land van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No, 3587. Zaterdag 22 Juli 1916.
k- o
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 46 regels 50 cent. Elke regel
meer 7yg cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
BUITENLAND.
Twee Fransche Kamerleden hebben, naar
de »Eelair« verneemt, een voorstel inge
diend om voortaan de militairen, van wie
in den oorlog reeds twee broeders zijn
gevallen, dienst te laten doen in de achter
hoede, waardoor zij ongeveer zeker zullen
zijn het leven er af te brengen. Dit voor
stel is gedaan om te voorkomen, dat heele
geslachten uitsterven, gelijk reeds dikwijls
in dezen vreeselijken strijd het geval is
geweest.
o
De staking in Spanje.
Het «Berliner Tageblatt« verneemt uit
Genève, dat eene bijeenkomst van den
Spaanschen premier met de commissie,
welke de leiding der staking heeft, weinig
resultaat heeft opgeleverd.
Bij de spoorwegen is het aantal stakers
verminderd, bij de mijnwerkers daarentegen
toegenomen. Deze laatste dreigen zelfs met
eene algemeene staking. In dat geval zal
de regeering krachtige maatregelen nemen.
De premier, Romanones, heeft met den
Koning eene bespreking over den toestand
gehouden.
Volgens de »Voss. Zeitung® zou de kans
op eene regeling tamelijk gunstig zijn. De
tegen 46 Juli aangekondigde algemeene
staking is niet doorgegaan. Men hoopt,
dat de mijnwerkers den arbeid zullen her
vatten..
In het militaire overzicht van de Kreuzztg.
wordt o. m. gezegdIn de buurt van
Souville hebben wij een zeer leerrijke ont
dekking gedaan. Wij vonden er sterke uit
beton gemaakte overdekte schuilplaatsen,
60 M. diep. Zij dienen om groote troepen
massa's te verzamelen en belangrijke hoe
veelheden oorlogsmateriaal werden er in
gevonden.
Roger Casement,
Het hooger beroep van Roger Casement
tegen het tegen hem uitgesproken dood
vonnis is verworpen.
Gemeld wordt, dat Casement in hooger
beroep zal gaan bij het Hoogerhuis, het
opperste gerechtshof, indien althans de be
williging van den attorney-general hiertoe
kan worden verkregen.
o
Wat een Duitsche gevangene vertelde.
De bijzondere correspondent van de
«Morning Post« geeft de volgende beschrij
ving van een onderhoud dat hij met een
gevangen Beierschen soldaat heeft gehad
Ik sprak met een groepje gevangen
soldaten van het 422e Beiersche regiment.
Het gesprek werd gevoerd door bemidde
ling van een tolk totdat ik toevallig een
man ontmoette die onmiddellijk tamelijk
goed Engelsch begon te spreken.
«Spreekt u Engelsch vroeg ik.
«Niet veel mijnheerantwoordde hij
terwijl hij zeer eerbiedig opstond en groette.
De Duitsche soldaat vergeet nl. nooit te
groeten, zelfs een vijand, wanneer hij denkt
met een meerdere te spreken.
«Hebt u in Engeland gewoond vroeg ik.
«Ja,® zeide hij, ik ben meubelmaker van
beroep en heb drie jaren in Londen ge
woond. Ik heb gewerkt voor en hij
noemde een bekende firma-in Tottenham
Court Road. «Ik ben kort voor het uit
breken van den oorlog uit Engeland ver
trokken,® ging hij volkomen openhartig
voort, «omdat ik voor myn land moest
gaan vechten. Dat was mijn plicht als
Duitscher.®
Hij vertelde, dat hij met zijn kamera
den 's ochtends om drie uur bij Contal-
maison door de Engelschen gevangen ge
nomen was.
«Hoe was het daar bij Contalmaison
«O, dat was de helgewoon de hel,®
antwoordde hij. «Het Engelsche artille
rievuur was verschrikkelijk. Ik had nooit
gedacht, dat de Engelschen dat konden
doen. De granaten regenden dag en nacht
op ons neer.
