Christendom en - - - Zelfhandhaving. land van altena Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3669, Woensdag 9 Mei 1917. FEUILLETON. EL NERO. mWr&i Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Iets niette begrijpen geeft een ver velend gevoeltenminste dat geeft het mij en als er dan iets uit die sfeer van het onbegrepene naar vo ren komt en ons klaar wordt, dan geeft dat een gevoel van blijheid en van overwinning. Dat is mij deze week overkomen, en ik dachtkijk, misschien zullen 'anderen even blij zijn als ik als ze kunnen lezen wat ik deze week ge lezen en begrepen heb. Boeken zijn heerlijke dingen, als ze ons met klaarheid voorlichten. Menschen die boeken schrijven zijn heerlijke menschen. Zulk een heer lijk mensch heb ik deze week ont moet in een tijdschriftartikel, getiteld „Christendom en zelfhandhaving", en de schrijver was dr. Slotemaker de Bruine. Ik wil probeeren in het kort weer te geven wat hij betoogt en hoop twee dingen le dat het vraag stuk dat hij behandelt zich al wel eens. aan u heeft opgedrongeD, dat het dus dwe belangstelling heeften 2e dat de oplossing er van u even dui delijk worde als mij. Dan allereerst het vraagstukzal het Christendom in het maatschap pelijk leven een plaats van beteekenis kunnen behouden, desnoods terug winnen, of is het krachtens zijn wezen daartoe ongeschikt. Zij, die het Christendom aanvallen en verklaren voor ongeschikt om in praktijk gebracht te worden zeggen o. a.christenen zijn slecht geschikt om voor hun maatschappelijke be langen te strijden. Dit is het wat hét leven van een christen op aarde zoo .moeilijk maakt, dat hij den strijd om het bestaan strijden moet en toch zichzelf moet verloochenen. De christen moet dingen doen in de maatschappij, die hij als christen niet mag doen. Zulk een innerlijke tweestrijd zal bij schier niemand be staanbaar blijkenin de diepe wor steling om zijn roeping zal hij ge dreven worden tot de keuze tusschen hetgeen moet ^n hetgeen mag. Hij zal wat niet mag terwille van 29) »Ik zal uwe wenschen vervullen, maar neem niettemin dit geld en ook nogmaals mijn dank aan. Ga met vrede en laat mij spoedig weder eens wat van u hoor en.» Benarez stond op, nam dankend het geld aan en ging heen. Voor het huis echter bleef hij een oogen- blik staan en keek peinzend voor zicli uit. »Die stem,« mompelde hij als in een droom verzonken, »dip slem, maar het is onmogelijk, zulk een hooggeplaatst heer, en dan, de ander was ook zwart en veel ouder, don Diego is blond, ik heb mij ver gist. Hm. Het doet er ook trouwens niet toe, hij zal in Philippo Benarez geen on dankbare vinden,» Daarna zette hij in allerijl zijn weg voort. Ook Pelloro verliet kort daarop zijne woning. De mededeelingen van den dank baren smokkelaar maakten het voor hem tot eene zekerheid, dat don Castilio Manuela had laten, ontvoeren, en, al ware hij het liefst rechtstreeks naar den schuldige ge sneld, zoo oordeelde hij het toch beter en zekerder, om ter bevrijding van Manuela en ter bestraffing van haar ontvoerder zijne toevlucht te nemen tot de bestaande ge rechtelijke autoriteiten, nog te meer, wijl deze reeds kennis droegen van het gebeurde zijn ziel opgeven daardoor een on bruikbaar'; mensch [worden. 11 Of het nuchtere, praktische leven zal hem brengen tot het onvermijdelijke maar tegelijk [wordt [dan zijn ziele- leven [geschaad en hij zal eindigen met het loslaten van een immers onmogelijk ch'ristendom. Dus ter eenerzijde het christendom, het kruis, de vernieuwing des gemoeds, de zelf verloochening ter [anderer zijde zelfhandhaving, opkomen voo#een beter maatschappelijk leven, werken voor zijn belangen. Tot zoover de aanvallers, van het christendom. Gij knikt misschien met uw hoofd en zegtja, ja, dat werd mij ook al menigmaal voor de voeten geworpen als ik probeerde mijn christendom in de wereld uit te dra gen en het heeft mij altijd zoo pijn lijk aangedaan om dan niet flink het christendom te kunnen verdedigen. Welnu laat ons dan nu luisteren naar wat dr. SI. de Br. tot deze aanvallers zegtAls het Christendom niets is dan zelfverloochening, dan hebt ge gelijk. Laat hierover mee spreken dr. Frederik van Eden, Hij stichtte nu eenige jaren geleden een kolonie ten richtte een samenleving in op