kracht des gebeds is verzwakt en het vertrouwen op de goede leiding der God delijke Voorzienigheid is geschokt. In plaats daarvan zijn twijfel en ongeloóf binnen gedrongen in menig hart, en heeft een bijna cynisch realisme zich van vele zielen meester gemaakt. Alle hoogere beschaving en menschelykheid leed bankroet, maar voor êén ding opende deze oorlog de ge legenheid, nl. om winst te behalen, onge dachte, rijke winst. En zoo nam de zucht naar plotselingen rijkdom, het winstbejag, de speculatiezucht, de afgunst en naijver, de oneerlijkheid, het parvenue-wezen, de weelde en de verkwisting in vele kringen op bedenkelijke wijze toe. Het Mammo- nisme vierde hoogtij. Daardoor is het nationaal vermogen nu wel met enkele milliarden vergroot, maar men late zich hierdoor niet verleiden tot een gunstig oordeel over de economische toekomst van ons land. Want er staat tegenover dat de schuldenlast van den staat ontzaglijk is verzwaard dat, ook al blijft de oorlog ons gespaard, toch nog bange tijden ons te wachten kunnen staan dat crisissen in handel, ny verheid en crediet- wezen na de vredessluiting allerminst tot de onwaarschijnlijkheden behooren dat de tegenstelling tusschen rijken en armen verscherpt is dat de verplichtingen, welke de staat reeds vóór en vooral ook tijdens den oorlog tegenover minder bedeelden op zich nam, inzake arbeid, werkeloosheid, ziekte, ouderdom, woningnood, voorziening van levensmiddelen enz. in buitengewone mate zijn uitgebreid. Ook internationaal werd de positie van ons land er niet beter op. Wij liggen tusschen Engeland en Duitschland in en worden van beide zijden bedreigd. Het wordt steeds moeilijker, om beiden tot vriend te houden, en het optreden van het ministerie van Lloyd George voorspelt in dezen niets goeds. Als wij Engeland in zijn verscherping van Duitschland blokkade niet terwille zijn, snijdt het ons den toe voer van levensmiddelen afen als wij met Duitschlands wenschen geen rekening hou den, onthoudt het ons steenkolen en ijzer. Hoe moeilijk zulk eene positie is, leert het voorbeeld van Griekenland. En daarbij komt dan nog het gevaar, dat onze koloniën in de Oost van de zijde van Japan bedreigt. Door het verbond met Rusland kreeg Japan de vrije hand in het Oosten al zal het nu daarvan nog niet aanstonds gebruik maken, om op onze koloniën beslag te leg gen, wijl het bijv. ook met Amerika te rekenen heeft, toch streeft het naar de opperheerschappij in de Stille Zuidzee, en heeft het zijne begeerige blikken niet in de laatste plaats op onze koloniën geslagen. En in Indië neemt de onrust, de zucht naar ontwikkeling, het streven naar zelfstandig heid, de Mohammedaansche propaganda, en daarmede de moeilijkheid van kerstening en associatie toe. II. Uit dit alles kan voor het Neder landsche volk geen andere raad worden afgeleid, dan dat het zijne onverantwoor delijke zorgeloosheid aflegge en de dreigende gevaren manmoedig en welbewust onder de oogen zie. Het late zich toch niet in slaap wiegen door de zelfzuchtige gedachte, dat het al zoo lang goed is gegaan en dat het onzen tijd wel duren zal. Want het gevaar is niet voorbij, zoolang de oorlog duurt; het blijft bestaan, als over den vrede onderhandeld wordt; en het dreigt nog, nadat de vrede geteekend is. Als het Neder landsche volk op zijne zelfstandigheid prijs stelt, handhave het strikt zijne neutraliteit, maar met de "wapenen in de hand. Als het ernstig den vrede wil, bereide het zich ten oorlog voor. En diezelfde raad moet aan al onze jonge mannen gegeven worden. Laten zij ermede rekenen, dat het vader land in