Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3653. Woensdag 14 Maart 1917. FEUILLETON. EL NERO. UND VAN ALTENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsvérhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Toen deze oorlog uitbrak was een der schrikbeelden die zich in de naaste toekomst aan ons oog ver toonde, dat der besmettelijke ziek ten cholera, pest, pokken. De oorlog was verschrikkelijker dan men zich ooit had kunnen denkenhij duurde langer, was wreeder, vroeg meer x menschenlevens, sloeg dieper won den aan de vijandige volken, ont- wrichte meer het geheele menschdom dan ooit een vroegere oorlog deed maarde gevreesde groote epide- miën bleven uit. Wel kwamen hier en daar enkele gevallen voor, maar de' ziekten verbreidden zich niet over geheel Europa zooals vroeger placht te geschieden. Toch blijft men nog vreezen en eenige weken geleden deed het be richt de rondte dat er in Berlijn een pokken-epidemie was uitgebroken Dit bericht werd echter weer spoedig tegengesproken door de Duit- sche autoriteiten er komen wel ziek tegevallen voor, maar niet in ver ontrustende mate. Het is te begrij pen dat de Europeesche volkeren sidderen als zij hooren dat hun erf vijand, de pokken, die hen zoo dik wijls heeft vervolgd, den kop weer heeft opgestoken.1 Wie de geschiedenis der pokken kent zal dit begrijpen. Men heeft tot heden niet geschied kundig juist kunnen bepalen of de pokken oorspronkelijk uit Azië dan uit Afrika zijn zeker schijnt het te zijn dat zij niet van Europeeschen oorsprong zijn. Evenmin weet men precies langs welken weg zij in Europa gekomen zijn, hetzij over Spanje door de Mooren, hetzij door de Romeinen door hunne krijgstoch ten naar Italië. In de zesde eeuw na Christus richtten zij reeds groote verwoestingen aan in het Zuiden van Europa. De oorlogen, die de volken in die dagen van heinde en ver bij elkander brachten, begunstigden de verspreiding van die aanstekende ziekten. Vooral de kruistochten brach ten de ziekte pver naar plaatsen, die tot nu toe verschoond waren geble. 13) Vervolgens begeeft ge u morgen ander maal tot den directeur der tollen. Gij deelt hem mede, dat ik voornemens ben, om met ongeveer dertig man bij de engte van Leonardo, aanstaanden Maandagavond der tig balen zijde uit Frankrijk binnen te smokkelen. TervVyl de tolbeambten nu hun hoofd macht daarheen brengen, waar zich dertig onzer met balen stroo zullen bevinden, om deze waardelooze balen bij het ontwaren van de tolbeambten weg te werpen en te ontvlieden, wachten dertig anderen mij bij de pachthoeve van Fernando Po, waarheen de Fransche koopman tien muildieren, met zijden goederen beladen, brengen zal. »Wy zullen den weg daar zeer zeker onbezet vinden, kleine posten tolwachters gemakkelijk in bedwang houden en onze waren snel over de grenzen kunnen bren gen. Zoodra dit geschied is, begeeft gij, Benarez, u naar Madrid, waar ge een brief van mij krijgen zult en waar ge in veilig heid zijt. Uw huisgezin krijgt het deel van de winst, waarmede het den winter kan doorkomen. Ook zal er verder voor gezorgd worden. Hebt gij allen my be grepen Met warme geestdrift keken d« ruwe ven, en hospitalen voor poklijders werden voor het nageslacht de ge denkzuilen, die hun den weg wezen langs welken de kruisvaarders ge trokken waren. Die hospitalen waren zelfs nieuwe brandpunten, waaruit zich de ziekte verbreidde. Frankrijk, Engeland, Nederland, Denemarken en Zweden komen door de kruistochten in de rij der landen, waar de ziekte eerst nu en dan, later aanhoudend heerschte. In 1493 kwam zij door soldaten van Keizer Maximiliaan uit Holland naar Duitsch- land. Uit Engeland werden de pok ken naar IJsland over Rusland naar Siberië gebracht, en mén moet zich over het feit verwonderen de warme luchtstreken zijn de geboorteplaats der Jpokken. en het koude Noorden is voor de ziekte het gevaarlijkste Naar Amerika kwamen de pokken vijftien jaar nadat dit werelddeel ontdekt was. De Spanjaarden brach ten er de ziekte. Deze bracht onder de inboorlingen grooter verwoestin gen dan het zwaard en de vuurwa penen der Spanjaarden. Geheele stammen roeide zij uitde Indianen zagen in haar een boozen geest, ge