den grondslag der christelijke deugden van naastenliefde, verdra gen, zachtheid, vriendelijkheid. Het gevolg werd, dat de luien en de brutalen het' heft in handen kregen. En Van lieden heeft ingezien dat deze christelijke beginselen voor een algemeene samenleving niet deugen Dan zouden christenen als christen geen plaats kunnen innemen als va der of moeder in een gezin, als on derwijzer in een school, als chef van een zaak, als overheidspersoon in een staatsbetrekking. Want, daar zal het overal noodig zijn, dat men zich doet gelden, soms anders dan zacht op treden. Maar wie zoo optreedt, vertoont hij dan niet de zelfverloochening. Ja zeker, kan er in zulk optreden zelf verloochening zijn. Hoeveel zelfver loochening kan het soms kosten zich te doen gelden, hoeveel liever zou men zich terugtrekken en de dingen toelaten. Men gevoelt wel waarover het gaat. Als het christendom in deze wereld maar één geluid doet hooren en naar het scheen, zich de zaak levendig aantrokken. Hij spoedde zich derhalve regelrecht naai den minister van politie en deelde dezen zijne verdenking en het hem berichtte, voorzichtigheidshalve zonder Philippo's naam te noemen, haastig mede, terwijl hij eindigde met zijn verlangen te kennen te geven, dat de koetsier van don Castilio onverwijld gearresteerd zoude worden. Diego was echter ten uiterste verbaasd over de wijze, waarop de minister zijne mededeelingen en zijn verlangen opnam. Deze toch luisterde, naar het scheen, aan vankelijk met de grootste bedaardheid toe, toen echter de naam van Graaf Castilio genoemd werd, schudde hij glimlachend en twijfelend het hoqfd. »Het spijt mij,« zeide hij, »dat ik alleen op de u gedane opgaven van den eeri of anderen praatzieken bediende niet tegen den graaf kan optreden, en dit toch zoude ik door eene gevangenneming van zijn koet sier doen. De gouverneur-generaal is een van onze hoogste en rijkste staatsambtenaren, een edelman, die dagelijks aan het hof komt, waar hij in hoog aanzien staat. Zijne hooge positie reeds vrijwaart hem voor iede- ren aanval of iedere storing door de politie. Ik vermag hoogstens uwe mededeelingen morgen voormiddag aan het oordeel van Hare Majesteit de Koningin voor te leggen, doch ook van deze zijde hebt ge vermoedelijk geen beter gevolg te wachten, wijl Hare Majesteit van lieverlede de meening is toe verloochening, toegeven, zachtheid, vriendelijkheiddan zal het de toevlucht wezen der slappe, lieve, zwakke persoontjes zonder karakter of ruggegraat. En al wie iets kun nen,. omdat zij iemand zijn, zullen moeten breken met het christendom. Dan is het christendom onbruik baar En toch is dit niet zoo. Er is maar één oplossing mogelijk. Deze, dat dit christendom het chris tendom niet is, doch slechts,één zijde er van. En dit is werkelijk het geval. Door het christendons wordt naast de Genade die God aan i de wereld betoondte door Zijn Zoon aan haar te gevende handhaving van het recht verkondigd; het recht van dien God, die zichzelf niet kan verloochenen. Hier treedt dus/naast de zelfver loochening, d. i het opnemen van het kruis eem ander element op, dat der handhaving van het recht. xWij behoeven nauwelijks te her inneren aan Jezus' optreden bij de tempelreiniging. De zelfverloochening is|het tegen deel van de zelfzucht. De zelfhandhaving is het tegendeel van de zelfverwaarloozing. Het chris tendom verwerpt èn de zelfzucht èn zelfverwaarloozing het vraagt èn de zelfverloochening èn de zelfhandha ving. De zelfverloochening, omdat wij al wat wij voor ons en om on zent wil begeeren moeten leeren los laten de zelf handhaving, omdat wie door God geschapen en met een roe ping bekleed zijn, zorgen moeten dat dit leven en die roeping worden doorgezet Wie in zelfverloochening het christelijk leven laat opgaan, moet het zelfzucht noemen, dat iemand met inspanning van al zijne krachten voor zijn gezin zorgt, dat hij solliciteert om vporuit te komen Maar het staat andersom. Zorgen voor het'heil dergenen, voor wie wij verantwoordelijk zijn, zorgen voor eigen roeping, dat is christenplicht. Het kan zelts christenplicht wezen om anderen te overwinnen, als dezen zich ten onrechte plaatsen tusscheis ons en anderer heil. Zelfzucht komt pas in het spel als wij ons werk doen om