van beleid en bedachtzaamheid noodig nauwelijks minder bij het beheer van de blokkade. De koning en zijn raadslieden zullen de teere kwesties, die zich bij de leiding van zaken, waardoor Engeland met onzijdige mogendheden in botsing kan ko men, niet alleen aan voortvarendheid toe- vertrouwd^hebben willen zien. Dat met name Lord Robert Cecil in zijn ambt is gehandhaafd, kan voor de onzijdigen een waarborg zijn, dat er met hun rechten niet al te zeer zal worden gesold. Wat er zoo al op het regeeringprogram staat,? Volgens de Weekly Disputch e. a. 1. De bewapening van koopvaardijsche pen. 2. Voorbereiding voor het groote voor jaarsoffensief. 3. Mobilisatie van burgers tusschen 16 en 60 jaar (navolging der Duitschers). 4. maatregelen om de blokkade doel treffend te maken. (Zal het dus nog een erger ringelooren worden van de neutrale staten en zullen, met name Nederland, nog meer moeilijkheden in den weg worden gelegd 5. uitgifte van levensmiddelenbons (tweede navolging van Duitschland, want de nood begint te nijpen in Engeland). 6. verbod van werk dat ondienstig is voor den oorlog, enz. enz. Men ziet het, voor den vrede spelt de nieuwe koers in Engeland niet veel goeds. Het zal nog gruwelijker gaan spoken door Europa. De Entente merkt dat zij zoo zoetjes aan op weg is om het in het Oosten te verliezen. En daarom de krachten tot het uiterste ingespannen, want de schade moet worden ingehaald. Vooral wat in Roemenië geschied is, zit de Entente dwars. Zoo schrijft Hervé in een hoofdartikel van de Victoire Men mag ons nog zooveel over den val van Boekarest willen troosten met te zeg gen, dat het voorzien was, deze ramp blijft een verschrikkelijke slag. Het ware beter geweest, Roemenië te sparen dan het in den oorlog te drijven. De groote mogend heden hebben niet het recht, een klein volk in zoo'n avontuur mee te sleepen, als fnen er niet vooruit zeker van is, te kun nen voorkomen dat het wordt versmoord. De schuld verdeelt zich over alle gealli eerden in gelijke mate. Overigens zal de Roemeensche katastrofe velen, die dezen langen oorlog verafschuwen, het pacifisme en de mismoedigheid in de armen drijven. Zoo zijn er meerdere stemmen. Het is ook onbegrijpelijk dat de geallieerden niet eerder hebben ingegrepen. De Berlijnsche correspondent van de N. R. C. schrijft wat hij vernam dienaangaande van een militaire persoonlijkheid. Einde Augustus, bij de oorlogsverklaring der Roemenen, zoo betoogde zijn zegsman, heeft de Entente een zoo goede gelegen heid gehad om haar voornaamste doeleinden te bereiken als het geluk een oorlogvoe rende macht zelden in den schoot werpt. Om daarvan gebruik te maken, had zij het volgende moeten doen. Op den dag van de oorlogsverklaring had in de Dobroedzja een sterk leger van de bondgenooten ge reed moeten staan, om onmiddellijk Bulga rije binnen te rukken. De hoofdmacht van de Roemenen had tegelijkertijd aan hun Zuidgrens over den Donau moeten trekken. De Bulgaren, door het Dobroedzja-leger bezig gehouden, zouden niet in staat ge weest zijn, zich daartegen krachtig te ver zetten. Tegelijkertijd had het leger van Saloniki een krachtigen druk uit het Zui den moeten uitoefenen. Bulgarije zou waar schijnlijk, machteloos tegen dezen concen- trischen druk, bezweken zijn, en daarmede ware ook Konstantinopel aan de Entente overgeleverd geweest. Het is zeer begrij pelijk, dat men te Sofia gedurende eenige dagen van, ook voor ons angstige spanning, in het onzekere is geweest, wat er onder deze omstandigheden te doen