IETS OVER LECTUUR. und van altena Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3727. Woensdag 28 November 1917. FEUILLETON. Be Ronde Bastide, Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG, Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 46 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. (Slot.) Behalve den inspector Brasig met zijn vrienden, Haverman en Louise, zijn kind, de zuster van Haverman, juffrouw Kiiszler met haar beide dochtertjes, Lientje en Mientje, de appeltjes genoemd, en de dominee en domineesche, ODtmoeten we de familie Pomuckelskopp, de tegenhangers van al deze goede eenvoudige lieden. Op oneerlijke manier rijk geworden, gaat hij prat op zijn geld, ziet door lage handelwijze een onervaren edelman, die lichtzinnig veel geld verspild heeft, in zijn macht te krijgen teneinde zijn riddergoed in bezit te krijgen. De vrouw van Pomuckelskopp is u zeker even onsympathiek als mij, als ge van haar leestze was een moeder zooals ze in de boeken staan, ze was er dag en nacht op uit om te over leggen, hoe ze uit Maaltjes rok een broekje voor Flipje krijgen kon; haar kinderen had ze lief, en daarom kas tijdde zij ze met de roede, en menig maal kreeg Ferdinandje voor iedere vlek op zijn buisje er twee op zijn rug, en voor iedere vlek op zijn broek er twee op zekere plaats. En ze was ook een echtgenoote zooals in de boeken staatgeen der buren kon haar nageven dat ze ooit in daden, woorden of gedachten ook maar zóó weinig was tekort gescho ten, ofschoon Pomuckelskopp dikwijls maar zoo-zoo was, want hij was in haar oogen erg lichtzinnig, omdat hij, als de grap er naar was, zoo uitge laten lachen kon. Voor het overige deed ze wat de burgemeester haar bij haar trouwen volstrekt niet had opgelegdze zette een domper op deze uitgelatenheid en gaf hem da gelijks van haar azijn te drinken en van haar zuring te eten. Ze ging hem na ze sloeg hem niet wel nee. Alles met woorden. Enkel door hem aan te spreken wist ze hem in haar eigen stemming te brengen gedroeg hij zich lichtzinnig, dan sprak ze hem kortaf aan met de laatste lettergreep van zijn naam en noemde hem kortweg Koppmaar gewoon lijk noemde ze hem met de middelste lettergreepMuckelen als hij zoo 23 (Uit het Franscli Maar ik zal in mijn voordeel handelen, en mij niets meer door christen of heiden laten wijsmaken Terwijl zij deze dreigende woorden meer bromde dan sprak, vertoonde zich een tal rijk gezelschap in het andere eind van den tuin. De gasten der Bastide, wien de lange afwezigheid van den nabob begon te vervelen, kwamen hem onder geleide van Linguard terugroepen. »Ja, ja, hooggeachte neven en nichten riep Fleuriaux hen vroolijk toe. »Op mijn woord, ik had hen geheel vergeten KijK nu toch eens voor de aardigheid, hoe die vader, moeder en kinderen aan god Bac chus geofferd hebben 1 De mama heeft hare sjaal verkeerd om en de papa loopt zigzag! Linguard zelfs, rnet zijn ontvre- den gezicht, staat lang niet solide op zijn beenen. Hij zal gedacht hebben als het toch op moet, wil ik mijn deel ook ge nieten. Komaan, jongelui, droogt je mooie oogen afde gasten mogen geen tranen zien. Alles zal terecht komen, dat beloof ik je, hoor 1 »Mama Meursanges, wij spreken elkaar nog wel eens nader dan zult gij eindelijk wel rede verstaan. Lach ondertusschen recht naar haar zin was en verdrietig op de canapee zat en naar de vlie gen sloeg, dan noemde ze hem met de eerste lettergreep van zijn naam en zei op zalvenden toon Pokje. Als leerling bij Haverman (om ook economiker te worden, zou Brasig zeggen) ontmoeten we een jong- mensch, Frits Friddelfitz. Dwazer, eigenwijzer, parmantiger jongen loopt er niet rond op twee beenen. Frits Friddelfitz kwam en hoe Hij was door zijn lieve moeder, als eenige zoon, zoo toegerust voor zijn nieuwe positie, dat hij een leerling, een klerk, een onder-inspector, een pachter en een addellijk grondbezitter kon voor stellen. Daar waren gepoetste laar zen, daar waren vetlaarzen, daar waren waterlaarzen, daar waren knielaarzen, daar waren kaplaarzen ook waren er morgenschoenen, dans schoenen en rijgschoenen dan waren er overknoop-slobkousen, rij-slopkou- sen en andere