Und van altena
LACHEN.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3610, Woensdag 11 October 1916.
FEUILLETON.
I INI I.
i
I
f
i Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
I Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
j franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentien van 16 regels 50 cent. Elke regel
meer 71/# cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
r Ik weet een kleine vertelling, waar
de lezer.
Daar waren eens twee dienstboden
in hetzelfde huis. Die konden elkaar
'niet al te best zetten. Door allerlei
plagerijen verbitterden zij elkaar het
korte dienstbodenleven. Er was afgunst
tusschen die twee, en dat was de
oorzaak van hun onderlinge plagerij en.
r De eene was door de natuur begif
tigd met een aardig snoetje en wist
dat maar al te wel. Maar de andere
y-was van „betere kom-af' haar va-
der was jachtopziener geweest en had
een groot gezin te verzorgen en
had door zuinigheid een spaarduitje
vergaard, iets, waarop zij zich liet
voorstaan. Eens op een mooien zo-
mersche morgen, toen alles juichte en
i zong, werd de ruzie zóó hevig, dat
hij bijna tot plukharen aanleiding gaf.
De heer des huizes, die het spektakel
aanhoorde, kwam tusschenbeide. Re
deneeren zou niet geven, nu de furiën
waren losgebroken. Daarom pakte
hij, die een verstandig man was, de
twistende dames bij den arm en plaatste
J ze voor een grooten spiegel. En ze
moesten zóó lang haar grimmige tro
nies bewonderen, tot ze beiden in een
onbedaarlijk lachen uitbarsten. Toen
waren de driften bekoeld en kon de
heer des huizes een verstandig woord
spreken. Of de twee gedienstigen
later nooit meer aan het krakeelen
zijn geweest, dat vermeldt de historie
niet.
Wie de lachers op zijn zijde krijgt,
heeft het spel gewonnen. En't ware
te wenschen dat ieder onzer in ver
woede oogenblikken eens in den spiegel
keek, gelijk die twee van zooeven.
Stel eens dat de veroorzakers van de
krankzinnige kloppartijen ook ge
dwongen konden worden hun door
haat en nijd misvormde aangezichten
aldus te bewonderen. Misschien kwa
men zij wel tot besef van hun waan
zin en gaf de schaterlach hun het
denkvermogen terug.
Ja, ja, lachen kan veel invloed ten
goede uitoefenen.
Maar ook ten kwadeals het on
heilig is; als het haat verwekten een
gevaarlijk wapen wordt in booze
door A. DB VISSER.
29)
»lk zeg niet, dat het zal gebeuren, maar
het kan. Laat dan nooit den moed zin
ken, mijn kind! zet u over alle kleingees
tigheden heen, en houd maar goeden moed.*
»Dat alles heb ik zeer goed overzien,
beste Papa!* liet Mimi hooren. »Ik weet
zeer goed, dat ik wel eens verdriet zal
hebben, maar daar moet ik my dan maar
over heen zetten en my vooruit tegen wa
penen, als ik maar zorg, dat ik handelen
blyf, zooals ik handelen moet.«
»'t Zal wel gaan,< zei Mama. »lk heb
er volstrekt geen vrees voor, en als 't ver
driet je te groot wordt, stort dan uw hart
maar gerust aan ons uit, beste meid je
vindt hier altijd nog een tehuis.
»lk vind,* zei ze later toen ze alleen
waren, »dat Mimi bepaald boven haar leef-
tyd ontwikkeld is.«
»Dat heeft ze aan Lize te danken,* ant
woordde dokter.
Den volgenden morgen werd de reis vol
moed ondernomen. De trein bracht haar
in een halven dag tot dicht by Oostwijk
en toen ze by het station afstapte, vond
ze daar eene dame met twee dochtertjes,
die haar scheen af te wachten en die, toen
Mimi eenigszins verlegen rondkeek, naar
plaagzieke gemoederen.
Men zegt dat lachen een voorrecht
van den mensch is boven het dier.
Alsof er ook niet een beestachtig lach
en bestond, erger dan uitingen van
een wild beest.