stond. In plaats van een forsch offensief lieten onze vijanden ons het initiatief nemen, Gy weet met welk gevolg. Roemenië is in onze handen gevallen. Een schitterende kans voor de entente is dus in het tegendeel verkeerd. Wij hebben, zooals gezegd, dit succes voorna melijk aan de eenheid in het opperbevel te danken. Een geluk voor ons is, dat men dit niet zoo maar op een oogenblik kan nadoen. Slechts de tijd kan een der gelijk systeem tot volmaking brengen, en ook is er een beheerschende persoonlijk heid voor noodig, tot wien alle bondge nooten met vertrouwen opzien, zooals wij in Hindenburg bezitten. Aldus de zegswijze van genoemden cor respondent. De Roemenen verloren reeds 150.000 man aan gevangenen meer dan 500 stukken geschut, afgezien van de noo- dige gewonden en al de levensmideelen en andere kostbare buit. Als dat zoo door gaat zullen spoedig genoeg troepon vrij komen om het entente-leger in Grieken land aan te grjjpen. Voor Griekenland is het te hopen, want het zit geducht in de knel. Het wordt nu sedert eenige dagen geblokkeerd. Derhalve toegeven of we hongeren je uit. Nu heeft het volk wel naar de wapenen gegrepen en de entente troepen uit Athene geworpen, zoodat de Grieksche regeering nu voor een poosje weer baas is in eigen huis. Maar 't is de vraag of dit gewapend verzet wel ba ten zal. Of hét muisje in zijn angst poes ook al even in de snuit krabt zal het niet redden. De scherpe katteklauw zal het wel neerslaan en de wreede kattebek het verbrijzelen. We vreezen voor Griekenland. Koning Konstantijn heeft wel aan het Engelsche gezantschap te kennen gegeven, dat, in dien Engeland de betrekkingen met hem afbreekt, hij zich bij de Duitschers zou aansluiten, maar de Duitschers zijn nog zoo ver weg en de Engelschen vlak bij. De wolken zijn wel donker boven Grie kenland en zwanger van onheil. BPITÊNLAXD. Op zee. In den grond zijn geboord het Engel sche S.s. Britannia (de kapitein is gevangen genomen, 23 personen zijn geland, doch 15 worden vermist), het Engelsche s.s. Forth, het Noordsch s.s. Amicitia (een boot met opvarenden wordt vermist) en het Spaansche s.s. Bravo. o De handelsduikboot Deutschland is na een snelle reis voor den mond van de Weser aangekomen. o Vredesgeruchten. WASHINGTON, 11 Dec. Een der hoog ste autoriteiten deelt mede r De regeering der Ver. Staten heeft geen aanbieding ge daan tot bemiddeling van vredesvoorstellen en er zullen er eerlang geen gedaan worden, tenzij de wereldgebeurtenissen een geheel onverwachte wending nemen. Het gerucht dat de Amerikaansche gezant te Berlijn vredesvoorstellen van den president zou overbrengen, is niet alleen onjuist maar gevaarlijk het heeft groote geprikkeldheid verwekt in de Ententelanden en ongegronde hoop in Duitschland. Behandeling van gevangenen in Zuid- Afrika. Berlijn, (Wolff). Over zijn ondervindingen in de concentratie kampen in Zuid-Afrika heeft de naar Duitschland teruggekeerde koopman R. F. onder eede de volgende verklaringen afgelegd. In de kampen be vinden zich tegen de 3000 burgergevan genen, van wie de meesten in Zuid-Afrika woonachtig waren en die op het oogen blik niets meer bezitten, aangezien alle zaken verwoest zijn en men ook de parti culiere huizen niet heeft gespaard. Onze familie verklaart F. heeft bij nacht moeten vluchten. Veertien jaar heb ik temidden van die menschen gewoond, maar het nooit mogelijk geacht, dat de Engelsch- man zoo gemeen zou kunnen worden. De dames en de heeren uit de zoogenaamde betere kringen hebben deelgenomen aan