de toekomst misschien nog zwaar dere offers van hen vergen zal, dan het thans reeds deed. Mr. Th. Heemskerk, lid van den Raad van State, oud-minister van Binnenlandsche Zaken, schryft Ad. I. a. Er zijn nog geene teekenen, dat de vrede spoedig zal komen. Het zal voor de neutrale mogendheden waarschijn lijk moeilijker worden buiten den oorlog te blijven het zal misschien gelukken, daar zij het eerlijk meenen met de neutraliteit. b. 1. Van invloed op dezen oorlogstijd op het geestelyk leven van ons volk is tot hiertoe niet veel te bespeuren. Er zullen wel eenigen zijn, die ernstiger bidden, maar in het algemeen ziet men weinig verande ring. De ziekten van het politieke partij leven, zoowel wat betreft de verhouding tusschen de partijen onderling als wat be treft het inwendig bestuur der partijen, zij blijven voortduren. Teekenen dat dit in 1917 zal plaats maken voor eene hoo* gere opvatting, een ruimeren blik, eene meer rechtvaardige behandeling, zijn er niet. Slechts omtrent eerlijke neutraliteit in dezen oorlog zijn nagenoeg allen het eens. 2. De toekomst moet gunstig worden voor de industrie, mits zij er in slage grond stoffen te krijgen. Hoe het handelsverkeer tusschen de volken na den oorlog zal zijn is echter van zooveel thans nog ongekende factoren afhankelijk, dat voorspellingen niet zijn te doen. De naaste toekomst eischt meer graanbouw in Nederland, omdat wij te afhankelijk zijn van graanaanvoer over zee. Inmiddels staan wij allereerst voor steeds grootere duurte, en stijging der be lastingen. 3. Onze internationale positie. Hier valt van 1917 niets te verwachten, slechts te hopen en vertrouwen, dat wij onze eerlijke neutraliteit zullen kunnen handhaven. Daar in is ook voor de toekomst onze kracht. Wie ons wilde dwingen die prijs te geven, dien zouden wij moeten weêrstreven. »4. Wij zijn meer koloniale dan kolo- niseerende mogendheid. Zoo wij door den oorlog heenkomen als neutrale mogendheid zullen wij steeds meer moeten zorg dragen de inlandsche bevolking door een recht vaardig bestuur en door een goed voorbeeld aan ons te binden, en voorts de verdedi ging over koloniën ernstig moeten aanvatten, waarschijidijk ook door' den inlander daar aan te doen deelnemen. Ook andere schrijvers zien geen gun- stigen invloed van den oorlog op ons geeste lijk levétimej. J. E, van der Waals alleen in zooverre, dat winstbejag en eerzucht zich tegenwoordig »in vormen openbaren, die de algemeene verontwaardiging moeten opwekken. <t Voor het heden dus geen heil, dan alleen wat stoffelijk voorspoed. Voor de toekomst donkere wolken. Dat wat ons land betreft. Maar als iemand nu eens beschrijven kon den in vloed van den oorlog op die volken, die er daadwerkelijk in betrokken zijn Wat zou er dan weinig van goede vruchten gesproken kunnen worden. Zegeningen Ach ja wij zien wel eens dat uit het kwade het goede voorkomt. Maar aan beperkte wezens als wij, die slechts over een kort tijdsverloop kunnen zien, wordt het slechts hoogst zelden vergoed. Wat dezen af- schuwelijken wereldoorlog betreft zien we nu nog slechts gruwelijke ellende, beest achtige euveldaden, zedelijke verwording, onbeschrijfelijk wee, onverzoenlijke haat, toenemende verwijdering. En dat gaat maar voort dag aan dag en maand aan maand. Wel komt er nu en dan een vlugje hoop, dat het eindelijk nog wel eens vrede zal worden, maar deze schijnt nog in zeer verre toekomst te liggen. De strijd duurt tenminste met een ver minderde kracht voort en met wisselend succes. Mogen de centralen al spreken van voortgang in Roemenië, op het weste lijk front hebben zij weer een duw ge kregen. Ten Noorden van Verdun zijn de Franschen er ingeslaagd den tegenstander zoover terug te werpen dat hun stellingen bij Vaux en Douaumont buiten het bereik eener beschieting zijn gebracht. Het eerste doelde Peper heuvel kwam in hun bezit en voorts een aantal dorpen. 