Bij dit nr. Mort een bijvoegsel. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3585. Zaterdag 15 Juli 1916. FEUILLETON. I M I. Und van altena Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijs ver hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel meer 7*/g cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT. In de bijna twee jaren, dat de wereld oorlog woedt, is er nog geen krisis van zoo buitengewone beteekenis geweest als die nu in de laatste weken wordt doorge maakt. In den aanvang van den oorlog was er een dergelijke krisis, toen het nog onzeker was, of de bondgenooten den op- marsch der Duitschers in Frankrijk zouden kunnen stuiten, voor er iets onherstelbaars geschied was. 't Was er toen de Duit schers om te doen Frankrijk's tegenstand in eens te verpletteren en op die wijze aan den oorlog op twee fronten tegelijk een einde te maken, voor hij recht begonnen was. De slag aan de Marne heeft aan deze crisis een einde gemaakt. Het is den Duitschers niet gelukt één der tegenstan ders schaakmat te zetten. Toen kwam gedurende de zomerveldtocht van 1915 een tweede zeer kritieken tijd. Zouden de Rus sen dan van den hals geschoven kunnen worden Ook dit is tegengevallen. De Russen hielden stand, al waren de verlie zen groot. Maar nu is de derde en groot ste krisis gekomen. De bondgenooten hebben het voordeel weten te behouden, dat zij de centralen aan twee kanten tegelijkertijd konden be stoken, nu doen zij het ook werkelijk. Het voordeel van hun positie gebruiken zij nu ook inderdaad. Een overmacht valt de cen tralen in het Oosten aan, en met den rug toegewend naar degenen, die die overmacht i trachten te stuiten, strijden hun kameraden in het Westen eveneens tegen een over macht en zij kunnen elkander niet meer helpen, want zij hebben beiden de handen te vol. Ook in het Zuiden kan slechts defensief worden opgetreden. Een Havasbericht heeft er verleden niet zonder rechtmatigen trots op gewezen, dat de Franschen twintig dorpen hadden ver overd. Inderdaad kranig. Welk een élan in die aanvallen aan de Somme, na vier maanden uitputtenden verdedigingsstrijd bij Verdun. De bekende veerkracht van het Fransche volk is hier weer eens schitterend aan den dag getreden, en wij lazen in een Duitsch blad onverholen bewondering voor deze prestatie van den vijand. Twintig dorpen, het zijn er misschien nu vijf en twintig geworden. Maar het zijn geen dorpen meer op dit oogenblik. Het zijn door A. DE VISSER. 5) En 's middag om drie uur ging Frangois met het aardige meisje aan de hand naar het huis van den dokter, maar liet haar, toen hij had aangescheld, alleen staan. Dokter Beels had geen kinderen en toen de doktersvrouw, die in de keuken het potje met soep gereed maakte, en tegen de meid zei, »dat het kind uit dat spel maar bij haar moest komen,zag welk een aardig deerntje, met blond haar en blauwe oogen ze daar voor zich had, kon ze niet nalaten te zeggen Wel wel wou jij nou de soep komen halen, mijn beste?» Mimi zei niets, maar knikte verlegen met het hoofd. •En vertel me nu eens,« vroeg mevrouw Beels, terwijl ze, op haar knieën gehurkt bij haar ging zitten, jspeel jij nu ook al mee, groote meid?» Neen, schudde het kind, den vinger in haar mond stekende. •En wat doet je dan?» klonk het vrien delijk. •Centen halen zei de kleine met een stokkend stemmetje. •Zoo! haal jij de centen op? En wil je slechts plaatsen, waar men aan de puin- hoopen kan zien, dat er vroeger dorpen gestaan hebben. Weet de lezer hoeveel gemeenten er nog tot herovering overblij ven, alleen in Frankrijk Tweeduizend vijf honderd vier en vijftig. Dat is volgens een officieele Fransche opgaaf. •Duizenden lijken bedekken het slagveld,» leest men dagelijks in de wederzijdsche berichten. Moorddadig zijn de gevechten waarbij mannen worden neergeveld als rijpe koren halmen onder de zeis. Dit aantal gedooden neemt hand over hand toe. Van Duitsche zijde alleen lazen wij het volgende lijstje aan verliezen Gesneuveld en aan wonden overleden 710.882 Gestorven tengevolge van ziekte 46.435 Vermist 189.880 Gevangen genomen 152.793 Zwaar gewond 409.215 Gewond 263.379 Licht gewond 1.102.388 Gewond, doch bij den troep gebleven 137.655 Totaal 3012.637 Hieruit blijkt dus, dat er tot en met Juni j.l. ten minste 757.000 jonge mannen in de kracht van hun leven gestorven zijn tengevolge van dezen barbaarschen oorlog. Onder de 189.000 •vermisten» zijn na tuurlijk ook nog een groot aantal gesneu velden verborgen. Ook de verliezen dooi de marine geleden, zijn in deze opgaven niet vermeld. Men kan dus, de hopeloos verminkten medegerekend, -gerust het gansche oecono- mische verlies op een miljoen manstellen. En dat in Duitschland alléén! 