de brandstichtingen in de steden van Zuid- Afrika. Den eersten nacht van mijn ge vangenschap heb ik doorgebracht in de »gevangenis« te Pretoria, waar men ons, met inbegrip van den predikant uit Lüde- ritzbocht, 59 personen, 2 cellen aanwees, waarin men met zijn drieën had kunnen slapen. In Engeland heerschen dergelijke toestanden in de concentratiekampen. Tij dens mijn verblijf in Alexander Palace be zocht de Amerikaansche gezant voor het eerst sedert het uitbreken van den oorlog het kamp aldaar. Men liet hem juist af geleverd, bevroren vleesch uit het jaar 1907 zien, dat reeds zwart was en dat hij dan ook «ongeschikt voor menschelijk gebruikc achtte. —o Lieve jongen. In Neukölln, een voor stad van Berlijn, heeft een 13-jarige school jongen, Alfred Hemach, tweemaal achtereen een poging tot moord gedaan op den 31 jarigen kleermaker Kasper Walter. Alfred Hevmach, wiens stiefvader aan het front staat en die zijn moeder, hoe streng ze hem ook tracht te behandelen, boven het hoofd gegroeid is, had voor ge woonte de school te verzuimen. Dezer dagen weer gespijbeld hebbende en vreezende, dat er wat voor hem op zou zitten, be sloot hij niet naar huis te gaan, maar by den kleermaker Walter, een kennis van zjjn ouders, onderdak te zoeken. Met be hulp van een iooper drong hy de woning van Walter binnen en kroop weg onder een bed. 's Avonts laat, toen de kleer maker sliep, kwam het boefje te voorschijn, doch maakte daarbjj zooveel leven, dat de kleermaker wakker werd. Deze liet den knaap vertellen, kreeg ten slotte mede lijden met den jongen, maakte voor hem een kermisbed gereed en legde zich weer ter ruste. Midden in den nacht bljjkt de ondank bare logeergast opgestaan te zijn en de gaskranen geopend te hebben. Toevallig was de hoofdkraan afgesloten, zóodat deze poging om zyn gastheer van het leven te berooven, mislukte. Toen het jonge mensch dit bespeurde, nam hij een hamer op en bracht den slapenden kleermaker daarmede een viertal slagen op het hoofd toe. De man ontwaakte en ernstig gewond als hij was, moest hij al zijn krachten inspannen om zich tegen zijn boosaardigen kleinen aanvaller te verzetten. Het gelukte hem ten slotte den adspirant-moordenaar de deur uit te krijgen en hulp te roepen. De veelbelovende 13-jarige knaap was in- tusschen op de vlucht gegaan en eerst den volgenden morgen kreeg de politie hem op aanwijzing van zijn moeder te pakken. De kleermaker is niet levensgevaarlijk verwond. De kleine booswicht verklaarde voor den commissaris, de kleermaker alleen maar te hebben wilier, verdooven, daar hij bang was, dat deze hem den volgenden dag weer naar huis zou brengen. De wegvoering der Belgen. Men meldt ons van de grensUit Ant werpen komt het bericht, dat de Duit schers daar Vrijdag opnieuw verschillende arrestaties hebben gedaan onder de aan zienlijke burgerij en huiseigenaren. In de provincie wordt regelmatig met deportatie voortgegaan. Op last van kardinaal Mer- cier is Vrijdag in alle kei ken van BeJgië een bijzonder gebed opgezonden voor een spoedig einde van de beproevingen van het arme Belgenland. De Duitschers treden kalmer op dan voor een paar weken. Ik verneem, dat de meeste gevangengenomen mannen niet over Luik, maar over het zuidoosten werden vervoerd, dwars door Luxemburg. o Een gruwelijke oorlogsbalans. Volgens een becijfering van de verliezen in dezen oorlog, opgemaakt door het we tenschappelijke en neutrale «genootschap voor Oorlogsstudiete Kopenhapen zijn in twee jaren ruim 4.000.000 menschen ge dood, 