ZWAMMEN. Und van altena Uitgever: L J. VEERMAN, Heusden. No. 3762. Woensdag 3 April 1918. vÊviLiMoN. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Niet alle zwammen zijn den men- schen vijandig, al worden er onder gevonden, die onder daarvoor gun stige omstandigheden ons de kiemen toevoeren van ziekten, die voor ons het gevaarlijkste zijn. Daarentegen zijn er weer andere, die voor ons hoogst noodig zijn, en die bevordelijk zijn voor ons leven en onze gezondheid, want de rol, die zij spelen in de huishouding der na tuur is gewichtig en nuttig boven alle bedenking. De zoogenaamde honingdauw op rozen, augurken en vele grassoorten het zwarte stof, doorgaans met den naam van roet bestempeld, aan vrucht- boomen de kleine bolletjes, die men aan elzentakken vindt, de donker bruine vlekken op de bladeren van den eschdoornde zwarte vlekken op de bladeren der aardappelplanten, het begin der gevreesde ziekte, het zijn alle verzamelingen van zwammen Als men nu denkt dat wij alle bronnen van zwammen, die in de natuur aanwezig zijn, hebben opge noemd, dan zou men zich zeer ver gissen. Daar heeft men het roodach tig gele poeder, dat zich bevindt op de naaiden van het masthouthet witkleurige, zachte poeder, dat zich dikwijls op den wijnstok bevindt het fluweelen beslag, zwartachtig groen van kleur, op ledige wijnvaten de vlekken in het linnen en het wit achtige slijm op de tanden de leder achtige neerslag, blauwachtig groen van kleur, dat zich op ingemaakte vruchten vertoonthet groenachtige stof inbrood voorkomende het zijn zwammen, zwammen bij millioenen en nogmaals millioenen. Beziet men deze plantjes, die op den laagsten trap van het plantaar dig leven staan, dan is men met recht verbaasd over de schoonheid en de oneindige verscheidenheid van al wat geschapen is, want duizenden malen vergroot zijnde, ontwaren wij nieuwe vormen, wier sierlijkheid en wonder baar maaksel ons verstomd doen staan en ons met opgetogenheid vervullen. Een maatschappelijk schipbreukeling. door A. S. H. BOOMS, Oud luitenant-Kolonel bij het N. I. leger. Weldra klonk eene wegslepende wals en zoowel de danslustige Muntoksche jeugd als de ouderen van dagen dansten verder den geheelen avond, waarbij Marie steeds als tusschenpersoon gebruikt werd om de wenschen der dansenden aan den violist, die onvermoeid doorspeelde, kenbaar te maken. Sedert dat oogenblik was Jan Bedoe de meest onmisbare man te Muntok, vooral nadat hij een bodemloos botervaatje, aan beide ^uiteinden met een tromvel bespannen, tot trom gepromoveerd had en een oude laadstok tot triangel vervormde, welke beide instrumenten door inlanders bespeeld wer den, die van hem hunne muzikale opleiding genoten hadden. Muntok was dus niet alleen 'n viool, maar zoo zelfs een geheel orchest rijk, dat door Jan Bedoe met veel ernst en deftig heid werd geleid, waarin men aanleiding vond om met allen ijver de gelegenheden, waarbij dat orchest moest optreden, te vermeerderen. Wie Jan Bedoe eigenlijk was, wist nie mand dat hij niet was voor wien hij zich uitgaf, hield ieder voor zeker, want zelfs Lucht en water bevatten steeds een onnoemelijk getal microscopische zwammen vallen zij op een gunsti- gen bodem, dan ontwikkelen zij zich met een snelheid, die aan het won derbare grenst. Zijn sommige de dragers der ge vaarlijkste ziekten, o.a. tering en diphtherites, andere daarentegen zijn voor onze gezondheid onontbeerlijk, want om slechts een enkel geval uit de tallooze reeks aan te halen, zij vermeld, dat zij onmisbaar zijn voor onze spijsvertering- en andere func tien, die daarmede in verband staan. Zij bewijzen ons duizenden diens ten, want zwammen zijn krachtige hulpmiddelen ter ontbinding van doode plantaardige voorwerpen bij vochtige temperatuur; zij dragen derhalve in buitengewone mate bij tot het vormen van de noodige hu mus voor o ze aardappel- en koren velden. Zwammen maken ons brood luchtig en geschikt voor spijsverte ring, want gist is niet anders dan eene verzameling van zwammen. Zwammen zijn de oorzaak dat bier en azijn gaan gisten, maar zwammen doen ook onze melk, bier en azijn bederven. De rol, door die veelal voor ons oog onzichtbare plantaardige wezens in de huishouding der natuur vervuld, is bovenmate groot, want zij zijn het, die de verrotting van stikstof houdende zelfstandigheden