Bij dit nr. behoort een bijvoegsel. Und van altena Uitgever: L. J. VEEKMAN, Heusden. No. 3601, Zaterdag 9 September 1916. Nieuwe abonné's ontvangen de nummers tot 1 October a.s. gratis. FEUILLETON. I M I. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel meer 7*/s cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. BUITENLAirDSCH OVERZICHT. De opmarsch der Franschen en Engel- schen aan de Somme houdt aan. Een telegram uit Parijs meldde eerst Ten zuiden van de Somme vermeester den wij stormenderhand het vijandelijke front over een uitgestrektheid van 20 K.M. tusschen Barleux en Chaulnes en ook 4 K.M. loopgraven hij Chilly (ten Z.W. van Chaulnes), welke laatste plaats geno men is. Er werden 3700 gevangenen gemaakt. Nadien zijn de Franschen voortgerukt en behaalden steeds nieuwe voordeelen. Sedert 3 September maakten zij een 7000 gevangenen en 36 kanonnen werden buit gemaakt. Ook de Engelschen weten van successen te gewagen. Zij namen Guillemont en het bosch van Leuze. Hoe hevig de gevech ten zijn, meldt een Reuterbericht. Vandaag hebben wij onzen aanval in zuidelijke richting in het gebied van het wigvormige bosch en de Falfemont-hoeve voortgezet. Als schouwspel was deze aan val hoogst belangwekkend. Men zag onze infanterie-gelederen uit de dekking van een hollen weg te voorschijn komen, zich ont plooien, de rotten zich voorwaarts verdub belen, terwijl de moorddadige machinege weren begonnen te ratelen en het geweer vuur aanzwol tot een scherp krassend ge brul. Het leek of de kolonne nu eens in een loopgeaaf wegzonk, dan weer te voor schijn sprong om op dezelfde manier op nieuw te verdwijnen. Men kon er uit opmaken dat er twee loopgraven waren genomen. Doch het mooiste bedrijf uit de gevech ten van dezen middag was de tegenaanval door naar mijn schatting een heel batal jon. Als een groengrijze muur kwamen de Duitschers in zicht, recht in gelid arm in arm, als marcheerden zij in paradepas. Het was een prachtige schouw. Maar was dat oorlog Onze machinegeweren richtten er een draaivuur op. De Pruisische gar- door A. DE VISSER. 20) «Het compliment van den Dominé en Mevrouw en de juffers werden stellig ver wacht. As ze al een andere uitnoodiging hadden aangenomen moesten ze die afzeggen, want er wachtte hun een aardige verras sing.Maar ziet ge, er was nog geen andere uitnoodiging geweest en dus gingen ze in gespannen verwachting waarin toch eigenlijk die verrassing zou bestaan, Zon dagsmiddags naar de pastorie. Ze spraken er nog druk over, over de verrassing namelijk, 4oen ze reeds op weg en dicht bij de woning waren. «Ik denk een nieuw stuk muziek, en dan een muzikaal avondje,* zei Lize, toen ze de hand reeds aan de schelknop had. «Neen, dat is geen verrassing,* liet Mimi er op volgen, en juist werd de deur geopend, 't Scheen wel door een onzichtbare hand, maar de persoon, die 't deed, bleef niet lang onzichtbaar, want een vriendelijk «Mag ik de dames nu de deur even openen Hoe gaat het jullie klonk haar onmiddelijk daarop tegen. Een «Gunst, hoe komt u hier?c en een verwonderd Meneer* was het antwoord. En wie stond daar nu voor haar Nie mand anders, dan de vroegere adelborst disten verdwenen een oogenblik achter een terreinplooi en rezen weer op uit het hooge gras, met verdunde gelederen. De man nen vielen als kegels. Steeds naderde de kolonne met denzelfden snellen mechani- schen pas. Van het Leuzebosch, waaruit zij voor 'teerst waren te voorschijn geko men, tot waar onze mannen hen wachtten was de afstand omtrent 