Maar wij hadden bevel gekregen om
ons niet over te geven. Wij gingen dus
in onze diep-uitgegraven schuilplaatsen,
waar wij machinegeweren bewaarden om
tegen uwe soldaten te gebruiken. Van tijd
tot tijd ging er een man naar buiten,
maar er kwam slechts zelden een terug.
Zij werden gedood of gewond door het
granaatvuur. Toen kwamen de Engelsche
troepen het dorp in en omringden ons van
alle zijden. Wij dachten, dat ze ons met
granaten uit de schuilplaatsen zouden jagen:
Maar dat deden zij niet en toen kwamen
wij naar bulten en gaven ons over.®
Al de kameraden van dezen man ver
klaarden eenparig, dat ons artillerievuur
verschrikkelijk was geweest en dat onze
tot het Nieuwe Leger behoorende troepen
zich buitengewoon moedig hadden gedragen.
Hunne officieren hadden hun verteld dat
wij de gevangenen zeer wreed behandelden
dat wij hen ranselden en hun eten
noch drinken gaven. Karl, de meubelma
ker, die in Londen had gewoond, wist wel
beter. Hij verzekerde zijn kameraden dat
de Engelscbe soldaten zooiets niet konden
doen.
Karl wist mij, dat moet ik bekennen,
toen ik hem zekere vraag stelde, te vangen.
Ik vroeg hem nl. welke Duitsche troepen
in hoofdzaak op het deel van het front,
waar hij geweest was, gestreden hadden
en welke corpsen er bij Contalmaison,
Mametz en in het Trones-bosch opgetre
den waren.
Hij antwoordde rustig U bent een En
gelsche gentleman en weet zeer goed dat
ik u dat niet mag zeggen.®
Ontroerd vertelde hij mij dat de helft
van de Duitsche bezettingstroepen in Con
talmaison gedood was. De verliezen waren,
naar hij zeide verschrikkelijk geweest en
hij geloofde niet dat de oorlog nog lang
zou kunnen duren. De Duitsche verliezen
waren ontzettend in het Oosten zoowel
als in het Westen en uit iederen brief,
die de soldaten van thuis ontvingen, klonk
de hoop, dat de oorlog spoedig uit zal zijn.
Karl geloofde niet, dat Duitschland nog
lang zulke verliezen zou kunnen doorstaan.
«De verliezen van de Engelschenzeide
hij, «zijn ook heel groot.Ik verzekerde
hem echter, dat Engeland pas begonnen
was, zijne militaire krachten in den strijd
te brengen.
«Ja, ja® antwoordde hij met een zucht.
«Ik weet dat het Engelsche leger heel
sterk is.
Fransche krijgsgevangenen uit Duitsch
land.
Het Zwitsersch blad de Bund schrijft
naar aanleiding van de aankomst van
Fransche krijgsgevangenen uit Duitschland,
dat men deze Franschen over hun behan
deling in Duitschland volstrekt niet heeft
hooren klagen. Het was een aangename
verrassing, dat deze menschen er zoo frisch
en netjes uitzagen, vooral, als de lange
duur van de gevangenschap in aanmerking
wordt genomen.
Het einde binnen twee maanden
De Amsterdamsche correspondent der
Vossische Ztg. heeft van zijn berichtgever
te Londen tijding ontvangen over uitingen
van Engelsche politici en parlementsleden,
waaruit hij opmaakt, dat Engeland in de
eerstvolgende twee maanden een beslissing
verwacht en wel in dien zin, dat öf Duitsch-
lands tegenstand wordt gebroken óf de
oorlog onbeslist blijft. Binnen die twee
maanden zal ook blijken of Duitschland
zich economisch staande kan houden. Als
Duitschland, waar sedert het begin van
den oorlog alle voorraden zijn opgeteerd,
maar waar nochtans niemand den honger
dood gestorven is, binnen vier weken zijn
oogst binnen heeft, zou men moeten toe
geven, dat de blokkade, wier druk thans
het sterkst is, den tegenstander er niet
onder heeft gebracht.