doen ontstaan verrotting toch is eene scheikundige werking, in het leven geroepen, door zoogenaamd staaf bacteriën. Door herhaalde microcospische proefnemingen is af doende bewezen, dat stikstofhoudende voorwerpen niet tot verotting over gaan, wanneer op de eene of andere wijze de toetreding van bacteriën wordt belet of hare vermeerdering wordt tegengegaan. Nog een enkel voorbeeld van de werking der zwammen vindt hier hare plaats. Wie heeft niet een walg van het gonzend gespuis dat in de warme dagen van zomer en herfst ons voortdurend hindert, en daaren boven als 't ware bij voorkeur in onze woonkamer de fraaiste voorwer pen bezoedelt. Wie verlost ons van dat gebroed Als men nauwkeurig voor den minst ingewijde was het duidelijk, dat hij met valsche papieren in dienst was gekomen. In de registers van het garnizoen stond Jan ingeschreven als Heinrich Emile Bedoe, geboren te Kleef, in zoodanig jaar, dat hij nu acht en twintig jaar oud moest zijn, doch alles aan den man logenstrafte ten zeevste deze aanteekeningen. Behalve naar den eigennaam Bedoe, luis terde hij alleen naar den naam Jan, een naam hem door de kameraden met vrien delijke bedoeling geschonken de andere voornamen schenen hem geheel onbekend hij sprak een mengelmoes van Fransch, Duitsch, Itaiiaansch en Maleisch met enkele Hollandsche woorden, waarvan het Fransch en het Itaiiaansch het zuiverst klonken, terwijl hij voor den dagelijksehen omgang met Muntok's publiek en ten gerieve daar van, zich het doelmatigst van het Maleisch bediende naar het uiterlijk te oordeelen zou men hem eerder 60 dan 28 jaar toe gekend hebben, doch wanneer men zijne levenswijze en den invloed van het Indisch klimaat op zijn uiterlijk in aanmerking nam, schatte men toch zijn leeftijd zeker op minstens 50 jaar. Hij was niet groot van gestalte, doch alles duidde aan, dat zijn kort ingedrongen lichaam vroeger groote spierkracht moest hebben bezeten, en de kameraden wisten verhalen te doen waaruit bleek, dat hij in het worstelen ook nu nog een niet te ver achten tegenstander was het dikke, opgezwollen, met witte strepen omgorde achterlijf der vlie gen in het najaar beziet, dan bespeurt men duidelijk daarop eene meelach tige stof. Dat zijn zwammen, wier krachtdadige werking ons binnen korten tijd van de lang; verduurde kwellling verlost. BUITEMLANDSCH OVERZICHT. De slag, die thans in het Westen aan den gang is, zal wel de hevigste zijn, die ooit de wereld gezien heeft, zooals deze oorlog er een is, zooals hij nog nooit heeft gewoed. Nooit stonden zoovele mannen gewapend tegenover elkander, nooit spuw den zoovele en zoo geweld/ge vuurmonden dood en verderf in 's vijands liniën, nooit werd de strijd gestreden over zulk een groot front of duurde een veldslag zoo lang. Het eerste gevolg van zulk een ontzaglijk samentreffen van zoo geduchte strijdkrach ten is natuurlijk, dat bij tienduizenden de slachtoffers vallen, zonder dat een spoedige beslissing wordt behaald. Langer dan een week (sinds 21 Maart) duurt nu de strijd, millioenen zijn die dagen in het vuur ge weest, duizenden kanonnen hebben gedon derd, tienduizenden mitrailleurs geknetterd maar nog niet als in vroegere oorlogen is een overwinning behaald, die een der te genstanders op de viucht doet slaan of een- leger tot overgave dwingt Nog dagen lang kan de strijd zoo voortduren, en al slaat de weegsciiaal door naar de zijde der Duitschers, 't is nog niet te zeggen, wat de uitslag van den strijd zal wezen, Op het oogenblik dat wij dit verslag schrijven, is er nog geen bericht ingekomen over wat er gedurende de Paaschdagen op het worstelperk der volkeren is voorge vallen. Maar men behoeft geen vooruit- zienden geest te bezitten om te kunnen zeggen, dat het er vreeselijk gespannen heeft. Het gaat nu immers om de door braak ja of neen. De aanvallen der Duit schers zullen tot de hoogste verwoedheid worden doorgevoerd. De verdediging der geallieerden zal echter in dezelfde mate verbitterd en ongehoord standvastig wezen. Het is nu toch de vraag of de legers van Fransehen en Engelschen gescheiden zullen worden en de toegang naar Calais zal worden geforceerd. Wij wachten met spanning op wat deze week het resultaat van de gevechten wezen zal. De geallieerden hebben hun hoop geves- Zijn door kort geknipte, bijna witte haren