500 yards. Doch zij zijn zoover niet gekomen. Zij schenen letterlijk weg te smelten terwijl zij nader den. Toen werd hun rechtervleugel op gerold. Wat er volgde gaf een verwarden indruk van een achterwaartsche verstrooi ing van vage figuren, die snel verdwenen van bet door rook overdekte terrein. Ongetwijfeld hebben de Duitsche troepen het hard te verantwoorden in het Somme- gebied. Maar teruggeslagen zijn ze nog niet en van een terugtrekken zal vooreerst ook nog wel niet gehoord worden. De militaire medewerker van de Nieuwe Cou rant merkt op, dat het nog altijd bij plaatselijke successen der Entente blijft en er van strategische veranderingen nog geen sprake is. Hij merkt tevens op dat jwat nu groote overwinningen van de Engel schen en de Franschen heeten vroeger als »afronding« van hun front zouden worden aangeduid, hetgeen de Franschen zelf ook wel inzien, waar zij niet meer verklaren dan dat ze door de vermeesteringen van Soyecourt en Chilly het aantal dorpen dat sedert het begin van hun offensief bevrijd is, thans op 29 hebben gebracht. De Duitsche linie aldus eindigt deze deskundige zijn beschouwing wordt duchtig ingebutst en het lijkt soms of ze wankelt. Maar hoeveel honderden Fransche en Belgische dorpen en steden liggen daar niet achter, die óók nog bevrjjd moeten worden. Twee maanden ruim heeft het nu ge duurd om een paar dorpen te heroveren, hoe lang zal men dan niet noodig hebben om het geheele gebied van den vijand te zuiveren Want waarlijk, Duitschland is nog niet aan zijn laatste stuiptrekkingen toe. Wel ondervindt het moeilijkheden met de voeding van zijn volk en zijn troe pen, maar hongersnood zal het nooit dwin gen zich over te geven van honger sfer- ven zij vooreerst nog niet. En wat het gebrek aan troepen betreft, w>ij mogen niet vergeten dat bij de gestadige toeneming van het Duitsche volk, de laatste lichtin gen veel grooter zijn dan de voorgaande. Nu schijnt de entente van plan te zijn Karei Lindeman, nu luitenant ter Zee 2e klasse, dien wij ons allen nog wel van het buitenpartijtje herinneren. «Nu, meisjes,zei de dominé's-vrouw, toen ze binnen gekomen waren, «is dat nu geen verrassing Toen Karei eergisteren avond hier kwam, vroeg hij ons direct of jullie hier nog op kostschool waart en hij vertelde ons nog zooveel van het buiten partijtje, dat ik maar besloot u dezen middag bij ons te vragen, met de boodschap van een verrassing, maar welke verrassing dat was, moest voor u een geheim blijven. Als ik het niet tegen had gehouden, zou Karei u gisteren over dag al eens hebben komen opzoeken, maar ik heb hem gezegd, dat ik zoo iets niet gedoogde en dat hij geduld hebben moest. Nu zal het wel niet behoeven gezegd te worden, hoe 't buitenpatijtje van voor jaren nog eens van voren af werd besproken. Alle oude herinneringen werden weer eens opgediept, het watertochtje, de wan deling en niet het minst werden Marie en Willemien nog eens weer besproken. «Ik ben later nooit weer in de vacantie ver zocht,* zei Karei lachende, »maar 'k ben nu toch nog even in Vechtdam geweest om afscheid te nemen, want ik moet nu voor een jaar of zes naar Indië.