Bij dit nr. behoort een bijvoegsel
Vrede op aarde
Het nummer van
Woensdag a.s kan, ten
gevolge der Kerstdagen,
niet verschijnen.
H.H. Correspondenten
gelieven daarmede reke
ning te houden.
V
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3631. Zaterdag 23 December 1916.
FEUILLETON.
I M I.
Und van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel
meer 71/,, cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
„Ach zwijg mij daarvanzoo
hooren wij yan alle zijden de stem
men oprijzen.
„Zwijg mij van vrede, zwijg van
Christendom en beschaving zwijg
van het kindeke in de kribbe dat
vrede brengen kwamHet Chris
tendom is bankroet geslagen. En de
christelijke beschaving is bankroet
geslagen Na 19 eeuwen is de mensch-
heid immers heidenscher dan ooit.
Weg met uw vredeboodschap. Laat
ons vergeten dat er zoo iets als een
Kersttijding heeft geklonken. Hui
chel niet langer gij vrome Christenen.
Zie de zwarte werkelijkheid en erken
dat uw geloof leugen en dwaasheid
is
Wat zullen wij antwoorden Ach
ja wij zijn geslagen lamgeslagen door
het gruwelijke en onzegbaar ellen
dige van dezen vreeselijken tijd
Daar ligt een druk op ons, als van
loodzwaren last. Al werden wij tot
nu toe buiten de draaikolk gehouden,
die bezig is de volkeren van Europa
naar beneden te zuigen wij lijden
mee wij die ons één voelen met
de overige menschheid wij kreunen
bij wijlen van innerlijke pijn.
En wij vragen ontzet: Hoe is het
mogelijk En wij klagen Wat is
de mensch toch diep gezonken
Maar zullen wij nu zeggen: Weg
door A. DE VISSER.
49)
Ze zal licht hebben over die duistere
geschiedenis. Wij weten er ook niets meer
van, dan dat we 't bij haar gevonden
hebben; maar 't is warempel of het spreekt.
Ik ben haast zeker dat ik dien vent, die
bij die tent was waarin die vrouw stierf.
dat ik dien vent vandaag heb weèrge-
zienEen oude kerel met een poedel
stond van morgen voor mijn apotheek en
't was of 't mij werd toegeroepen dien
kerel kent geen ik heb me bijna gek
geprakkiseerd, tot me op eens de naam
van Francois voor den geest kwam. Hij
moet het zijn, het kan niet anders, die
vent kan er meer van weten, hem moet
ik hebbenAl zal ik dag en nacht
zoeken, al zal de politie me helpen vin
den moet ik hem, er helpt niets aan.
Dat medaillon, we hebben 't altijd wel
als een duistere zaak beschouwdmaar
nu het zoo'n rol gaat spelennu zal
er klaarheid komen.
Had ik dien kerel nu maar hier I* zei
hij ongeduldig heen en weer loopende....
«Hij zou klappen zoo goed was hij niet,
en dan met die wetenschap zullen we
Mimi, en zoo 't noodig is den Baron van
Walstein, wel op de hoogte helpen, dat
met KerstfeestWeg met de blijde
boodschap Alles dwaasheid
Er is een betere weg.
O, als de menschen geluisterd had
den naar die^ blijde tijding uit den
Hooge van een vrede die door het
Kind van Bethlehem gewekt wordt,
allereerst in de harten en dan in de
huizen en dan in de maatschappij
en dan onder de volkeren der wereld
het zou er anders uit zien in Eu
ropa.
Niet het Christendom heeft de
schuld, maar de zoogenaamde Chris
tenen, die wel spreken van vrede,
maar ondertusschen bezig zijn de
haat aan te blazen en op den loer
liggen hoe zij hun slag kunnen slaan.
Vrede op aarde. O wie die nog
iets kinderlijks, iets teeders in zich
heeft wordt niet stille van heilig
verlangen, van machtige ontroering
als hij deze klanken verneemt. Een
kind, een arm veracht kind, dat
komt om in de menschen, die zicb
door Hem laten gezeggen, te schep
pen, een gemoedsgesteldheid zóó
wonderrein, een liefde zóó hemelsch
warm, een vrede zoo gaande boven
alle verstand, dat zij er geheel door
veranderd worden.
Het is dus niet de vraagIs er
al vrede op aarde Ofzal er wel
ooit vrede komen op &è,rde
Maar is er reeds die vrede in mij
Dan kan er, hoe ook de oorlogs
brand rondom ons al' feller oplaaie,
in ons zijn een onverstoorbare rust.
