VOLHARDING. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden, No. 3738» Woensdag 8 Januari 1918. He Kooile Hastide. Und van altena Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.05, franco per post zonder prijsverhoogir.g. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. i. Er is in de menschelijke natuur eene zekere neiging naar het nieuwe, naar Let onbekende. Die neiging is een weldaad voor den mensch. Aan haar. dankt hij de !meest, grootsche ontdekkingen; om die neiging te be vredigen, hebben groote geesten ge worsteld, en die worsteling is bijna altijd de menschheid ten goede geko men. Niet altijd evenwel in den zin, zooals de vorscher hefzich voorstelde. Zoo 'bracht de Hamburger koopman Broud een halven menschenleeftijd door met het zoeken naar ;den steen der wijzen den 'steen, die^ hem de macht zou geven goud te maken en het leven naar willekeur te ver lengen, en hij vond Phosphorus. Toen Montgolfier en Charlier zich voor het eerst met hunne luchtballons boven de aarde verhieven, geloofde men een nieuwen tijd te zien aanbreken. Nu meende men, zouden de met groote moeite gemaakte wegen, die nog zooveel geld aan onderhoud verslon den, weldra tot de overtollige zaken behooren, en er behoefde slechts een drijfmiddel gevonden te worden om de luchtschepen in de gewenschte richting voort te stuwen. Het drijf middel werd gezocht, ijverig gezocht, maar niet gevondende theorie evenwel, volgens welke men onder zocht, leidde tot de uitvinding van de raderen der stoom booten. De verwachting, dat de ballon weldra het algemeene vervoermiddel zou worden, werd niet verwezenlijkt, maar het veelvuldig gebruik gaf aanleiding tot andere resultaten. Men kreeg meerdere en betere ken nis van de atmosfeer, een kennis^nog lang niet volmaakt, maar toch reeds van onberekenbaar nut. In de beide aangegeven gevallen, in den blinde uit de groote massa gegrepen, werd geheel iets anders gevonden dan gezocht, maar niemand zal ontken nen, dat het gevondene ruimschoots tegen het gezochte kan opwegen. Onwillekeurig werd het boven staande neergeschreven, hoewel het niet precies datgene was, wat wij gWiiiLKTöir~" 33 Uit het Fransch Linguard verdubbelde nu zijn gang en kwam te gelijk met de gevangenen op de plaats van inscheping. De dames hadden allen tegenstand op gegeven. De donkere nacht, het eenzame strand, de schuimende, loeiende zee, het ranke bootje, dat als een veer door de hooge golven opgetild werd, om er misschien straks met hen allen in weg te zinken of tegen een dier hooge klippen te pletter te slaandit ongewone schouwspel maakte de ongelukkige vrouwen sprakeloos van ont zetting. Elisabeth zond een stil gebed ten hemel, hare moeder sloot de oogen en snikte on ophoudelijk. Hare schakers namen haar op hunne armen en zich tot den gordel te water begevende, zetten zij haar voor zichtig in de boot, waar Christofïel en de andere roeiers haar reeds wachtten. Denzelfden dienst bewezen zij aan Lin guard, die er weinig lust in had, zijn kost bare persoon aan eene ongewenschte ver koudheid bloot te stellen, waarna de druip natte dragers zich ook in het bootje werkten, en zich onmiddellijk aan de riemen zetten, om spoedig aan boord te komen van den kotter, die op eenige kabellengten afstands van het strand voor anker lag. zeggen wilden. In verband met dien trek naar het nieuwe, naar het on bekende, wenschten wij liever wat laag bij den grond te blijven en te wijzen op een euvel, daaruit voort spruitende, een euvel, waaraan velen mank gaan, waarvan de gevolgen, meer dan vele andere, allernadeeligst zijn en dat wij met al de kracht, die in ons is, steeds bestreden hebben en zullen blijven bestrijden. Wij zeiden boven„Er is in de menschelijke natuur eene neiging naar het nieuwe," wij hadden er bij moeten voegen, „eene neiging, om al- wat nieuw is, goed te keuren, er hoog meê weg te loopen, alles er aan op te offeren, om, na een korten tijd van geestdrift het weg te werpen, zich tot wat nieuwers te wenden en het eerste te vergeten, dood te zwij gen of tegen te werken." Wanneer wij zoo den zin vol maken, dan hebben wij het euvel aangeduid, waarop wij zinspeelden. „Jan, wat moet je worden „Tim merman, vader," is het vaardige ant woord. En Jan wordt bij een tim merman op het werk