Het goede, eerlijke, blijmaken-
de en verblijdende lachen wel te
verstaan, kan vaak ten goede werken.
De Fransche dichter Victor Hugo
zegt ergens dat het een soort vleugel
is, die ons omhoog houdt, als wij ge
vaar loopen van te verzinken. In
den mond van den begaafden Fransch-
man, die zelf gaarne onbevangen
vroolijk was, een dubbel schoon woord,
nietwaar
Lachen en vroolijkheid behooren
hand aan hand te gaan. Die vroo
lijkheid is een uitdrukking der ziel,
die weinig of geen steun noodig heeft
van buiten. Ze is een steun en staf
op den levensweg en voorkomt het
troosteloos en bedrukt neerzitten als
de last zwaar is en de weg nog lang.
Zij is vol veerkracht, vol draagkracht
en vol werkkracht. Zij is van nature
goedaardig en zoekt zich zelve niet.
Zij is als de levenwekkende zon,
warmte en licht uitstralende naar alle
kanten. Een lach op gepasten tijd
klinkende, kan wonderen doen. De
booze driftkop kan er door gekal
meerd worden. Bezwaren, die zich
mochten voordoen, zullen minder wor
den geteld, als de arbeid aangevan
gen wordt met opgewektheid en vroo
lijkheid, vertolkt door gullen lach.
Opgeruimdheid en blijgeestigheid
zijn een gave en een graadmeter van
ons temperament. In een ziekelijk
lichaam huist gewoonlijk geen gezon
de ziel. Zoo leeraart ons de Engelsch-
man John Locke. En 't zal wel zoo
zijn. Maar gelukkig zijn er uitzon
deringen op dezen regel, die zich
vaak uiten in vroolijke, lachende op
gewektheid en opgeruimdheid van
geest. Want goedlachs te zijn moge
een gave wezen, vast staat dat zij,
als andere gaven, voor ontwikkeling,
beschaving en voor verfijning vatbaar
is. Want niet overal is de lach op
zijn plaats. Want het vereischt mèt
ontwikkeling, beschaving en verfij
ning, tact, om den lach te juister tijd
te laten uitklinken.
haar toekwam en op zeer innemende ma
nier zich bekend maakte als de Baronesse
van Walstein.
»En u is zeker Mejuffrouw Mimi Beels,
niet waar
Juist, Mevrouw!* antwoordde Mimi.
Welnu,* zei de Baronesse, »dan doet
het me genoegen kennis met u te maken.
Hier zijn mijn beide dochtertjes, Agaat en
Cornelie, die geen rust hadden, voor zij de
Juffrouw mede van den trein mochten gaan
halen.*
Op een wenk van Mevrouw naderde nu
een knecht in livrei, die in last kreeg voor
het goed van de Juffrouw te zorgen en
kort daarop reed men in een gemakkelijk,
licht wagentje, bespannen met twee vurige
paarden, naar het kasteel.
Weldra was men onder het dicht ge
boomte van het kasteel gekomen en in de
verte zag men het huis reeds liggen't Was
een verrukkelijk ritje. In den trein had
Mimi reeds zooveel hinder van de warmte
gehad, maar hier! al brandde de zon ook
nog zoo fel, door al dat dicht gebladerte
konden de stralen niet heendringen.
»'t Is hier heerlijk! fluisterde Mimi.
»Ja, vindt ge 't hier niet lief? vroeg
Mevrouw.
»Ik moet ook zeggen, dat het voor mij
altyd nieuw blijft, maar zoo'n voorjaarspakje
is ook een zondagspak voor 't groen.*
»Vindt u rijden heerlyk, Juf?* vroeg Agaat.
»0, dat raag ik zoo gaarne doen,* zei
Mimi.
BÜITENLANDSCH OVERZICHT.
