NIEUWSBLAD
voor het Land van leasden
en Altena, de Langstraat en de
Bommelerffaard.
No. 3597. Zaterdag 26 Augustus.
De Stad en het
Land van Heusden.
Standplaats op „den Bol" bij het veerhuisteVeen.
drie achtereenvolgende Voorstellingen
Aankomst van hst eirons B. KIiïS3ERCrEüf.
Op Zaterdag 26, Maandag 28 en Dinsdag
29 Augustus 1916,
GROOT SUCCES. LachenLachen
BEHOORENDE BIJ HET
BUITENLAND.
Radoslawof over Roemenië.
De Bulgaarsche minister-president Ra
doslawof heeft aan een medewerker van
de Boedapester »Az Est* het volgende
verklaard
»Onze verhouding tot Roemenië is niet
alleen correct, loyaal en goed, maar ook
kalm en beslist. Wij zijn volkomen zeker
van onze zaak want wij weten zeker dat
Roemenië nooit door ons uitgedaagd of
geprikkeld is.
Het is overbodig nog speciaal met be
wijzen te staven, dat wij met Roemenië
in vriendschap leven willen en zullen en
Roemenië zal zijnerzijds ook in zijn eigen
belang zeker te onzen opzichte hetzelfde
willen.
Wel hebben wij alle mogelijke voor
zorgsmaatregelen genomen om ons te be
veiligen tegen elke verrassing van het
Noorden uit. Ik zeg met nadruk »van het
Noorden ait® en niet van Roememië, want
wij weten niet of het aan de Russische
diplomatie al of niet zal gelukken Russi
sche troepen door Roemenië heen op ons
af te zenden. Toen wij de genoemde
maatregelen troffen, stond Roemenië, te
oordeelen naar de toenmalige berichten uit
dat land, voor de beslissing en kon er nog
niet gesproken worden van een definitieve
verijdeling van de pogingen der Russische
diplomatie.
Ten Noorden van Roemenië staat het
Russische leger en openhartig is erkend,
dat het tegen ons wil oprukken. Wij die
nen ons er nauwkeurig rekenschap van te
geven, wanneer en op welke wijze dit kan
geschieden en moeten dezen opmarsch
tegenhouden. Met Roemenië willen en
zullen wij echter in vriendschap blijven
leven. Ik geloof, dat Roemenië tevreden
zal zijn over de in het Noorden genomen
maatregelen, dasr deze geenszins tegen dit
land gericht zijn.
Aan het Macedonische front vorderen
onze operaties in het Zuiden, Westen en
Oosten, zonder dat wij de gevoeligheid van
het Grieksche leger in eenigerlei opzicht
krenken. Het bestuur van de door ons in
Grieksch Macedonië bezette plaatsen blijft
volkomen Grieksch, want wij willen geen
plaatsen in Grieksch-Macedonië bezetten,
maar ons slechts een weg banen naar de
in Grieksch-Macedonische plaatsen binnen
gedrongen Ententetroepen en deze geheel
en al uit den Balkan verdrijven.
Wij zijn vol vertrouwenhoogstwaar-
4)
Het jaar 1490 was voor Heusden ramp
spoedig door de duurte en schaarschte aan
de eerste levensbehoeften, waaraan zoowel
hier als elders groot gebrek was.
In 1492 greep een vernielende oorlog
met de Gelderschen plaats, waarin de in
woners van de stad en het land van Heus
den rijkelijk deelden. Met afwisselend
geluk werd deze krijg gevoerd en veel
had onze stad te lijden van Hendrik van
Ens, genaamd Zuidewind of Sneeuwwind,
die het dikwerf bestookte en het land
rondom uitplunderde en afstroopte. Hij
bewoonde het alstoen sterke, maar thans
geheel verwoeste kasteel van Poederoyen
nooit rustig, was hij altijd in de weer om
de Hollanders zooveel mogelijk nadeel toe
te brengen, hetgeen hem ook meermalen
gelukte. In 1507 werd het kasteel door
de Hollanders, geholpen door de inwoners
van Heusden, te vergeefs belegerd. In
4508 had dit een beter gevolg, toen men
het kasteel allen toevoer van' levensmid
delen had afgesneden, waarop het zich
eindelijk overgaf.