Dan kan zelfs op het slagveld, te
midden van het bulderen der kanon
nen en het gekreun der stervenden,
het soldatenhart instemmen met het
„Vrede op aarde."
Ik lees van den Kerstmis van het
jaar 1870. Toen ook lagen de Duit-
schers in Frankrijk en greep de
oorlogsverwoesting om zich heen.
Maar ziet in dien stillen Kerstnacht,
toen de twee vijandelijke legers
rustten en het stille was over de met
bloed doordrenkte velden, klonk daar
op eenmaal onder den nachtelijken
sterrenhemel een lied, gezongen door
een Fransch soldaat „Minuit Chrétiens
c'est 1' heure sollennelle."
't Is mindernacht, o christenen,
verzeker ik u.
....Wel.... wel, die oude Frangois
als hij toch eens dezelfde wasals ik
hem eens weèr vond stilik weet
al die hokjes en gaatjes waar dat bedel
volk in den regel huist. Ik ga onmiddelijk
zoeken, vrouw, en ik verzeker je, ik rust
niet voor ik hem gevonden heb.*
»Maar,« liet Mevrouw bedenkelijk erop
volgen,.... «wilt ge dat zelf doen?....
Is 't niet veel gemakkelijker voor de po
litie Tien tegen een dat gij een nut
teloos werk doetHoe zou juist diezelfde
vent nu nog weèr hier komen?.... Er is
immers meer gelijk dan eigen En och
dat volk, dat zoo'n reizend leven leidt,
wordt in den regel niet oud.«
»Neen,neen,* zei de Dokter, «poog
niet, me van myn goede voornemen af te
brengenhoe meer ik er over denk.
hoe vaster mijne overtuiging wordthy
is het bepaald want hoor eens, toen
hij voor mijn apotheek stond en my in 't
gelaat zag, en ik hem aankeek, droop hy
ineens af.... Waarom zou hij datgedaau
hebben als hij niet Francois was...., die
oude leelijkertdie Mimi stilletjes
heeft achtergelaten Gekheid allemaal
hij is het en ik ga hem zoeken ook
aanstonds,*en meteen nam Dokter
Beels zijn hoed en ging de kamer uit.
«Verbeeld je nou eens, Klaar,zei Me
vrouw. «Nou gaat de Dokter.... dien
vent zoeken, die van daag met zoo'n poe
del op straat heeft geloopen. Je bebt hem
en plechtig is de stonde
En hoortook van Duitschen kant
verheffen zich de stemmen. In hun
taal zongen er de Duitschers mee
datzelfde lied en machtig was de
ontroering, die hun zielen aangreep
toen zij samen zongen van vreed'
op aarde, daar waar de oorlog hen
als vijanden tegenover elkander
deed staan.
Ja waarlijk 'tis mogelijk vrede te
kennen en van vrede te getuigen
ook op het slagveld ook in een oor
logsjaar als dit en in te stemmen
met Dirk Rafaelsz Kamphuizen (die
leefde van 15861727) mede aan
heffen
Al wat men hoort en ziet
Rondom in land en steden
Is oproer krijg en moord
En duyzend grouwlijkheden
'tls alsof uyt de Hel
De duyvel quam voortreden
En speelde zijn treurspel
Doch 't Christenhert heeft vrede,
heeft vrede, heeft vrede, heeft vrede.
Dan zullen we alom vrede zien te
scheppen. In eigen huis. In eigen
omgeving.
Dan werken we mee met hen die
streven naar den wereldvrede.
Dan zoeken we voor degenen die
minder bedeeld zijn dan wij, engelen
te zijn. Wij deelen hen mee van
het onze. Wij bereiden hen vreugde
op het vreugdefeest.
En dan trilt er hoe duister ook de
hemel is boven ons een vlam van
heilig liefdevuur, dat koestert en
Verkwikt alleen die ons omgeven.
Mogen alle lezers een blij Kerst
feest genieten.
Een blij hartefeest
en dus een blij familiefeest
en dug een blij christelijk feesten
zij het heel spoedig een blij vrede
feest der volkeren.
Vrede op aarde Ja zingt voort
o engelen uw liefelijken zang en
brengt ons uw heerlijke tijding steeds
nader.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Wat moet dat voor Lloyd George, de
eerste minister van Engeland een aangrij
pende gedachte geweest zijn, toen hij zijn
misschien ook gezien
«Nee Mevrouw, dat heb ik niet. Maar
wou meneer dan dien poedel koopen
»Och nee mensch,* zei Mevrouw ver.
drietig. «De dokter wil in dien vent den
zelfden persoon zien van dat spel, waar
Mimi vroegerOch Klaar,ik kan
nog niet alles zoo zeggenmaar 't zou
ommers een wonder wezen as....«
«Assie em vond zei Klaar.