slobkousennog waren er staatsierokken, lakensche jassen, pluisjassen en linnen kielen, en dan waren er nog overjassen, gekleede jassen en regenjassen, om van de meest verschillende lange en korte broeken niet te spreken. Frits zag er in zijn groen jachtcostuum uit als een asperge die in het zaad wil schieten, en was zoo rank en dun om het middel, dat men hem met zijn eigen rijzweep wel door midden had kunnen slaan. Dit heertje wordt verliefd op Louize Haverman en schrijft haar briefjes, waarvan dit er een is Aan de bewuste. Deze brief is stom, hij zegt slechts het allernoodzakelijkst en zal op het derde rozeboompje in de tweede rij te vinden zijnmondeling meer. Voorloopig ditwanneer op de tuin deur een kruis met wit krijt geschre ven is, dan ligt de inhoud van mijn hart onder den pot van het derde rozeboompje in de tweede rij. Enz. enz. P. S. De liefde zal wel veront schuldigen dat ik dit in mijn hemds mouwen schrijf; 'tis een rozebottel- sche hitte. Brasig heeft het pootje. Men heeft hem aangeraden een waterkuur te eens wat met mijne geachte familie, zij is toch waarachtig vermakelijk Snel trad hij de wandelaars te gemoet, die hem met overdreven vriendelijkheid en eerbied ontvingen, terwijl Linguard zich met zijn bonten, katoenen zakdoek het hoofd afwischte van de inspanning van den dag. De gasten zeiden, dat zij nu naar Mar seille wenschten terug te keeren, en daar om afscheid van neef Fleuriaux kwamen nemen. »Wat? Nu al sprak de nabob teleur gesteld. »Gij blijft hier toch minstens een dag of drie, opdat ik u allen eens op waardiger manier kunne onthalen want zoo'n geïmproviseerd diner beteekent nog niemendal. Linguard zette bij die woorden een ge zicht, alsot hij azijn van zeventien graden slikte, maar gelukkig verontschuldigde het hoofd der Marseillaansche familie zich we gens drukke bezigheden in zijn kruideniers winkel. »Dan moet jelui het op een anderen dag overdoen ik zal dit armoedige huis ondertusschen op een behoorlijken voet bren gen ik heb minstens een dozijn koks en knechts noodig. Gij zult zien, neef, dat ik u eene volgende maal een compleet Chi- neesch middagmaal voorzetdan eet ge zwaluwnesten met haaievinnen en zijdewor meierkoek ik verwed er duizend ropijen onder, dat de dames die schotels heerlijk zullen vinden doen. Hij komt genezen terug, en vertelt er bet volgende van aan Ha verman, als deze hem vraagt hoe het gegaan isHoor eens Kareikoud, waterig, nat, kletsnat zie daar is niets tegen te doen. Ze maken den mensch puur tot een kikker en eer zoo'n menschelijke natuur aan een kikkernatuur gewend is, heeft een menschelijk creatuur zooveel uit te staan, dat men haast wenschen zou als kikker op de wereld te zijn ge komen. Zie, eerst 's morgens de ge wone afzweeting. Dan wikkelen ze je in koude kletsnatte lakens, en dan in wollen dekens, en daarin persen ze je zoo stijf, dat je van je men schelijke lichaam niets anders ver roeren kunt dan alleen de teenen. In dezen toestand nemen ze je en brengen je in een badkamer en bel len altijd voor je uit, om de dames weg te bellen vanwege de gegeneerd heid. Dan zetten ze je, zooals God je geschapen heeft in een badkuip en storten je drie emmers water over je kalen kop, altijd als je er een hebt, en dan kun je voor hun part gaan. Ik heb er veel in waterhoeken gelezen; dat is alles moeilijk om te begrijpen. Je meent Karei, frissche lucht is frissche lucht morgen brengen hooren je meent dat je water uit je pomp water is? alle maal larieZie de frissche lucht wordt in drie deelen verdeeld in de zure stof, in de stinkstof en in het zwarte kolenzuur. En je water uit de pomp wordt in twee deelen ver deeld in de zure stof en in de wa terige stof. Op water en lucht nu is de heele waterige kunst gebouwd. En zie nu eens Karei, hoe wijs de natuur het heeft ingerichtwanneer de menschelijke natuur in de frissche lucht gaat, neemt ze door de gewone gebruikelijke luchtpijp het zwarte kolenzuur en de stinkstof in zich op die ze beide niet verdragen kan, en dan komt daar de waterkunst en be vrijdt je beide van die afschuwelijke dampen, terwijl de zure stof in je het zwarte kolenzuur vastmaakt, en de waterige stof je de stinkstof