Hierop trad een korten tijd van rust in,
die zeer afstak bij den vroegeren telkens
terugkeerenden angst voor de Gelderschen,
hoewel men niet in gebreke bleef hun
soms hunne vijandelijkheden duchtig be
taald te zettenwant zoo gebeurde het'
schijnüjk zal de nederlaag van de Entente
in Macedonië nog veel grooteren invloed
hebben op den loop van den wereldoorlog
dati de verijdeling van de Dardanellen-
actie.c
o
Een heeten dag aan de Stochod.
Leonard Adelt vertelt in het Berliner
Tageblatt van een gevechtsdag aan de
Stochod bij Korzsynië. 's Morgens om vijf
uur begint het al. Om zes uur zwelthet
artillerievuur aan tot een Titanenorkest.
Van Janowka en Lischoezez uit heeft het
zich over het legerfront tot bij Kaszowka.
Het schijnt ernst te worden. Dat is niet
meer het gewone artilleriegevecht. Half
zeven. Het dondert en brult over het ge-
heele front. Boven het bosch is de lucht
geelachtig en bleek verduisterd door vuil
bruine rookplekken. Wat gebeurt er nu
ginds in de loopgraven? Half acht. Boven
ons bromt een Russische tweedekker. De
granaatkartets wolken springen op onder de
reusachtige libel. Het knettert boven in de
lucht. De Rus gebruikt zijn machinegeweer.
Ieder oogenblik schiet hij naar beneden, om
de projectielen te ontgaan. Vaak is het of
de granaatkartetsen in zijn schoot ontplof
fen. Hij wankelt, vliegt echter naar rechts
overhangend verder. Langzaam verdwijnt
hij in de wolken. Intusschen rolt de aard
beving verder. Tién uur. Het schijnt, dat
de strijd iets verminderd is. De kanonnade
wordt zwakker. Twaalf uur. Broeiende rust.
Geen schot valt. Het is gloeiend heet en
benauwd stil. Voor het park ratelen mu-
nitiekolonnen. Van buiten stroomen onaf
gebroken berichten toe. Tot nu toe dertig
gewonden. De stellingen hebben echter
geleden. De aanval is nu te verwachten.
Twee uur. Het helsche vuur begint weer.
Drie uur. Roffel vuur. Aanhoudend oorver-
doovend schieten. Wild koortsachtig, ver
woed. Vaak kan ik de schoten niet meer
uit elkaar houden. Het is als het onafge
broken geschreeuw van een stervend mons
ter. Dan roffelt het weer met het tempo
van een machinegeweer.
Half vier. In een minuut tweehonderd
en acht schoten. In de tweedie minuut zijn
ze reeds als een donder tezamen gevloeid.
Gewonden verschijnen tusschen de huizen.
Handen en hoofden verbonden. De witte
verbanden met rood bloed gedrenkt, de
kleeren aan flarden. Ze zijn uitgeput en
opgewonden. De Russen zijn bij Korzsynië
in onze stellingen gedrongen. Groote massa's
infanterie kwamen aangestroomd, de hin
dernissen waren stuk, in het bosch woedt,
het handgemeen, maar de dappere jongens
willen niet wijken. De Russische artil
lerie woedt ongehoord. De boschrand staat
onder een gordijnvuur opdat wij geen re
serves kunnen zenden. Onze reserven zullen
er toch heenkomenIk sta bij den gene
raal en zyn staf en wij zien naar den slag.
Bij het dorp begint de tegenaanval.