Een militaire medewerker van de Ti
mes, in het Britsche hoofdkwartier in
Frankrijk, heeft berekend dat aan het
Britsche front aldaar van weerskanten
sinds 1 Juli 11. tot begin October ongeveer
25,000,000 granaten zijn verschoten. Dat
is dus door de Britten en door de Duit-
schers, die tegenover het Britsche front
staan. Het is maar goed dat in den mo
dernen oorlog niet ieder schot een treffer
is 1 Het zou interessant zijn te weten op
hoeveel die 25 millioen projectielen wel
aan de belastingbetalers van Engeland en
Duitschland te staan komen.*
Zoo'n enkel berichtje spreekt boekdee-
len. We laten nu de belasting maar ter
zijde hoewel die ondragelijk hoog zal zijn
en hooger zal worden. We zullen nu ook
niet spreken van al die ontzettende ver
woesting, teweeggebracht door de 25 mil
lioen projectielen, ook niet van de kostbare
levens er door afgesneden of onherroepelijk
ongelukkig gemaakt. Maar hoe verschrik
kelijk dat alle energie, vernuft en ijver
van de oorlogvoerende landen gedurende
de laatste jaren in dienst staat van den
dood. Wat een ontzaglijke ontwikkeling
van arbeids- en geestkracht, wat een on-
geloofelijke besteding van Ret kostbaarste
arbeidsmateriaal, van millioenen en milii-
arden guldens, wat een aanwending van
de nieuwste en scherpzinnigste vindingen
van het menschelijk vernuft en dat alles
in dienst van den dood. De mensch-
heid haar uiterste krachten inspannend
ter eigen verdelging Heele volken bezig
met geen ander oogmerk dan dood en be
derf te bewerken. En dat in de 20ste
eeuw der christelijke jaartelling En dat
onder natiën die meenden den top van
den berg der beschaving en humaniteit
bereikt te hebben.
Het is wel een in-droef en somber beeld.
Om nu toch iets van de belastingen te
zeggenDuitschland heeft zijn vijfde oor-
logsleening en uit het resultaat kan men
zeker ook zien, dat onze oostelijke nabu
ren nog verre van wanhopig zijn en nog
het volste vertrouwen stellen op de toe
komst van hun land. Maar men kan er
ook uit opmaken welk een sommen de
oorlog verslindt.
Wij laten hier een lijstje volgen van
de resultaten der onderscheiden oorlogs-
leeningen.
»Nu maar dan zal u het treffenwe
hebben toch zoo'n lieve poney en een po-
neywagen, dan moet u eens met ons uit
rijden Want we behoeven immers niet
den geheelen dag te leeren, Mama?* liet
ze er met een bezorgden trek op volgen.
»Neen,« zei de Baronesse lachende, »dat
zal de Juf nu wel vertellen, maar er zal
nog wel eens een vrij uurtje zyn, om met de
poney te gaan rijden.*
Ze was weldra op het kasteel ingelijfd
en 't geen ze tot nu toe gezien had, bracht
haar in een prettige, gelukkige stemming.
De leerkamer had een prachtig uitzicht op
het terras en buitendien kon men door een
openslaande glazen deur zoo in de buiten
lucht komen. Hare eigen kamer aan de
andere zijde van het kasteel, een prettig,
welingericht vertrek, had het uitzicht op
de groote beukenlaan voor het huis.
De geheele omgeving en de gedachte aan
haar nuttigen werkkring voor de toekomst
brachten haar in een opgewekte stemming
en op een gemakkelijken stoel neervallende,
fluisterde ze met tranen van dankbaarheid
in de oogen
»God, wat zyt Gy toch goed voor my
Ze had wel lust om aanstonds naar huis
te schrijven en zeker zou dan het begin
van haar brief geweest zijn
»0, wat heb ik het hier verrukkelyk
maar toch besloot ze om zooals afgespro
ken was, eerst nog een paar dagen te
wachten.
Maar die paar dagen, zelfs acht dagen
Eerste oorlogsleening 4,46 milliard mark
Tweede 9,06
Derde 12,10
Vierde 10,71
Vijfde 10,59
Totaal 46,92
Wat een verschrikkelijke last gaat er op
zoo'n volk, en op de andere niet minder,
drukken.
