24 HINTHAMERSTRAAT
Import Havana's -- Ruime keuze sigaretten
HUiSHOUBELIMHEID.
Und van altena
Sigaren-Magazij n
Pracht-sorteering
AFTER-DINNER SIGRAEN.
Uitgever: L J. VEERMAN, Heugden.
No. 3683. Woensdag 27 Juni 1917.
's-Bosce
EL NERO.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maandeif 0.90,
franco per post zonder prijsverliooging. Afzonderlijke
nummers 5 bent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Tel. int. 49S
In dezen oorlogstijd, nu levens
middelen, brandstoffen enz. schaarsch
zijn, is er algemeene belangstelling
voor die eenvoudige dingen des le
vens, die de mensch noodig heeft om
te kunnen blijven bestaan. Op een
gezellig theeavondje, waar vroeger
de vrouwen alleen in een onderonsje
het onderwerpde huishouding en
wat daarmede verband houdt, be
spraken, is dit nu algemeen onder
werp van gesprek. De heeren stellen
belang in huishoudelijke zaken, gaan
er op uit om levensmiddelen te koo-
pen, bezoeken veilingen en geven
hun. ooren en oogen de kost als ze
kans zien iets voor hun huisgezin
machtig te worden. Ze houden zich
op de hoogte van de prijs der arti
kelen, weten allen te vertellen hoe
duur de nieuwe aardappelen verkocht
worden, geven raad, en wip er vroe
ger niet aan dacht om zijn neus in
de keuken te steken, vertoont er
zich nu meermalen in levende lijve,
om zich te overtuigen dat alles zoo
zuinig* mogelijk toegaat, wat de
brandstoffen enz. betreft.
Ben ik nu aan het spotten en wil
ik die Jan Hennen over den hekel
halen
In het minst nietwant er ont
staat een zekere gezellige samenle
ving door, een gemeenschappelijk
overleg, dat de belangrijkheid van
de huishoudelijke zaken zeer doet
rijzen. De zorg voor de huishouding,
na de zorg voor man en kinderen de
grootste zorg der vrouw, wordt
thans gewaardeerd. De practisclje
huisvrouw, die zich nu met beperkte
middelen weet te reddenniet klaagt
43)
Als regent werd nu maarschalk Serra
no uitgeroepen en met hem begon er een
nieuw tijdperk voor het tot dusver zoo
onderdrukte, uitgezogen Spanje.
Weinige dagen later verscheen er in dui-
zende vlugschriften aan de bevolking der
Baskische provincie eene oproeping van
El Nero, waarin hij hartelijk afscheid van
zijne kameraden nam, daar er nu ook
voor hen betere tijden waren aangebroken
en het tot dusver geheerscht hebbende
verdrukkingssysteem thans zijn einde had
bereikt.
Zyne taak, om het vaderland te helpen
bevrijden, was gelukkig volbracht, zeide
hij in het vluchtschrift, daarom scheidde
hij, om wellicht toch nog vroeger of la
ter het tot een nieuw leven ontwaakte
vaderland in de eene of andere betrekking
van nut te zijn. Hij hoopte, dat men hem
een vriendelijk aandenken zonde bewareu.
El Nero was en bleef van dat oogen blik
en zeurt over wat niet te krijgen is,
maar kalm overleggend haar gang
gaateen smakelijke maaltijd weet
te bereiden al zijn er geen aard
appelenafwissling weet te brengen
in het menu, al komt er alle dagen
rijst op tafel, die vrouw wordt nu
I gehuldigd.
In gewone tijden laten wij man
nen het maar volmondig bekennen
schatten wij het werk der huisvrouw
niet hoog. Vooral wie een goede
huisvrouw heeft en gewoon is dat
alles in huis geregeld gaat, vergeet
maar al te licht, dat achter dat een
voudige raderwerk der huishouding
voortdurend een denkende geest be
zig is, die alles ordent en regelt. En
al is een huishouding nu niet zoo
ingewikkeld als de staatshuishoud
kunde van ons land, toch is er wel
degelijk een flinke dosis kennis en
bedrevenheid toe noodig, om ze goed
te doen gaan.
„De meest vereerende en nuttigste
wetenschap voor de vrouw is de
huishouding." Ik weet niet, wie het
gezegd heelt Een groot man Een
ouderwetsche vrouw Een gelukkig
huisvader, die met trots en dank
baarheid zijn vrouw gadeslaat in
haar huishoudelijk bedrijf? Ik weet
het niet. Maar wel weet ik dat het
waar is. 't Is een zekere wetenschap,
en eene, waar te weinig tijd aan
gegeven wordt.