komen om al wat leefde te vernie tigen. Elke nieuwe aanvoer van Negers uit Afrika had steeds eene nieuwe epidemie tengevolge. Hoe meer zij zich verspreidde, des te heviger werd de ziekte, hare epi demiën werden talrijker, algemeener en moorddadiger. Meer dan eens werd geheel Europa, van het eene einde tot het andere, van het Noorden naar het Zuiden, benevens het Noor den van Azië en Afrika door de pokken geteisterd waar de bescha ving en de menschelijke maatschappij ophielden, daar eerst vond de ziekte een grens. Zonder eenigen twijfel zijn dè pok ken de ergste van alle plagen ge weest, die ooit het menschdom. hebben bezocht. Geen andere ziekte telt zoo hare slachtoflers bij duizenden. In Europa stierf er gedurende de eerste helft der vorige eeuw jaarlijks onge veer een half millioen menschen aan de pokken van vijf pokzieken stierf er een, in zware epidemiën twee of drie. Het tiende gedeelte van de sterfgevallen in Berlijn werd veroor mannen naar hun kapitein, en met onge veinsde hartelijkheid verdrongen allen zich om hem heen, om zijne hand of ten minste een slip van zijn nqantel te grijpen en onder hartstochtelijke betuigingen van hunne toegenegenheid en vereering te kussen. Wat Benarez betreft, deze was op zijne knieën de tafel omgekropen en omklemde, krampachtig snikkend, de knie van den menschlievenden aanvoerder. De mannen waren diep getroffen door de handelwijze van El Nero, en deze had groote moeite om de bewijzen daarvan glimlachend af te weren. Eindelijk gelukte het, de rust weder te herstellen, en El Nero ging voort. Wreed is het lot van ons edel Spanje, de hand van eene onwaardige regeering, die om de zedeloosheid en eene bovenma zaakt door de pokken. Het toenmaals kleine Pruisen leverde een jaarlijks contingent van 25000 dooden, geheel Duitschland 70000. In Zweden stier ven van 1774 tot 18Ó3, dus 30 jaar, 130,000 menSchen aan de pokken. Zweden telde nog niet zooveel in woners als thans ons land. In Frank rijk heerschten herhaaldelijk pok- epidemiën, waarbij er 65 van de 100 stierven. IJsland verloor in 1707 200,000 menschen door de pokken de geheeld bevolking bedroeg 500,000. In Siberië stierven vele stammen uit. In Mexico kwamen in het jaar 1545 de pokken, door een neger in dienst van Narvaez, en er stierven in dat land in datzelfde jaar 80000 men schen door dezelfde ziekte. In de epidemie van 1576 stierven er aan die ziekte in dat land in de vier bisdommen Mexico, Michoacan, Puebla en Oaraca twee millioen menschen, Men kan gerustelijk aannemen dat er voor het jaar 1800 door de pok- ken-epidemiën in alle landen waar zij heerschten een tiende der men schen gedood werden, en een ander tiende door blindheid en andere on geneeslijke kwalen ongelukkig wer den. Gezegden van beroemde genees- heeren uit dien tijd bevestigen deze verschrikkelijkheden. De beroemde Sydenham noemt de pokken de af schuwelijkste ziekte, die meer slacht oflers eischt dan het buskruit. An deren noemen haar „een onvermijde lijke pest." Peter Frank zei in het laatst der vorige eeuw met het oog op de pokken dat hij geloofde dat wie geen pokken gehad had, baar door een vroegtijdigen dood was ontloopen. De ondervinding, die de genees heeren ook heden in elk zwaar geval van pokken opdoen, namelijk dat alle zorg en kunst tevergeefs is, dat men de eenmaal begonnen ziekte niet keeren en hare verwoestingen niet beteugelen kan, deze overoude on dervinding heeft den menschelijken geest reeds vroeg naar middelen doen zoeken, hetzij om de ziekte te voor komen, hetzij, om, als dat niet mo gelijk was, ten minste het gevaar van sterven te verminderen. Wij lezen van de Chineezen, dat tige weelde te huldigen, het eigen volk tot op het merg uitzuigt, drukt zwaar op alle provincies van ons schoon vaderland, zoodat dit, wanneer de toestand nog lang aanhoudt, zijn zekeren ondergang tegemoet gaat. Aan de eene zijde wanbeheer, zinnelooze verkwisting, onzedelijkheid tot aan de trap pen van den toren, aan den anderen kant algemeene verarming, verbittering en som beren haat tegen het heerschende stelsel. Reeds langer dan dertig jaar torst ons volk deze ketenen, die het beletten om aan zijne ontwikkeling en nationale welvaart te arbeiden. »Die macht van het eertijds zoo sterke Spanje is ten opzichte van het buitenland tot eene belachelijkheid gezonken, en alhoe wel er nog wel duizende edele mannen zyn, die deze toestanden ten volle erken nen en de gevolgen ervan overwegen kun nen, zoo vermocht toch langen tijd hun naam niet door den heerschendep chaos te dringen, nog veel minder echter den val van het vaderland tegen tey houden. »b* met elkander vereeni^U tig gezworen, om goed en leven te offeren, ten einde het land van den daarop liggen- den druk te bevryden. Tot deze mannen, kameraden, behoor ook ik.