door zweeten uit het lichaam drijft. Be grijp je me, Karei? Nee, zei Haverman, en lachte recht hartelijk, dat kun je toch niet van De dames, namelijk de vrouw en de drie dochters van neef den kruidenier, ga ven met allerliefst opgetrokken neusjes te kennen, dat al hare liefde voor haar be- minnelijken bloedverwant nauwelijks in staat zou zijn, om haar van zulk een kostje te doen proeven. »Goed, goed tot weerzienz beste neef Millot, en u ook nicht Millot, zonder te vergeten Met eene voornaam achtelooze handbe weging nam hij afscheid, maar de naam Millot oefende op den man en de vrouw een tooverachtigen invloed uit. »Wij zijn geen Millots, neef,« antwoord de de vrouw van den kruidenier met veel tegenwoordigheid van geest»de Millots zijn een andere tak, een basterdtak van onze familie. Ik zou u niet aanraden hen te bezoeken, want hun gezelschap zou u volstrekt niet passen de afgunst ziet ze de oogen uitzij verdienen niet, dat gij u een oogenbik met hen bemoeit. Wat ons betreft, wij zijn Le Clercs wij zijn aan u geparenteerd van de zijde van wijlen uwe waardige moeder en zonder pochen kunnen wij zeggen, dat Een hik benam mevrouw Le Clerc het woord in het vuur van hare poging om het crediet van een concurreerden tak ha- rer familie bij den rijken neef nabob te bederven. Juist, juist, richt Le Clerc,hernam Fleuriaux met grappigen ernst, ik begin me zoo iets te herinneren ja, ja, de me vergen Zie, de uitgedreven stinkstof heb ik bij het zweeten zelf geroken, maar waar blijft het vastgemaakte kolen zuur Je zult zien, Karei, dat zit nog in mijn lijf en daar zal ik dat verwenschte podagra weer van krij gen. Maar waarom ben je dan niet wat langer gebleven Och, Karei, dat ging niet. En dan vertelt hij hoe hij eens zoo ingepakt heeft gelegen voor een geopend raam en dat er toen een bijenzwerm op hem neergestreken ishij heeft zich los kunnen wikkelen uit de la kens en is de kamer uitgevlucht, ongekleed als hij was. Na dien tijd lachte in het hotel iedereen die hem zag. Nu Ik dit artikel eindig, merk ik hoe weinig deze stukjes, die ik uit „Gedroogde Kruiden" nam, den indruk weergeven, die het boek in zijn ge heel maakt. De eenvoudige, vroolijke toon komt zoo niet tot zijn recht, en daarom, zie het zelf eens in, lees het en ik ben er van overtuigd, ge zult er menig vroolijk uurtje mee door brengen. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Een geweldige storm heeft 1.1. Zater dag en Zondag over Nederland gewoed. Zóó langdurig en zóó hevig als bij men- schenheugenis bijna niet is voorgekomen. Voorzoover bekend is er behalve wat stof felijke schade geen onheil geschied. Aan de kust moet de bruischende zee een aan grijpend schouwspel hebben geboden. Maar 't was er niet ongevaarlijk er een kijkje te gaan nemen. Alleen aan het strand tusschen IJrauiden en Noord wijk waren er Zaterdagnacht en Zondag 68 mijnen aan gespoeld. Wij lazen dat te Katwijk aan Zee een soldaat werd vermist, die by een aangespoelde mijn op post stond. De mijn was ontploft, de soldaat werd gevonden achter de eerste duinenrij, door de ont ploffing daar neergeworpen. Hij bleef ongedeerd. Wij lazen ook nog dat een paard voor een rijtuig was omgewaaid, maar persoon lijke ongelukken kwamen daar niet bij voor. Een schrikkelijke storm dus en hoegenaamd geen rampen. Kon dat nu ook maar gezegd worden van den storm, Millots, neen, die zijn niet waard, ulieden den schoenveter te ontbinden maar de. Le Clercs, die zijn bekend Welnu, mijne waarde vrienden, kan ik u deze week niet krijgen, dan zie ik u wel aanstaanden Zondag terug. Dan zal het hier op de Bastide hoogtijd zijn Heb de goedheid mijne uitnoodiging ondertusschen aan de Durands, de Dumonts, de Lafórets, en hoe die an deren mogen heeten, over te brengen en hun de ongeveinsde gevoelens van mijn hart mede te deelen. Zeg hun, dat ik hen allen verwacht, met hunne vrienden en bekenden, hunne kinderen, hunne dienst boden en honden en katten, als zij die er op nahouden In Indië is men gewoon, in karavaan zijne vrienden te bezoeken De Le Clercs bogen ten teeken van in stemming, zich ondertusschen voorbehou dende, de uitnoodiging slechts aan die fa milieleden over