SPAREN.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3620. Woensdag 15 November 1916.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel
meer 7i/s cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Een krekel had den heelen langen
zomer zich vermaakt met vroolijk
in het gras rond te springen en te
sjirpen. Maar toen de zomer voorbij
was en de koude lucht den naderen
den winter aankondigde, begon het
gebrek aan voedsel te krijgen. En tot
wie wendde zij zich in dezen nood?
Tot de mier, van wie zij wist
dat haar voorraadschuren vol waren
met hetgeen zij des zomers verga
derd had. Zij klaagde haar nood aan
deze zorgzame huisvrouw „Kunt gij
my wat leenen, anders zal ik zeker
van honger omkomenik zal u later
alles met interest terug geven." Maar
de mier houdt er niet van iets te
leenen en zegt Wat deed gij toen
het warm weer was?... Wel daags
en 's nachts zong ik mijn liedje, voor
ieder die er naar wilde luisteren'
„Zong je altijd, wèl uitstekend, dans
dan nu maar."
Welk een treffend treurspel word
ons hier geschilderd in de fabel ge
titeld: de krekel en de mier. We
zien het gesprek voerende arme
krekel ineengeschrompeld door de
koude en het gebrek; en de mier
welgedaan, hardvochtig, trotsch op
haar bezit. Arme zorgelooze kreke
wijze mier. (Hoe graag zouden we
gezien hebben dat ze zwichtte voor
het aandringen van de krekel.
In het schrijven van zijn dieren
geschiedenissen wilde Lafontaine ons
het beeld laten zien van de men-
schenwereld, met al wat haar aan
kleeft, aan bespottelijkheid, valsch-
heid, ellende. En ook, als wij dan
de geschiedenis van de mier en de
krekel willen tgaan toepassen, dan
is ons dat niet moeilijk. We kennen
ze allen zoo goedde zorgeloozen,
onbekommerden, verkwisters, die van
de hand in de tand leven, niet zor
gen voor den dag van morgen. Reeds
bij de kleine kinderen wordt het er
ingebracht: „Heb je een cent gekre
gen? ga er maar gauw wat voor
koopen Een spaarpotje, waarvan
het zoo prettig is telkens en telkens
weer de centjes te tellen, is er niet.
Wat er is gaat op. Wordt er veel
I M I.
door A. DB VISSER.
39)
•Kom jullie dan ook morgenmiddag bij
ons eten? Toe«, zei Willemien opgetogen,
doe dat nu Ic
»'t was of het een afspraak was, zoo
proestten Lize en Mimi het tegelijk uit.
Neen, neen Willemien schertste Lize,
dat nu nietkalm aan, dat is veel ver
standiger.
Toen ze buiten waren, zei Mimi»Een
wonderlyk meisje 1 »'t Is altyd hei of fij,
niet waar !c
Naar 't scheen had Willemien van haar
aanbod al werk gemaakteen dag of acht
na het voorgevallene, schreef ze Mimi een
briefje, waarin zij te kennen gaf, haar
gaarne eens te willen spreken maar eerst
moest ze weten of de Dokter haar wel weer
in huis wilde hebben.
Nu, .aan het laatste was geen twjjfel
meer, Dokter Beels had er vollen vrede mee.
En zoo verscheen Willemien dan weer
bij Mimi aan huis, waar ze in geen jaren
geweest was. Toen ze Mevrouw zag, was
ze wel eerst erg verlegenze draaide
confuus op haar stoel heen en weer en
toen Klaar haar daareven de deur had
geopend, had zij deze ook veel vriendelijker
goeden dag gezegd, dan Klaar haar;maar
verdiend er wordt ruim van ge
leefd. Wordt er niet veel verdiend
och dan er zijn nog wel nijvere
mieren die wel wat vergaderd heb
ben, toen het de goede tijd was. Maar
dan wordt het dikwijls een herhaling
van de fabel: de krekel en de mier.