«Och nee, dat niet,.... maar as ie 't
was, en as de Dokter hem vindt
enals ie het is dan zegt zoo'n vent
immers toch Ik ben het niet I Dok
ter kan zoo onverstandig doen,.* liet ze er
hoofdschuddende op volgen,«zoo on
bedachtzaam en onverstandig
HOOFDSTUK XV.
Meer licht.
Waar of de Dokter dien namiddag en
avond al niet in liep 1 In de kleinste on
aanzienlijkste herbergjesmaar waar hy
kwam, en naar den vent met zijn poedel
vroeg, nergens wist men hem eenig na
richt te geven.
«Hij heeft lont geroken,* mommelde de
Dokter. Misschien direct, nadat ik hem
zag, heeft hy Vechtdam al verlaten
en waar vind ik hem dan weèr
Daar klopte hem, juist toen hy ont
moedigd den weg naar huis wilde inslaan,
een kerel met een ongunstig uiterlyk op
rede hield, dat hij sprak voor millioenen
menschen die met gespannen aandacht
luisterden. Want zoo was het toch, toen
hij voor het Lagerhuis optrad om de vredes
nota der centralen te bespreken. De heele
wereld was in spanning. Wat zou Enge
land doen Daar hing zooveel, zoo niet
alles van af. Immers gelijk Duitschland
aan het hoofd der Centralen staat, mag
men wel zeggen, dat Engeland de gealli
eerden aanvoert. En Lloyd George is tegen
woordig Engelsch eerste minister en de
man van het oogenblik in Engeland. Wij
kunnen veilig veronderstellen, dat Lloyd
George in zijn redevoering niet alleen het
richtsnoer van Engeland heeft aangeduid,
maar ook dat van alle geallieerden. Dit
was trouwens reeds te verwachten uit de
woorden, die gevallen zijn in de verschil
lende volksvertegenwoordigingen der En-
tente-mogendheden.
Wat Lloyd George dus heeft gezegd, is
van het allergrootste belang voor de toe
komst. Hij heeft vrij duidelijk gesproken.
De geallieerden willen wel vrede, maar eerst
wanneer het oorlogsdoel volkomen wordt be
reikt. In dit opzicht zijn al de geailiieerden
het eens. En het oorlogsdoel heeft de
Engelsche premier ook vrij nauwkeurig om
schreven. Het is: volledige terug
gave, volledig herstel, betrouw
bare waarborg. Ruim opgevat wil dit
zeggen, dat de centralen, die aan bijna alle
kanten diep in 's vijands land staan, dit
alles weer zullen ontruimen dat zij boven
dien België en Servië bijv. schadeloosstellen,
dat- zij verder waarborg geven, dat Duitsch
land niet opnieuw zich versterkt, zich niet
aangordt töt een nieuwen oorlog. Zullen
de centralen daarin treden Lloyd George
gelooft het niet, en wij niet met hem.
Volgens den Engelschen eersten minister
is de tijd om vrede te sluiten nog niet
aangebroken. Zoolang Duitschland zich nog
beschouwt als overwinnaar, is er geen sprake
van, dat de toegestoken hand kan worden
gegrepen.
Een kort overzicht laten wij hier van
de rede van Lloyd George volgen, gelijk
het uit Londen geseind werd
Het eerste optreden van Lloyd George
als eerste minister, dat ik in het Lagerhuis
bijwoonde, is geworden tot een feit van
de grootste beteekenis.
Het Huis was vol, alle banken waren
bezet. Op de gaanderij voor «distinguished
visitors* zag men verscheiden gezanten.
De publieke galerij en de damesgalerij
den schouder. Dokter kende hem wel,
de vent, die hem op den schouder tikte,
stond niet in zoo'n besten reuk.
«Hein,* vroeg de Dokter, «wat wou je
Dokter,antwoordde Hein geheimzin
nig, »u bent daar in «Hetgebraden
Botje« (zoo heette een klein herbergje)
geweest, en u hebt daar gezocht naar een
vent, die van daag hier heit geloopen met
een poedel, nietwaar
»Ja,« zei de Dokter. «En wat zou
dat
«Dat zou....,* liet Hein er mét een
listigen trek om zijn mond op volgen
«Wat dat zou.... weet ik niet, maar dat
u hem niet hebt, weet ik wel.«
«Nou ja I*
«En dat u hem ook niet vinden zult,
weet ik ook wel.*
«Maar weet jij hem dan te vinden,*
vroeg de Dokter.