't Is walgelyk. Maar aan de zijde der geaillieerden zijn de verliezen in de laatste dagen nog veel hooger te schatten. Wat Frankrijk aangaat ben ik dezelfde meening toegedaanin het gebied van Ver dun heeft het van Februari tot nu toe blijkens overeenstemmende schatting van onzijdige zijde rond 400.000 man verloren, de verliezen tusschen Somme en Ancre zijn ook niet gering en over noemenswaardige reserve beschikt Jofïre niet meer. Het jongste deel van Frankrijk's bevolking dat de wapens kan dragen wordt reeds als laatste troef uitgespeeld. Als dat op deze manier naar den Rijn moet, blijft er niemand over om de over winning te vieren. Van een overwinning van mij ook wel een cent hebben?» •Ja wel,» knikte het kind. »Kijk eens,» zei mevrouw Beels, haar een gulden in de handen drukkende, Hoe vindt ge nu zoo'n zilveren cent Niet heel mooi?» •Mooi,» zei het meisje met een bly ge zicht den gulden om en omkeerende. •Nou en hoe is je naam nu?» •Mimi lispte het meisje, wel een weinig vrijer wordende. •Zoo Mimi, dat is een mooie naam, hoor. Maar weet je wat, Mimi. Dat pan netje met soep is voor jou nog te zwaar. Je moet je eens branden en dat zou jam mer zijn, niet waar? Hier Klaar,» zei ze tegen de meid draag jij de soep eens naar den wagen.» En zoo trokken Klaar en Mimr naar den gelen reiswagen. •Kijk eens,» zei Mimi een poosje later tegen Frangois en ze liet hem den gulden zien. •Ei,« bromde de vent. »Van wie heb je dien gekregen?» •Van de mevrouw van de soep,» zei het kind gelukkig. •Dat 's net het eerste fortuintje, dat we van je hebben I» gromde hij. De zieke had alleen aan den heerlijken geur der soep al voldoende, meende zij; zoo iets krachtigs toch had ze in lang niet geroken. •Laat ze me eens proeven,» vroeg ze met een zwakke stem aan Mimi. is trouwens nog geen sprake. Wel hebben de Franschen en de Engelschen op het Westerfront te gewagen van voordeelen. Het Bois des Troncs is weer in Engelsche handen, afgezien dan van het Noordelijk gedeelte dat de Duitschers nog bezet houden. De geweldige worsteling om dit kleine boschje, die nu al dagen aan den gang is, toont de hardnekkigheid van den strijd. De Engelschen hebben nog meer succes te boeken. Zij hebben ifet dorp Contal- maison weer veroverd. Zij waren daar al eens in geweest, zelfs waren zij er al voorbij, maar (zooals een Engelsch corres pondent gisteren meldde, door »een mis verstand») waren zij weer teruggetrokken. Nu is dit dorp dus weer in hun handen. Inderdaad zijn de Engelschen nu over ruim een derde gedeelte van het door hen aangevallen front in het bezit van de voor ste linie. Van daar uit zijn nu nieuwe aanvallende bewegingen te verwachten. Want wij zijn nu in de periode van de langdurige, langzame offensieven, waarvan dat voor Verdun het eerste voorbeeld is geweest. De Duitschers zullen door tegen aanvallen natuurlijk zoowel de langzaam heid als de langdurigheid van het offensief vergrooten. Van het oostelijk gevechtsterrein is wei nig nieuws te berichten. De Russen geven een staatje van het aantal krijgsgevangenen en zegeteekens, door de troepen van gene raal Broessilof op de Duitsch-Oostenrijksche strijdkrachten in het tijdperk van 4 Juni 10 Juli veroverd. Daarin komt voor 5620 officiers 266.000 soldaten, 312 ka nonnen, 866 machinegeweren. De Russen passen een nieuwe taktiek bij hun ruiter- aanvallen toe, waaruit wel eenigszins ver klaard kan worden den machtigen voort gang die zij maken. Iemand die aan de gevechten in het oosten deelneemt vertelt er het volgende van De Russische tirailleurslinie schuift voor uit tot op een 3500 meter van onze loop- gravenlinie en graaft zich zoo goed als het gaat, aarden dekkingen. Terwijl de Duitsche artillerie nu bezig is zich op deze tirail leurslinie in te schieten, verschijnen achter hen kozakken, die, met het lichaam over de paarden heengebogen, in vollen galop, voorbij" de tirailleurs naar voren draven. Het lijkt