te brengen, van wie zij geen concurrentie te vreezen hadden. Bij de lijst van aanstaande gasten ver toonde Linguards geel, rimpelig gezicht het beeld van volslagen wanhoop. Fleuriaux merkte het en sprak op fleren toon, terwijl hij den grijzen gierigaard doorborend aanzag »lk wil, dat niets gespaard worde, om dat feest aantrekkelijk te maken, voor allen, die mij lief en dierbaar zijn. Gij zult alle orders geven Linguard en maken, dat het buitengewoon prachtig wordt. Als de groote zaal der Bastide geene ruimte genoeg aan biedt, zal het feestmaal in den tuin plaats die over Europa heenraast. Maar helaas de orkaan, die meer dan drie jaar ons werelddeel teistert, wordt bij den dag ontzettender in zijn verwoestende gevolgen. Neergeslagen ligt de bloem der onderschei den natiën, geknakt op haar steel. Ont worteld liggen de trotsche plantingen die de beschaving met zooveel toewijding had aangelegd en opgekweekt. Voorwoest en verdaan liggen de werken van wetenschap en kunst. Kreunend en kermend liggen de volkeren neer, murw gebeukt door de wreede slagen van het loeiend verderf. En nog altijd raast de storm en nog geweldiger worden de stooten die hij toe brengt aan wat bleef staan. Zal er dan nooit een einde aan komen In het Oosten schijnt het wat te gaan luwen. Ja daar is de razernij reeds aan 't bekoelen. Men wil er rust en vrede en een oproep tot algemeene verbroedering is vandaar uitgegaan tot de overige oorlog voerenden. Lenin heeft een oproep gedaan tot een wapenstilstand. De regeering der Bolsjewiki maakt ernst met haar vredes plannen. In een proclematiie van het bui- tenlandsehe comité dezer ultra-radicalen heet het »Aan het hoofd der Russische republiek staat een arbeiders- en boerenregeering. De meest onversaagde proletariërspartij van Europa heeft te St. Petersburg de bovenhand. Zij heeft in naam der massa's, die haar op het kussen hebben gebracht, het sluiten van den vrede op de agenda gezet. Geen liefdesverklaring aan den vrede, geen geredekavel over het vredes- programma, slechts vrede. Begrijpt gij dat, proletariërs van Europa, die gebogen gaat onder den last van ver- moeienden arbeid Verstaat gij dut, vrou wen, wier vaders en zonen dood bloeden? Verstaat gij dat, soldaten, die reeds meer dan drie jaar door den dood wordt be dreigd? Verstaat gij? 4. dat aan het hoofd van een groot ryk geen regeering van kapitalisten, van rijken, maar een regeering van arbeiders staat 2. dat deze regeering den oorlog geen dag langer wil voortzetten en u wil be vrijden van den plicht om te moorden en te sterven. Bedenkt het welniet een kleine partij, een fanatieke sekte, maar de regeering der Russische Arbeiders en arme Boeren En nu, wat zal er gebeuren, wat kan er gebeuren hebbenen dan moet er overvloed van bloemen, reukwerk en muziek komen I« »Jongen, jongen, mijnheer Fleuriaux »Foei, mijnheer Linguard riep juf frouw Le Clerc met zuurzoete stem »uw meester zoo tegen zijne familie op te zet ten. 't Is zeker toch gepast, dat een schat rijk man bij zijne terugkomst in het vader land, zijn naaste bloedverwanten eens gaat onthalen Ja, ja, men wil z.jne gunsten liefst voor zichzelf houden, maar neef Fleu riaux zal wel wijzer wezen al grijnst u nog zoo, hij zal altijd de bloedverwanten boven den gewezen boekhouder zijns vaders de voorkeur geven Fleuriaux wierp een schuinschen blik op de dames Meursanges en Maurice, de zwijgende getuigen van dit hartig tooneel. Hoewel hij onder dit alles zijne onverstoor bare koelbloedigheid bewaarde, scheen hij er toch erg schik in te hebben. Linguard boog rood van toorn en schaamte het hoofd en stamelde ontschuldigingen. Plotseling trad Christoffel naar hem toe en overhandigde hem een brief, die zooeven door de post gebracht was en meteen waarschuwde hij den heer Le Clerc, dat het rijtuig reeds ingespannen was. »Hoort ge wel, neef?« sprak juffrouw Le Clerc met eene geveinsde of wezenlijke verontwaardiging, de heer zoowel als de knecht schijnen ons hier te veel te vinden wij zijn hen zeker tot overlast Wordt vervolgd MEIIWSBLAB voor M Lull van Hensdsn en Altena, Langstraat nn in Beiielervaarl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1