En als er nu maar uitzicht op was dat
het einde er spoedig zou zijn en dan nog
een glorierijk einde. Maar daar lijkt het
nog niet op, noch voor de centralen, noch
voor de geallieerden.
De algemeenheid van den druk op de
fronten der centralen moest uitwerken, dat
zij op een plaats, waar de druk tot een
maximum werd opgevoerd, dezen niet meer
door concentratie van strijdkrachten kon
den weerstaandat zij, van alle zijden
benard, op een bepaalde plaats moesten
zwichten.
Maar dat geschiedt niet. Het groote
Engelsch-Fransche offensief aan de Somme
heeft wel terreinwinst bezorgd, maar geen
doorbraak. Zoo ook in het Oosten. De
Russen hebben zich daar geweldig geweerd
maar vruchteloos. De Duitsche muur mag
wat wyken, maar wordt niet verbroken.
Nu weer in het Westen een voorbeelde-
looze, hevige voorbereiding door de artil
lerie, daarna een infanterieaanval op een
breed front... gevolg: Een kleine winst.
Naar wij weten gaat het in het Westen
om de vermeestering van Peronne en Ba-
paume. Nu zijn Zaterdag de Engelschen
en Franschen in die buurt weer wat ge
vorderd. De laatsten staan nu 5 K.M.
van Peronne en 15 K.M. van Bapaume.
De Engelschen 6 K.M. van Bap aume.
Het Duitsche hoofdkwartier zegt, dat
het leger van generaal von Below den
reusachtigen stoot, over het algemeen ge
nomen, heeft afgeweerd.
Inderdaad, beslissend voor den stryd om
Bapaume en Péronne, laat staan voor de
heele worsteling op het Westelijk gevechts
terrein, is het gevecht van Zaterdag niet
geweest. Het Duitsche front is wel weer
wat achteruit-, maar niet omver geworpen.
Het staat er nog, en voor een volgenden
vooruitgang moeten de geallieerden zich
weer dezelfde inspanning getroosten.
In zoover is het hegrijpelijk, dat de
Duitschers den stoot, in het algemeen ge
nomen, voor afgeweerd verklaren en daar
over tevreden zijn.
brachten nog geen verandering in haar
gelukkige stemming teweeg.
De meisjes waren allerliefst, schreef ze
naar huis; leerzaam, gehoorzaam en of
schoon hare taak wel wat vreemd was, ze
geloofde toch, dat zy ook wel in den smaak
viel't was wel eenigezins een vreemd zeg
gen, zoo over zich zelf, maar den indruk
had ze toch gekregen.
De Baron is hoogst beleefd, maar iemand,
die weinig spreekt. Het eenigste, wat ik
nu al tweemalen van hem heb gehoord,
is: »wat drommel, Juf! uw gezicht komt
me toch zoo bekend voor't is, alsof ik
u al eens meer heb gezien.* Dat zal toch
wel niet het geval zijn, schreef ze, want
ik heb den baron ten minste nooit vroeger
gezien. Mevrouw is toch zulk een aller
liefste, hoogst beschaafde vrouw, die my
volstrekt niet op een afstand behandelt.
In één woord, het bevalt my hier uit
muntend de natuur is zoo prachtiguit
gestrekte lanen en bosschen, een prachtig
park, oranjerie, ja van alles vind ik hier.
Over een week of acht komt de oudste
freule tehuis, zooals Mevrouw my heeft
vertelddeze ligt nu op een kostschool in
Zwitserlandik ben den naam vergeten,
maar dit moet, dunkt my, ook een lief
meisje zyn, naar haar portret te oordeelen
ten minste.
»Dat is my een pak van 't hart,* zei Mama
Beels, toen ze den brief weer dichtvouwde
en tegen Klaar, die juist binnen kwam
Klaar, daar is een brief van Juffer
Maar het is dan ook slechts „in het al
gemeen genomen", en dat is minder te
vreden stellend voor de Duitschers. Want
de geallieerden zijn dan toch maar weer
vooruitgekomen, Bapaume is weer sterker
bedreigd, (Péronne kon het moeilijk erger
worden dan het al was).