Moeten wij onze kinderen leeren
sparen? Waartoe moeten wij ze
leeren sparen Alleen voor het genot
van het hebben, van het zien aan
groeien van hun kleine schat Zouden
we ze zoo niet opvoeden tot gierig
heid? Och nee, niet als we ze al
vroeg leeren, dat het zoo prettig is
om van eigen gespaard geld iets voor
vader of moeder, zusjes of broertjes
te koopen, of om zich er later zelf
iets degelijks voor aan te schaffen
Een socialist zou hier bezwaren
tegen hebben en zeggengij maakt
kapitalisten van de kinderen, en he
kapitalisme is uit den booze. Ik zou
er op antwoordenik kan me geen
maatschappij voorstellen zonder bezit
„Iedereen die werkt moet gekleed
gevoed, gehuisvest worden door den
staat, zonder dat de een meerbeloo
ning zal ontvangen dan de ander.
Maar waar blijft dan de prikkel tot
den ingespannen arbeid, tot het doen
van uitvindingen b.v. Degenen die
werken, alleen uit liefde tot het werk,
zijn weinigen. De belooning is het,
het bezit dat wij er door kunnen
verkrijgen, dat aanzet om boven het
hoognoodige uit te werken. Neem de
belooning weg enMaak u geen
illusies over menschen die zullen
blijven streven Zoo is de gewone
mensch niet.
Dus, sparen is goed. En zooveel
vereenigingen, spaarkassen, spaar
banken die bloeien getuigen er van
dat er velen zijn die sparen. Endoor
wie en waarvoor wordt er dan wel
in de eerste plaats gespaard? Wel
ik geloof dat het grootste aantal
sparenden gezocht moet worden onder
ouders, die sparen voor hun kinde
ren. Hoe heerlijk om een beetje of
veel geld bijeen te verdienen waar
voor de kinderen flink zullen kannen
leeren, Maar en nu komt de keer
zijde van de medaille, hoe aanbeve
lenswaard dit ook moge zijn, laten
we waken voor overdrijving.
Zooals het uiterste van bijna elke
ze herstelde zich toch langzamerhand en
zich eindelyk tot Mimi wendend, zei ze op
vertrouwelyken toon
Papa heeft op myn verzoek verleden
week aanstonds geschreven en dezen mor
gen een brief van die Mevrouw terug ont
vangen. Ik heb dien brief bij megij
mocht dien gerust lezen, zei Padadelijk
antwoord was ook niet noodig; gij kondt
u eerst gerust beraden en bedenken. Maar
nu schrijft die Mevrouwc, vervolgde zy,
•dat zij u gaarne op aanbeveling van Papa
als interne wil engageeren dan hadt ge
voor een deel, er zyn zyn drie secondan
tes aan huis, de zorg mede over de meis
jes, en dan zoudt gy bij de laatste klasse
geplaatst wordenmaar dat zult gy nu
alles zelf wei lezenen toen tot Mevrouw
Beels het woord richtende, liet ze er als
in eenen adem op volgen
•O, Mevrouw 1 Ik kan u niet zeggen,
hoe bly ik ben nu die onaangename histo
rie uit den weg is
•Ja, dat wil ik wel gelooven, Wille
mien l« was het kalme antwoord. »De
tong verpraat licht meer dan 't verstand
kan verdedigen.c
•Ju, MevrouwJc en na even nog tot
Lize gepraat te hebben, stond ze eindelyk
even gejaagd als ze gekomen was weer op.
•Ze heeft toch iets erg gejaagds over
zicht, zei Mevrouw toen ze vertrokken was.