* (Zijt ge nog bjj ons aan huis geweest,* vroeg Mimi. «'k Ben er nog geweest,* zei Karei, «ik heb uwe Mama wel gesproken, maar den altjjd drukken dokter niet, en natuurlijk in het westen op uitgebreider gebied zijn offensief te- doen plaats hebben. Zoo meldt althans de Petit Parisien, die nog altijd in den reuk van een officieus blad staat. Terwijl de Duitschers, naar verluidt, van zins zijn hun front te verkorten. Een ge deelte van het Fransche gebied zou dan worden ontruimd, om ..de plannen die zij ten aanzien van het oostelijke front heb ben, beter tot uitvoering te kunnen bren gen. Maar dit zijn nog alles geruchten met spanning zien wij hieromtrent de komende dagen tegemoet. Want dat er in het Westen eerlang veranderingen zullen plaats grijpen is wel te verwachten. Als men bedenkt dat, gelijk een Duitscher schrijft, de geallieerden per dag 200.000 granaten schieten op een kleine sector, dat is vol gens dezen zegsman 10 granaten tegen de Duitschers één, dat stormloop op stormJoop maar aanhoudt en duizenden bij duizenden worden weggemaaid, dag aan dag, dan beseft men dat dit voor één der partijen tenslotte onhoudbaar moet worden. In den strijd tegen de Roemenen hebben de centralen een voordeel van beteekenis be haald door de vermeestering van zeven versterkingen van het Roemeensche brug- gehoofd ^Tutrukai. Wolff seint daarover De zegevierende Buigaarsche en Duitsche troepen hebben de kraehtig versterkte plaats Tutrukai stormenderhand genomen. Hun overwinningsbuit bedraagt, volgens voor- loopige berichten, ruim 20,000 gevangenen, o. w. 2 generaals, meer dan 400 andere officieren en ruim 100 kanonnen. Ook de verliezen aan dooden en gewonden van de Roemeniërs zijn zwaar. Van de overige gevechtsterreinen is niets bijzonders mee te deelen. En van de neutrale landen Dat die telkens in de knel komen. Nu weer Noorwegen. Daar is de uitvoer van visch verboden. Natuurlijk onder pressie van Engeland. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung schrijft daarover Men kan in Noorsche regeringskringen onmogelijk aannemen, dat Duitschland op den duur kalm zal toezien, hoe Engeland met behulp van het onzijdige Noorwegen allen toevoer naar Duitschland tracht te stuiten. Evenmin kan de Noorsche pers en de grootindustrie er in het onzekere van zijn, waarheen dergelijke «onzijdige po1itiek« ten slotte moet leiden. Maar in de eerste plaats behoort de Noorsche regeering te begrijpen dat er de Duitsche regeering heb ik een zak vol complimenten voor jullie beiden meegenomen. Je Mama was ver kouden, zei ze.« Ge kunt denken, dat er dien middag en avond geen gebrek aan discours was. Karei was nog altijd dezelfde prettige, opgewekte en vroolijke jongen, wien't nooit aan stof tot praten ontbrak.. Maar altijd behoefde er niet gepraat té worden, want de pianino werd weldra opengeslagen en de welluidende tonen liet zich hooren. «Ge zijt echte musici geworden.* zei Karei. «Besteedt ge somtijds al uw koste- lijken tijd aan de muziek?* «Vraag dat niet,* zei Mevrouw, «weet ge dan niet, dat ze beiden met het voorjaar haar examen willen doen?* ~»Gaan jullie dan allebei bij 't onderwijs vroeg hij. «Als 't goed gaat, ja,« zei Lize, «mis schien verrassen we u dan wel met een bezoek, als we naar Indië gaan.* «Denkt ge daar dan wezenlijk over? vroeg hij ernstig. »'k Wou, dat ge nu wijzer waart,* zei Lize lachende. «Hoe kunt ge zoo iets nu al aanstonds in ernst opnemen Kom, Mimi, nu moest gij eens zingen en dan zal ik u accompagneeren. Onze Meneer zal er van hooren.