omlijst gelaat, droeg duidelijk de sporen eener ongeregelde levenswijze, doch de oogen hadden iets bedroefds en peinzends, wat aanleiding gat om te vermoeden dat wellicht ook teleurstelling of vlijmende smart het hunne er toe hadden bijgebracht om die diepe trekken te groeven op zijn gelaat, dat nu nog overblijfselen vertoonde van edele uitdrukking en van vroegere schoonheid. Hoewel zijn lange witte knevel en een breed lidteeken over het voorhoofd schijnbaar eene barsche uitdrukking aan zijn uiterlijk gaven, was hij steeds vrien delijk en voorkomend, terwyl zijne beschaaf de wijze van spreken, zijne correctheid in vormen en zijne, zich nu en dan verra dende, groote wetenschappelijke kennis, eene afkomst en beschaving aanduidden, die tot allerlei gissingen aanleiding gaf. Het bleef echter bij gissingen, want Be doe leefde zeer eenzelvig en sprak zelf nooit over zijn verleden, en zij die wel eens getracht hadden den sluier weg te trek ken, beproefden dat, afgeschrikt door de barsche en ongewoon onvriendelijke afwij zing, niet ten tweede male. Toen Marie Boss eene in een vertrou welijk gesprek een dergelijke poging waag de, had hij haar onmiddelijk beduid te zwijgen. Vraag dat nooit had hij op bid- denden toon gezegd, Het bedroeft mij Later misschien Toen had Marie hem de hand gedrukt tigd op het leger van Generaal Foch. Dat is het reserveleger, dat klaar gehouden wordt om in te grijpen op die plek, waai de vijand het gevoeligst getroffen kan worden. Havas deelt mee dat dit oogen blik zeer nabij is. »Niet te vroeg en niet te laat« zal Foch zijn troepen in het ge vecht werpen, zoo luiden de berichten. Maar dat is juist het moeilijke wanneer is nu het tijdstip aangebroken om het reserveleger in den strijd te werpen, om zoo mogelijk de weegschaal naar de andere zijde te doen overslaan? De Frankfurter Zeitung zegt dienaan gaande »Men krijgt alen indruk, dat de gealli eerden hun reserve-leger (van Foch) voor het grootste deel nog teruggehouden heb ben, teneinde de ontwikkeling van het strategische plan der Duitschers tot op het laatste oogenblik te kunnen afwachten. De versterkingen, die naar het doorgebroken stuk van het front gestuurd zijn, schijnen in hoofdzaak van andere frontgedeelten ge nomen te zijn. Dat kan verstandig geweest zijn, het kan er ook toe leiden, dat Foch te laat komt om het uit elkaar rukken van de Engelschen en de Franschen en de oprolling der fronten te verhinderen. Aan de Duitsche legeraanvoering zal juist dat afwachten wel aangenaam geweest zijn, want het vergemakkelijkte de recht tegen het front uitgevoerde stooten van de eerste week, terwijl Hindenburg de mogelijkheid behouden heeft het leger van Foch elk oogenblik voor nieuwe onverwachte opgaven op deze of gene plaats van het front te stellen. In deze berekening ligt vermoedelijk het kernpunt van de strategische problemen van den nieuwen veldtochtde onzekerheid over de toekomstige marschrichting van de drie Duitsche aanvalslegers is voor onze tegenstanders minder lastig dan de twijfel over het inzetten van het reserve-leger. In de tweede week van den veldtocht zal de beslissing over dit probleem wel moeten vallen. De Duitsche legerleiding hééft het in de macht den tegenstander haar wil op te kunnen leggen. Zij heeft reeds bij tal looze gelegenheden getoond, dat zij de kunst verstaat door steeds nieuwe verdeeling harer strijdkrachten, de meerderheid te hebben op de plek, waar het er op aankomt. Haar operatie-doeleinden zullen vfrel spoedig te bespeuren zijndan zal men ook kunnen zien, door welke maatregelen zij het gevaar, waar elke omvattingsvleugel aan bloot staat, en niet verder aangedrongen. Eens meende men een tipje van den sluier die zijn verleden bedekte te kunnen oplichten, want een Franschman verklaarde, dat het Fransch van Jan Bedoe een Ita- laansch accent had, terwijl een Italiaan beweerde dat zijn Itaiiaansch naar het Pie- monteesch zweemde, zoodat men met eenig recht veronderstelde, dat hij afkomstig was uit Piemont, doch verder bleef men even wijs. Jan Bedoe had heiaas 'n groot gebrek, was aan den drank, verslaafd, en het voortdurend misbruik had, geholpen dooi de tropische zon, zijn sterk gestel onder mijnd. Hij weigerde nooit een borrel geest rijk vocht, wat en hoeveel het ook was, doch hoe meer de gebruikte drank