VOOROORDEEL.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No3596. Woensdag 23 Augustus 1916.
FEUILLETON.
I INI I.
UND VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
t Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel
meer 71/, cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Zoo spoedig wij iets vreemds hooren,
idieën hooren verkondigen die niet in
onze gedachtenlijst passen, plannen
hooren maken, die wij zelf voor on
uitvoerbaar achten, dan vormen wij
ons een oordeel over het vreemde,
over het nieuwe idéé of over het
nieuwe plan, vóór dat wij werkelijk
van het een en ander ook maar het
geringste begrijpenons oordeel is
vóóruit gemaakt zonder kennis van
zaken, wij hebben een vooroordeel.
Omdat dit oordeel in verreweg de
meeste gevallen ongunstig is, hechten
wij aan vooroordeel meestal eene
ongunstige beteekenis, en een man
door vooroordeelen geregeerd, staat
doorgaans niet zeer gunstig aange
schreven.
Hoe meer iemand afgezonderd leeft
van de wereld, hoe erger de kring
is, waarin hij verkeert, des te meer
zal hij aan vooroordeelen onderwor
pen zijn, des te spoediger zal hij zich
laten medeslepen om af te keuren
wat hij niet kent, om het af te keu
ren, alleen om dat het nieuw is.
Wanneer zij, die vooroordeelen
omtrent eene zaak koesteren, de
macht hebben of eene meerderheid
ter öeoordeeling vormen, wee dan de
zaak, waarvoor men van hen eene
toekomst verwacht, zij is vooruit reeds
ten doode opgeschreven. Wie denkt
hierbij niet aan Fulton, den uitvindèr
der stoombooten, met hoeveel tegen
werking hij had te kampen. Napo
leon, die hem en zijne uitvinding met
minachting behandelde, en van zijne,
in des Keizers-oog, fantatische plan
nen niets wilde weten Naderhand
slaagde hij in Amerika ja, maar hoe
slaagde hij eerst na zijn dood. Hij
stierf met een schuldenlast van
250.000 gulden, geheel zich op den
hals gehaald door zijne onvermoeide
werkzaamheid en ophoudelijke proe
ven, waarvoor men hem niet slechts
alleen liet staan, maar die men voort
durend tegenwerkte en bespotte. Toch
had hij gelijk, toen hij zeide„het
land dat mijne uitvinding het eerst
en volkomenst in toepassing brengt
zal de heerschappij ter zee bezitten,"
door A.
DE VISSER.
16)
Bij dergelijke moeielijkheden, waaruit de
man zich niet redden kon, was een enkele
8meekende blik op Lize genoeg om den
opkomenden storm te doen bedaren.
En zoo ook nu. Lize ging even naar het
giegelende en lachende troepje, nam de
aangevangen teekening weg en verscheurde
die, en werkelijk, de oude man had niets
meer te verduren en toen de les afgeloopen
was en de oude sukkel weèr voortstrom
pelde, zei Lize
»Nee maar, luister jullie nu eens alle
maal, we hebben nog een half uur tijd
voordat onze lessen beginnen en ik mag
het nu niet langer aanzien, dat die oude
man door jullie geplaagd wordtweten jullie
wel, wat die oude sukkel vindt, als hij te
huis komt? Neen, zeg maar geen van allen
ja, want hij heeft mij een poos geleden,
eens al zijn levensgeheimen verteld en aan
geen van u heeft hij dat gedaan. Die man
nu is oud geworden als dansmeester en hij
heeft altijd zoo zijn best gedaan, zoodat,
als het billijk was, hij nu wel rusten mocht,
maar dat kan hij niet, weet je. Hij heeft
een vrouw, die altijd ziekelijk, en eene
dochter, 'die gebrekkig en bijziende is. Nie
mand kan het brood verdienen dan hij
en Napoleon zal nog wel eens aan
hem gedacht hebben, toen hij op zijn
tocht uit Engeland naar St. Helena,
het reusachtige, voor dien tijd ten
minste, stoomschip ontmoette, dat de
naam van zijn uitvinder Fulton, droeg.