11.245.000 gewond en 3.373.700 voor altijd invalide. Gespecificeerd is deze gruwelijke tabel aldus: België Dood 50.000 Gewond 110.000 Invalide 33.000. Bulgarije Dood 25.000 Gewond 60.000 Invalide 18.000. Duitschland Dood 885.000 Gewond 2.116.300 Invalide 634.900 Engeland Dood 205.000 Gewond 512.000 Invalide 154.300. Frankrijk Dood 885.000 Gewond 2,115.000 Invalide 634.000. Italië Dood 105.000 Gewond 245.000 Invalide 73.000. Oostenrijk Dood 718 000 Gewond I.777.000 Invalide 533.000. Rusland Dood 1.498.000. Gewond 3.820 000 Invalide 1.146.000. Servië Dood 110.000 Gewond 140.000 Invalide 42.000. Turkije Dood 150.000 Gewond 350.000 Invalide 105.000. Totaal Dood 4.631.500 Gewond II.245 000 Invalide 3.373.700. Bargigli-treinen. Wat Bargigli-treinen zijn vertelt decor respondent van het Engelsche blad The Sphere, die op het oosteljjk oorlogsterrein is. Zij worden genoemd naar hun schepper en organisator, kolonel Bargigli, een Ita liaan van geboorte, maar die reeds een 20 tal jaren in Rusland woont, daar in vre destijd het ambt van rechter bekleedde en zich by het uitbreken van den oorlog in dienst van het leger stelde. Zijn kolonels rang verkreeg hy uit erkentelijkheid voor de door hem uitgedachte en geleide treinen. Deze zijn, by uitzondering, eens geen vernielingswerktuigen, maar hebben in te gendeel tot strekking, de oorlogsellende zoo veel mogelyk te verzachten. In dit opzicht stemmen zij dus met de Roode-Kruistrei- nen overeen en zy hebben ook, als deze, een staf zusters, een operatie wagen, com partimenten voor gewonden en allerlei middelen, tot het verleenen van eerste hulp. Een der doeleinden van de Bargigli-treinen is gewonden op te nemen, hun de hulp te verleenen die geen uitstel Ijjden kan en hen zoo snel mogelyk te vervoeren, hetzjj naar den hospitaaltrein die verderop wacht, hetzjj naar de naastbjjgelegen stad, waar zjj in een hospitaal kunnen opgenomen worden. Om aan deze roeping te voldoen, nade ren de Bargigli-treinen de loopgraven zoo dicht mogeljjk en begeven zich vaak inde gevechtslinie. Eén der doeleinden werd zooeven gezegd en inderdaad heeft de Bargigli- trein er nog veel meer dan het verleenen van eerste hulp aan eft het snel vervoeren van gewonden. Hjj is tevens een hotel, waar vermoeide officieren en soldaten sla pen, ontbijten en middagmalen kunnen en voor den gaanden en komenden man staat het samovar er steeds te dampen. Het eigenaardige van dit hotel-restaurant is, dat er geen geld wordt aangenomen, zelfs geen fooialles is gratis. Er is voorts een postkantoor in den trein, dat de veldbrieven verzendt, ook al koste loos. Zij worden door een vanwege het legerbestuur aangewezen censor nagezien, die onleesbaar maakt de gedeelten, waar tegen hij bezwaar heeft. Kan een soldaat niet schrijven en dat is onder de Russische soldaten geen zeldzaamheid dan doet een zuster het voor hem en zij. voegt er aardige dingen bij, die hij zelf wel zou willen zeggen, maar niet onder woorden brengen kan. Verder heeft de trein een winkel, waar zoowat van alles te koop is tabak, suiker, tarwebrood, zeep, postpapier, zelfs het mooi versierde luxepapier waarop de jonge sol daten hun minnebriefjes schrijven, choco lade, kaas, blikjes verduurzaamde levens middelen, en nog veel meer om het leven te velde wat aangenaam te maken. Dit is de eenige plaats in den trein, waar geld wordt aangenomen, maar de prijzen zijn er geheel berekend naar die van de gewone winkels en de winsten, die deze winkel afwerpt, komen ten goede van het Roode Kruis. In