7100 Duitsche gevangen vielen in hun handen en heel wat munitie en kanonnen. De Fransche spreken van de groote overwinning bij Verdun. Hun bladen leggen er den nadruk op dat het nu wel zonne klaar blijkt hoe verzwakt de vijand is. Nog een paar van die successen en het pleit is beslecht. Geloove, wie het kan. Griekenland heeft het ultimatum dei- entente ingewilligd. Het was heel wat gemachtigder dan het vorige, dat aanlei ding gegeven heeft tot de bekende ge vechten van 1 December, tfu geen uit levering van strijdkrachten, enkel verplaat sing er van, opdat Sarreils leger niet in den rug bedreigd zou worden. Koning Konstantijn heeft er dus wel wat mee ver kregen door zijn tanden eens te laten zien. De blokkade blijft echter voorloopig ge handhaafd. Voor den koning is het wel een sterkend besef te weten, dat nagenoeg het heele volk achter hem staat, maar als de overmachtige indringers hem de duim schroeven aanzetten zal hij wel tegen wil en dank moeten doen wat zij hem op leggen. BUITENLAND. Sneeuw bij Verdun. De correspondent van de »Dailly Cro- nicle« aan het front bij Verdun, meldt d.d. 16 December aan zijn blad het volgende: Gister-avond begon het te sneeuwen en vandaag valt de sneeuw nog veel dikker. Een groot gedeelte van het veroverde ter rein is in een waren modderpoel herscha pen, waarin voor het oogenblik geen loop graven kunnen worden aangelegd. De winter is een geduchter vijand dan de Boche. De heldenmoed aan den dag ge legd by het standhouden op dergelijk terrein, wanneer de wegvoering der ge wonden geweldige moeilijkheden met zich brengt en 't aanvoeren van elk pond brood en elke liter water Titanenarbeid wordt, lijkt mij grooter dan de moed aan den dag gelegd bij de verovering van het terrein. o GENEVE, 18 December. De Matin schryftZoodra alle mogendheden in het bezit zijn gekomen van de Duitsche vre desnota zal de onderlinge gedachten wisse ling, die reeds eenige dagen aan den gang is, waarschijnlijk voeren tot de opstelling van een nauwkeurigen tekst. Het antwoord zal volgens twee principes werden opge steld. lo. Men zal te kennen geven, dat men met den vijand niet in onderhandelingen wenscht te treden over vage oorlogsdoel einden en niet-nauwkeurig begrenst gebied en 2o, zal men aan de in oorlog zich be vindende volkeren uiteenzetten op welke gronden het Duitsche voorstel wordt af gewezen. Fransche en Engelsche verliezen aan de Somme. Berlijn, 18 December. (Wolffb.) Van betrouwbare zijde verneemt de Berl. Ztg. over de verliezen aan de Somme. De totale verliezen der Franschen en Engelschen sinds het begin van den oorlog bedragen respectievelijk 9.800.000, en 1.300.000, te zamen 5.100 000 man. De verliezen aan zwarte en bruine Franschen zijn bij deze cijfers niet ingerekend, doch moeten zeer aanzienlijk zijn, daar deze troe pen vooral bij groote offensieven gebruikt worden. De totalen zullen daardoor wel met eenige honderdduizenden vermeerderd wor den. Sinds den lsten Juli hebben aan den Somme-stryd 104 Fransche en Engelsche divisies deelgenomen. Sommige dezer di visies werden tot vier maal in den strijd geworpen. De Fransche verliezen bedroegen tot einde November minstens 250.000, de En gelsche 550.000 man, samen dus 800.000 man. Onze verliezen worden door den vijand op 690.000 man