Na twee maanden zou men zich der
halve ernstig en nuchter moeten afvragen,
of er aan den oorlog een eind moet komen.
Inderdaad, maar we vreezen, dat hier
de wensch de vader van deze gedachte is.
Wat de oorlog kost.
De oorlogsuitgaven voor Engeland be
droegen per dag meer dan 6 millioen pond
sterling, dat is 72 millioen gulden, of 3
millioen gulden per uur I
o
De kapitein van het Engelsche stoom
schip »Lecoq« (3419 ton) geeft de vol
gende beschrijving van een gevecht met
een onderzeeër op 48 Juni j.l.
«De vijandelijke onderzeeër opende on
middellijk nadat hij op vier mijlen gezien
was het vuur met een 4 c.M. kanon. Daar
de onderzeeër na drie of vier projectielen
te hebben afgeschoten, die dicht bij het
schip in zee vielen, met snelheid naderde,
opende wij het vuur uit ons kanon. Naar
het scheen, trof het vijfde schot; hij bleef
echter doorvuren, terwijl hij geleidelijk na-
derkwam. Een granaat trof ons schip aan
bakboordzijde, doorboorde de stoompijp, het
geen ten gevolge had, dat er veel stoom
ontsnapte. Ik beval toen de booten neer
te laten.
Het grootste deel der bemanning nam
plaats in de booten, alleen de eerste, tweede
en derde machinist, de bootsman, ik en
twee kanonniers bleven aan boord. Ik
onderhield nog steeds met succes het vuur
het 26ste schot trof den onderzeeër aan
de waterlijn, waarop hij in een dikke wolk
van rook en vuur dook. Ik geloof zeker,
dat wij hem in den grond hebben geboord.
Kort daarop verscheen een Fransche pa
trouilleboot, die ik van het voorgevallene
op de hoogte bracht. Ik stoomde naar
onze booten, nam de mannen aan boord,
de booten op sleeptouw en vervolgde de
reis. Later werd de periscoop van een
anderen onderzeeër op ongeveer 4000 M.
afstands gezien. Deze schoot onmiddellijk
een torpedo af, ik wist deze echter te
vermijden, zoodat zij op 50 voet afstands
achter het schip omliep. Toen verscheen
er weder een torpedoboot, aan welke ik
alles mededeelde. Wij schoten drie gra
naten af op den tweeden onderzeeër, die
het vaartuig tot duiken noodzaakte.
Na de booten aan boord geheschen te
hebben vervolgden wij onzen weg, zonder
meer vijanden te zien.®
o
Naar aanleiding van een vlucht van
4800 K.M. wordt het volgende gemeld:
Eenige dagen geleden is bij Kawenczyn in
Galicië een Fransch vlieger-officier gevangen
genomen, die va"n Nancy gekomen en op
weg naar Rovno was. Zijn doel was cir
culaires uit te werpen boven Duitschland
en tevens fotografische opnamen te doen.
Hij had reeds een weg van 4800 K.M.
afgelegd en landde te vroeg, daar hij zich
niet meer wist te oriënteeren. Drie uren
later zou hij achter de Russische stellingen
zijn aangekomen. Toen hy de naderende
Oostenrijksche soldaten zag, trachtte hij
tweemaal te vluchtenhij werd nog juist
op het laatste oogenblik, terwijl zijn schroef
reeds weder draaide, gegrepen. Hij weende
van opwinding toen hij vernam, hoe dicht
hij bij zijn doel was geweest.
o
Over het sneuvelen van den zoon van
den katholieken Franschen minister Denys
Cochin deelt de Parijsche correspondent
van de Tijd nog het volgende mee
De compagnie, door den heldhaftigen
officier August Cochin aangevoerd, stormde
op het voorbeeld van haar chef, naar de
vijandelijke stellingen om Hardecourt, en
reeds weken de Duitschers voor de onweer
staanbaarheid van dien aanval. Terwijl
echter hun hoofdmacht zich terugtrok, bleef
een aantal tirailleurs achter, hier en daar
achter huizen, struiken en hagen verspreid.