* De avond ging gezellig en prettig voorbij en hij zou zeker heel prettig zijn afgeloopen, indien onder 't drukke musiceeren de meid niet met een verschrikt gelaat was komen binnenloopen, om te zeggen, dat ze de weer niets overblijft dan, zoo Engeland voortgaat met op die wijze den Noorschen handel op Duitschland in te binden en Noorwegen zich door die Engelsche uithon- geringspolitiek als werktuig laat gebruiken, er overeenkomstige maatregelen tegen te nemen. Dat wordt voor Noorwegen een lastig geval en het zal alzoo bemerken dat zoo het niet waarlijk neutraal blijft de klappen van twee kanten zullen vallen. Dat ervaart Griekenland steeds meer in deze dagen. Franschen, Engelschen, Ita lianen, Russen, die van uit Saloniki het land teisteren. Bulgaren en Duitschers die in het Noorden den baas spelen. Een droevig heden. En de toekomst Die kon nog wel donkerder worden. De Italiaansche pers begint ten minste eiken dag al dui delijker te toonen dat voor Griekenland, wat het dan ook besluiten moge, in het Entente verbond geen plaats meer is. Als motief geeft men daarvoor «de verachte lijke wankelmoedigheid van het Grieksche volk*, doch de eigenlijke reden zal wel zijn, dat door een dergelijke uitsluiting de Grieksche aspiraties in de Middellandsche Zee worden doodgeknepen, ten bate van Italië. Opmerkelijk is een artikel in de Cor- riera delle Sera van 1 dezer, dat in toon en vorm doet denken aan een officieuze breuk met het Helleensche volk, vooral ook omdat de anders zoo zorgzame censuur er blijkbaar geen woord in heeft geschrapt. Het artikel komt hierop neer. Griekenland kan onder geen enkele voorwaarde meer op de verwezenlijking zijner aspiraties hopen. Als het te elfder ure nog naar de wapens grijpt en beproe ven wil, de Bulgaren uit zijn grensgebied te verdrijven, dan is dat alleen een nati onaal belang, maar geen daad in het be lang der entente. Elke aanspraak op ver goeding daarvoor is vervallen, zelfs al kwam Wenizelos weer aan de regeering. Weni- zelos' politiek van een grooter Griekenland is mislukt tengevolge der minderwaardig heid van het Grieksche volk zelf. Het is niet waar, dat er altijd een kloof heeft bestaan tusschen Italië en Griekenland. Grieksche belangen in de Middellandsche Zee behoefden niet noodwendig in botsing te zijn met die van Italië. En als Weni zelos nu nog plannen heeft, die in deze richting liggen, dan heeft hij buiten den waard gerekend. Want er bestaat voor de Middellandsche Zee geen Fransch brandklok hoorde luiden I «De brandklok klonk het verschrikt en in een oogenblik was het gezelschap uiteengestoven, om aan de deur even te hooren, waar de brand was I Maar wel was er gejoel en geschreeuw en geloop langs de straat, een verward gepraat en vragen, waar de brand zou zijn, het doffe gebrom van de brandklok, het haastige ratelen der brandspuiten, maar van niemand vernam men met zekerheid waar eigenlijk de brand was. Eindelijk kwam eene oude vrouw met een verschrikte stem vertellen, dat de brand in de Voorstraat, bij den bakker uitgebroken was. «Hoor je dat?*: zei Lize tegen Mimi, die doodsbleek naast haar stond, «bij den bak ker en daar woont onze oude Griet juist achter. «Is 't daar vroeg ze nauwelijks hoorbaar. «Waar is dan mijn sjaal en mijn hoed?* «En wat wou je dan?* vroeg Karei. «Is die oude Griet een bijzondere gunste ling van je?