gedaan. Jan timmert en knutselt den ganschen dag, ook als hij niet op het werk is, hij heeft ambitie, te veel ambitie in het begin, dat zal niet van langen duur zijn. En zoo blijkt hetde geestdrift begint te verflauwen, te veel ijver is overgegaan in te wei nig, de beginselen vallen niet mee. Er is nog wat anders te doen, dan spijkers te slaan en planken te za gen. Er moet geteekend worden, er is rekenen noodig, het blijkt, dat het toch zoo gemakkelijk niet is, wil men wat meer worden dan duivelstoejager dan moeten duchtig de handen uit den mouw gestoken worden niet al leen, dan moet er met het hoofd ge werkt worden. Dat had Jan niet verwacht, dat bevalt hem volstrekt niet, de ambitie die al zeer gedaald was, komt op het vriespunt. Hij begint zijn vader te vertellen, dat hij zich eigenlijk vergist heeft, dat zijne roeping elders lag, dat hij liever wat anders zal probeeren. Gebrek aan volharding, gebrek aan moed om moeilijkheden te overwinnen, doen hem de handen in den schoot leggen. Een jaar is verloren gegaan. En Na een oogenblik tegen de hooge brekers geworsteld te hebben, bereikte het ranke vaartuig met zijn last gelukkig het schip, niet zonder dat de dames honderdmaal gedacht hadden zoo in den afgrond te zullen wegzinken. De kapitein klom het eerst aan boord en nam de dames en Linguard van de anderen aan, droeg ze op het dek en ge leidde hen vervolgens naar de kleine kajuit in het achterschip. Daarop werd Linguards bagage zoo goed mogelijk weggeborgen, de sloep binnen boord gehaald, het anker gelicht en de zeilen geheschen. Terwijl de matrozen deze werkzaam heden verrichtten, luisterde de kapitein naar het rapport van een hunner, terwijl zijn ongeruste blik zich vestigde op eene donkere massa, die op korten afstand van den kotter op de golven dobberde. «Dat is nog het vervloekte jachtmom pelde hij. Geen twijfel meer die heeft het op ons verzienMaar komaan, wij zullen hem de hielen laten zien. Kap de kabelkommandeerde hij met forsche stem, «het anker is voor de krabben. Zet alle zeilen bij en dan ieder op zijn post In den tijd van vijf minuten was de kotter in het ruime sop. De lenige Sam- pinelli zat aan het roer, gereed om elk bevel van den kapitein onmiddelijk op te volgen. Deze laatste stond met den rug tegen de bazaansmast onbewegelijk naar zijn vervolger te staren, die soms geheel niet alleen een jaar verloren, maar wanneer Vader toegeeft is de kwade plooi in bet karakter ook vaster ge worden, moeilijker glad te strijken. Zoo bereikt menigeen den mannelij- ken leeftijd, is niets en kent niets. Moed en volharding ontbraken, en het levensdoel, nuttig te zijn voor zichzelf en anderen wordt gemist. Vandaar zooveel krukken in het werk, krukken op elk gebied, schip breukelingen worden het in de maatschappij en een last voor de maatschappij tevens; zij verminder den de som harer werkkrachten en verzwaren de verantwoording der overigen, zij doen het zedelijk peil der samenleving dalen. Een ander voorbeeld uit de tien tallen, die voor de hand liggen. Er staan eenige mannen op, die eene vereeniging in het leven willen roepen, hetzij enkel tot nut, hetzij alleen tot vermaak of voor beide vereenigd. Hunne oproeping van belangstellenden wordt door velen beantwoord, door velen toegejuicht en van ganscher harte wil men medewerken tot het beoogde doel. De bijval is grooter dan men had dur ven verwachten; de vereeniging is zoo goed als gevestigd. Met moed dus aan het werk, het slagen is ver zekerd. Een, twee, soms drie jaar gaat alles uitstekenU, maar de ijver verflauwt, de medewerking wordt minderoprichters en bestuurders vertrekken of laten zich vervangen door anderen, de geldelijke steun wordt minder en minder, de over- blijvenden worden het moede langer alles alleen te doen, het wordt een „Laat maar loopen"in 's hemels naam maar weer ontbonden. Zeg, is dat niet de treurige, maar ware geschiedenis van zoo menige veree niging, die wij zagen geboren wor den, groeien, kwijnen en eindelijk sterven Slot volgt. BUITENLANDSCH OVERZICHT. De kans is verkeken. De geallieerden doen niet mee aan de vredesonderhande lingen. Den 25sten December van het vorige jaar hadden de Russische legatiën, op aandrang van de centralen, zich gericht achter eene hooge golf verdween. «Enfin,bromde