«IJf weet hem te vinden,* antwoordde
Hein, terwijl hij zyn oogen leelijk ver
draaide, «al lag ie onder den grond.*
«Zoo
«Maar daar hoort splint by, «grinnikte
Hein, en hij schoof met zijn smerigen
duim over zijn vinger.
«Nou,.... je kunt er een tientje aan
verdienen,zei de Dokter.
«Dan zul je hem hebben,* schreeuwde
Hein akelig lachende, «voor mijn part
moog je hem villen en op sterk water
zetten.*
«Ja, maar stil eens wat,* zei de Dok
waren reeds vroeg gevuld.
Spoedig na vragentijd kwam Lloyd Ge
orge binnen, dat met toejuichingen van
het geheele Huis begroet werd. Hij zette
zich aan de regeeringstafel neder naast
Bonar Law. Alle nieuwe ministers waren
aanwezig.
In de oppositiebanken zaten velen der
vroegere ministers. Spoedig na het binnen
komen van Lloyd Gerorge trad ook Asquith
de zaal in. Hij werd met warme toea
juichingen begroet en nam naast Mc Kenn
en Herbet Samuel plaats.
Enkele minuten over vier stond de pre
mier weder op en werd opnieuw langdurig
toegejuicht. Hij legde vellen papier met
aanteekeningen op zijn portefeuille en raad
pleegde die dikwijls gedurende zijne rede.
Dikwijls las hij groote stukken daaruit
voor.
Na gewezen te hebben op de verschrik
kelijke verantwoordelijkheid die hij in dezen
vreeselijksten van alle oorlogen op zich
genomen had, sprak hij onmiddelijk over
de nota die hij van Duitschland ontvangen
had en die de vredesvoorstellen bevatte,
welke hij, op elk woord nadruk leggend,
nauwkeurig en duidelijk voorlas, terwijl
het geheele Huis zwijgetad en in gespannen
verwachting luisterde.
Hij wees er nadrukkelijk op, dat de
geallieerden ieder afzonderlijk en onafhan
kelijk van elkander tot dezelfde conclusie
waren gekomen, dat er n.l. geen vredes
voorstellen in de nota vervat zijn,
Alvorens de geallieerden vredesonder
handelingen zullen aangaan, moeten zij waar
borgen hebben, dat Dnitschland voorwaar
den zal aanvaarden die mogelijk zullen
maken, dat de vrede gesloten en gehand
haafd wordt.
«De voorwaarden die Engeland stelt,*
zeide Lloyd George o.a., «zijn herhaaldelijk
uitgesproken door alle leidende staatslieden
der geallieerden, o.a. door Asquith.Het
is van belang, dat er geen misverstand
blijft bestaan in een qdhestie van dood en
leven voor millioenen, daarom wilde de
spreker ze nogmaals herhalen«volledige
teruggave, volledig herstel, betrouwbare
waarborg.*
Lloyd George verklaarde verder, dat de
geallieerden den oorlog begonnen, teneinde
Europa te verdedigen tegen den aanval van
de Pruisische militare kaste. Wij moeten
aandringen op de meest volkomen waar
borgen dat deze kaste nooit meer den vrede
van Europa kan storen.
ter, Hein tegenhoudende, die weg wou
gaan, «maar wanneer
«Hein bedacht zich even,.... en zei met
een geheimzinnig gezicht.... «van avond
wordt het te laat, maarmorgen och
tend, hoe laat
«Neen, dat is niet noodig,* zei de Dok
ter, «maar pas op, houd je woord
«Nou, zoo waar as ik Hein hiet 1 Maar
zeg eens Dokter, ik moet loopen, misschien
heel hard en heel ver loopenen van
loopen krijgt een mensch honger en dorst,
geef me wat drinkgeld op reis.*
«Daar,* zei de Dokter en gaf hem een
gulden en voort liep de vent.
»Nu,« zei Mevrouw Beels toen de Dok
ter te huis kwam, «heb je dien viezen
man gevonden?*
«Neen,* was het ontevreden antwoord,
«maar ik heb een afgezant uitgestuurd om
hem te zoeken.*
En den volgenden morgen, Dokter en Me
vrouw zaten samen aun het ontbijt, stak
Klaar met een air van gewicht het hoofd
binnen de deur.
«Dokter,* zei ze, daar is een vreemde
Meneer en die wou Dokter absoluut spre
ken.*
«Ken je hem niet, Klaar
Ik heb hem nooit gezien, Dokter. Hy
heit een zwaren baard en knevels
enhij praat zoo kort af.«
Wordt vervolgd Bijvoegsel.)
1
1
V
1
voor Het Laid van
en Alteia, de Langstraat en de Binelerwaard.