den trein is een stal voor paarden en er zijn ook koeien, varkens en pluimge dierten, welke er geslacht en gegeten wor den. Men heeft er voorts een waschin- richting, waar gevluchte boerenvrouwen werken en een kleermaker, die de klee- ren van de soldaten herstelt. Boeren komen er dagelijks eten halen. Er is voor allen maar één soort voedsel, maar er is genoeg, zelfs voor de hongerig ste magen. De trein is voor iedereen vrij boeren en soldaten worden er op dezelfde wijze behandeld als een commandeerende gene raal of de chef van een legerstaf en zoo wel jonge en geringe, als hooggeplaatste mannen komen er dagelijks. Eens kwam er zelfs een al zeer jonge boer dat hij jnist den Bargigli-trein koos als de plaats, waar hij het eerste levenslicht wilde aan schouwen, was misechien wel wat al te veel van de gastvrijheid gevergd, maar nu hij er eenmaal was, werden a£Tn hem en zijn moeder alle mogelijke zorgen besteed, welke hun toestand vereischte. Een gewichtige rijksdagzitting op heden. Naar de Korr. Norden van bevoegde zijde verneemt, zal de Rijksdagzitting van heden (Dinsdag) de merkwaardigste zijn sedert het uitbreken van den oorlog zij is van wereldhistorische beteekenis. Alle afgevaardigden, ook degenen die te velde zijn, zijn telegrafisch uitgenoodigd. De Rijkskanselier, die Zondag uit het groote hoofdkwartier is teruggekeerd, ontving gis terenmorgen de Ministers van de afzonder lijke Staten; gisterenavond zyn de gezanten en de ambassadeurs van de neutrale Staten bij den Rijkskanselier uitgenoodigd, heden ochtend zullen de voorzitters der fracties door den Staatssecretaris Zimmerman worden ontvangen. Om 11 uur hebben de zittingen plaats van de fractie, om één uur ver gadering in plenum, waarbij, behalve de behandeling der agenda, de Rijkskanselier dadelijk zal spreken. De in de geheele pers uitgesproken vermoedens zullen als onjuist worden bevonden, aangezien het geheim streng wordt bewaard. Het werk geschiedt te Berlijn in volle overeenstemming met Weenen, Sofia en Konstantinopel van daar uit worden gelijktijdig, wellicht op andere wijze, dezelfde stappen onder nomen als te Berlijn. o Prins-regent van Polen. Volgens een telegram uit Warschau aan het blad «Nova Reformat te Krakau, zal binnenkort tot prins-regent van Polen een lid van een dynastie benoemd worden, welke zeer langen tijd hartelijke betrek kingen met Polen onderhoudt. Klaarblijkelijk wordt het Habsburgsche Huis bedoeld. Gesproken wordt van aarts hertog Stephan, die reeds vroeger als pretendent werd genoemd. o Draadversperringen aan het front. Een medewerker aan de Times schryft «Ik heb u reeds geschreven over de eigenaardige inrichting der Duitsche ver dedigingswerken langs dit deel van de eerste linie en u ook een beschrijving gegeven van de breede gordels van verroest jjzer- draad, die er uit de verte uitzien als stroo- ken versch omgeploegd land. Dit ljjkt my nog de beste vergelijking. Op sommige plaatsen zyn draadversper ringen wel acht voet hoog en 30 tot 40 meter diep en in alle richtingen dooreenge- woeld. Op sommige plaatsen staan die versperringen er nog onbeschadigd. Maar elders hebben onze kanonnen ze over lange uitgestrektheden uit den grond gehaald en als weggevaagdzoo dit niet geschied ware, zouden onze mannen nooit zoo ver hebben kunnen komen, als zij gedaan heb ben. Dit werk kan als een uitmuntend bewijs voor de hoedanigheid en de nauwkeu righeid onzer artillerie gelden. Voor en tusschen de overblijfselen van die versperringen hebben onze afdeelingen