Zij mikten bij voorkeur op de officieren,
en als een hunner eerste slachtoffers viel
kapitein Cochin. Een kogel verbrijzelde
zijn kaak. In het gezicht der overwinning
aldus de legerorder viel hij.
Kapitein August Cochin is in dezen oorlog
zesmaal gewond geweest, o.a. bij Fonques-
court, in Champagne te Douaumont en
steeds weigerde hij op het slagveld te
worden verbonden of zijn post te verlaten.
Nog ditmaal was hij, met een geheel in
gips gebonden arm, ten aanval op Harde
court gegaan, dien hij heeft geleid.
Het Berl. Tageblatt verneemt uit het
Oostenrijksche oorlogskwartier
Sedert eenige dagen doen de Russen
hernieuwde aanvalspogingen in het gebied
van Kirlibaba, blijkbaar met de bedoeling
om de Boekowinasche Karpathen te for-
ceeren. Alle pogingen mislukten echter door
den tegenstand van de Oostenrijksche land
weertroepen. Op 47 Juli vielen twee Rus
sische regimenten den berg-Capul aande
hoofdstoot was tegen Luczyna gericht. Vijf
maal deden de Russen een stormloop tegen
de Oostenrijksche stellingendoch telken
male werd de stormloop afgeslagen met
voor hen zware verliezen. De Russen lieten
meer dan 400 dooden voor de Oostenrijk
sche stellingen achter, terwijl een groot
aantal dooden en gewonden meegevoerd
werden. Talrijke gevangenen en afgedwaal-
den worden binnengebracht.
De omtrekkingspoging der "Russen ten
noorden van Kirlibaba, waar twee Russische
colonnes, die tegen het Tartarodal opge
rukt waren, zich zouden vereenigen, werd
door de Oostenrijksche artillerie geheel
verijdeld. Ten slotte werd een derde aanval
op denzelfden dag ten noorden van den
Priscopzadel door de Ooetenrijksche artil
lerie tot staan gebracht. Ook daar leden
de Russen bloedige verliezenmeer dan
200 dooden werden achtergelaten. De strijd
neemt daar een heftiger karakter aan.
De Oostenrijksche aanval in het dal van
de Moldawa had een gunstig resultaat en
het doel van de operatie werd daarmee
volkomen bereikt. De Russen brachten daar
ontelbare formaties tegen de Oostenrijkers
in het veld, die volkomen gedecimeerden
werden.
Groote hitte.
Sinds eenige dagen heerscht een over
matige warmte in New-York. Meer dan
200 personen werden reeds door zonne
steek getroffen. De temperatuur bedraagt
40 graden in de schaduw. Verscheidene
personen werden door den bliksem gedu
rende de zware onweders, die boven de
stad losbarstten, gedood.
De Grieksche branden.
Aan de «Petit Parisien« wordt uit Athene
gemeld, dat er weer 3 lijken in het bosch
van Tatoi zijn gevonden. Het aantal ge
wonden bedraagt ongeveer 900. Een nieuwe
brand brak in het bosch van Kinetta uit.
De schade is aanzienliik. Een derde brand
ontstond in het bosch van Villa op den
Kitheron, welk bosch geheel vernietigd
werd.
BINNENLAND.
Een drieling.
In het gezin van den spoorwegarbeider
Keizer te Weinaldum (Friesland), is een
drieling- geboren: 4 zoon en 2 dochters,
allen zeer welvarende kiuderen.
De kleinen ontvingen de voornamen
Hendrik, Wilhelmina en Juliana.
H. M. de koningin heeft gisteren een
bezoek gebracht aan Bergen op Zoom en
Roosendaal en den nacht doorgebracht in
haar bijzopderen trein op het station Wouw.
Heden was de koningin te Breda en hield
zich daar en in den omtrek eenige uren op.