hij, «ik zal myn best doen, om dien jager te ontloopen. Lukt het niet, dan moet Linguard maar zien, dat hij zich redt. Ik heb geen belang bij de lading hei, jongen, breng mij een glas wijn en eene pijp tabak. <r Terwijl de kapitein-philosoof aldus zijne zorgen trachtte te verdrijven, zat Linguard met zijne beide gevangenen in de hut. Deze zaten stil in een hoekje met de armen om elkander heengeslagen en durf den zich nauwelijks bewegen. Linguard, die beter op zee thuis was, spotte met hare vrees voor de zeeziekte. Zoo dicht bij de kust durfde hij geen licht ontsteken, maar aan den toon zijner stem en zijn vrooÜjken lach te hooren, zou snen zeggen, dat zijn huichelaarsgezicht eene zegevierende uitdrukking moest hebben. «Welnu, mijne kippetjes, zou het nog mogelijk zijn u tam temaken spotte hy «Ja, ja, die vrouwtjes worden wel wat toeschietelijker, als men ze in een scheeps- kajuit heeft met eenige vademen zout wa ter onder hare voeten Maar waar blijft toch mijn lief Betje En in het donker stak hij de hand tastend naar haar uit «je bent toch, hoop ik, niet boos op mij om mijn laatste guitenstuk Elisabeth zuchtte angstig en week schuw achteruit voor de brutale hand van den ouden schurk. Instinctmatig gevoelde deze welk een diepen afkeer hij dit meisje in boezemde. tot de overige oorlogvoerende mogendhe-. den met het voorstel, binnen den termijn van tien dagen bericht te zenden of zij aan de onderhandelingen te Brest Litofsk wenschten deel te nemen. 4 Januari was deze termijn verloopen, maar geen antwoord is ingekomen. De geallieerdan willen dus niet over vrede spreken. Of ja, dat willen ze we!, maar alleen op hun voorwaarden. Lloyd George, Engelands eerste minister, heeft in een rede, die ten zeerste wordt toegejuicht door de pers der entente, ver klaard waarom de geallieerden niet aan de onderhandelingen te Brest hebben kun nen meedoen. Hij heeft daarbij o. a. dit gezegd De Engelsche regeering eischt allereerst het volledig herstel van België en de schadevergoeding voor zijn verwoeste steden en provinciën. Vervolgens het her stel van Servië, Montenegro en de bezette gebieden van Frankrijk, Italië en Roemenië. Dat laatste klinkt vreemd. Is hier wer kelijk bedoeld het tijdens de oorlog bezette gebied van Italië en Roemenië, dan zegt Lloyd George hiermede dat niet alleen de aanspraken van Roemenië op Zevenbergen maar ook die van Italië op de Italiaansche deelen van Oostenrijk van het algemeen program der entente geschrapt zijn. Zoo zou Italië toch leelijk met de kous op den kop thuis komen. Dat het zich losscheurde van de centralen, een bedriegelijke rol epeelde, die het altijd tot schande zal strekken, economisch duchtig in de knoei raakte en ontelbare mannen verloor, dat alles was de dure prijs voor een brok land, dat men van Oostenrijk begeerde. En nu krijgt het niets. Wat deed het ook in de kou Maar verder«Volledige terugtrekking van vreemde legers en vergoeding van onrecht zijn de fundamenteele voorwaarden voor een duurzamen vrede. Wij zullen de Fransche democratie tot den dood steunen in haar eisch om het onrecht van 1871 weder goed te maken toen twee provincies van Frankrijk werden afgescheurd zonder dat er eenige rekening is gehouden met de wenschen der bevolking. Voordat deze wonde is geheeld, kan geen gezonde toe stand ontstaan. Vervolgens wordt geëischt dat Posen van Duitschland en Galicië van Oostenrijk wor den afgescheurd ten behoeve van Polen. En dan, ja waarlijk om- Roemenië en Italië zoet te houden worden hun oude eischen toch ook nog te berde gebracht. Ofschoon wij het met Wilson eens zijn «Goed, goed,« vervolgde hij op ruwen toon, »nog mag je zoet nonnetje spelen, maar laten we eerst eens in volle zee zijn Op dit oogenblik riep de kapitein Lin guard aan dek. Deze snelde dadelijk de kajuitstrap op en vlak voor de kap had eene driftige samenspraak plaats. «Dat is een fatale tegenslag,sprak de gewezen boekhouder ongerust. «Als wij die lui met geene mogelijkheid kunnen ontwijken, moeten wij hen vragen, wat zij willen. Zij hebben bepaald een verkeer de voor, want niemand weet iets van mijne plannen af Enfin, kapitein, gij weet, wat gij te antwoorden hebt?