wel of die ruiters met een ge weldigen stormaanval onze hindernissen en loopgraven onder den voet willen rennen en het is in de hitte van het gevecht dan ook meermalen gebeurd, dat zij in de prik- •En Mimi, die spoedig een tinnen lepel gereed had, gaf haar dien, en •O kind!» zei ze, wat smaak dat heer lijk zou 't kwaad zijn, als ik alles opeet Ze deed die vraag minder om er een antwoord op te hebben, dan wel om haar eigen gulzigheid te verontschuldigen tegen over de begeerige oogen van het kind, dat in zoolang ook niet iets krachtigs gehad had. •Ja,« steunde de directrice ofschoon ze bijna verzadigd was »Ik lust het allemaal wel Ik zal het ook maar opeten, hé anders kreeg jij ook wat Maar zie je, kind!» zei ze al etende »Moe is ook zoo ziek.« o »Dat ruikt hier niet kwaad!» bromde Frangois, terwijl hij den wagen insprong.' •Blijft er nog wat over?» •Niks hoor NiksO, zoo lekker!» steunde de zieke •Ja dat wil ik wel gelooven,» zei Fran gois. ïMaar 'tis te veel op eens voor jou.» •Hè,» zei de zieke, toen ze het keteltje leêg had en haar hoofd weer op het kussen lei. Ja, ze was nu eigenlijk wel wat be nauwd. •O mevrouw, zei Klaar, toen ze terug gekeerd was van den gelen reiswagen, »wat is dat daar een arm boeltjeOch mensch.» •Dat zal welzei mevrouw Beels. »Maar wat een alleraardigst kind, niet waar?» •Ja 't is zonde en jammer,» zei Klaar, »dat zoo'n lief, mooi deerntje want ze is effectief mooi, mevrouw, in zoo'n keidraadversperringen terecht kwamen, waar de dood hen wacht. Dit is echter maar een ongeluk. Als het naar den regel gaat, stijgen de kozak ken een 1500 meter voor de Duitsche linie van hun paarden en werpen zij zich op den grond om te vuren. De paarden, klein en taai, en goed afgericht, leggen zich op het roepen van hun meesters eveneens op den grond en geven dezen een levende dekking. Met hun karabijnen en geweren openden de kozakken onverwyld het vuur. Op die manier heeft de Rus zijn aanval sprongsgewijs 2000 meter naar voren ge bracht. Onze artillerie neemt de afgestegen ruiters onder vuur, en terstond zet zich de tirailleurslinie daarachter weer in beweging en beproeft sprongsgewijs den voorsprong van de cavaleristiscbe voorhoede in te halen. Tegelijkertijd rukt uit de reserve de tweede, derde en vierde tirailleursline naar voren. Wij hebben dikwijls acht, ja zelfs tien, twaalf en veertien stormkolonnes achter elkaar geteld. Daar gedurende al dien tijd de afgestegen cavalerie in de vuurlinie blij ven moet, zijn de verliezen aan mannen en paarden natuurlijk groot. Dikwijls kunnen de ruiters het niet meer in het granaat- vuur uithouden, stijgen weer te paard en rennen met den moed der wanhoop in onze linie; de paarden probeeren dan de stuk geschoten prikkeldraadversperring als wed- strydhindernissen te nemen, maar raken erin verward en vallen waardoor de ruiters een prooi van het machinegeweer- en in fanterie vuur worden. Ook op de andere fronten is veel be drijvigheid maar op beteekenende successen kan geen der beide partijen boogen. Tusschen Duitschland en Zwitserland zijn ernstige geschillen gerezen. Gelijk men weet verlangt Duitschland voor zijn zen dingen aan ijzer en staal, steenkolen en cokes als tegenprestatie van Zwitserland levensmiddelen en grondmateriaal die Zwit serland door bemiddeling van de Entente- mogendheden ontvang),. Maar de Entente zegtAls gy het waagt Duitschland te helpen, dan krijgt gij van ons geen levens middelen meer. En Duitschland zegt Als gij het weigert om te helpen, dan krijgt gij van ons geen steenkolen enz. meer. Zwitserland wist niet wat te doen. Het heeft onderhandelt met Parijs en met Berlijn en beide regeeringen blijven op hun stuk staan, ja zelf heeft Duitschland zijn bedreigingen reeds in daden omgezet en de zendingen van staal en ijzer door tele- spul is.» En toen het avond was geworden, o de zieke was den geheelen middag en avond zoo benauwd geweest toen werd die benauwdheid nog veel erger en heviger. •Ik heb het wel gedacht,» gromde Fran gois. »Had ik wat van de soep bewaard en jij wat, dan hadden we die benauwd heid samen gedeeld en ik kan, als 't er op aankomt, mijn portie in de benauwdheid beter staan dan jij!» 