FEUILLETON.
UhlD VAN ALTENA
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3627. Zaterdag 9 December 1916.
Die zich voor
het volgende kwartaal
op deze Courant abon-
neeren, ontvangen de
nog deze maand ver
schijnende nommers gra
tis.
I M I.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regej
meer 7ys cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Als een mensch of een volk tegenslag
heeft, is men licht geneigd een slachtoffer
te zoeken, waaraan men zijn woede koelen
kan. Zoo is het nu in Engeland gegaan
Het ging niet naar wensch op het oorlogs
terrein. Integendeel het ging glac
verkeerd. Wie was de schuldige? We
natuurlijk het ministerie. En dus moest
dat ministerie wijken voor een ander, dat
de zaken krachtiger zou aanvatten.
Ook in Duitschland en de Donaumonar
chie is wel eenige verandering gedurende
den oorlog, maar dan toch het minst, als
wij ons tot de groote oorlogvoerende landen
bepalen. In Frankrijk, Italië en Engelanc
hebben de wijzigingen dieper ingegrepen
En nu heeft Engeland zijn tweede misteri
eele crisis. De eerste viel in Mei 1915
voor, toen het liberale ministerie Asquith
plaats maakte voor het coalitie-ministerie
Asquith.
In het begin van Mei 1915 begon he
groote offensief van Duitschers en Oosten
rijkers, dat de Russen voor zich uitdreef.
Aan de Dardanellen leden de Engelschen
zware verliezen. Aan het Westelijke front
bleef het aangekondigde groote offensie
van Engelschen en Fraffschen uitbi
Ieperen waren de Engelschen zelfs terug
geslagen. Zeppelins teisterden telkens on
gestraft Engeland. De openbare meening
vond toen de regeering te zwak en ver
langde een krachtiger oorlogsbeleid. Dat
bracht het ministerie van liberalen en uni
onisten onder Asquith's leiding.
En nu is het weer een geroep om een
krachtiger oorlogsbeleid, dat een crisis in
het ministerie heeft veroorzaakt. Het groote
offensief in Frankrijk, met geweldige offers
door A. DE VISSER.
45)
HOOFDSTUK XIII.
Licht en Schaduw.
Daar zat ze nu weèr, op haar oude
plekje te huis te babbelen, zooals men wel
eens zegt, «Honderd uit.* Maar daar viel
toch ook zooveel te vertellenzoo'n ge-
ruimen tijd was er voorbijgegaan dat men
elkander niet gesproken had, en de familie
van den NotarisPieter niet te verge
ten, het voorval op het kasteel, 't gaf
alles zooveel stof tot gesprek, dat Mama
Beels tegen haar gewoonte in, 's avonds
wel een uur later naar bed ging.
«Precies*, zei de Dokter dan, «of er
over dag geen tyd genoeg is om te pra
ten en dat zal toch wel, dunkt me.«
Onder al hetgeen Mevrouw Beels te
vertellen had, was nog iets zeer belang
rijks, dat voor ons, omdat we in zoolang
niet te Vechtdam geweest zijn ook nog
een nieuwtje is.
De Notaris Pleygers toch, de vader van
Willemien, was voor een week of zes plot
seling overleden slechts heel kort was hij
ongesteld geweest en de ziekte was ter
stond zoo in hevigheid toegenomen, dat
maanden lang doorgezet, heeft wel terrein
winst opgeleverd, maar van een doorbraak
is geen sprake. Nadat de Servische bond
genoot, zonder eenige hulp van belang
gelaten, verpletterd was, heeft het allen
schijn, dat de Roemeenschen bondgenoot,
eerst te elfder uur door Rusland bijge
sprongen en door het leger van Sarraii
maar zwakjes uit de verté geholpen, in
dat lot zal deelen. Griekenland wordt
maar niet gedwongen als bondgenoot aan
den oorlog deel te nemen.. Dit, en dat
vroeger Turkije en daarna Bulgarije in
het vijandelijke kamp terrecht zijn gekomen
wyt een aanmerkelijk deel van het Engel-
sche volk aan zijn regeering en aan Grey,
den minister van buitenlandsche zaken, in
het bizonder.