« Nieuwe bijvalsbetuigingen onderbraken voor eenige oogenbikken den spreker. »Alleen door eene verandering van de bestaande regeeringstoestanden kan er eene verbetering van den inwendigen toestand Eindelijk toch hebb^fc die mannen zich ^en elkander plech- zij hunne kinderen hemdjes aantrok ken, die vooraf door pokzieken ge dragen waren, en ook dat zij hun stukjes schilfer van pokzweeren in de neusgaten stopten. Iets dergelijks met het doel om zich opzettelijk ziek te maken, teneinde later voor de ziekte beveiligd te zijn, is ons ook uit Indië bekend, waar de Brahminen katoen met poketter doortrokken op den onderarm legden, op plaatsen waar men vooraf de huid had weg genomen ook trokken zij draden met poketter doortrokken door de huid. Vooral gebeurde dit ,van ouds her in Georgië en Circassië (bekend als het land waar de schoonsten van het blanke ras wonen), waar het door oude vrouwen gedaan werd. Ook in het Noorden van Azië en in Europa vindt men in vroegere eeuwen reeds sporen van zulk een handelwijs voornamelijk in Griekenland was het in gebruik en zeer algemeen onder de/ Grieksche bevolking in het begin der achttiende eeuw. Men noemde dat „de pokken koopen" en betaalde er ook geld voor. In Europa were dit gebruik langzamerhand verfijnd en eenvoudiger gemaakt. Men droeg de pokken over door eene bijzondere pomade, of liet de kinderen bij een poklijder in bed slapen. Eerst later kwamen er lancetten en naalden in gebruik, waarmede men, gelijk men thans de koepokstof doet, etter ui de pokblaasjes onder de opperhuic voerde.'eene handelwijze, die onder den naam van inenting der pokken of inoculatie van menschenpokken historisch is geworden. Met, verwondering vraagt men hoe kwam men op het denkbeeld om opzettelijk een vergif in zijn lichaam te brengen, een vergif, hetwelk voor de verschrikkelijkste pest werd ge houden hoe kwam men er toe eene ziekte op te zoeken, die zoo weinigen spaarde En het antwoord op die vragen is het volgende: In verreweg de meeste gevallen ijs het zeker dat wie slechts eenmaa de pokken heeft gehad, al is het in een lichten graad, in het vervolg voor die ziekte veilig is. Vervolgens werd door de ervaring geleerd, dat de afzonderlijk verschijnende, de verkregen worden, het opheffen van de zoo zwaar juist op onze provincie drukkende scheepvaarttollen zoude bij voorbeeld onze bevolking op eenmaal in staat stellen om weer haar vroeger vreedzaam en winst gevend beroep uit i te oefenen, in plaats van als smokkelaar een leven vol gevaren en in een voortdurenden strijd met de wetten te leiden, en eveneens is het in andere provincies gesteld. En om deze verandering te helpen be werken, met alle middelen naar de bevrij ding van het vaderland te streven, daartoe zult gij, Baskische mannen, ook uw deel bijdrageu, wanneer dat oogenblik nadert, en ik mij onder u vertoon en u oproep, om mij te volgen niet alleen in den kleinen oorlog van de smokkelaars tegen de tol beambten, maar in den strijd tegen de ons allen onderdrukkende regeering, zult gij mij dan uwen dank bewijzen en mij volgen, waarheen het ook zij Een geestdriftig bijvalsgeschreeuw der verzamelden was het antwoord op de woor den van hun aanvoerder. Velen hieven bezwerend de handen op of zwaaiden de geweren. »Leve onze kapitein El Nero!