Onze dochters leeren op school van
allerlei, veel dat ze noodig hebben,
veel dat ze misschien zouden kunnen
missen. Maar als ze dan veel wijs
heid opgedaan hebben en volleerd
zijn, en dit geldt vooral voor de
meisjes die doorleeren, staan haar
handen scheef voor alle huishoudelijk
werk. Er wordt bijtter weinig gedaan
af spoorloos verdwenen. Reeds den dag
na het verdwijnen van het smokkelaars
opperhoofd, kwam Diego Pelloro, markies
de Noielles, in het hoofdkwartier van
Serrano en werd terstond in een hooge
militaire functie bij diens generalen staf
ingedeeld.
Eindelijk stond ook Juan op van een
bijna halfjarig ziekbed, doch toen hij met
de van vreugde stralende ouders, die ge
komen waren om hem en Mercedes af te
halen, de gastvrije tuinderswoning verliet,
voerde hij ook te gelijkertijd zijne trouwe
verpleegster, het lieflijke dochtertje van
den tuinman, in de armen zijner ouders
en verzocht en verkreeg hun zegen op een
huwelijk met haar.
Wederom was het herfst geworden, doch
de lucht was nog zacht en warm. De
wijnoogst was juist afgeloopen en vlijtige
handen hadden deze edelste vrucht der
dankbare natuur in druiven ingezameld en
de vreugdevuren schitterden daarom des
avonds overal op de bergen.
De zoete kastanjes gaven insgelijks een
rijken oogst, en de van alle tollen bevrijde
vischvangst leverde der bevolking insgelijks
een eerlijk en rijkelijk stuk brood.
om net meisje voor te bereiden voor
kaar taak van vrouw en moeder.
Men denkt te veeldat komt wel
van zelf, als ze maar moet aanpak
ken. Nee, het moet geleerd wor
den.
Ge zegtik heb nooit koken of
huishoudelijke werkzaamheden ge
leerd, maar toen ik er voor kwam
te staan, dééd ik het eenvoudig
en het ging.
Dat is zeer waar; maar wanneer
moet men die ervaring opdoen Als
men reeds getrouwd is? En dan de
man als proefkonijntje gebruiken
't Is wel gelukkig dat de stemming
in de wittebroodweken een heel bij
zondere is, waarin veel vergevings
gezindheid voorkomt, anders zou
er menig hard woord vallen over
het onverstand en onbedrevenheid
van zoo veel jonge vrouwtjes.
Nee, onze jonge meisjes moeten
het leeren. Een paar jaar geleden
las_ ik een Duitsch boekje, getiteld
De vrouw in de kazerne. Verbaas
u maar niet en schrik maar niet
de vrouw moet in dit boekje niet
komen in onze militaire kazernes,
maar evenals het voor onze jongens
op zekeren leeftijd verplichtend is te
leeren soldaat te zijn, zoo bepleit het
boekje de wenschelijkheid van het
verplicht zijn onzer meisjes om op
zekeren leeftijd te gaan leeren om
een goede huisvrouw en moeder te
zijn. In groote huizen, kazernes,
moeten ze samenwonen. Er is ook
opklimming mogelijk. Ieder, rijk en
arm, moet leeren koken, wasschen,
strijken; iets over ziekenverpleging,
verzorging van kleine kinderen, dit
alles gedurende een vastgesteldó tijd,
b.v. 6 maanden.
Vindt ge het idee niet aantrek
kelijk Jammer genoeg heb ik het
boekje uit het oog verloren en ook
nooit gehoord dat er ernstige stappen
in die richting gedaan zijn. En er
zouden toch zooveel voordeelen aan
verbonden kunnen zijn veel niets
doenstertjes, onder de rijke meisjes
vooral, zouden leeren welk een op
wekkende invloed er uitgaat van ge
zonde lichamelijke arbeid; arm en
rijk zou voor eenigen tijd tesamen
worden gebracht en haar wederzijd-
sche invloed op elkaar laten gelden.
En hoe heerlijk zou het zijn als het
huismoedertje niet voor den maaltijd
met angst en beven rond zou loopen
in groote vreeze hoe het kooksel wel
zou smaken; of welk een zegen zou
het zijn als niet de eerstgeborene zoo
dikwerf te lijden had van de onkunde
Boven in het gebergte echter, in het
dorp Montbergo, tot welks kerspel Montè,
de bezitting van den markies Pelloro de
Noielles behoorde, waren de kleine huizen
van onder tot boven met guirlandes en
bloemen versierd, en de geheele bevolking
van het dorp en van den omtrek prijkte
in nationalen Zondagsdos, want heden had
in het kleine kerkje het plechtige huwelijk
plaats van den kolonel van den generalen
staf, don Diego de Noielles, met Manuela
Diaz en dat van den majoor der infanterie,
don Juan Diaz, met zijne trouwe verpleeg
ster, 't tuindersdochtertje van Madrid, en
niemand anders waren de bruidsleiders dan
de maarschalken Serrano en Prim in eigen
persoon.
Toen Philippo Benares in zijne rijke uni
form als voorryder van de equipage van
den maarschalk Serrano, na het huwelijk
vrij van dienst was en verheugd de in den
dienst van de kolonel Pelloro getreden oude
kameraden José en Pedro begroette, toen
edigden zij als bij afspraak den eersten
beker Baskischen wijn op hem, aan wien
zij alles te denken hadden, den waren
vriend van het vroeger zoo onderdrukte
volk, den verdwenen maar door duizenden
der jonge moeder.
Denk u eens het beeld van een
huisvrouw die de huishouding wer
kelijk bestuurtniet de zaken laat
gaan zooals het uitvaltdje weet wat
zij uit handen kan geven om tijd te
winnen voor de geestelijke belangen
van haar gezin.
Hoe lieflijk is dit beeld en hoe
weldadig de geest waarin zij ar
beidt een huisgezin waar alles van
zelf schijnt te gaan, waar orde en
regel, zuinigheid en mildheid beoe
fend worden.
En bovendien een moeder, die haar
dochters en haar zoons in dezen
geest opvoedt.
Haar zoons ook Ja, ook deze.
Ik las daarover in „de Vrouw" Een
knaap, die altijd geleerd heeft dat jon
gens en meisjes beiden thuis werk heb
ben te verrichten, al behoeft het niet
altijd hetzelfde te zijn, die niet mag
spelen als zusje huishoudelijken ar
beid heeft te doen die uit een
gezin komt, waarin man en vrouw,
jongens en meisjes, elkander in liefde
dienen die wordt vanzelf de han
dige, rustige echtgenoot en vader,
welke zich weet te redden in om
standigheden, waarin de vrouw en
moeder de nijvere handen moet laten
rusten.
In de opvoeding van den jongen
in deze richting heeft het gezin een
groote taak te verrichten, omdat het
hier aankomt op een overtuiging.
Deze dat broertje en zusje, man en
vrouw, elkander in liefde moeten
leeren dienen.
En is het ten slotte voor den jongen
niet heerlijk mede te mogen werken
aan die vereerende en nuttige taak,
van het huis te doen zijn een aan
genaam oord, waar de leden van het
gezin zich vereenigen, een schuil
plaats, waar vriendelijkheid en ver
trouwen ademeneen huis waar
liefde woont en de Heer Zijn zegen
gebiedt.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Hoe zullen de menschen in het jaar
2000 over ons denken Zullen ze ons
waanzinnigen noemen Zullen ze mis
schien met verbazing, ja met verontwaar
diging zich afvragen, hoe het toch moge
lijk was, dat christenvolkeren in het jaar
1917 voortgingen elkander te vernietigen,
zonder hoop op blijvende vrucht?
Zullen ze wellicht, in het een of ander
oudheidkundig museum, staren op de hel-
sche machines, daar tentoongesteld, en met
net begrijpende verwondering gadeslaan
Ie herinneringen uit een woest en wild
in het hart gezegenden smokkelaarshoofd
man El Nero.
»Vive el kapitano I« klonk hun roep, en
'oud en jong, wel wetende hoe gemeend
die was, stemde vol geestdrift daarmede
in.
Toen ongeveer tien jaren later de kin
deren van den thans te Madrid wonenden
generaal Pelloro, markies de Noielles
voor wiens waren naam wij natuurlijk een
verdichten gezet hebben met hunne
moeder bij grootmama te Monté op bezoek
waren, kwam op eenmaal Franzisko, de
oudste, in zulk eene zeldzame kleedij naai
de op de veranda zittende dames gehuppeld,
dat de vyf andere broertjes en zusjes zich
angstig tegen laatstgenoemden aandrukten
en hun broertje niet herkenden. Hij had
zich eene gitzwarte pruik, wier lange lok
ken hem tot op de schouders vielen, op
gezet en een lange, even zwarte baard
reikte hem tot aan het midden van het
lijf.
Lachend vertelde hij, dat hy in een
hoek van papa's vroeger werkvertrek eene
kleine kast gevonden had, die daardoor de
belangstelling van den levendigen knaap
tijdperk, toen de menschen elkander nog
vermoordden Wij hopen het voor onze
nakomelingen.
Wij weten echter niet wat zij van ons
denken zullen. Ja, wij wete-i ook niet wat
wij zelf wij de tijdgenooten van de
oorlogvoerenden te denken hebben. Waar
om maken zij er toch niet een eind aan
Want de volkeren zuchten toch alle onder
de ellende die alomme 'heerscht en toe
neemt. Zouden de bezwaren om tot vrede
te geraken zoo onoverkomelijk zijn Als
toch de massa's hunkeren naar rust,
waarom geven de verschillende regeeringen
geen gehoor aan hun begeerte Zou het
gelijk wij ergens lazen de angst
zijn die hen tegenhoudt De angst voor
de ontwaakte volken, die hun regeeringen
vragen zullen Waarom hebt gij ons zoo
doen bloeden Waarom hebt gij die mil-
lioenen^ menschenlevens opgeofferd Waar
om hebt ge die ontzettende hel van pijn
en rouw en verderf over ons gebracht
zonder dat het ons iets anders heeft na-
gelatefi dan nood en dood, jammer en
verschrikking Worden daèrom misschien
de menschen kunstmatig in de oorlogsroes
gehouden En leven misschien de ver
schillende regeeringen in de hoop, dat er
toch op de een of andere wijze nog wel
een succes zal worden behaald dat als een,
al de offers waardig, resultaat den volke
vertoond zal kunnen worden. Wij weten
het niet. Maar dit weten we wel, dat de
ellende stijgt. Wij nemen hier iets over
uit een bericht, voorkomende in de N. R.
Ct., dat handelt over den toestand in
Noord-west-Duitschland.
De weiden zijn verschroeid door de
warmte en de grazende runderen en var
kens lijden er reeds nu gebrek. Menige
veeboer zal dan ook zijn reeds zoo belang
rijk verminderden rundveestapel nog meer
moeten inkrimpen, enkel uit gebrek aan
het noodige voedsel voor deze dieren. Op
verschillende plaatsen zijn dan ook reeds
de koeien in de hooilanden gedreven. Over
't algemeen valt dan ook de hooioogst bit
ter tegen,, hoewel de kwaliteit van 't hooi
goed mag heeten. De granen en vooral
ook de rogge hebben zich den laatste» tijd
uitstekend gehouden. De zaadopbrengst
zal dan ook zonder twijfel niet teleurstel
len. Jammer echter, dat zoovele akkers
onvoldoende bemest blijken daar staat de
rogge erg dun en poover en de aren zijn
kort evenals de halmen. Heel wat minder
gunstig staat de aardappelteelt er in deze
streken voor. Op vele velden liggen de
stronken verwelkt en de bladeren worden
geel, alsof reeds nu de gevreesde aardap
pelziekte haar vernielingswerk is begonnen.
Dit geel worden moet echter een gevolg
zijn van de droogte, want in lager gelegen
streken komt dit verschijnsel niet voor.
opwekte, dat deze geene enkele opening
voor een sleutel vertoonde.
Franzisko bekeek de kast van alle kanten,
schudde er aan en had zeker bij deze
gelegenheid eene geheime veer aangeraakt,
want opeens Sprong de deur open en
nieuwsgierig monsterde bij den inhoud der
kast.
Tot zijne onbeschrijflijke verwondering,
maar tevens tot zijne niet geringe blijd
schap vond hij er eene zwarte pruik in
en een voor treffelijk bewerkten, langen,
eveneens zwarten baard, zoomede een klein
zilveren signaallluitje aan een lang koord.
Franzisko besloot onmiddellijk een weinig
maskerade te spelen en deed niet zonder
moeite beide eerstgenoemden aan, ten
einde zijne broertjes en zusjes eens wat
schrik aan te jagen.
Glimlachend keken de dames elkander
een oogenblik aan, doch daarop verwijderde
grootmama pruik en baard van het jeugdige
hoofd van Franzisko, en beiden werden
nimmer weergezien.
Einde.
marl.