En toen Stephenson de fabriekstad
Manchester met de zeehaven Liver
pool door middel van een spoortrein
zou verbinden, wat bezwaren en wat
tegenwerking. Het was zuiver on
mogelijk, over dien drassigen bodem
een weg te leggen, stevig genoeg om
het gewicht te dragen van een spoor
trein en toen de ingenieur duidelijk had
aangetoond, dat het wel kon, kwam
de tegenwerking in het Parlement.
Vooreerst zouden de belangen worden
geschaad van den eigenaar van het
kanaal tusschen beide staten, maar
dan welk een bespottelijke dwaasheid
zich te verbeelden, dat het mogelijk
zou zijn aan zulk een gevaarte een
snelheid te geven, gelijk aan drie
maal de snelheid van een voetganger.
Het was te dwaas om er ook maar
ernstig over te denken. Volharding
beloonde het pogen van Stephenson
en nog tijdens zijn leven zag hij in
Engeland links en rechts het stoom-
paard door de vlakten vliegen met
een snelheid, niet gelijk aan driemaal
die van een voetganger maar tien
maal, en het vaste land van Europa
>in een ijzeren net geklemd, waarvan
de mazen steeds kleiner worden In
zooverre was hij gelukkiger dan Ful
ton, maar hij leefde ook later, hij
leefde in een maatschappij x die zoo
vele onmogelijkheden mogelijk had
zien worden, dat de kansen niet ge
lijk stonden.
Wat bezwaren ook in ons land.
Als de spoorwegen het middel van
vervoer werden, dan zouden de paar
den wel kunnen worden opgeruimd,
aan zou er van den oogst niet veel
terecht komen, geblakerd, en ver
schroeid als hij zou worden door de
pestwalmen, die uit hef vuurmonster
zouden opstijgen. En wat is er van
die zwartgallige voorspellingen ge
worden De prijzen van de paarden
zijn meer dan verdubbeld, de oogst
heeft niet merkbaar geledende loco
motief verovert nog jaarlijks een groo-
ter gebied, en eene geheele bevolking
viert feest, als haar isolement wordt
alleen en kijk nn eens, als hij het eene
uur na het andere les geeft, den eenen
dag voor en den anderen na, en zijn werk
is af, dan komt hij te huis, om er ellende
te vinden en een koude kachel.
Zouden jullie zulk een leven en tobben
nu prettig vinden Ik niet en geen van
jullie allen, en geloof je nu ook niet, dat
de arme man meer verdient, dat je meê-
lijden met hem hebt, dan dat je hem be
spot?*
Een dergelijke welsprekende ontboezeming
had altijd een goede uitwerking en ook nu
bleven de gevolgen niet achterwege. Toen
de oude dansmeester weêrkwam, werd hij
niet meervbespot.
Er was maar eene secondante, die 't met
de meisjes niet vinden kon, behalve met
Lize, die zei ze nooit iets, omdat zij bang
voor haar was; die secondante nu maakte
het de meisjes, die in de klasse van Mimi
zaten, in den laatsten tijd zeer lastig, en
waardoor kwam dat? Die secondante had
twee eigenaardigheden in de eerste plaats
zat ze in haar vrijen tijd verzen te maken
en in de tweede plaats had ze 's morgens
heel lang werk om haar roode krullen bruin
te verven. Natuurlijk bleven beide dingen
niet onopgemerkt en moest ze wel eens
een spotachtigen blik verduren. Maar er
gebeurde meer. Op een Zondagmiddag toen
de bedoelde Juf ten eten was bij een harer
kennissen in de plaats, besloten eenige van
de grootste meisjes op een ontdekkingstocht
uit te gaan. 't Was niet mooi, dat is ze-
opgeheven, en zij een van de schakel-
knoopen worden van het geheel.