voor het begraven der dooden onze eigen gesneuvelden weggehaalden verderop, tusschen de wildernis van ingeschoten loop graven en granaattrechters, hebben zij nog veel zwaarder werk moeten doen want daar lagen de Duitsche gesneuvelden, die door onze artillerie of met bommen, geweer of bajonet gedood waren. Op sommige plaat sen liggen de dooden in veldgrjjs en khaki gekleed dooreen, soms aan elkander geklemd in den greep, waarin zij vechtende gestor ven zijn. BINNENLAND. Gedurende de afgeloopen week werd op de Beneden-Waal van Tiel tot Gorin- chem geen enkele zalm bemachtigdte Varik is een party witvisch gevangen. Schokkers en dryvers doen vergeefsche moeite. o Een truc van de veesmokkelaars. Men schrijft ons van de grens Waarom t vee nooit bulkt als 't soms in kudden van 50 tot 100 stuks door de smokkelaars over velden en weiden over de grenzen wordt gedreven, is zeker niet algemeen bekend, 't Is anders een heel een eenvoudige truc van smokkelaars. Ze «behandelend de dieren nl. met jenever, en dit heeft tengevolge, dat de runderen zich rustig houden en zich heel gewillig laten leiden. Zelfs in een vreemden stal waar 't vee gewoonlijk erg onrustig is en aanhoudend loeit, zijn de runderen onder den alcohoiischen invloed zoet als lammetjes en bulken niet. Van een boer alhier, die een aantal buit gemaakte ossen en koeien rustig zag her kauwen in een vreemden stal, hoorden we daarbij de philosofiche opmerking »Kiek,« zei hij, «als wij foezel op hebbe, dan moaken we spektakel, en zy de ossen en de koeien doen geen moei los o— Uitkomst in den kolennood Naar de Tel. verneemt, worden de on derhandelingen met Engeland over de le vering van grootere hoeveelheden kolen, met veel kans op succes voortgezet. Verwacht mag worden, dat binnenkort een grooter aantal schepen voor den aan voer van kolen zal worden aangewezen. o Van Leeuwarden zyn de afgeloopen week ongeveer 5000 eenden verzonden naar Duitschland en Engeland. De wilde een den werden voor gemiddeid f 1.10 en de tamme voor gemiddeld f2 per stuk van de hand gedaan* Te Alkmaar zyn 6 spoorwegarbeiders aangehouden, onder verdenking van een groot aantal spoorwegdiefstallcn. Een groote lyst van ontvreemde goede ren is reeds opgesteld. o Op een vreemde plaats. In den stal van den heer Smidt in de Teilerstraat te 's-Gravenhage, zou een der paarden een kies getrokken worden. Toen de veearts daarmee gereed was, bleek dat om de kies een damesring vast zat I o Inly ving militielichting 1917. In het tjjdvuk van 15 Februari zul len van de militielichting 1917 de hierna vermelde groepen van dienstplichtigen wor den ingelyfd 1. de dienstplichtigen toegewezen aan het tweede bataljon van een der regimen ten grenadiers of jagers of van een der overige regimenten infanterie, met uitzon dering van hen die in het bezit zyn van het in art. 70 der Militie wet bedoeld be wijs van voorgeoefendheid Deze zullen 2 maanden later worden ingelyfd 2. de dienstplichtigen toegewezen aan het regiment genietroepen; met uitzonde ring van hen die bestemd zyn voor oplei ding tot milicien-telegrafist of telephonist en met uitzondering voorts van de voor den motordienst bestemde personen, die niet behooren tot groep 3 3. de dienstplichtigen toegewezen aan de genie (motordienst) en bestemd voor het eerst in te lyven gedeelte 4. de dienstplichtigen toegewezen aan het korps pontonniers en bestemd voor het eerst in te lyven gedeelte. Voor den verderen duur van de tegenwoor-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 2