« Maar Mimi was al zonder te antwoorden naar binnen gegaan en ^>en ze geheel ge kleed weer naar voren kwam, nam ze, zonder iets ie zeggen, Karei in den arm en zei gejaagd «Toe, ga jij even met mij mede. In alle ontsteltenis en verwarring was dit door niemand anders opgemerkt dan door de meid, die aan de deur stond te kermen en te weeklagen en bijna iedereen aanriep Italiaansche naijver meerbeide landen hebben hun belangen nauwkeurig afgeba kend, en er kan geen sprake meer van zijn te speculeeren op Franschen naijver ten bate van de Grieksche interessen. Griekenland's lot is beslist. Men heeft in Athene deels een vijandige neutraliteit ge dreven, deels tegenover de entente verraad gepleegd. Men is het daarover ook in Parijs en Londen eens. Er bestaat geen enkele grond, om op dit oordeel terug te komen. Aldus de Corriere della Sera. De Italiaanschebladen brengen als een bewijs van het Grieksch «verraad* aan de zaak der entente het feit, dat de Bulgaren tot dusverre 17 Grieksche forten hebben kunnen bezetten, zonder ook maar een enkel schot te lossen. Deze forten hebbeu meer dan 100 millioen francs gekost en waren volledig uitgerust. Zij waren bewa pend met meer dan 100 moderne kanon nen, waarvan Verscheiden ver dragende stukken uit de werkplaatsen van Creusot. Bovendien was er een groote voorraad munitie en levensmiddelen opgestapeld. Dat alles ging op hoog bevel zonder slag of stoot aan de Bulgaren over. Als Italië zijn wil weet door te drijven dan ziet het er in de toekomst voor Grie kenland dus niet rooskleurig uit. En de toekomst van Duitschland Nu als de En tente het wint zal het ook bloeden daar kunnen we verzekerd van zijn. Reeds worden de plannen geuit hoe toch dit land te straffen als de oorlog voorbij is. Nu weer heeft de Anglikaansche deken van Worcester in de Times het denkbeeld op geworpen, dat de entente nu reeds als een van haar vredesvoorwaarden zou bekend maken, dat elk schip, dat van nu af aan in den grond geboord wordt, een schip van de centralen zal geëischt worden. Dat neemt niet weg, dat de entente bij het bepalen van de oorlogsschatting, die zij zal eischen, het vroegere verlies in aanmer king kan nemen. Lord Wrenbury is met dat plan niet tevreden. In het algemeen, schrijft hij, zal de entente van den vijand een ontzet tende oorlogsschatting eischen, zooveel als hij maar bij mogelijkheid kan opbrengen. Maar dan zullen de centralen ook met hun koopvaardijvloot betalen. De entente zal niet enkel voor elk door hen in den grond geboord schip terugeischen, maar alle sche pen nemen, die zij bezitten. België en an dere verwoeste landen zullen het eerste om te hooren, hoe het toch bij den brand was. Dominé was reeds naar de plaats van 't onheil, gegaan, en Lize was naar binnen om ook haar goed te halen. Maar hoe vreemd zag ze op, toen ze terugge komen, niemand anders aan de deur vond staan dan de meid. «Waar is de Juffervroeg Lize. «O, gunst I* kermde de meid. «De Juf frouw? ik weet niet waar ze is, O gunst, juffer, wat mot et een verschrikkelijke brand wezen.O mensch, waar mot het toch heen? Is de Juffer niet naar binnen gegaan?* Maar midderwijl was Mimi aan den arm van Karei al vooruitgehold, zonder door een enkel woord aan haar geleider ophel dering te geven, waarom ze zulk een haast had. Eindelijk waren ze bij het tooneel van den brand. De vlammen, aangewak kerd door een feilen wind, woedden ver schrikkelijk. De halve straat werd ingenomen door de brandspuiten en door menschen, die in eene rij geschaard stonden om el kander van hand tot hand emmers met water aan te geven. «Beware,* zei Karei, toen hij met Mimi op een korten afstand van het brandende perceel gekomen was, «dat kan hier zoo iets worden.* «Ja maar,* zei Mimi, hem gejaagd voort trekkende, «hier hebben we niets te maken, vriend 1 Toe, loop met mij door de steeg, dan komen we van zelf aan het achterhuis.* Wordt vervolgd.) voor Hot Looil van Hoosden en Altena, do Langstraat en do Bommelorwaard.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1