Rondom zijn de bosschen grijs van damp
en rook. De windmolen op den heuvel
tegenover ons is uit elkaar geschoten en
ziet er uit, als het geraamte van een dilu-
viaans monster. Links van de plaats Podlosje
uit marchecren de troepen op tegen het
bosch. Zwarte linies en gele korenvelden.
De eerste compagnie lost zich reeds op in
kleine groepen. Snel loopen ze als kleine
zwarte mieren uit elkaar. In het bosch zit
de vijand. Het flikkert tusschen de boomen.
eens, toen zij onder hunnen Oversten Bou-
dewijn op een strooptocht uit geweest
waren en zich met buit beladen zorgeloos
te Hedikhuizen gelegerd hadden, dat zij
onverwachts door de Heusdenaren over
vallen en gansch verslagen werden waarbij
het zonderlingste was, dat zij een grooter
aantal krijgsgevangenen binnen brachten,
dan het aantal der belegeraars bedroeg.
De plaats waar deze slachting plaats vond
heet nog steeds »Boukens kerkhof.®
In 1515 toen graaf Jan van Nassau,
Heer van Breda, tevens Leenheer, Kaste
lein en Drossaard van Heusden was, werd
alhier een Schutterij opgericht, welke zich
met de verdediging der stad en der re
geering belastte. Zij verkreeg den naam
van »de Jonge Schutterij®, ter onderschei
ding van de oude Schutters. Deze schut
terij had hare vergaderplaats in zeker
gebouw in de bijstraat, achter de Groote
Kerk en heeft zich later in die der Oude
Schutters opgelost. Het gebouw der oude
Schutterij is nog in de Putterstraat aan
wezig en vertoont in den voorgevel een
beeldhouwwerk, den patroon of bescherm
heer der Schutters St. George of St. Joris.
De jonge Schutters hebben in het tijd
vak 1515 tot 1528 vele diensten gepres
teerd, als zij te Veen en in andere plaat
sen langs den dijk gelegerd waren, om in
samenwerking met gewapende schepen, die
de Maas op en af voeren, de strooptoch
ten der Gelderschen te beletten. Op den
5en van Wijnmaand in 1528 werd einde
lijk te Gorinchem vrede gesloten en nu
genoot onze stad weder rust en vrede.
Boven de oprukkende tiraileurslinies barsten
de granaatkartetsen. Zij verschijnen in
groepen. Het vijandelijke gordijnvuur is
aan het werk. De rijen van mieren ver
meerderen. Men hoort infanterievuur, de
machinegeweren ratelen als bezèten. Tirail
leurs rukken langzaam vooruit. Snel opge
sprongen draven eenigen voorwaarts en
blijven liggen. Hen heeft reeds de dood
vertrapt. De anderen werpen zich neer.
Links begint onze artillerie als razend te
schieten. Wij dringen voorwaarts. De eerste
tirailleurs zijn reeds dicht bij den rand van
het bosch. Het snelvuur knettert onafge
broken. Machinegeweren worden op een
draf vooruitgedragen en dan neergezet.
Manschappen werpen zich daarnaast neer;
het hamert en flikkert.
Links bijna achter ons staan vijandelijke
granaatkartetsen boven het. bosch. De Rus
sen zoeken onze zware batterijen. Rechts
staat het bosch onder het vuur van zwaar
kaliber. Reusachtige wolken van ontplof
fende granaten stijgen op boven de boomen.
Heele denneboomen vliegen in de lucht.
Links van Janowka als uit de aarde ver
rezen verschijnen troepen. Een onafzienbaar
lange rij soldaten ziet men van rechts naar
links. De kleine zwarte figuren bewegen
de een na de ander als een zwarte ketting.
Dat bataljon wordt naar Korzija gezonden,
waar thans een tegenaanval begint. Het
gedonder wordt steeds woedender, de heele
horizon zwemt in rook en beeft in het
grauw. Regenwolken stijgen op.