De betrekking, die Mimi door den Notaris
was aangeboden, bleek naar onderzoek een
zeer geschikte, maar Dokter Beels, die,
deugd nè, verwant is aan eene on
deugd, zoo is hier de overdrijving
schadelijk aan beide zijden. Schade
lijk voor de ouders, omdat zij zich
dikwijls berooven van alle betamelijk
genot, omdat zij geheel opgaan in
het leven voor „de kinderen alleen",
door overmatigen en overdreven ar
beid vroeg verouderen, en als zij hun
doel bereikt, en hun kinderen geves
tigd zien, nauwelijks de kracht heb
ben overgehouden om het moede
lichaam ter ruste neer te strekken,
veel minder nog eenig genot van
hunne overige levensdagen te hebben.
Levenszatheid is bij hen gekomen,
niet als een®gevolg van overdadig
genot, maar als een gevolg van over
dadige onthouding.
Schadelijk ook is de overdrijving
voor de kinderen. De vaders te zien
sloven en zwoegen om het de kin
deren gemakkelijk te maken, hen
nauwelijks den tijd te zien nemen
voor een oogenblik verpoozing in den
huiselijken kring, hen al den tijd
zien wijden aan het vermeerderen
hunner inkomsten, doet ze hen be
schouwen uit een geheel ander oog
punt, dan rechtgeaarde kinderen
hunne vaders behooren te beschou
wen de tijd ontbreekt, iets aan de
zedelijke opvoeding en zedelijke ont
wikkeling te doenvandaar bij de
kinderen een averechtsch beschonwen
van den toestand, omdat zij zien, dat
alles voor hen is, omdat zij dat altijd
zien en steeds zagen, wordt het door
hen een recht geacht, alles te ge
nieten, terwijl zij het voor de ou
ders een ^p l]i c h t achten, falies te
doen Alles,|wat niet direct gebeurt
te hunnen voordeele, beschouwen ze
als eene beleediging en eene verkor
ting hunner rechten, ondankbaar zijn
zij in de hoogste mate. terwijl zij
verbaasd zouden staan, als iemand
hen van ondankbaarheid betichtte
hun zedelijk gevoel is door de ver
keerde handelingen der ouders geheel
verkeerd ontwikkeld, men kan hen
niet meten met de maat waar men
anderen mee meet.
Wie een weinig rondgezien heeft
onder de menschen en zijne kennis
niet alleen heeft geput uit de boe
ken, maar uit het volle menschenle-
ven, die kent voorbeelden genoeg,
zooals hij zei, niet over het ijs van eenen
nacht ging, moest eerst zelf alles eens op
gaan nemen.
En dat deed hy. Ook vertelde hij aan
de Mevrouw van de kostschool, wat met
zijn aangenomen dochter was voorgevallen,
zoowel haar jeugd, als dat ze op 't kasteel
in de buurt was geweestde redenen,
waarom ze van daar vertrokken was, ver
zweeg hij niet, opdat later geen verkeerde
gevolgtrekkingen zouden gemaakt worden.
»U weet nu allest, zei hij. «Vindt u er
eenig bezwaar in om ons pleegkind te ne
men, laat haar dan, bid ik u, bij ons blij
ven veel liever heb ik dat, dan dat ze
telkens als uit een prettiger), zoeten droom
wordt opgeschrikt, om de koude hand van
de prozaïsche wereld te gevoelen.!
Waarde Dokter!, antwoordde Mevrouw,
wat u my daar vertelt, is mij reeds door
den Notaris medegedeeld, maar de loftuiting
op uw lieve pleegdochter, die er onmidde-
lijk op volgde, heeft mij zoo nieuwsgierig
doen worden, om met haar kennis tema
ken, dat ik u plechtig verzeker, dat my
niets weerhouden kan, als zy lust heeft,
haar aan myn school te verbinden, en mag
ik er by voegen, dat zij steeds in my een
steun, een moederlyke vriendin zal vinden.!
Nu, met deze belofte ging Dokter Beels
gerust naar huis, te meer daar by de eerste
cennismaking Mevrouw hem zoo goed was
bevallen.
