het kan
niet anders.»
En onmiddellijk zette hij zijn stok in het
water, peilde en zocht overal, terwijl ze in
angstige spanning naast hem stonden en
ja, daar stuitte hij op iets, iets wat te
bewegen was
O kreet de bonne als ze dat
eens was 1» Maar 't kostte heel veel moeite
natuurlijk, dat iets, wat op den bodem lei,
op het droge te krijgendoch eindelijk, na
veel inspanning gelukte het toch, en toen
men het met een tip boven water had,
bleek het niets anders te zijn dan een
boomstam.
Vergeefsche moeite en vergeefs gevleid.
O, zoo ze eens even een blik had kunnen
werpen in den gelen reiswagen, met dien
loop van den oppermachtigen tegenstander.
Eindigen wij met een bericht uit de Daily
News, dat doet zien met welk een gevaren
het verdedigen van de Italiaansche grens
gepaard gaat:
«Evenals hun Romeinsche voorouders
hebben de Italianen het bedrijf van soldaat
met dat van wegenbouwer vereenigd. Dit
was noodig om de Italiaansche artillerie
zoo hoog mogelijk te kunnen plaatsen. Men
heeft mij gezegd, op welke wijze dit werk
is uitgevoerd geworden. Men zou die taak
voor onuitvoerbaar hebben gehouden, als
men het resultaat niet in den vorm van
op ontoegankelijke plaatsen opgestelde ka
nonnen voor oogen had.
Sommigen staan op plaatsen bijna 3500
meter hoog, waar anders de toerist met
behulp van gidsen en touwen en dan nog
met groote moeite kan komen, terwijl hij
toch op niets anders behoeft te letten dan
op zijn eigen persoon. Maar de Alpini en
de grensguides hebben daar zware stukken
heen moeten brengen, ze over de eeuwige
sneeuwvelden moeten trekken of tegen hel
lingen moeten ophijschen over gapende af-
gronden en mes-scherpe rotspunten, aan
touwen, die over tusschen "de rotsen ge
klemde balken liepen.
Ik heb photo's van een groep dezer pi
oniers aan het werk gezien. Zij geleken
op die van deelnemers aan een poolexpe
ditie, die voortploeteren in een ijswildernis.
Sommige dier mannen hebben daar den
geheelen winter als poolvorschers geleefd.
In sneeuwhutten en uitgegraven holen heb
ben zij een schuilplaats gevonden, niet al
leen voor de verreikende Oostenrijksche
artillerie, maar ook voor den ijzigen wind
en de meedoogenlooze stormen.
Zij hebben er goede petroleumkachels
om zich bij te warmen, en zij worden van
voedsel en andere benoodigdheden voorzien
door middel van kabelspoorwegjes, die over
de afgronden loopen. Soms worden daar
ook gewonden mede vervoerd, die zich
dan zoo goed mogelijk aan den rand der
zwaaiende bakken moeten vasthouden.
De meest gevreesde vijand is hier de
lawine, die door de voortdurende bombar
dementen meer voorkomt dan ooit. De
eigenaardige luchttrilling, die den geoefen-
den waarnemer in gewone tijden voor het
naderend gevaar waarschuwt, is thans, nu
de lucht steeds in trilling is, niet meer te
hooren, zoodat de lawines thans de strijders
verraderlijk overvallen en dooden».
mageren vos bespannen, die met elk uur
talmen en zoeken, zooveel won in den af
stand, en bijna de grenzen had bereikt,
wat heel iets anders had ze dan gezien.
Dat kleine ding, het golvend blonde haar,
om herkenning te voorkomen, verborgen
onder een geel zijden doek, met een flets
verschoten jurkje aan, en een bonte pop,
die haar vroolijk maakte, in handen. Een
enkele blik was genoeg geweest, om het
zoeken te staken.
Maar toch bleef de boschwachter, die
zich vast en stellig in 't hoofd had gezet,
dat het kind in de sloot was gevallen en
verdronken, zijne onderzoekingen voortzet
ten. En 't was inmiddels middag, ver op
den middag ook geworden. En aan het
kasteel, waar men ongerust werd over het
lang uitblijven van de bonne en Clotilde,
werden ook reeds boden afgezonden, die het
bosch doorzochten, maar alles tevergeefsch.
«Dat het kind verdronken is, lijdt geen
twijfel,» zei de boschwachter, toen men
besluiteloos wat te doen, bijeenstond. «Maar
waar? dat is juist de vraag.»
Op 't kasteel, kunt ge denken, was alles
in opstand en niemand vermoedde het ware,
om de zeer eenvoudige reden, dat niemand
des morgens den reiswagen had gezien.
Was dat nog maar het geval geweest, men
zou een vermoeden opgevat kunnen hebben,
en misschien, door nu nog haastig te han
delen, achter de waarheid zijn gekomen.
Zie ommezijde).
NIEUWSBLAD
voor Hot Land van Hoosden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard,