Het Oamocles-zwaard.
land van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3659. Woensdag 4 April 1917.
FEUILLETON.
EL NERO.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
In overoude tijden regeerde in
Syracuse de tyran Dionycius. (Tyran
heette toen elk, die door eenigen coup
d' état de teugcis van het bewind had
weten machtig te worden.) 't Zij daar
voor reden bestond of niet, Dionysius
was de meest achterdochtige vorst,
die we kennen. Hij liet zich door
zijn dochters scheren, dewijl hij zijn
vorstelijken nek niet aan de geoe
fende handen des baardschrappers
durfde toevertrouwen doch toen zijn
vrouwelijke barbiers tot de jaren des
onderscheids gekomen waren onttrok
hij zich ook aan haar handen en liet
zich haren en baard afbranden. De
man, die zijn eigen kinderen niet
vertrouwde, deed dat ook niemand
in zijn gansche rijk. Wanneer hij
ter ruste ging, werd zijn slaapsalon
door water afgesloten van de buiten
wereld, en ingeval de omstandighe
den hem noopten met het volk te
onderhandelen, versmaadde hij tribu
nen en katheders, doch klom eenvou-
op een hoogen toren, opdat hij veilig
zou zijn. Niemand zal beweren dat
Dionysius een gelukkig leven had.
Hij althans rekende zich tot de on
gelukkigste sterveling op de gansche
aarde. Nu, de man had het er zeker
naar gemaakt. Een zijner dienaren,
een echt hoveling, Damocles geheeten,
verschilde daarin echter met zijn
vorst en liet geen gelegenheid voor
bijgaan om. de macht van Dionysius
hemelhoog te loven en te prijzen.
De laatste, niet van gezond ver
stand beroofd, zooals blijkt, besloot
dezen stroopsmeerder een gevoelige
les toe te dienen. Toen Damocles
op zijn vraag of hij de plaats zijns
vorsten zou willen innemen bevesti
gend geantwoord had, liet hij een
prachtige tafel aanrichten en plaatste
den vleier op den troon. Vooraf ech
ter had hij vlak boven Damocles'
hoofd een scherp zwaard opgehangen.
Toen nu de koning van één dag zich
te goed deed aan de heerlijkheid
rondom hem en niet weinig trotsch
de eerbewijzen zijner dienaren ont
ving, ontwaarde zijn oog de vlijm
scherpe punt van 't blanke zwaard
dat ieder oogenblik op zijn hooid kon
19)
Een nieuw geestdriftig gemompel ging
door de verzamelde toehoorders.
j>Met recht verlangt gij van ons een
waarborg voor de waarheid mijner Woor
den, en met evenveel recht vraagt gij u
zeiven dan wellicht ook af, waartoe die
maskers voor het gezicht.
Wie het eerlyk en goed meent, behoeft
ten minste tegenover ons zijn aangezicht
niet te verbergen.*
Maar bedenk toch, dat wij er rekening
mede moeten houden, dat misschien de een
of ander onder u niet genegen is, om ge
weld te keeren, en in dit geval moesten
ten minste wij met ons drieën het geheim
van onzen naam bewaren, want wij spelen
met onze hoofden, en toch zoude degeen,
die niet met ons streven instemde, even
vry van hier gelaten worden als hij ge
komen is.
Ook anderen dragen het masker en
dachten misschien evenals wij. Doch nu
gij allen eensgezind zijt, zal en moet ook
het masker vallen, en wij zijn de eersten,
die dit hierbij afleggen.*
De drie voorzitters namen de maskers
af en toen deze aangezichten zich nu on
gedekt vertoonden, barstten de verzamelden
in zulke stormachtige juichkreten los, dat
neerkomen, dewijl het slechts aan één
dunne haar hing. Doodelijk ver
schrikt smeekt hij Dionysius het spel
letje te doen eindigen om maar weer
tot zijnv gewonen, minder gevaarvol
len werkkring terug te keeren.
Aldus verhaalt Cicero. Er is mis
schien geen woord van waar, doch
in elk geval bevat deze vertelling
een schoone waarheid en heeft ze
het zwaard van Damocles populair
gemaakt bij alle natiën.
En de oorlogvoerende volkeren
kennen niet alleen dit verhaal, maar
kunnen er ieder voor zich aan toe
voegenons hangt een Damocles-
zwaard boven het hoofd. Wie van
ons, wij of onze vijanden, zullen ver
nietigd worden De beslissing over
den krijg blijft uit, niemand zal ge-
looven dat zij ons vandaag of morgen
verrassen zal, en daarom zou men in
hun geval kunnen zeggende draad
van het Damocles-zwaard, dat hen
boven het hoofd hangt, is vrij sterk
het zwaard zal niet plotseling vallen.
Maar hoeveel treffender wordt het
beeld als wij denken aan die solda
ten, die in de eigenlijke getechtslinie
zich bevinden. Als zij 's morgens
ontwaken, moet hun eerste gedachte
welzijn: zou dit mijn dag misschien
zijn Als we de illustraties nakijken
en we zien die slagvelden afgebeeld
waarop er reeds zooveel neerliggen
terwijl er anderen voortijlen, den
vijand tegemoet, voor hoe lang?
dan voelen we hoe onzeker hun be
staan is. Misschien is het geweer al
aangelegd waarvan de kogel een
eind aan hun bestaan zal maken. En
toch, ze zitten niet bij de pakken
neer onder de manschappen heerscht
dikwijls een opgewekte geest. Men
raakt aan alles gewoon, wordt er wel
eens gezegd zelfs aan het voortdu
rende gevaar.
Tot nu toe zijn wij gelukkig niet
in den krijg gewikkeld. Maar toch
kan men zeggen dat ook aan onze
Nederlandsche natie voortdurend het
Damocles-zwaard boven het hoofd
hangt. Wat grijpen wij niet altijd
begeerig naar de conranten om te
zien welke de houding van Duitsch-
land en Engeland ten onzen opzichte
is. Zullen wij gespaard blijven? Wij
zien het Damocles-zwaard trillen te-
de eerste spreker dringend om kalmte ver
zoeken moest, want het drietal daarboven
op de armzalige planken estrade vertegen
woordigde destijds Spanje's macht en sterk
te, vielen zij van de regeering af, dan was
het lot daarvan zoo goed als beslist.
Het waren de maarschalken Prim en
Serrano, zoomede de admiraal en bevel
hebber der koninklijke vloot Topete.
Ook de andere maskers vielen nu als
vanzelf af, en toen het hoofd der verzamel
den, maarschalk Serrano, de namen en
tite s van ieder der aanwezigen voorlas, en
ieder der opgeroepenen naar voren trad,
om op het beeld van den Heiland de ge
lofte af te leggen, dat hij goed en bloed
voor het welslagen der onderneming veil
zoude hebben, toen bleek, dat de vergade
ring inderdaad uit Spanje's aanzienlijkste
mannen bestond, en trots op het in hem
gestelde vertrouwen legde ook Pelloro den
vastgestelden eed af.
Vriendelijk zag Serrano hem hierbij aan,
en groette hem met een licht buigen van
het hoofd. Pelloro wist thans, dat hij aan
den maarschalk zijne uitnoodiging tot de
vergadering te danken had.
De beraadslagingen werden nu op ge
regelde wijze voortgezet.
Aan ieder der saamgezwofenen werd de
plicht opgelegd, om in zijn district voor de
onderneming te werken, en een kring van
geestverwanten omzich heen te verzame
len, en wanneer het sein uit de hoofdstad
werd gegeven, moest in alle provincies te
gen den zwaar bewolkten heriiel.
Zullen wij voldoende voedsel kunnen
blijven ontvangen, of'zal hongersnood
aan onze deur kloppen Wij zien
omhoog en het Damocles zwaard ziet
er dreigender dan ooit uit.
Maar het is niet in deze oorlogs
tijden alleen dat ons bestaan zoo
wankel is. Toen deze week de on
verwachte onweersbui ons opschrikte
vroegen onze kinderen, beangstigd
door het ongewone van het geval
zou de bliksem ons ook in onze bed
jes kunnen treffen Ik kon niet an
ders zeggen danja, zeker. Maar
't was^zoo heerlijk er aan toe te
kunnen voegen„maar wees niet
bezorgd, je weet toch in wiens hand
we zijn." Waarop zij„in Gods
hand." En de hoofdjes werden rustig
neergelegd en de oogjes gesloten.
Laat het ons ook zoo gaan het
gevaar kennende en wetende dat ons
leven is als een draad die afgesneden
wordt, als een blad aan een boom,
als een bloem des velds, rustig voort
gaan in het besef dat er geen haar
aan ons hoofd gekrenkt zal worden
zonder Gods wijzen, liefderijken wil.
Nu we begonnen zijn met Diony
sius, wil ik nog even een ander voor
val uit zijn leven vertellen, dat Schil
Ier zoo mooi bezongen heeft.
Een man, Damon genaamd, staat
Dionysius naar het leven. Hij wordt
gepakt en zal terechtgesteld worden.
Hij krijgt verlof om vrouw en kin
deren, die een paar dagreizen daar
van daan wonen, vaarwel te zeggen
zijn vriend blijft als gijzelaar achter.
Is hij na drie dagen niet terug dan
zal zijn vriend gedood worden. En
nu beschrijft Schiller zoo treffend de
groote moeilijkheden die zich op de
terugreis op zijn weg bevindeneen
rivier die overstroomd is, rooverben-
den die hem gevangen willen nemen,
geweldige hitte en dorst, die hem het
voortgaan schier beletten. Hij over
wint ze alle, komt voor de poorten
der stad juist als het bepaalde uur
is aangebrokenzijn vriend staat
reeds gereed om gekruisigd te worden
als hij naar hem toeijlt en zijn plaats
inneemt.
Welk een schoone geschiedenis
het zwaard van Damocles boven het
hootd, worstelt deze man om getrouw
te zijn aan zijn gegeven woord; hij
woekert met de spanne tijds hem
overgelaten.
De tyran vergeeft, en beide vrien
den gaan' heen in vrede, terwijl de
tyran vraagt de derde te mogen zijn
in hun verbond. Hij zelf had nooit
geloofd in liefde en trouw, totdat de
beide vrienden hem er van over
tuigden.
BUITENLANDSCH OVERZICHT."
gelijkertijd de vaan des opstands worden
geplant.
Tegen den aanstaanden winter beloofden
de saamgezworenen aller» naar Madrid te
zullen komen, zoogenaamd om aan de feeste
lijkheid ten hove deel te nemen, in wer
kelijkheid achter om vaker bijeen te kunnen
kdrnen en te beraadslagen over de verdere
stappen, die er gedaan moesten worden.
Toen de vergadering uiteenging, en de
saamgezworenen zich een voor een ver
wijderden, waarby tevens bleek, dat de
tuin drie verschillende uitgangen had, voegde
zich bij Pelloro zijn vroegere begeleider,
een jonge edelman uit Asturië, en onder
wijl hij hem een eind ver begeleidde, bijna
tot aan de Alberga, overhandigde hij hem
bij het afscheid nemen een brief.
Het was bijna middernacht, toen don
Diego zijne kamer betrad, en terstond
opende hij het convert van het schrijven.
Het bevatte eene uitnoodiging van den
maarschalk Serrano aan den jongen man,
om den maarschalk voor een of twee we
ken naar Madrid te volgen en zich aldaar
bij hem aan te melden, e», ponder een
oogenblik te aarzelen, besloot Pelloro, om
aan deze uitnoodiging gehoor te gever».
Nog vóór hij zich ter ruste begaf, schreef
hij aan zijne moeder, dat zijne afwezigheid
wel iets langer zoude duren en verzocht
hij haar tevens om dit aan zijne verloofde
te willen mededeeleri, aan wie hij zelf uit
Madrid zoude schryven.
Den volgenden morgen reisde hy naar
De oorlog is altijd onberekenbaar in zijn
gevolgen. Hij doet volken ontstaan en ver
gaan, troonen verrijzen en verdwijnen,
eeuwen oude instellingen werpt hij omver,
nieuwe verhoudingen en toestanden schept
hij uit de wanhopige verwarring. Dit zal
ook gelden van den huidigen oo'log. Wij
wagen ons niet als profeet te furigeeren,
maar dit kunnen we toch wel voorspellen
dat Europa er naar den oorlog heel anders
zal uitzien dan er voor.
Vooral in deze dagen zijn er duidelijke
aanwijzingen dat er groote veranderingen
op til zijn. Wij hebben het oog op de
Russische revolutie en haar gevolgem Tot
ver buiten de Russische grenzen doet zich
de schok voelen van de geweldige gebeur
tenissen die daar plaats grepen.
Vooral geldt dit het Duitsche rijk. Dit
blijkt al heel sterk uit wat in de laatste
Rijksdag-vergadering werd te berde ge
bracht. De Rijkskanselier had hervormin
gen beloofd met betrekking tot het kies
recht enz. maar eerst na den oorlog.
De tijden waren té ernstig om zich nu met
binneiilandsche kwesties te kunnen ver
moeien. Doch tegen deze opvatting zijn
de linksche partijen fel ten strijde getrok
ken Zoo herinnerde Ledebour (soc. dem.
arbeiders-gemeenschap) aan de mededeeling
van den rijkskanselier, dat Wilhelm des
tijds den tsaar den raad heeft gegeven
zich niet te verzetten tegen het rechtma
tige verlangen naar hervormingen van zijn
volk De kanselier heeft den keizer "om
dien raad geprezen, maar waarom heeft
hij zelf den" keizer dan niet denzelfden
raad gegeven Wy ging spr. voort
streven naar de republiek als doel en
wij zullen binnenkort slagen. (Groote vroo-
lijkheid en tegenspraak.) Met het koning
schap heeft het Duitsche volk inderdaad
buitengewoon veel geduld. (GeroepOnge
hoord I Hoogverraad I)
Doch al waren de uitingen der andere
de hoofdstad af, waarheen Serrano hem
nog dienzelfden nacht voorgegaan was.
ZEVENDE HOODFSTUK.
Het gemaskerde bal ten hove.
De winter van 1867 op 68 was voor
het toch al zoo zuidelijk gelegen Spanje
een buitengewoon zachte geweest en met
het begin der vasten van 1868 scheen het,
alsof de lente reeds met alle kracht in het
land was gekomen.
Het karnaval werd daarom ook ditmaal
des te doller en luidruchtiger gevierd het
uitgelatenst zeker wel in de hoofdstad des
Rijks, het schitterende Madrid.
Het hof gaf algemeen het voorbeeld en,
al was ei' Ook menigeen, die er een bang
voorgevoel van had, dat men op een vul
kaan danste, toch was er schijnbaar nie
mand, die zich daarom bekommerde.
Dezen winter toch waren de vertegen
woordigers en zelfs de families van vele
edele geslachten, die anders op hunne goe
deren in de provincies des Ryks woonden,
naar de hoofdstad gekomen, waar zij meer
dan ooit moeite deden, om tot de talrijke
hoffeesten te worden toegelaten.
Zelfs edellieden, die, ontevreden over het
heeischende regeeringsstel, zich anders nooit
in Madrid lieten zien, waren ditmaal aan
wezig en schenen, aangevuurd door de
uitbundige pret van het karnaval, niet on
gaarne weder eens Van ganscher harte
mede te willen doen.
Ook de familie Diaz had haar klein pa
sprekers niet zoo hartstochtelijk toch trad
helder aan het licht dat ook Duitschland's
binnenlandsche politiek een andere zal wor
den dan ze geweest is.
Het Berliner Tageblatt zegt, dat de
kanselier de wenschen van de geheele
linkerzijde heeft afgewezen. Hij heeft ze
met beloften op een onbepaalde toekomst
trachten te troosten, maar dat is hem aller
minst gelukt. »De taktiek van treuzelen^
is dan ook buitengewoon betreurenswaardig
en wij gelooven, dat de kanselier het con
tact met de kringen, die hem tot dusver
tegen machtige invloeden steunden, heeft
verloren.
»De tieuzelende kanselier« plaatst de
Vossische Ztg. boven haar beschouwing,
waarin zij o. a. zegt
»De meerderheid van den Rijksdag ver
langt, dat met de hervormingen in de
binnenlandsche politiek dadelijk een begin
wordt gemaakt, om der wille van den
indruk naar buiten en naar binnen. Zij
mag verlangen, dat de regeering daarop
acht slaat. Wel zal de rechterzijde zich
met hand en tand verzetten, maar haar
heeft de kanselier toch al van zich ver
vreemd door zijn beloften voor de toe
komst, terwijl hij de groote meerderheid
des volks daardoor nog niet gewonnen
heeft.*
»Nu de regeering de zaak op lange baan
schuift, moet de volksvertegenwoordiging
zelf de hand aan den ploeg slaan, en de
voorstellen der linkerzijde bewijzen, dat
zij daartoe besloten is. Misschien zal het
den kanselier trouwens welkom zijn, dat
hij voor de feiten wordt gesteld.*
De voorstellen der linkerzijde, waarom
trent in het bovenstaande sprake is, zijn
Van de vrijzinnige volkspartij »De Rijks
dag besluite, den kanselier te verzoeken,
het onverwijld daarheen te leiden, dat in
alleDuitsche staten een constitutioneele wet
geving worde ingesteld met een volksver
tegenwoordiging, gekozen volgens algemeen
rechtstreeksch, gelijk en geheim kiesrecht.*
Van de nationaal-liberalen De Rijksdag
besluite eene bizondere commissie van 28
leden in te stellen voor het onderzoek van
staatsrechterlijke aangelegenheden met na
me van de samenstelling der volksverte
genwoordiging en haar verhouding tot de
regeering.*
Dit laatste voorstel is aangenomen 1
Maar niet alleen de binnenlandsche aan
gelegenheden zullen een ander aanzien
verkiijgen. Ook van buiten nemen de
leis in een der voorsteden van Madrid be
trokken, en bij haar woonde de markiezin
Pelloro, die eindelijk bezweken was voor
de dringende beden der dames, en, ondanks
hare aanvankelijke weigering, de reis toch
had medegemaakt.
Haar zoon, don Diego, was dien gan-
schen herfst en winter weinig thuis, maar
ook slechts zelden in Irun bij zijne bruid
geweest.
Wanneer Manuela al eens ernstig over
zijne reizen en zijne herhaalde afwezigheid
pruilen wilde, troostte hij haar daarmede,
dat deze reizen mogelijk ten gevolge zou
den hebben, dat hij in staatsdienst zoude
treden.
Er was bovendien door eigenhandige
bripven van maarschalk Serrano aan don
Diaz en zijne familie medegeeld geworden,
dat Pelloro thans in het belang van den
maarschalk werkzaam was, en al wisten
zij ook niet van welken aard deze werk
zaamheid was, of hij den maarschalk be
hulpzaam was in het beheer van diens
goederen, dan wel of het eene ambtelijke
weikzaamheid was, zoo was toch de ver
zekering van den generaal hun voldoende,
ja, zij hoopten daarvan zelfs veel voor de
toekomst van Pelloro.
Aan het hof zou bij gelegenheid van het
aanstaande Vastenavondfeest een groot ge
maskerd bal plaats hebben, en ook de
familie Diaz had daartoe eene uitnoodiging
ontvangen.
Wordt vervolgd.
NIEUWSBLAD
TBor Het Laei m HiisIei en Iltens, de Lanistraat en (e Boiimelerwaard.