Het heele veld is nu volgestrooid
met kleine zwarte mieren. De gewonden
komen terug. Langzaam wankelend, elkaar
ondersteunend. Twee ruiters* begeleiden
een schaar gevangen Russen. In het bosch
knetteren de machinegeweren.
En vlak achter de gevechtslinie werken
soldaten in het koren. Er wordt kalm
verder gewerkt. De sikkel blinkt, ik hoor
hen daarbij zingen.
Nadat de verteller nog allerlei artillerie-
manuevres beschreven heeft, ziet hij uit
het verleggen van het vuur, hoe de tegen
aanval voorwaarts gaat.
o
Gedurende de maand Juni zijn volgens
de Temps® 808 Montenegrijnen en Ser
viërs door de Oostenrijkers terechtgesteld.
o
Chineesche werklieden naar Marseille.
Aan de Times® wordt uit Parijs ge
seind De Fransche regeering besloot
Chineesche werklieden aan te nemen voor
het werk in ooriogsfabrieken. Als eerste
proef zal men 5000 Chineezen naar Mar
seille laten komen.
o
Volgens de »Humanitié« bestaan de Por-
tugeesche troepen, die naar het westelijk
front zijn gezonden, uit12 bataljons in
fanterie, ieder van 1100 man; 800 mat»
cavalerie en 9 batterijen artillerie, waarvan
elke batterij uit vier 75 m.M. kanonnen
bestaat. Verder is er nog een afdeeling
sappeurs, veldtelegrafisten en marconisten.
De divisie bevat ten slotte een sectie Roode
Kruis-automobielen.
o
Engeland heeft met het oog op de kolen-
voorziening voor Italië 30.000 Italiaansche
arbeiders verzocht. Tot dusver zijn er
12000 door Italië toegezegd.
In 1539 vertoefde Keizer Karei de Vijfde
twee dagen binnen Heusden en vereerde
men hem, volgens de gewoonte dier tijden,
met eene hoeveelheid Rijnschen Wijn. Hij
vertrok van hier naar 's-Hertogenbosch en
werd door veertien honderd Burgers in
volle wapenrusting van daar tot Vlijmen
te gemoet gereden en plechtig ingehaald.
Inmiddels staken de Gelderschen weder
het hoofd omhoog en onder Maarten van
Rossem, Heer van Poederoyen, werden
wreedheid en geweldenarij bedreven, als
mede brand en plundering en door zijn
toedoen ging ook in 1543 het schoone
kerkgebouw te Vlijmen in vlammen op,
Heusden wist toen door eene zekere
som gelds hem te bewegen de bedreiging
van Heusden in brand te steken niet te
volvoeren.
In datzelfde jaar maakte Keizer Karei
aan dien Gelderschen plunderoorlog een
einde en Maarten van Rossem ging in
Keizerlijken dienst over, bewees zijnen Vorst
meermalen gewichtige diensten, maar ver
gat nooit het vijandelijke land, waar hij
zich bevond, af te loopen en te verwoesten.
Hij stierf door pest aangetast, in 1555 te
Antwerpen en werd begraven in eene
prachtige grafstede, in zijne heerlijkheid
Rossem.
In hetzelfde jaar deed Keizer Karei af
stand van den troon ten behoeve zijns
zoons Filips II, die ook onze stad eens
bezocht heeft, den 24en van Herfstmaand
1549.
Keizer Karei sleet zijne laatste jaren in
het klooster St. Just by Piacensa, alwaar
bestaande uit
PaardendressuurWerkzaamheden door Mej. FLORAN^E op een
staaldraad met gedresseerde duiven.
Optreden van Mr. Léon August. Had Je me maar I
AANVANG 8 UUR.
PrijzenStoelen 0.75, Ie Rang 0,50, 2de Rang 0,25, Schoolkinderen 0,15.
De ontploffing in Yorkshire.