berekend, zijn echter aanzienlijk geringer dan een half millioen. Daarbij komt, dat een groot aantal gewon den na korten tijd weer genezen aan den strijd kan deelnemen. o Geen bemiddelitig van den Paus Uit Rome wordt volgens de N. R. Ct. aan de Daily News geseind Naar ik uit vertrouwbare bron verneem, heeft de Paus besloten op geenerlei wijze tusschen beide te komen, noch invloed te oefenen ten gunste van aanneming van de Duitsche vredesvoorstellen. De Paus vreest, dat een verwerping der voorstellen door de gealli eerden aan zijn bemoeiingen zou kunnen worden geweten. BINNENLAND. Voor de Fransche kinderen. In de Prov. N. Br. Ct. van 15 Dec. komt een artikel voor, gewijd aan de Fransche kinderen. Ruimte belet ons dit artikel in zijn geheel op te nemen. Wij willen hier en daar een greep doen uit het belangrijk schrijven, waarin o. a. gewezen wordt op den plicht van het Nederlandsche volk, om zooveel mogelijk het leed van de lijdende menschheid te verzachten, die door dezen oorlog zoo vreeselijk getroffen wordt. Thans isdebeurt vandeFran- sche kind Je ren gekomen. Er heeft zich in Amsterdam een Cen traal Comité gevormd voor de verzorging in Nederland van Fransche kinderen uit het bezette gebied. Het is eey liefdewerk, dat niet onder nomen wordt onder eenigen invloed van buiten, niet op een verzoek, uit den vreem de tot ons gericht, maar dat ons door ons eigen hart is ingegeven, een liefdewerk dat een zuiver Nederlandsch karakter draagt. Hier gelden geen sympathiën of antipa- thiën. Hier vragen wy niet of onze gevoe lens zijn voor of tegen de Centralen, voor of tegen de Geallieerden. Hier laten wij alleen ons hart spreken, dat ons tot han delen dringt. Zij, die arme kleinen, tot welke natie zij ook behooren, dragen toch in ieder geval geen schuld aan dezen vree- selijken krijg, zy kunnen het niet helpen dat de menschen de beschaving geweld hebben aangedaan en elkander uitmoorden met haat en verwensching in het hart. Zij zijn zeiven niets anders dan slacht offers van dien afschuwelijken verdelgings- k»yg. Duizend van die arme stumperde, die daar ginds van alles zyn beroofd, komen in Januari naar ons land en rekenen hier op de ontvangst, die wij de kinderen uit België en Duitschland hebben bereid. Tweehonderd zijn er voor onze provin cie bestemd. Wij zullen ze niet afwijzen. Hier in Den Bosch heeft zich eene com missie gevormd, die zich met de regeling voor wat ons gewest betreft zal belasten. Daarin hebben de volgende dames en heeren zitting genomen Mevrouw C. Tilman-Roeppe van der Voort, presidente. Mevrouw F. Van Rijckevorsel-Bsse de Bieberstein, vice-presidente. Mej. E. Van Rijckevorsel, le secretares se. Mej. Th. Duinstee, 2e secretarresse. De heer G. van Lanschot, penningmees ter. Mevr. H. van de Mortel- De la Court. Mej. H van Baer en de heer Kersemaker. Dit Comité roept de medewerking in van alle gewestgenooten om het in zijn pogen te steunen, in de eerste plaats door het uwe finantieele hulp te verleeuen. Deze toch is onontbeerlijk om het be oogde doel te verwezenlijken. Zooveel mo gelijk wil men trachten de kinderen onder te brengen in gestichten, waar men reke nen kan op toezicht, onderwijs en gods dienstige leiding. Voor het verblijf aldaar zal vergoeding worden gegeven, die voor een getal van 200 kinderen groote uitga ven zal vorderen, zoodat een milde hulp verleening noodzakelijk moet heeten. Wanneer dus eerlang voor dit liefde werk een beroep zal worden gedaan op uwe beurs, wijst het dan niet terug maar tast diep in uw geldzak en weest over tuigd, dat Hij, die het liefst de kinderen tot