ons-zelfswil o n*z e eer, ons voordeelof als wij gedaan, dat de plaats gehad hebbende ont voering denkelijk wel niet zonder toestem ming van de jonge dame geschied is, eene meening, die trouwens overal wordt ge deeld.» «Mijnheer,» stoof don Diego op, «vergeet niet dan ik de bruigom ben van de dame, van wie ge op zulk een toon spreekt. De minister richtte zich strak in zijn leuningstoel op en keek den jongen man scherp en koud aan. »Ik weet zulks zeer goed, zeide hij be slist, «maar mij dunkt, dat gij niet weet tot wien ge spieekt. Doch,» liet hij er kalmer op volgen, »ik wil" uwe opgewon denheid, als in uwe positie zeer begrijpelijk, verontschuldigen. Overdenk zelf met kalmte den stand der zaak, en gij zult ten laatste öf zelf onzQ meening deelen, óf deze ten minste zeer verklaarbaar vinden. De jonge dame heeft op het bal herhaaldelijk met een onbekend masker gedanst, waaruit, zelfs op een bal masqué tot eene zekere bekend heid van den gemaskerde met de dame te besluiten valt. De jonge dame zoekt of vindt gelegenheid haar laatsten en eenigen bewaker of beschermer, dat zij dezen ver zoekt, hare ouders le gaan halen, terwijl zij geheel alleen nog wel in eene bijna leege zaal en aan het uiterste einde daarvan in een half verborgen liggend prieel ach terblijft. Nu volgt de catastrophe. Zelfs een koninklijke gendarme ziet de dame in het rijtuig tillen, zonder dat deze den ge- ringsten weerstand biedt of ook zelfs om onzen wil doorzetten ujt eigenzin en onverzettelijkheid. Geeft het u nu ook zulk een blij gevoel weer een ruggesteun meer te hebben gekregen in uw leven O, zeker, het leven van een christen in de maatschappij is moeilijk, zal altijd moeilijk blijven, maar onmoge lijk, neen, dat niet. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Gelijk wij reeds meldden waren de Franschen bezig hun tweede groote aanval aan het Westerfront voor te bereiden. Deze is uu Zatèrdag losgekomen. Er is weer verwoed gevochten. Er zijn weer duizen den gevallen. En het resultaat Niet groot. Het Fransche officieele bericht zegt: Het resultaat van alle operaties op 4 en 5 Mei, uitgevoerd in Samenhang met de Britsche operaties, is, dat de Franschen over een front van 30 kilometer in het bezit zijn gekomen van den heuvelkam langs den Chemin des Dames. Het aantal gevangenen bedraagt th^ns 5800, onder wie 150 officieren en verscheidene batal jonscommandanten. De Franschen verover den zeven kanonnen, waaronder verscheidene zware. Voorts wordt de verovering van Duitsche stellingen over een breedte van 6 mijl ten Noordoosten van Soissons gemeld. Op een afstand van slechts enkele kilometers van de linie, die de Franschen vóór dezen aanval bezet hielden, liggen talrijke dorpen, evenwel van de Fransche linie gescheiden door den zooeven genoemden heuvelrug. Van deze dorpen is er nog geen veroverd, zoodat de vooruitgang van de Franschen, ofschoon breed, niet diep is, m. a. w. zij staan op den heuvelrug, er over zijn zij^ nog niet. Om het zoover te brengen zal een nieuwe aanval noodig zijn. De Fran schen maken nog gewag van een groot aaptal tegenaanvallen der Duitschers, zij behielden evenwel hun winst ten volle. De Duitschers, daarentegen melden dat de reusachtige stoot is afgeslagen. Vol gens hun lezing wordt op enkele punten nog om het bezit van de Voorste loopgra ven gestreden. Dit is echter de gebrui kelijke lezing voor op enkele punten zijn wij de voorste loopgraven kwijt. Wanneer wij denken aan die massa slachting van ontelbare mannen in de kracht van hun leven en dat zonder hoop op een spoedige beslissingwanneer wij hulp roept, zeg nu eens zelf, mijnheer de markies, kan uit dit alles bijna niet met zekerheid worden opgemaakt, dat er tus schen de ontvoerde en haren ontvoerder verstandhouding bestond »liariep Diego verontwaardigd uit, »en dan de chloroformlucht En het hulp geschreeuw, dat de muildierdrijver hoorde, de »Dit alles kan z^er wel op inbeelding berusten. Doch thans genoeg hierover. Men rooft zoo maar niet in onze hoofdstad midden hit een paleis van Hare Majesteit eene jonge dame zonder hare toestemming, dat is de overtuiging der Koningin en ook de mijne. Bleek als een lijk stond Diego op. »Dan blijft mij niets anders over,» zeide hij verbitterd en met