In het Engelsch Lagerhuis heeft Addison,
als vertegenwoordiger van den minister van
munitie, gisteren mededeelingen gedaan
over de ontploffing in de munitiefabriek
in Yorkshire. Twintig lijken waren te
voorschijn gehaald, zeide hij, maar hoewel
door de ontploffing groote vernieling is aan
gericht, zijn de verliezen niet zoo zwaar
als eerst werd gedacht.
De ontploffing is. blijkens een nader
»Reuter"-bericht, begonnen met een brand
buiten een klein kruithok, dat spoedig in
de lucht sprong. Deze ontploffing werd
binnen korte tijdsruimten gevolgd door ver
scheidene andere en ten slotte vloog het
belangrijkste kruitmagazijn in de lucht,
waardoor het grootste deel van de schade
werd aangericht. De munitiefabriek is zoo
goed als geheel verwoest en ook zijn andere
inrichtingen in de nabijheid beschadigd.
o
De Duitsche handelsduikboot Deutschland
is, volgens een mededeeling van de reederij
Ozean, gisteren-middag voor den mond van
de Weser voor anker gekomen. Alles was
wel aan boord.
De Amerikaansche regeering heeft zich
volkomen correct onzijdig gehouden. De
Amerikaansche vloot zag toe dat de drie-
mijlsgrens door onze vijanden zoowel En-
gelschen als Franschen, in acht werd ge
nomen. en de voorzorgsmaatregelen werden
zeer verscherpt nadat een Engelsche kruiser
bij nacht heimelijk de baai was binnenge
varen.
Bij het uitloopen lagen niet minder dan
8 Engelsche oorlogsschepen op de loer,
omgeven door een groot aantal gehuurde
Amerikaansche treilers, die opdracht hadden
netten uit te zetten en de Engelschen op
de hoogte te houden. Niettemin gelukte
het de Deutschland weg te komen. De
vaart over den Oceaan was eerst storm
achtig, later kalmer. Aan de Engelsche
kust kwam er mist opzetten, in de Noord
zee was het weer stormachtig. De Deutsch
land bleek een volkomen zeewaardig schip
de machines werkten prachtig en zonder
eenig bezwaar zijn 100 zeemijl onder water
afgelegd. Op de reis van 4200 zeemijl
is de Deutschland geen ijsbergen gepasseerd.
hij na drie jaar overleed. Bij zijnen af
stand verklaarde hij, te midden van zijnen
voorspoed, nooit een ware vreugde ge
smaakt te hebben.
In 1552 werd het Land van Heusden
geteisterd door eenen doorbraak van den
hoogen Maasdijk, welke groote schade
veroorzaakte. Dit was de vijfde doorbraak
in de 16e eeuw.
In 4556 begon de vervolging der Her
vormden te dezer stede terwijl het land
bovendien geteisterd werd door een schrik
kelijke droogte en vreeselijke pest. De
vervolging hield inmiddels aan en in 1567
werd binnen Heusden een man uit Engelen
geboortig en van bedrijf linnenwever ont
halsd en een ander om den geloove ge-
geeseld.
In 1569 had een buskruitontploffing
plaats, waardoor eenige personen gekwetst
en in de nabijheid staande hooibergen in
brand geraakten, welke brand tot belen
dende huizen oversloeg. In korten tijd
lagen weldra de Ridderstraat, Burgstraat,
Smitsstraat, en Engstraat in assche met
de huizen tot aan de Oudheusdensche poort,
benevens de Groote Kerk en het Stadhuis.
Een derde gedeelte van de stad was een
puinhoop geworden. Gelijkertijd gingen
alle oude bescheiden, stukken en papieren,
die op het Stadhuis geborgen waren, in
vlammen op.
In 1570 werd alhier een weeshuis ge
sticht door Jonker Jacob Dirks, een inwo
ner van Heusden, die bij uitersten wil
daaraan vermaakte een groot gedeelte
zyner bezittingen.
Een vFlammenwerfer®.