Ook over de vloot is er gelijk men weet
groote ontevredenheid. De vloot is in orde.
Maar wat doet zij Afwachten. Zich schuil
houden. JEn ondertusschen maken Duitsche
torpedojagers zelfs het kanaal onveilig, ter
wijl Duitsche duikbooten ongestraft een
groote opruiming houden onder de Engelsche
koopvaardijvloot.
Dat en nog zooveel meer deed de onte
vredenheid in Engeland steeds meer toe
nemen. Lloyd George de minister van
oorlog en Carson, die indertijd om de
Servische geschiedenis uit het coalitie-kabi
net was getreden plaatsten zich aan het
hoofd der oppossanten. Het gevolg is dat
Asquith zijn ontslag heeft genomen en dat
Lloyd George nu een nieuw ministerie za
for meer en.
De werkelijke beteekenis van de crisis
blijkt goed uit een hoofdartikel van de Times
waar deze schrijftZij is het beste en meest
afdoende antwoord op het vredesgepraat
dat de Duitschers en de Duische afgezan
ten nu ijverig trachten te verlevendigen en
dat zij ongetwijfeld in nog sterker mate
zullen herhalen, nu Boekarest in hun han
den is. De nieuwe regeering zal van hare
voorgangsters hierin verschillen, dat zij een
regeering zal zijn, die geschapen is met
het bepaalde doel van krachtdadige voort
zetting van den oorlog, zonder eenige bij
gedachte.
De Nation (een radikaal blad) schrijft
naar aanleiding van Asquith's aftreden
»nadat het de fouten van diens regeering
heeft opgesomd «men moet oppassen, dat
men niet tot een erger kwaad vervalt.
Wijsheid moet Engelands oorlogpoljtiek
leiden en zij moet bekennen, dat zij die
eigenschappen niet ziet in de twee mannen,
Dokter Beels al aanstonds aan zijne huis-
genooten vrees voor zijn behoud had te
kennen gegeven, 't Was dan ook juist
uitgekomen. Twee dagen later schreide
Willemien heete tranen bij het lijk van
haar vader, die bij zijn leven haar afgo
disch vereerde, doch ook door haar zoo
oprecht werd bemind.
Welk een treurige leegte was het nu
daar aan huis, 't was alles als uitgestor
ven. «Die arme, arme Willemien*, zei
Mimi, «hoe beklaag ik haar nu, wat zal
zij dien lieven Papa missen
«Ja«, zei* Mevrouw veelbeteekend. «Het
ergste komt nog aan. Men zeide al bij
't leven van den Notaris, dat het alles
geen goud was wat er blonk nu, na zijn
dood is het wel degelijk bewaarheid. Alles
moet verkocht worden, zijn huis, zijn ry-
tuig en paarden, alles, en er zal vreest
men, niet veel overblijven, zoo zegt men
ten minste.
«Maar lieve Mama«, borst Mimi ontzet
uit, hoe zal het dan met Willemien gaan
3lyft ze dan niet bemiddeld achter
«Bemiddeld vroeg Mevrouw Beels,
«daar is geen sprake van er is zelfs al
zoo ter loops door eenige heeren gespro
ken, (je Papa hoort daar ook bij) om yoor
ïaar te zorgen, door te trachten een fonds
te haren behoeve bijeen te krijgen.*
«Och, is het zoo erg 1werkelijk
Neen, maar dan moet ik van daag reeds
naar die arme Willemien toe*,,.., zei
\limi.