vreeselijke kalmte, »dan zelf aart het werk te gaan, om de eer mijner bruid, die immers ook tevens mijne eigene eer is, te herstellen. Uwe Excellentie veroorlove mij, dat ik mij ver wijder. De minister stond op en boqg, en Diego verliet het paleis van justitie. Dat was alzoo /le gerechtigheid in dit land In plaats dat men eenvoudig ten minste den bewusten koetsier aan een gerechtelijk verhoor onderwierp, bezwalkte men nog Manuela's eer door eene schan delijke verdenking, waaraan men, gelijk Diego geen oogenblik betwijfelde, zelf geen ernstig geloof sloeg, doch waarmede men alleen voor den dag kwam, om niet tegen naar te vreezen staat deze slach ting nog maanden en maanden zien voort gaan, dan vragen wij met huivering: wat moet daaruit worden Wij willen in verband hiermede iets meedeelen van het Kopenhaagsche Genoot schap tot Bestudeering van de sociale gevolgen van den oorlog in zijn derde Bulletin schrijft over de sterfte en ge boorte bij het tehuis gebleven, niet direct aan den oorlog deelnemende gedeelte van de bevolking in oorlogvoerende landen. Het onderzoek gaat over Duitschland en Frank- rijk. Wat Duitschland betreft Feitelijk is in 1914 de percentelijke achteruitgang van de geboorte niet grooter geweest dan rn de voorafgaande jaren zelfs voor Pruisen en Beieren, die tezamen meer als tweederde van het totale aantal inwoners van Duitschland omvatten, was die achteruitgang van 1913 op 1914, zelfs iets of wat geringer, dan die van 1912 op 1913. Reeds van 1915 is voor de steden boven de 15.000 inwoners een afneming van ongeveer 6 pet. te constateeren, in Mei van dit jaar wordt die achteruitgang nog veel sterker. De cijfers van het Bulletin strekken zich slechts uit over een bevolking van 29 millioen zielen, of over 29 proc. van de totale bevolking van Duitschland. De berekening is dat er in Mei 1915 14,860 kinderen minder geboren zijn dan in dezelfde maand van het voorafgaande jaar; een achteruitgang met 261/3 proc. Voor Baden bedroeg de achteruitgang 21.7 proc. voor Beieren 29.8 proc. Van Mei 1915 daalt de geboorte dan voortdurend, voor de tijdsruimte van 1 Mei 1915 tot einde April 1916, in vergelijking met die van 191415 is het een daling van 32.6 proc. In totaaj genomen berekent de bewerker voor Duitschland, 3at in het gansche rijk tijdens de eerste 33 oorlogsmaanden, van het begin van den oorlog tot einde April 1917, bijna 1/a millioen kinderen minder geboren zijn, dan wanneer er geen oorlog geweest zou zijn. Een enorm aantal, vooral ook wanneer men hiermee vergelijkt dat 'in den vroegeren Fransch-Duitschen oorlog, van April 1871 tot Februari 72, de daling van het aantal'' geboorten slechts 162,000 beliep. Naast dit verlies aan menschenlevens komt dan nu nog de hoogere sterfte vooral onder de zuigelingen en in hoogere leefiijds een hooggeplaatsten woesteling te moeten optreden, die zelfs niet tegen een moord opzag, om zijne lage oogmerken te bereiken, Pelloro sloeg, den weg in naar het adellijk casino. Hij hoopte, daar Serrano te zullen ontmoeten. Hij gaf in de voorkamer zijn mantel af, en daar de aldaar geplaatste knecht hem mededeelde, dat de maarschalk er nog ruet was, begaf don Diego zich naar de lees kamer, om daar op Serrano te wachten, die gelijk hij bepaalt wist, hier dezen avond zeker komen zoude. Alle lectuur stond heiia echter tegen, zijne ongerustheid groeide van oogenblik aan, en, om nu ten minste wat afleiding te hebbeh, ging hij naar de biljart- en vervolgens naar de speelzaal, waar aan onderscheidene tafels whist en tarok, of het Spaansche hazardspel Monté gespeeld werd. Slechts weinig heeren sloegen acht op zijne komsthet lokaal was druk bezocht, vooral door deri vóór dit seizoen uit de provincies overgekomen adel, en ook don Pelloro vond ten laatste een plaatsje in het achtergedeelte der zaal, dicht bij den met marmer en goud rijk versierden schoorsteen. Een kunstvol geschilderd vuurscherm van manshoogte, verborg de in den hoek der kamer staande speeltafel, eji, zonder er nu op te letten, wie er iri dezen verborgen hoek zat, nam Diego in eene fauteuil plaats en liet daar aan zijne sombere gedachten den vryen loop. Wordt vervolgd. t Liislvan Min Alten Boimelerwaard.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1