Een correspondent van de »New York
Times® heeft van een gewonden Fran
schen soldaat het volgende vernomen
»Mijn compagnie was uitgezonden om
een veroverde Duitsche loopgraaf iets ten
noorden van een boerderij aan de Somme
opnieuw voor de verdediging in orde te
maken, maar het was onmogelijk dit te
doen vóór de vijand een aanval kon on
dernemen. Onze officier besloot dus terug
te keeren naar een 50 M. meer naar ach
ter gelegen gunstiger stelling.
Toen vroeg de kapitein een vrijwilliger
om achter te blijven en bericht te geven
van de bewegingen van den vijand. Ik bleef
en nestelde my in een boom, waar ik ook
een telefoon bevestigde, welke met de
naastbijzynde batterij was verbonden.
Een groep van ongeveer 40 Duitschers
kwam kruipend uit helt bosch te voorschijn
en kort daarop volgde bijna een geheele
compagnie. Ik telefoneerde»de vijand
nadert, voorafgegaan door een detachement
flammen werfer
Toen dit detachement op ongeveer 30
voet van de ledige loofgraaf was geko
men, hield het halt in een kuil, welke juist
achter een kleine verhevenheid van den
bodem was gelegen en toen sloegen plot
seling een dozijn witte en gele stralen
vuur omhoog, die vervolgens op de loop
graaf gericht werden. Door den dichten
rook kon ik de rest van de Duitschers
niet zien, maar dank zij mijn masker kon
ik de batterij bericht sturen.
Onze artillerie kende den afstand tot op
een centimeter. Een stortvloed van pro
jectielen sprong midden tusschen de »flam-
menwerfer®. Groote vlammen sloegen om
hoog. Een vlam, die uit een der toestellen
spoot, sloeg vlak langs' mij, zoodat mijn
kleeren in brand raakten en ik leelijke
brandwonden opliep.
De grond ~geleek een vuurzee en te
midden daarvan stierven de Duitschers, als
levende fakkels, een afschuwelijken dood.
Een van hen tolde in het rond, totdat hij
eindelijk in de vlammen neerstortte. An
deren rolden zich over den grond, maar
dè brandende vloeistof volgde hen overal.
Ik kon de afschuwelijke reuk van het
brandende vleesch rniken.
In datzelfde tijdvak had Heusden veel
te verduren van een Spaansche bezetting,
die echter in 1577 eindigde toen Heusden
toetrad tot de Gentsche bevrediging, waar
van aan Prins Wilem den eersten door
twee gevolmachtigden werd kennis gegeven.
In 1584 greep er zoowel hier als in den
omtrek eene groote sterfte plaats.
In 1588, toen Heusden eene groote be
zetting van krijgsvolk had, sloeg hetzelve,
op het voorbeeld der bezetting in andere
steden, aan het muiten, zette de regeering
op het Stadhuis gevangen en belegerde
zelfs den Gouverneur der vesting Chris-
toffel van IJsselstein op het Kasteel. Dit
oproer duurde omtrent twee maanden,
waarbij de burgerij groote schade leed.
Eindelijk gelukte het den kastelein Dros
saard, Jonker Nicolaas Blanckaert en den
Burgemeester Dirk Hamel de verhitte ge
moederen te bedaren en rust te herstellen.
In 1589 werd Heusden door.de Span
jaarden belegerd en aangezien de bezet
ting van Heusden zwak was en er aan
het behoud dezer plaats veel gelegen was,
zond Prins Maurits eenige benden krijgs
volk niet verre van Hedikhuizen, de Maas
over om de bezetting te komen versterken.
Zij moesten daartoe door de verschansingen
der Spanjaarden heênbreken hetgeen met
een gelukkigen uitslag werd bekroond
hoewel van beide zijden veel volk verloren
ging. De plaats waar dit gevecht voor
viel, heet nog steeds ïde Spanjaards brug®
bij Hedikhuizen.
BIJVOEGSEL
Circus Kinsbergen
(Wordt vervolgd