Het vooroordeel werd hier dus over
wonnen, gunstige resultaten springen
te veel in het oog om ook den meest
bevooroordeelde te overtuigentoch
ging het bij sommigen zoo gemakke
lijk niet en wij hebben ze nog wel
gekend, de menschen, die liever een
rit maakten van 14, 16 uren met
rijtuig, dan dat zij zich met de nie-
wigheid zouden afgeven en zich een
lastige reis en een tiental uren zou
den besparen.
Wij zeiden boven, hoe meer afge
zonderd iemand leeft, des te meer is
hij bevooroordeeld. Wij hebben ge
legenheid genoeg om de waarheid
daarvan te erkennen. Vooral bij den
landbouwer is men zeer gehecht aan
het oude en al wat nieuw is wordt
met wantrouwen aangezien en er zijn
dikwijls krachtige bewijzen noodig
om te overtuigen, dat het nieuwe wel
eens beter is dan het oude. Toch
zijn machtige vooroordeelen in den
laatsten tijd bij den landbouwenden
stand gevallen, maar gevallen omdat
de oorzaken werden weggenomen,
omdat de afzondering werd opgehe
ven en meer en meer de overtuiging
levendig werd, dat veel kon en moest
verbeterd worden, wilde men niet,
zeer tot schade van zijne beurs, bij
anderen achterstaan. Een krachtigen
stoot tot die verandering hebben ge
geven het landbouwonderwijs, en de
landbouwvereenigingen en boeren
bonden, die ook in onze provincie
zeer veel goeds stichten en menig
vooroordeel doen verdwijnen.
Denk eens terug aan den tijd toen
de fietsen en later de motorfietsen
in gebruik kwamen. Wat een tegen
werking ondervonden de eerste ge
bruikers. Op tal van plaatsen legde
men de gebruikers moeilijkheden in
den weg, honden werden opgehitst
en menig landbouwer wilde met op
zet met zijn voertuig niet uitwijken.
Thans zijn bijna alle bestuurders van
hondenkarren ook bezitters van een
fiets en niet alleen dat bijna alle
landbouwers er een fiets op na hou
den, vele bedienen zich ook van een
motorfiets, die ze in enkele gevallen
ook als krachtwerktuig in hun be
drijf bezigen.
ker, maar ze deden het toch. Ze kwamen
op haar kamertje en vonden daar eenige
van haar dichtproeven en op haar wasch-
tafel, maar verborgen, een groote donkere
flech met haarverf. Natuurlijk moest hier
een aardigheid mee plaats hebben. De ver
zen werden bijgeschreven, onder anderen
stond er in een vers op een lindeboom
ïWat zijt ge trotsch en sierlijk en groot,
Zoo hoog gewelf met groen geverfde blaren
en nu bedachten ze, dat een van de kleinste
meisjes er moest bijschrijven, 't geen ik
hier cursief laat drukken
Wat zijt ge trotsch en sierlijk en niet rood
de andere regel werd doorgeschrapt en daar
kwam nu voor
Gij verft toch niet als onze Juf haar haren
Uw groen gekleurde blaren.
»Met een veranderde hand moetje schrij
ven, anders kent ze je,« zei een van de
aanlegsters tegen de kleinste, die de ver
anderingen schreef.
En zoo werd een van de mooiste dicht
proeven zeker verknoeid en geschonden.
Om die flesch met haarverf werd een
papier gedaan, waarop het navolgende versje
stond
Een volle flesch met bruin, zoo wegge
stopt, 't is zonde.
Wij hebben ze, hoe goed verborgen, toch
[gevonden I
Doe gij uw best en kleur en verf nu maar,
Van onze Juf het mooie, roode haar 1
De auto's, als stofaanbrengers, heb
ben nog niet de algemeene sympa
thie doch het nut er van heeft de
oorlog genoegzaam bewezen.