« «Jawel mijnheer En de kapitein, snelde naar de campagne om zijne bevelen te geven. Ondertusschen ging Linguard weer naar beneden, wierp de kajuitsdeur in het slot en, de haan van een pistool overhalende, zei hij met ge smoorde stem «Dames Meursanges, 't is nu niet het oogenblik om galant te zijn. Wie van u berden in de eerste tien minuten een kik eeeft die jaag ik een kogel door het hoofd, begrepen Weest dus verstandig en zwijgt »Ha!« riep Elisabeth, «dan is de hulp nabij «Stil «Ik vrees den dood niet Zoo vrees dan voor je moeder Nog un geluid, en ze valt voor je voeten neer dat het uiteenrukken van Oostenrijk geen deel uitmaakt van onze oorlogsdoeleinden meenen wij toch niettemin dat de zelf- regeering op democratischen grondslag moet worden gewaarborgd aan de Oostenrijksch Hongaarsche nationaliteiten welke daarnaar reeds lang vurig hebben begeerd. Gebeurt dat niet dan is het onmogelijk uit dat gedeelte van Europa de oorzaken te ver wijderen, die zoolang reeds den vrede in Europa bedreigden. Op denzelfden grond meenen wij dat de logische eischen van Italië naar vereeniging van al hun ras-en taalgenooten moeten worden bevredigd en dat rechtvaardigheid moet worden betracht tegenover allen van Roemeenschen bloede, die dezelfde taal spreken en wier aspiraties uitgaan van vereeniging. Nog merkt Lloyd George ten aanzien van Rusland op, dat Engeland niet aan sprakelijk kan gesteld worden voor de be sluiten die buiten zijn medeweten genomen zijn en waarover het niet is geraadpleegd Hij geeft aan den vroegeren bondgenoot nog een ernstige waarschuwing mede «Niemand, die de oogmerken van Pruisei kent ten aanzien van Rusland, kan een oogenblik aan zijn ware bedoeling twijfelen. Met welke phrasen 't Rusland ook moge misleiden, het is niet van zins een dei thans bezette provincies of steden van Rus land terug te geven. Onder een of an deren naam en een naam doet ei nauwelijks toe zullen deze provincie: voortaan in werkelijkheid deel blijven uit maken van het Pruisisch grondgebied. Zi zullen door het Pruisische zwaard worden geregeerd in het belang der Pruisisch* autocratie en de rest van het Russisch* volk zal voor een deel worden verlokt dooi schoonklinkende phrasen en voor een ander deel berusten door de bedreiging van voort zetting van den oorlog met een onmachtig leger in een toestand van economische en politieke Duitsche slavernij. Wij allen be treuren dit vooruitzicht. Wat Rusland betreft. De vredesonder handelingen willen niet vlotten, dreigei. zelfs geheel afgebroken te zullen worden. Duitschland wii zijn troepen niet terug trekken uit Kouland en Lijfland. De Russei eischen dit. Maar het schijnt dat Duitsch land zijn bezettingstroepen daar laat to de volkstemming is afgeloopen die beslisser zal waarbij deze gebieden zich zullen aan sluiten. De vrees wordt geuit dat an nexatie van deze gebieden, zelfs tegen dei wil van de bewoners in, op het üuitsch' huiverend. «Prikkel den toorn van'onzen goeden vriend nietJe wilt je moedei toch niet voor je oogen laten vermooi- den Elisabeth sloeg de armen om haar halt en beiden bleven onbewegelijk zitten. Ondertusschen had eene groote boot, di te gelijk zeil kon voeren en geroeid woi den, den kotter op zij gedraaid. Zij had evenmin als de smokkelaar, een lantaan in de mast, maar, naar sommige geluidei te oordeelen, scheen zij sterk bemand t zijn en wel met lieden, die uitstekend kor. den manoeuvreeren. Een man, die met een scheepsroeper in 2e hand bij de boegspriet stond, riep den kotter aan en vroeg den naam var; het schip, den kapitein en den reeder alsmede de plaats van afvaart en bestem ming. De seherpe blik van den kapitein her kende dadelijk een officier van de haven politie te Marseille, en antwoordde zoo vi en onbevangen mogelijk met eene vernufti bedachte fabel. Nadat hij geëindigd had, scheen er ee levendig onderhoud gevoerd te worden o het onbekende vaartuig. De officier, di genoegen nam met de correcte antwoordden die hij van den kotter ontvangen had, wild. hem zijne reis laten voortzetten, maar tw< andere personen in de boot waren da: beslist tegen en eischten op hoogen toon dat de vervolging zou voortgezet worden. voor MLand m Housdon en Altona, de Lanostraat en de Bommelerwaard. A i .Elisabeth, mijn kind, spreek geen woordfluisterde mevrouw Meursanges Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1