zich deed komen, uw daad zal zegenen en beloonen. Naar wij vernemen zal dezer dagen van de zijde van het Comité te 's-Bosch getracht worden ook te Heusden een af- deeling te stichten. Wij hopen dat het volkomen zal slagen en twijfelen niet o deze afdeeling zal ook mogen rekenen op den steun van alle weidenkenden. Als er voor een goed doel offers ge vraagd werden, bleef Heusden nooit ach terwege Wij wenschen dan ook de te vormen afdeeling een volledig succès toe op haar liefderijk werk. Men schrijft aan N. R. Ct. Over den stand der zalmvisscherij op onze rivieren valt, wat de uitkomsten be treft, voortdurend weinig bevredigends te veripelden. In het vischwater der boven Waal, van Nijmegen af tot Keeken aan den beneden Rijn ligt het bedrijf al ver scheidene weken achtereen stil. De zalm- visschers maken ook nog geen aanstalten om hunne drijfnetten te water te brengen. Ook is het vischwater beneden de Waal, een gedeelte der beneden Maas en der Merwede wordt er op de zalmzegenvissche- rijen, zoowel de groote als de kleine, nog niet aan gedacht de werkzaamheden te hervatten. Slechts zeer enkele flauwvis- schers gaan er 's nachts op uit om hun geluk te beproeven, doch meestal te ver geefs. Slechts nu en dan vangen ze een schotzalm van gering gewicht, die op de markten van 90 cent tot f 1.25 per pond opbrengt. De oudste zalmvisschers herin neren zich geen voorafgaand jaar, dat de vangst zoo uiterst gering was. o In de Strang te Leeuwarden werd in één trek 1600 pond witvisch gevangen op één namiddag ving men 2400 pond. Kolenaanvoer uit Engeland. Men meldt uit Rotterdam aan de Tel De onderhandelingen met Engeland over dat land zijn nog niet beëindigd, doch er is alle kans, dat een voor ons gun stige oplossing gevonden wordt. Iri afwach ting daarvan ondervindt men zeer veel medewerking van de Engelsche autoriteiten om het kolentransport te bespoedigen. De kolenbooten, die op het oogenblik op Enge land varen, doen de reis full-speed en heb ben zoewel hier als in Engeland zoo min mogelijk oponthoud. Geregeld geeft de Engelsche regeering onmiddelijk na het laden uitvoervergunning. Naar wij verder vernemen, zijn tot' op heden reeds elf Nederlandsche stoomsche pen, die tot dusverre voor andere doeleinden worden gebezigd, op verzoek van de Neder landsche regeering door de reeders ter beschikking gesteld, om in Engeland kolen te gaan laden en daardoor den aanvoer te vergrooten. Een bekentenis. Bij de politie te 's-Gravenhage heeft zich Vrijdag een ongeveer 30-jarig persoon aangemeld, die bekende dat hij circa één jaar geleden ten huize zijner ouders te Strijen zijn krankzinnigen broeder door ver worging van het leven heeft beroofd. Hy deelde aan de politie mede, dat hij des tijds als verdacht van de misdaad gedurende 3 maanden te Dordrecht voorarrest heeft ondergaan. Hij heeft toen steeds ontkend en is ten slotte uit het voorarrest ontsla gen. Sedert was hij gaan zwerven, tot dat hij door gewetenswroeging gefolterd thans zijn misdaad kwam bekennen. o Een slecht voorbeeld. Te Zevenaar is Zaterdag nabij de grens aangehouden eene onderwijzeres van een der openbare scholen in die gemeente. De jongedame werd door een visiteuse onder- zocht en bleek hare beenen met elastiek band omwonden te hebben. Voor zoover ons bekend, is het de eerste maal dat een opvocder(ster) der jeugd wegens smokkelen werd bekeurd. o Het gebeurde te Koewacht. Betreffende hjet te Koewacht voorgevallen grensincidentje kunnen wij mededeelen, dat de Duitschers over de grens kwamen, toen zij een in November ontvluchten Belg, A. v. V geheeten, zagen