# riepen de mannen. »Wy volgen u, waarheen het ook zij. Gij zijt onze vader »Zoo zy het, mannen uit het Basken- and. Niets anders heb ik van u verwacht. Nog is de tijd niet daar, doch werft in middels onder uwe vrienden en bekenden, want wie weet, wat reeds het komende zoogenaamde sporadische gevallen van pokken in het algemeen lichter waren en paet minder gevaar ver bonden' dan de epidemische pokken. Deze beide feiten vormen den grond slag voor de inoculatie der echte menschenpokken. Daar men zich door het inenten van goedaardige pokken eenmaal ziek maakte, hoopte men tegen de boosaardigheid eener epidemie, waarvoor niemand veilig was, gevrijwaard te zijn. Over het, algemeen heeft de ervaring dit alles- bevestigd. BUITBXLANDSCH OVERZICHT. Bagdad is door de Engelschen genomen. Dat is het belangrijke feit dat onze aan dacht vraagt. Bagdad de wereldberoemde stad der Chalifen, eenmaal het brandpunt der Mohammedaansche beschaving. De stad is vooral van belang uit het oogpunt van de groote tradities, die zij herbergt. Zij is bij vroeger vergeleken vervallen. De paleizen der vroegere Chalifen zijn bijna geheel en al verdwenen en alleen sommige moskeeën (Mohammedaansche tempels) to rens en 3 poorten herinneren aan de voor malige grootheid der stad. Eén poort is ter eere van Sultan Moerad IV, die er zegevierend binnentrok, nadat hij Bagdad aan de Perzen ontrukt had, dichtgemetseld en na dien tijd niet meer geopend. Toch hoe zeer de stad vervallen is, zij is in de laatste eeuw er weer wat bovenop geko men. Het aantal inwoners wordt nu op '200.000 geschat. Van groote beteekenis is Bagdad voor dé Mohammedanen door de graven der heiligen die er gevonden wor den en doör de beroemde bedevaartplaatsen. Maar van grooter beteekenis is deze stad voor de Engelschen om haar ligging. Het is de groote landweg naar het Oosten, waarom het in dezen oorlog onder meer is të doen. De strijd op den Balkan is voornamelijk een strijd om dien weg geweest, die daar dien anderen gewich- tigen weg, weike Rusland met het overig Europa kan verbinden, kruist. De strijd op den Balkan is nog niet uit, maar het succes is er voorloopig nog niet voor de entente geweest.. Te meer mag deze het op prijs stellen, dat zij nu eén aanzienlijk succes heeft behaald aan liet eind van den grooten weg der toekomst. Het Oostelijkst centrum is nu in Engelsche handen er is aan de zijde, waar de Duitsehe invloed het voorjaar brengen zal. En nu kan José de mannen aanwijzen voor aanstaanden Maan dag. Hij zal u alles mededeelen, wat op deze onderneming betrekking heeft en de verder noodige beschikkingen nemen. Gij, Benarez, gij weet wat ge te doen hebt, ik zie elk uwer schreden. Vaartwel allen El Nero reikte Pedro en José de hand, wenkte Benarez en de anderen nog een maal vriendelijk toe en verliet daarop de vergaderplaats. Daar buiten vond hij zijn bruine#, die een goede portie maïs naar binnen had gewerkt, hij roldje dé deken weder op, gespte haar achter het zadel vast, bnaakte de teugels los en, licht en veerkrachtig in den zadel springend, reed hij langzaam weg langs het, bij het maanlicht slechts moeielijk te onderscheiden boschpad. José, de onderaanvoerder, deelde inmid dels de leden der smokkelaarsbende voor de beraamde onderneming in en gaf hun nauwkeurige instructies.; ook werden er maatregelen genomen tegen mogelijke sto ringen van het gansche plan. Toen dit afgeloopen was, gingen de ver zamelden uiteen en begaven zich groeps gewijze of wel afzonderlijk naar hunne woonplaatsen. »Zoo lang er nog zulke edele menschen zijn als onze kapitein,# zeide Pedro; die met Benarez en een paar anderen in het zelfde dorp woonde, behoeft ous volk niet te wanhopen. Wordt vervolgd «oor Het Lom van Hoosden en Alteon, de Langstraat en de Boimelerwaard. Pokke d Weest geene kinderen zeide hij vrien delijk. »Ik weet dat ge trouwe lieden zijt. Eéne zwaluw geeft nog geen zomer. Sta op, Benarez, en juist de omstandigheid, dat ik u nu niet plleen vergeef, maar ook op nieuw u mijn vertrouwen schenk, moet u ten bewijze strekken, dat ik geene schur ken onder u tel Hebt ge gefaald, maak het dan door dubbele trouw weder goed. Moeielijke dagen staan ons en ons arm vaderland wellicht maar al te spoedig te wachten, doch uit de donkere wolken dezer moeielyke dagen zal ook weldra het licht der bevrijding breken, zijt daarom bedaard, want nog gewichtigere zaken heb ik met u te bespreken.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1