die het gerucht als de mogelijke opvolgers
van Asquith aanduidt (Lloyd George en
Carson). Den man die sneller kan beslui
ten, is gewenscht, maar het lot van «deze
geweldige vereeniging van volken en be
langen* moet aan voorzichtige handen wor
den toevertrouwd. Beide mannen zijn
nieuwelingen in de buitenlandsche politiek,"
en het blad verwacht niet, dat menschen,
op wie het rijk gewend is met vertrouwen
te zien, zich vrijwillig bij hen zullen aan
sluiten. »Als het land staatslieden ver
langt, zullen ze gevonden worden, maar
de standaard moet behouden blijven. Onze
vijanden,vervolgt de Nation, worden
goed bediend hun zaak wordt met kunde
en met terughouding in den vorm voor
gedragen. Tegenover hen moeten mannen
worden gesteld, die zich in kennis en gave
van uiting met hen kunnen meten. Het
denkbeeld van een enkel onverzoenlijke
Engelsche regeèring zou de kracht van ons
leger niet versterken. Maar het zou stellig
de opvatting, die Duitsche staatslieden niet
ophouden te verspreiden, steunen, dat de
oorlog wordt gevoerd om het Duische volk
te verdelgen.
Men ziet, de Nation vreest, dat Lloyc
George en Carson, beide hartstochtelijke
mannen, als minister-president geneigd zou
den zijn een taal te voeren, die ongunstig
afsteekt bij de waardige taal van de woord
voerders der Duitsche politiek. Ofschoon,
vooral in den laatsten tijd, ook Asquith de
vergelijking niet doorstond.
Dat de Engelschen zich nu gereed gaan
maken over den gang der oorlogszaken is
alleszins begrijpelijk. W^t toch in Roemenië
geschied is, moet hen wel de angst om het
hart doen slaan. Boekarest is in de han
den der Centralen gevallen. Hoe ook de
Russen in de Karpathen aanvielen. Hoe
ook Sarraii in Macedonië .zijn best deed
hoe ook de Engelschen en Franschen op
het Westelijk gevechtsterrein in ongekende
mate de Duitsche fronten beukten het heeft
niet mogen baten. Boekarest is gevallen
welk een voordeelen dat oplevert voor de
centralen blijkt uit het volgende lijstje dat
wij in de N. R. C. vonden
1. Vernietiging (althans voor een tijd^
van de gevechtskracht van een aanzienlijk
hulpleger der entente.
2. Afwending van het gevaar voor een
inval in het Zuiden van Zevenbergen met
de daarmee gepaard gaande bedreiging
van den rechtervleugel van het üoster-
leger der centralen.
En dienzelfden dag reeds, tegen den
middag, béide Mimi bij Willemien aan.
Hoe somber en doods zag het er in huis
uit. Die neergelaten gordijnen nog, dat
stille en verlatene, dat altijd een sterfhuis
kenmerkt, en Willemien doodsbleek en ge
heel in 't zwart.
«Arme Willemien I* was alles wat Mimi
aangedaan kon uiten, toen de beide meisjes
bij dat onverwacht wederzien elkander om
den hals vielen.
Er verliepen zeker eenige minuten, voor
dat er een woord tusschen de beiden werd
gewisseld eindelijk was het Willemien die
't eerst het stilzwijgen verbrak.
Wat is hier alles veranderd, Mimi.*
«Schrikkelijk* was het eenige ant
woord.
«O, toen ik myn lieve Mama voor eenige
jaren verloor, was ik bitter bedroefd toen
voelde ik wel dat ik heel veel verloor, maar
nu Papa, die lieve, beste, goede Papa mij
is ontvallen, nu gevoel ik eerst hoe een
zaam en verlaten ik op de wereld sta.«
Willemien schreide bitter en bedekte
tiaar gelaat met haar zakdoeken Mimi
Ze wist geen a,ndere troost te geven dan
de arme verlatene de hand te drukken.
«Zoo menigmaaal 's nachts als ik dan
eindelyk insluimerdan schijnt het wel
of de prettigste droomen my moeten bezig-
ïouden. Ik zie dan mijn lieven Papa weêr
voor mij met zijn vroolijken lach, ik hoor
lem dan weêr binnenkomen zooals hij dat
by zijn leven altyd doen kon, als hij
3. De bezetting van een gebied, dat
zeer rijk is in alles, waar Duitschland juist
gebrek aan heeft, een van de graanschu
ren van Europa, rijk aan allerhande mine
ralen.
4. Zeer aanzienlijke verbetering van de
verbinding met de Balkanlanden.