Zoo zal het ook gaan met de vlieg
machines mogelijk dat over een
kwart eeuw er een ieder gebruik van
maakt, als er eene methode wordt
uitgedacht, die alle gevaar bij het
vervoer wegneemt.
Ook op ander gebied heeft het pu
bliek zijne vooroordeelen. Denk maar
eens aan Kunstboter, Paarden- en
Schapen vleesch en toch heeft ieder
de eerste artikelen al meermalen
onwetend op reis gebruikt en die in
België reisde, heeft ongetwijfeld ook
schapenvleesch met smaak verorbert
en weldra eten we het laatste, op
verschillende wijzen toebereid, met
den meesten lust.
Och, wij hebben allen vooroordee
len, ook zij, die zeggen dat zij ze niet
hebben. Wij kennen den boer uit de
„Camera Obscura", die een kalfje had
met leelijk zwart haar. „Je mot geen
beest om zen haar verachten, ik denk,
dat het niet past, en dat je er geen
zegen op hebben kenne, zei ik maar
zeggen. Je hebt menschen, die zijn
er zoo keurig op, maar ik zeg, dat
et niet past."
„Maar as 't nou eens een rood
kalfje was
„Ja, dan most het weg die brand-
rooie mag ik niet."
Zoo als de boer philosoof dacht,
denken er meer.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Er is weer een poosje zeer hevige strijd
geweest aan Som me en Maas, waarvan het
meest opvalt, dat de aanvallen der Geal
lieerden op beide fronten gelijktijdig ge
schiedden.
Op beide fronten wonnen de Franschen
en Engelschen Vrijdag eenig terrein. Bij
Verdun veroverden de Franschen het geheele
dorp Fleury.
Zaterdag behaalden de Engelschen nog
een succes door de bezetting van een hoogte
ten Z. O. van Thiepval, waarbij zij 796
gevangenen maakten. Hevige tegenaan
vallen der Duitschers hadden volgens de
berichten der Geallieerden geen of weinig
uitwerking.
Sinds nam de activiteit ten N. van de
Somme weer af, zoo deelt het Duitsche
Natuurlijk was een algemeen gelach en
gegigel het slot van deze aardigheden, zoo
dat verscheidene meisjes, die er niet aan
deelgenomen hadden* de kamer kwamen
binnenstormen. Onder deze laatsten was
ook Lize. Ze bekeek alles eens. Ja, ze
lachte er ook om, maar had één aanmer
king en die was, dat zij die het bedacht
hadden, 't zelf niet geschreven maar het
een ander hadden laten schrijven.
»Je zult het zien,* zei ze »Nu krij
gen anderen weèr de schuld.*
fO maar we moeten 't zwijgen. Je moogt
het ook niet vertellen, Lize.*
»lk zal niets vertellen, zei deze. »Maar
als ik zie, dat de Juff verkeerde vermoe
dens heeft dan weet ik niet, wat ik doe.*
»Och kom Lize jy, altijd met je
billijke ideé's.*
En daar liep het Zondagsmiddags meè af.
Maar Maandag morgen stond Juf voor de
klasse met knorrig gezicht en omdat bijna
al de meisjes haar aankeken, kreeg ze een
hoog roode kleur ook.
»Juf heeft haar krullen van morgen ook
niet netjes,* zei een van de brutaalsten
met een effen gezicht.
En die krullen hingen ook slordig, maar
het eenige antwoord, dat de Juf gaf, was
kortaf»ga maar aan je werk, dat is
beter 1*
De geheele week duurde de onaange
name stemming voort, en 't was opvallend
dat de meisjes, die in de klasse van Mimi
zaten, het meeste van de kwade luim van
stafbericht van gisterenmorgen mede en
zegt o.m. nog dit
Blijkens de thans ingekomen berichten
hebben eergisteren (dus Vrijdag) ten minste
8 Engelsche en 4 Fransche divisies deel
genomen aan den aanval*
Dat de resultaten der Franschen en En
gelschen niet grooter zijn licht dus niet
aan hun te geringe krachtsinspanning
zoo moet men uit deze mededeeling con-
cludeeren doch veeleer aan de zeer
taaie verdediging der Duitschers.