•Ge moogt er gerust heengaan, mijn
und l! zei hy, toen hy thuisgekomen was,
waarbij men uitroept: „Wat hebben
die ouders aan hunne kinderen niet
opgeofferd, en hoe worden zij beloond
waarmede hebben zij dat verdiend
Of men ziet, hoe de spaarpenningen
door jarenlange vlijt bijeengebracht,
in een spanne tijds worden verkwist,
en men verwondert zich. Toch is er
noch in het eene, noch in het andere
iets, wat te verwonderen yalt. De
huiselijke zorgen hebben de huiselijke
opvoeding vermoord, de kinderen
hebben hunne ouders niet als ware
ouders, als voorgangers gekend, zij
hebben hen slechts zien werken voor
hen. Zij waren het voornaamste,
zoo leerde hen alles wat zij zagen
hoe zouden zij geleerd hebben op
later leeftijd in hunne ouders hunne
meerderen te zien Dat verkwisting
op spaarzaamheid volgt, is ook zoo
buitengewoon vreemd niet. „Zoo ge
wonnen, zoo geronnen" is een woord
ook hier van toepassing, Alleen hij,
die weet wat het kost om geld bijeen
te krijgen op eene eerlijke manier,
weet wat geld waard is.
Maar dat zijn doorgaans niet de
genen, waarvan wij boven spraken
Die kennen de waarde van het geld
dat zij door de bovenmatige inspan
ning der ouders gekregen hebben,
niet. Zij kennen niet al de drup
pelen zweets, die er aan kleven,' zij
hadden het maar voor het aanvatten;
wat het hun gekost heeft, is zoo
weinig dat zij er zonder moeite van
scheiden. En het doel der zorgzame
ouders is niet bereikt. Hunne kin
deren moesten het gemakkelijker en
beter hebben dan zij, hun leven moest
niet een strijd zijn, dat was het
doel; en wat is het geworden? Als
de middelen verteerd zijn, dan is het
geen strijd meer, want om te kunnen
strijden, moet men wapenen hebben
en die hebben zij nietzij hebben wel
geld en goed medegekregen, maar
wapenen om het te behouden, wape
nen om het verlorene terug te krij
gen, hebben zij niet ontvangen of
niet leeren gebruiken.
Zoo ziet men, dat overdrijving
schadelijk is aan beide zijden. Te
leurstelling baart zij menigwerf bij
de ouders, bij de kinderen is zij
meestal niet bevorderlijk aan de zelf
standigheid. Waar karaktervorming
maak uw boeltje maar gereed
Maar zoo spoedig was alles niet klaar
toch behoefde het geen weken meer te
duren, voordat ze gaan kon. Mama Beels
echter, die zich in stilte gevleid had, haar
Mimi nog wat bij zich te houden, wist
toch te bewerken, dat haar verblijf nog
een veertien dagen gerekt werd. 't
Liep al tegen 't najaar, de dagen werden
korter en eigenlijk had ze er zich op ver
heugd, dat Mimi en Lize haar, als de dok
ter uit moest, de lange winteravonden zou
den helpen korten.
•Ik weet toch ook niet!, zei Klaar
knorrig, toen ze van het aanstaand vertrek
van de Jufter hoorde, waarom Juffer Mimi
nu weer heengaat, ik vind het dolMe
vrouw en ik worden beiden een dagje ouder
en we hadden zoo'n behoefte aan vroolyk-
heid en gezelligheid in huis.!
Mimi klopte de brommerige Klaar op
den schouder en zei
Houd je nu maar bedaard, beste Klaar 1
Mettertyd, als je oud wordt, dan kom ik
bepaald by je, om je voor al jou goede
diensten op te passen en te verzorgen
maar nu ben je nog lang niet oud, hoor
Onder allerlei drukte en gezellige avond
jes vloden de laatste veertien dagen om.
Elke dag werd als 't ware geteld en Me
vrouw Beels zuchtte diep als zy bedacht,
hoe spoedig Mimi vertrekken zou.