Het succes over Roemenië opent voor
de centralen ook vele vooruitzichten. Wij
noemen er enkele
Voortzetting van den opmarsch in de
richting van Moldavië met de nu op een
kort front vereenigde strijdkrachten, voor
welken opmarsch Boekarest een goede ba
sis kan vormen. Het gevolg daarvan zou
een bedreiging van den linkervleugel der
Russen kunnen zijn.
Versterking van het Macedonische front
ten einde tegen Sarraii een offensief te
openen.
De entenze heeft op den Balkan een
nieuwe groote mislukking te boeken. De
deelneming van Roemenië, wel verre van,
zooals de koning van Engeland den 28
Augustus telegrafeerde, «de triomf der
grootsche zaak nader te brengen,of,
zooals op denzelfden dag de Globe schreef,
den slagader van het Duitsche rijk door
den Balkan af te knijpen, heeft integen
deel de positie op den Balkan zeer ver
sterkt.
De rust in Griekenland is nog niet
weergekeerd. Er dreigt een burgeroorlog.
De aanhangers van Wenizelos worden,
naar uit Engelsche bron verluidt, opge
jaagd en gevangen genomen.
Uit Bern wordt aan de Voss. Zeitung
geseind, dat Fransche onderdanen, op last
van de Grieksche consuls, Griekenland ver
laten hebben. In de provincies nemen de
aanmeldingen van vrijwilligers, die den
koning trouw zijn gebleven, snel toe. Het
leger breidt zich uit door de inlijving der
reservisten. Zooals de Information uit
Rome meedeelt, is het vervoer van de derde
en vierde Grieksche legerkorpsen uit Thes
salië naar Zuid-Griekenland stop gezet.
Een uit Londen gezondeh telegram aan
het Petit Journal stelt vast, dat de geal
lieerden de contróle over Griekenland fei
telijk verloren hebben.
De Voss. Zeitung ontleend aan de Cor
rière het bericht uit Athene van 3 Dec.,
dat in den morgen van 2 Dec. 500 Fran-
sche en Engelsche agenten van de poli
tieke politie te Athene in hechtenis werden
genomen en dat Fransche militaire postt
en spoorwegambtenaren uit hun amb
me met iets aardigs verrassen wilde
Ik leef dan weder geheel in het verle-
deneom, als ik wakker word, 't weêr
zoo bitter... te voelen wat ik mis.*
«Zeker een droevig lotzei Mimi deel
nemend ze dacht er bij aan wat Mama
Beels had verteld en alsof Willemien dit
eensklaps voor den geest kwam, zoo wischte
ze hare tranen af en vroeg met een zekere
zelfbeheersching in hare stem«En hoe
gaat het u nu tegenwoordig
«Mij? best... heel best*, antwoordde
Mimi. «Nu de Paaschvacantia inviel, moest
ik toch ook weèr eens komen kijken hoe
het in Vechtdam was.*
«Ge zijt ook in lang niet te huis ge
weest*, liet Willemien er als in gedachten
op volgen, «wat is er in al dien tijd veel
voorgevallen*, en op nieuw barste ze in
tranen uit.
«Kom*, zei Mimi na een oogenblik, «we
hebben nu dat smartelijke van het eerste
weêrzien geleden, ik ga nu heen.*
«Blijf nog* zei Willemien. «Het is mij
zoo'n troost dat ik eens praten kan.*
«Neen*, antwoordde Mimi. «Ik ga nu,
maar wees er gerust op, ik kom heel, heel
spoedig terug.*
«Die avonden duren zoo lang och als
ze je 't huis een avondje kunnen missen,
kom dan bij mij.*
«Ik beloof het je«, zei Mimi met een
lartelijken handdruk, «Mama is zuinig op
de avondjes, maar als zij het goedvindt,
torn ik morgenavond by je.<
werden gezet. De Wenezelistische bladen
verschijnen niet meer.
Het lot van Roemenië en Griekenland
mag Nederland tot waarschuwing dienen.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht.