't Werd buiten op de kermis al drukker en woeliger. Zingende troepen gingen voor bij en keerden juist op hun weg terug, als ze den gelen reiswagen voorbij waren Voor de tent met de acrobaten werd een heidensch leven gemaakt van trommels en hoornmuziek 't Kon ook niet anders, er waren zooveel tenten en door het leven en de sterke toeren en de aardigheden van paljas, moest het volk naar binnen gelokt worden, 't Was somtyds zoo erg, dat de directrice, die nu erg benauwd was en bijna niet spreken kon, haast niet verstaan kon worden door Mimi, al legde ze ook het oor op haar lippen. Eindelijk was het spel daar naast be gonnen, en werd het wat kalmer. •Steek het lampje aan Mimi klonk de flauwe stem. En nu dat mat brandend lampje was aangestoken welk een treurig gezicht, daar in dien wagen 1Dat bleeke, in gevallen, verwrongen gezicht van de zieke, die daar lei. Dat armelijke en vervallene graphische kennisgeving aan de afnemers gestaakt. Toch zal het wel geen oorlog worden. Zwitserland zal wel wanneer het niet gelukt een middenweg te vinden, om re denen van zelfbehoud zich naar de eischen van een der beide groepen van mogend heden schikken onder betuiging van leed wezen naar de andere zijde, die het door den nood gedwongen den rug moet toe- keeren. Hoe die beslissing zal uitvallen, moet de toekomst leeren. Naar mensche- lijke berekening heeft Parijs meer kansen dan Berlyn; want ook de Zwitsers zijn maar menschen, en naar een Zwitsersch spreekwoord reist de berglooper allereerst op zijn maag Ten slotte zij nog meegedeeld dat het den Duitschers gelukt is een onderzeeboot als paketboot in te richten. Ze heet Deutschland» en is na een reis van 4000 mijl over den Atlantischen Oceaan te Bal- timore aangekomen. Ze was geladen met kleurstoffen. Dit is wel een allerbelang rijkst bericht. De Engelsche blokkade is nu toch in beginsel verbroken. Zoo merkt de ïDaily Mail» op: wanneer duikbooten in genoegzame getale en grootte werden gebouwd, zouden ze ten spijt van elke blok kade het verkeer kunnen doorzetten, al ware het dan op kostbaren voet. Ze zou den daardoor grootelijks de waarde der zeeheerschappij te niet doen. Het is na tuurlijk mogelijk dat er nieuwe manieren worden uitgevonden om ze te achterhalen, doch tot dusver is een duikboot nog niet in staat gebleken een andere duikboot op te sporen en te vernietigen en bovenzeesche schepen kunnen gemakkelyk door duikboo ten worden ontweken. Bovendien is er dit nadeel aan verbonden dat over enkele jaren een duikboot van elke afmeting in staat zal zyn te gaan waar ze wil. In den huidigen oorlog heb ben we contróle verkregen over de duik boot doordat ze gebonden was aan beperkte gebieden, waar onze kleinere schepen kon den werken en het der duikboot lastig maken. Maar strekte de duikboótbeweging zich tot verre oceanen uit, dan zou het moeilijker vallen haar in toom te houden. Ook kleinere mogendheden krijgen op deze wijze een vreeselyk wapen in handen. Engeland zet alles op haren en snaren om de regeering der V. S. te bewegen, deze duikboot als oorlogsvaartuig te behan delen en dus te interneeren. Het beweert dat, al is zulk een onderzeeër niet gewa- Dat kleine meisje gehurkt bij haar moe zooals zij ze noemde. O, een akelig gezicht treurig Eenige minuten waren voorbijgegaan, toen de zieke het hoofd opbeurde,iets van onder den gescheurden en gelapten katoenen deken nam een zwart gewor den gouden medaillon en dat Mimi in de hand drukte. •Bewaar dat altijd zei ze gejaagd, »o ik heb nu zoo'n spyt» en een poosje later zagen de oogen der zieke meewarig op naar 't kind, en toen prevelden die lippen nog zoo iets van »Arm kind 't Kind begreep er niets van, natuurlijk, ze was zelf slaperig en ze liet haar hoofdje rusten tegen het houten beschot en viel in slaap, terwijl de zieke op haar matras ook de oogen sloot om te slapen Het gewoel buiten hield aan en hoe later het werd, zooveel te drukker werd het ook. Frangois had zijn zitplaats tegen het rad verlaten en stond te praten met een der artisten van het acrobatenspel. •Och wat,» zie ie, >'t is een lamme boel bij ons, geen cent verdienen en alle dagen gebrek lijden. Is er bij jullie geen plaatsje open? dan verlaat ik dat wyf.c •Wat kun je voor den kost doen?» vroeg de ander. •Alles wel!» bromde Frangois. Wordt vervolgd NIEUWSBLAD voor Het Land van Heusdeo en Altena, de Langstraat en de Bomoielerwaard. I-— i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1