hem beving, hoe minder hij zich in acht nam en hoe meer hij in houding en vormen verried, dat hij tot de hoogste en beschaafd ste standen moest behoord hebben dan richtte zijne gebogen gestalte zich op, dan schttterde zijn oog, dan scheen het alsof hij zich op dat oogenblik in de hofkringen bewoog, maar dan bediende hij zich ook voornamelijk van de Fransche taal, en die was voor het overgroote deel van Muntok's vreedzame inwoners een gesloten boek. Bedoe's dronkenschap was nooit hinder lijk, want zoodra deze eene zekere hoogte bereikt had sliep hij in, waar hij zich ook bevond, en bleef slapen tot hij weder ge heel nuchter was. Bij een dier gelegenheden had men be- (n.l. het gevaar zelf omvat te worden), afweren wil. Dat zullen de oogenblikken van de hoogste spanning zijndan zal zich de strategische kunst onzer legeraanvoer ders eerst in volle kracht kunnen ontplooien. Wij kunnen nu alleen melden dat de Duitschers nog immer voorttrekken al is het in langzamer tempo dan bij den aan vang van den slag. Ten Z. en Z. O. van Montdidier hebben zij weer eenige dorpen genomen. Zij zijn dus op weg naar Amiens. Montdidier ligt 35 K M. er van daan terwijl zij er in 't westen nog dichter bij staan. Van twee zijden wordt dus Amiens, de belangrijke vesting en aloude hoofdstad van Picardië bedreigd. Het schijnt dat de Duitschers de Fran schen wel niet met rust laten, maar ook niet zoo terug willen dringen als de En- genschen. Dat één der doelpunten echter Amiens is lijkt wel duidelijk. Is dat in hun handen dan is er als 't ware een wig gedreven in de FranschEngeische linie, dan kunnen de Fransche troepen de En gelschen ten noorden dier plaats slechts langs een grooten omweg bereiken en kunnen insgelijks Engeische strijdmachten de Fran schen moeilijker te hulp komen als de vijanden van Noyon oprukken naar Com- piègne, op den weg naar Parijs. Ondertusschen zoeken de geallieerden nog steeds meerdere bondgenooten. Brazilië heeft zich nu ook aan hun zijde geschaard, maar deze hulp zal wel niet veel verschil in den toestand brengen. Ook tegenover Italië begint het offensief zich krachtiger te deen geiden. Baron Arz, hoofd van den Oostenrijkschen generalen staf, zeide daaromtrent o. a. Ik weet, dat er menschen zijn, die mee- nen, dat de oorlog voor ons grootendeels heeft afgedaan. Tegen die misvatting kan men niet sterk genoeg opkomen. In de eerste plaats hebben we riog in Italië met een tegenstander te maken wien weliswaar de twaalfde slag bij de Isonzo een geduchten hap uit zijn 70 divisies kostte, maar die aan strijders en oorlogsmiddelen wenschte te vervangen, wat in het algemeen te ver vangen was. Een allergeweldigste kracht proef met dezen voor en na op gebieds- vermeerdering belusten vijand zal niet achterwege kunnen b 1 ij v e n. Die krachtproef schijnt nu te zijn aan gevangen. Ook Japan moet, naar verluidt, zich ge reed maken om de geallieerden met de merkt, dat in de schijnbaar eenvoudige gouden ring, die hij aan de rechterhand droeg, een steen van groote waarde gevat was, en een adeiijk wapen als zegel ver toonde hij droeg de ring altijd met het zegel naar binnen gedraaid, zoodat dit tot nu toe onopgemerkt was gebleven. Dit vermeerderde het geheimzinnige waas dat den ouden krijger omgaf. Behalve dit gebrek aan matigheid had hij de eigenaardigheid om het militair ge zag alleen als het geldige te erkennen, hoewel hij eenigen tijd na zijne aankomst ter plaatse in civieien dienst overging. Toen hij namelijk op het eiland in gar nizoen kwam, was hij wegens eene in den oorlog bekomen wond voor den dienst te velde afgekeurd en werd hij eenige tijd daarna gepensioneerd, waarna hij zich voor goed als burger op Muntok vestigde, om dat 't hem daar goed ging, wijl hij lang zamerhand onmisbaar was geworden. Zoo dat dan ook de betrekking van opzichter van het kerkhof en doodgraver openkwam, haastte de Resident zich hem dat postje aan te bieden en d artoe te benoemen, zoodat hij de beide meest uiteenloopende betrekkingen in zich vereenigde, die hij beide echter behoorlijk afgescheiden wist te hou den, want hij was vroolijk met de dans- lustigen, zoolang zij zijne kunst noodig hadden, en treurig met hen, die zijn dienst als doodgraver moesten inroepen. iniemrvaar (Slot.) Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1