aanbellen in de buurt van de grens. Met hun vijven een offi cier en vier soldaten grepen zij v. V. aan en wilden hem met geweld over de grens trekken, ongeveer 20 meters van de plaats waar v. V. zich bevond. Maar deze ver zette zich tegen deze overbrenging, waarbij hem de kleeren van het lijf werden ge trokken. Gelukkig kwamen de wacht meester van de maréchaussée en de hoofd commies der belastingen tusschen beide, zij ontzetten den Belg en maakte het den Duitschers in krachtige bewoordingen dui delijk, dat zij op ons gebied geen arres taties hebben te verrichten. Spionnage Te Rotterdam zijn gearresteerd een Ne derlander, een Belg en een brievenbestel ler. De Nederlander, in dienst van den Belg, zou den brievenbesteller hebben om gekocht om brieven uit Duitschland, aan een ingezetene gericht, aan hem te geven, waarna hij ze aan den Belg gaf. Bij huis zoeking in de woning van den Belg in de Zwaerdecroonstraat, zijn een aantal brieven gevonden. Waarschijnlijk is dit een spionnage zaak. Bloedige vechtpartij. Te Breda ontstond Zondagavond in het café van Z. aan den Tramsingel, een vecht partij tusschen burgers en militairen. Eenige burgers en een tiental militairen waren met messteken bloedig verwond. Een der burgers, zekere J. R., fabrieksarbeider te Beek-Princenhage, was zoodanig met mes steken toegetakeld, dat hij eenige oogen- blikken nadat de politie ter plaatse was verschenen, aan de gevolgen is overleden. Duurder potlooden. De gezamenlijke Duitsche potloodfabrie- ken, die bij 't begin van den oorlog den prijs der potlooden reeds 25 pCt. hadden verhoogd, hebben dien toeslag op den prijs thans op 60 pCt. bepaald voor de betere soorten. Copieer- en inktpotlooden, die al met 10 pCt. in prys gestegen waren, wor den nu 25 pCt. duurder. Kwart voor negen verzocht de stadsom roeper te Zieriksee de burgerij Vrijdagavond nog inlichtingen omtrent een 6-jarig meisje van de wed. Den H., dat 's middags naar school was gegaan en waarvan elk spoor ontbrak. Het is kort daarna slapend aangetroffen in de school De Emmer Ct. verhaalt. Een venter komt met een kar met visch bij een der inwoners. Bij de visch was o.a. een groote snoek, die nog leefde en telkens den bek open deed. De juffrouw had wel zin in den snoek, maar kon het over den prijs nog niet eens worden. Met haar beursje in de hand, komt zij hiermee te dicht bij den bek van den snoek, die zich plotseling tot grooten schrik van de juffrouw, met een hap van het beursje meester maakte en hardnekkig weigerde het nog gedeeltelijk uit den bek stekende beursje terug te geven. Goede Raad was duur I Tenslotte moest de juffrouw den snoek wel koopen, wilde zij haar beursje terug hebben, wat dan ook gebeurde. o Wegens aangifte doen van een straf baar feit, wetende dat het niet gepleegd is, vordert de officier van justitie tegen den ntet verschenen beklaagde Gerrit den D., 38 j. te Aalst, gemeente Pouderoijen, een gevangenisstraf van 2 maanden. De man achtte het noodig tegen den veld wachter H.W. een klacht in te dienen bij den rijksveldwachter W. A. H. M. te Del wijnen, naar aanleiding van het feit dat hij (beklaagde) den veldwachter W. op 4 Oct. j. 1. met de pet achter op het hoofd, in slingerende houding, naast zijn rijwiel op den Maasbandyk aan de Rietschoot had waargenomen. Niet minder dan acht getuigen vertellen dat de veldwachter »niets mankeerde", terwijl de dienaar van den Heiligen Her mandad zelf verklaart, dat er een stevige bries woei en een lekke achterband van zyn fiets hem last veroorzaakte.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 2