In de «Stemmen des Tijds* wijst de
oud-minister Colijn op wat in Roemenië
voorviel, dat twee jaar tijd had om zich
ten oorlog voor te bereiden en in eenige
weken verslagen werd. En hij vraagt
Hoe komt dat? Zijn »versche« troepen
minder waard dan reeds in den krijg ge
harde Het schijnt, dat men in verschil
lende kleine staten niet in een komenden
oorlog geloofd heeft en er zich dus niet
wezenlijk op heeft voorbereid. En dan,
sprekend over Nederland, zegt de schrijver
Zelfs aan het Departement van Oorlog
heb ik die geestesgesteldheid gevonden.
Aan dat Departement behoorde men te
ademen in de sfeer van het-kan-elken-dag
gebeuren Maar zoo was het er niet in de
jaren 1911 tot en met 1913, en.zoo
is het er, naar ik somtijds vrees, nog niet.
Men kan er zich blijkbaar het allerergste
nog niet goed indenken en daarom is het
gevaar niet denkbeeldig, dat het ons, on
danks ruim tweejarige voorbereiding, pre
cies eender zou gaan als het alle andere
kleinen gegaan is.
Nog immer is de toestand, waarin ons
vaderland verkeert, zorgwekkend. Zouden
wij klaar zijn wanneer wij eens tegen wil
en dank. werden meegesleurd in den Vree-
selijken volkerenkrijg Zou men ook ons
niet in een paar weken onder den voet
loopen
Wij zijn, (aldus min. Colijn,) alleen ver
antwoord indien wij onze militaire voorbe
reiding uitsluitend laten beheerschen door
de gedachte dat de oorlog vroeg of
laat zeker komt. Dan kan het later
wel blijken, dat er te veel voorzorgsmaat
regelen zijn genomen, maar dat is beter
dan één enkele te weinig.
Men roept snaar om goedkoope levens
middelen en men schijnt weinig of niet te
denken aan de mogeiijkheid dat de invoer
van sommige hoofd voedingsmiddelen wel
eens geheel stop gezet zou kunnen worden.
In Amerika is de oogst mislukt en dit kan
ook het geval worden in Argentinië. Met
komende schaarschte, die zeker schijnt,
moet in elk geval gerekend worden. Zoo
schijnt, naar Duitschen trant, opneming der
voorraden niet overbodig. Er zijn men
schen die ingrijpen omdat er nood is.
«Ja, doe dat,* doe dat,* zei Wille
mien, waarbij een glimlach haar gelaat
ophelderde.
En toen Mimi t'huis kwam, o, ze was
er geheel en al van onder den indruk, zoo
akelig, zoo eenzaam, zoo verlaten en doodsch
als het daar in huis was.
«Ik kan 't mij zoo begrijpen,* zei Me
vrouw. «Ik heb die Willemien nooit zoo
heel goed mogen lyden, maar nu ze er
zoo naar aan toe is, heb ik diep medelij
den met haar.«
»Nu«, zei Klaar, die juist binnen kwam,
«is de Juffer bij Juffer Willemien geweest?
Nou en had ze nog zoo veul te komman
deeren, zoo veul gekheid en noten op haar
zang
«Klaar, Klaar 1* zei Mimi bestraffende,
«ik dacht dat gij op uw ouden dag liefde
rijker zoudt worden. Foei, wat zjjt ge nu
ondeugend.*
«Ja maar,* antwoordde Klaar, «daar
heeft de Juffer geen denkbeeld van, dat is
nou geen hatelijkheid, maar dat is billijk
heid, recht, niets anders.*
Neen, mensch....* zei Mimi.... «dat
hebt gy mis.«
«Nou goed,* zei Klaar, met een gezicht
alsof ze zeggen wilde daar weet ik alles
van,* en verliet de kamer.
«Die Willemien,* zei Mevrouw Beels,
^aat een toekomst tegen 1 Zjj, die altyd zoo
minachtend en laag op een ander neerzag,
wie weet wat ze nu zelf ondervinden moet.*
Wordt vervolgd.)
I
I
V
voor Hot Land van Hoosden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.