Willemien, die nu wist, dat Mimi door
haar toedoen weer een goede betrekking
had gekregen, scheen daardoor tot kalmte
ontbreekt, kan van zelfstandigheid
geen sprake zijn, wie niet op zich
zelf heeft leeren staan, maakt een
armzalig figuur in het leven. En wat
bij de kinderen ontbreekt, zal nog
wel meer ontbreken bij het volgende
geslacht.
Ieder zoeke en vinde den gulden
middenweg.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Na 27 maanden van oorlog zijn de lei
ders van de twee machtigste oorlogvoerende
landen nog aan het redetwisten over de
vraag, hoe de oorlog in de wereld kwam
en wie de schuld draagt van het ontbran
den er van. In Duitschland is het de
Rijkskanselier van Bethmann Hollweg, in
Engeland, eerst Grey, toen Asquith en
Balfour. De eerste heeft een lange rede
voering gehouden in de vergadering van
de begroötingscommissie van den Rijksdag.
Daarin beantwoordde hij wat door lord Grey
in zijn tafelrede voor de buitenlandsche
persvereeniging was beweerd.
De Engelsche minister sprak daarbij een
woord, dat dient te worden onthouden aldus
van Bethmann. Hij zeide »Men kan niet
vaak genoeg terugkomen op den oorsprong
van den oorlog, want deze oorsprong moet
van invloed zijn op de vredesvoorwaarden.
Indien het waar was, dat de oorlog Duitsch
land was opgedrongen, dan ware het niet
meer dan billijk, dat Duitschland waar
borgen voor de toekomst verlangt tegen
een aanval." Dat is in elk geval een merk
waardige bekentenis. Natuurlijk volgt dan
al spoedig de bewering, dat het tegenover
gestelde van de Duitsche voorstelling om
trent de oorzaken van den oorlog juist is.
Niet aan Duitschland is de oorlog opge
drongen, maar Duitschland heeft Europa
in oorlog gestort.
In het verloop zijner rede legt de Rijks
kanselier er dan de nadruk op dat Duitsch
land de oorlog niet heeft gewild en deed
een merkwaardige verklaring hooren, dat n.l.
reeds in 1912 dus 2 jaar voor het uitbreken
van den huidigen wereldkrijg, de Russische
regeering voor het geval van mobilisatie
een order had uitgegeven die rechtstreeks
gekeerd was tegen Duitschland.
Deze kennisgeving bevat woordelijk de
volgende zinsnede »te allerhoogster plaatse
is bevolen, dat de afkondiging van de
mobilisatie tevens de afkondiging van den
oorlog tegen Duitschland is.!
gekomen te zijn. Ze kwam nog wel eens
aanloopen, maar drong er toch niet nader
op aan, om eens te komen eten 't scheen,
dat ze nu voldaan was.
•Een wonderlijk karakter,! zei Lize wel
eens «zoo geheel zich overgevende aan de
indrukken van het oogenblik.!
Och,! zei Mevrouw Beels dan, »zy heeft
weinig degelijkheidin weelde altyd groot
gebracht, is ze een verwend kind van Papa
en Mama geworden.!
Eindelijk was de tyd van vertrek daar.
Lize zou Mimi naar Oortwyk brengen.
Ze wou eens zien, waar ze bleef. Wel
zeker altyd bleef hetGetrouw tot in
den dood Ic
HOOFDSTUK XII.
Nieuwe gezichten en nieuwe
aandoeningen.
•Wie is onze nieuwe Juf?! vroegen een
paar meisjes nieuwsgierig, toen ze aan het
hek stonden en de twee meisjes uit de
vigelante zagen stappen. »Ik hoop niet
die zwarte (en daar bedoelde ze Lize mede)
want dat lykt me een kwajekykt die
oogen eens U Ze konden evenwel gerust
zijn, want des namiddags zagen ze die zwarte
met die heldere kykers weder vertrekken.
Wordt vervolgd).
voor Hot Land van Hoosden en Altena, de Langstraat en de Bonelerwaard.