Bij onderzoek te Lobith van de rader
boot Deutschland trok het de aandacht der
kommiezen, dat de betimmering der kajuiten
geheel nieuw was. Daar zij dit verdacht
vonden, werd de betimmering onderzocht
en losgemaakt en nu kwamen eenige wag-
gonladingen artikelen voor den dag, voor
namelijk vet, olie, slaolie, B. U. K., rubber,
enz. De geheele voorraad werd natuurlijk
in beslag genomon.
o-
Ongelukken.
Hedennacht is in de Staatsmijn «Emma
te Hoensbroek (L.) een ernstig ongeluk
gebeurd bij het springen van steen. Er zijn
drie arbeiders gedood, terwijl twee zwaar
gewond werden.
Omtrent het ongeluk in de Staatsmijn
«Emma® vernemen wij nader, dat het onge
luk vermoedelijk is gekomen door onvoor
zichtigheid van de arbeiders met spring
stoffen bij het aanleggen van een steengang.
Gedood werden de opzichter Fenn uit
Brünsen (Duitschland) en de arbeider
Lausen uit Echt. Drie arbeiders werden
zwaar en één licht gewond.
Maandagavond is een auto van den heer
R. van Edam, toen in den Purmer de trein
van 44.97 uur den overweg passeerde, de
afsluitboomen doorgevlogen. Deze werden
geheel verbrijzeld, maar de auto werd
gegrepen door den trein. De chauffeur
wei'd op de straat geslingerd, terwijl de
passagier zich wist te redden. De auto
werd totaal vernield.
o
Diefstal.
In het vliegkamp te Soesterberg kwam
men Maandag tot de ontdekking dat uit
daar aanwezige auto's magneten waren
gestolen ter waarde van ongeveer f 2000.
Roekeloosheid.
Te Haarlem wilde jl. Dinsdag, naar dé
»L. K.« meldt, de 24-jarige milicien
infanterist, Hubert Heynen, die van verlof
uit zyn woonplaats Schaesberg naar zijn
garnizoen terugkeerde, op het balkon van
den reeds vertrekkenden trein springen.
Hij sprong mis en kwam onder den wagon
neder. Onmiddellijk was de ongelukkige
een lijk.
Maandagmiddag vervoegden zich ten huize
van den héér M. in het Van Bergen IJzen-
doornpark te Gouda twee 48-jarige per
sonen zekere H. en Z. uit Rotterdam, die
hem over zaken wenschte te spreken. De
zaken werden afgehandeld en ze vertrok
ken. Na in een café iets te hebben ge
bruikt, gingen de beide personen 's avonds
wederom naar de woning van den heer M.
en werden binnengelaten onder voorgeven,
dat ze een manchetknoop hadden verloren.
Nauwelijks waren zij binnen, of de heer
M. werd aangevallen en gestoken met een
dolk, De vrouw van M., die op de ge
ruchten in de gang was komen toeloopen,
maakte, toen zij zag, wat er gebeurde,
vreeselijk misbaar, waarop de beide aan
randers de vlucht namen, door sloten en
landerijen, achtervolgd door burgers. Toe
vallig waren in een stuk land enkele per
sonen aan het oefenen met politiehonden
en toen de beide personen revolverschoten
losten op het hen achtervolgende publiek
werden de honden losgelaten en hadden
deze de aanranders spoedig te pakken. Door
burgers werden de beide mannen aan de
politie overgeleverd. Het doel van den aan
slag is bij den een geweest wraak, bij den
ander roofzucht. De wonden van M. zijn
niet ernstig.
o
Ter bestrijding van den smokkelhandel
zijn thans, volgens de Avp., van het leger
niet minder dan 3000 militaire hulp-kom
miezen in functie gesteld en over de ver
schillende grenskommiezenposten verdeeld.
Prijs verklaard.
Alle door de Engelschen opgebrachte
Nederlandsche visschers vaartuigen met
hunne ladingen zijn, volgens bericht van
den Nederlandschen consul te Kirkwall,
prijsverklaard.
voor Hot Land van Hoosden on Altena, dn Langstraat en de BommelerwaarD
BIJVOEGSEL