Blijkens de jongste mededeeiingen der
Franschen, trachten de Duitschers door
hevige beschieting der Franschen te nood
zaken Fleury. (N. van Verdun) weer te
ontruimen.
Alles bijeengenomen, is »de beslissing«
dus nog geen stap nader gekomen door de
jongste hevige gevechten.
In het Westen blijft het algemeen offensief
nog altijd beperkt tot het rammeien op den
Duitschen verdedigingsmuur die wel wat
afschilfert maar niet wijkt.
Op het Oostfront en op het Italiaansche
front valt evenmin wijziging in den Stra-
tegischen toestand te constateeren.
Op den Balkan komt echter eenige be
weging. Na eenige dagen roerigheid van
de entente-troepen in Griekenland, zich
uitende in schermutselingen aan het Doiran-
meer en aanleiding verschaffend tot vele
voorspellingen, is op dat gevechtsterrein nu
plotseling het eerste feit van belang, dat
de ententetroepen Fiorina, aan den spoor
weg van Monastir naar Salonika, hebben
verloren. De lang uitgestelde gevechten
op het eenige front, dat nog niet in het
algemeen offensief was betrokken, zijn dus
met een blauw oog begonnen. Maar deze
klap zullen de centralen wel hebben toe
gebracht in de veronderstelling, dat het nu
toch tot vechten komen moest en het dan
maar beter was, daar zoo gauw mogelijk
mee te beginnen, vóór van het Noorden
uit Russen of Roemenen een gecombineerde
beweging beginnen.
Van het Oostelijk gevechtsterrein is het
belangrijkst bericht, dat de Russen over
den beneden-Stochod zijn getrokken en wel
op een punt, 75 kilometer ten Noorden
van de bocht, waar hun vorige aanvallen
hebben plaats gehad.
Daar op het Oostelijk front hebben de
centralen het wel het moeilijkst. Het zijn
de Turken, welke hier moeten bijspringen
en waarvan, naar van Duitsche zijde be
richt wordt, groote massa's naar het Gal
de Juf te verduren hadden.
En zoo werd het weèr Zaterdag, Mimi
en eenige van haar lotgenootjes zaten tus
schen de schooluren weèr aan haar straf
werk.
Lize was in de school gebleven en kwam
bij ze zitten.
»Me dunkt,* zei ze, jullie maken het
van de week nog al bont. Ik geloof niet,
dat er een middag geweest is, dat je op
de speelplaats hebt mogen komen.* ->
»Och maar,* zeiden de meisjes als uit
een mond, »Juf heeft de pik op ons, ze
vit van de week ook zoo.*
»Ik dacht het wel,* zei Lize.
»Weet je hoe dit komt,« zei Mimi. Juf
denkt, dat wij Zondagmiddag dat alleen
gedaan hebben en nu durft ze de grootste
meisjes er niets van zeggen, maar wreekt
zich op ons.*
»Zoo is 't juist,* zei Lize. »Ik heb 't
gezegd ook en nu zal ik helpen,* en met
een stond ze op.
»Zou ze nu naar Juf gaan zeiden de
meisjes. Wel zeker deed ze dat, en ze
vond deze in het priëel zittend.
»Zeg eens, Juf,* zei Lize, en ze viel maar,
zooals men dat noemt, op eens met de
deur in huis, »weet u wel, dat u tegen
woordig tegenover die kleine meisjes heel
onbillijk bent
Juf keek Lize aan, alsof ze zeggen wou
»Hoe heb ik het met je
Wordt vervolgd).
ElnSBLAD
voer Het Land ven Heusden en Altena, de Lanptraat en de Bommelerwaard.
f