Deze nieuwe krachtsinspanning van de
geallieerden in het Somme-gebied staat
wellicht in verband met de voordeelen die
de centralen in het oosten hebben behaald,
met name in Zevenburgen. Het scheelt niet
veel of zij hebben dit geheele gewest weer
geheel in handen.
Het tweede Roemeensche leger heeft
zijn terugtocht in Oostelijke richting voort
gezet en als gevolg daarvan is Kronstadt,
de belangrijkste stad van Zevenburgen, die
de Roemeniërs vlak na de oorlogsverklaring
hadden bezet, weer in handen der centralen.
De Russen mogen hun Roemeensche
spitsbroeders wel heel gauw ter hulpe
snellen anders loopen deze groote kans er
bekaaid af te komen. Maar hoe zal Rus
land bijstaan. Het heeft zijn mannetjes zelf
al te zeer noodig om, ter wille van Roemenië,
zijn eigen fronten te verzwakken.
De Serviërs, die strijden op de linker
vleugel van Sarrail's leger in Macedonië
hebben eenig succes op de Bulgaren be
haald en stellen krachtige pogingen in het
werk het gebied van Monastir in handen
te krijgen.
Van de overige fronten geen nieuws
van beteekenis.
Aan de Daily Mail wordt uit Athene
geseind: Ik verneem, dat koning Konstan-
tijn zijn besluit betreffende deelneming van
Griekenland aan den oorlog uitgesteld heeft
tot na den 15den dezer, omdat hij ver
wacht dat middelerwijl de gebeurtenissen
op den Balkan zich verder zullen ontwik
kelen. 15 October is de datum, die door
den keizer is vastgesteld voor de aankomst
van de beloofde versterkingen aan het
Macedonische front.
We zullen afwachten. Voorloopig geloo-
ven wij het nog niet.
De Duitsche duikboot de 53, heeft
Newport, een haven in N.-America aan
gedaan.
De Daily Chronicle verneemt uit New-
York: Duitsche agenten hier meenen te
weten, dat de U 53 aan Bernstorff (de
Duitsche gezant te Washington) machtiging
heeft gebracht, om zich van Wilsons mee
ning over een wapenstilstand te vergewissen.
Al deze telegrammen verzekeren dat de
Mimi't gaat de Juffer toch zoo best
zoo naar haar zin
»Och, Mevrouw zei Klaar, »dat doet
me plezier, maar 't moet haar ook wel
goed gaanen toep ze weer naar de
keuken ging, schudde ze het hoofd.
»Kyk,< zeide zij tegen de strijkster,
dat kan ik mij nou nooit begrijpen, mens,
dat Dokter en Mevrouw, die toch ook al
gauw een dagje ouder worden, zoo'n eenig
meisje van huis kunnen sturen, om den
kost te verdienen, daar ze toch geld ge
noeg hebben.*
»Ochantwoordde de strijkster, »je
hebt soms geen begrip van de grootheid,
Klaar, daar kun je niet bij.*
»Jufzei Agaat op een mooien Zater
dag, dezen middag moet u nu eens met
onze poney mee uitrijden, hoor
Graag antwoordde Mimi. x>De poney
is toch mak, nietwaar Er is toch geen
gevaar bij
»0, zoo mak, zoo lief, u weet het niet!»
Nu maar, dat was ook werkelijk zoo.
Toen 's middags het tochtje ondernomen
werd, waarbij Mimi nog op heel andere
en op zulke heerlijke punten van het land
goed werd gebracht, toen was ze opgeto
gen over alles, wat ze zagmaar ook
opgetogen over dat lieve paardje, dat werd
haar dan ook door de beide freuletjes be
paald afgevraagd, en Mimi wou gaarne ja
zeggen toen haar de vraag gedaan werd:
»Wil u nog wel eens weer mee, Juf
Wordt vervolgd).
EllWSBLAD
voor Hut Land von Hoosden en Altena, de Langstraat en de Boimelenwaard.