Vermiste schepen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No3763. Woensdag 10 April 1918. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën warden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. In het begin der vorige eeuw voer een schip over zee. De verwanten der zeelieden volgden het in hun gedachten van de haven van vertrek ze lazen nog in de zeevaartberichten dat het een- en andermaal gepraaid was, doch daarna vernamen ze niets meer; er kwam geen bericht van aankomst, en ten slotte moest men wel tot de overtuiging komen, dat het schip met man en muis vergaan was. Een der zeelieden misschien wel meer woonde te Veendam, waar destijds een paar honderd zeil schepen thuis hoorden. Daar had de zeeman zijn jonge vrouw achterge laten, die, toen alle berichten uit bleven, hem als een doode beweende. Eenige jaren later kreeg zij aanzoek om te hertrouwen. Natuurlijk moest zij daartoe niet alleen feitelijk, maar ook wettelijk weduwe zijn, m. a. w. het overlijden van haar man moest in de boeken van den burgerlijken stand ingeschreven zijn. In gevallen als dit komt de rechter te pas, die in binnen- en buitenlandsche bladen herhaaldelijk oproepingen plaatst, waarin de verdwenene wordt uitge- nopdigd zich aan te melden Komt op die oproepingen na een bepaalden tijd, ik meen anderhalf jaar, geen antwoord, dan spreekt de rechtbank rechtsvermoeden van overlijden uit. Zoo geschiedde ook in het geval met de weduwe te Veendam ze werd dus wettig weduwe, ze hertrouwde, kreeg een huisgezin, en in den loop der jaren geraakte de eerste man geheel op den achtergrond der her innering. Vier en twintig jaren later 't was ongeveer 1830 of '35 meldde zich een vreemdeling aan bij den burgemeester van Veendam, om on derzoek te doen naar de weduwe, 't Was de verdwenen zeeman. Hij had schipbreuk geleden ze waren geland aan een onbewoonde kust, hadden Een maatschappelijk schipbreukeling. door A. S. H. BOOMS, Oud Luitenant-Kolonel bij het N. I. leger. 5 Op het daarop gevolgde groote verzoen- feest hadden Marie en luitenant Maroy telkens iets aan Bedoe te zeggen, waarbij alle drie dan vroolijk en hartelijk lachten, terwijl de beide jongelui elkaar zoo mogelijk nog verliefder aankeken d m vroeger, want hunne genegenheid had een groot gevaar doorstaan. Daar allen met de herstelling der har monie ten zeerste ingenomen waren, en Bedoe diegene was die dat bijna onmogelijke mogelijk had gemaakt, kreeg hij bij die gelegenheid eene zoo hartelijke welbe- sproeide ovatie, dat tegen één uur des nachts het dansen moest gestaakt worden, want ten gevolge van de vele heerlijke en krachtige heildronken sliep Jan de slaap des rechtvaardigen en trom en triangel waren niet in staat, zonder de krachtige hulp van Bedoe's, viool de maat te houden Langen tijd heerschte Bedoe op Muntok als eenig muzikant, als onmisbaar persoon, doch ook hier had de vooruitgang invloed op den gang der zaken, want vele nieuw aangekomenen konden zich niet tevreden stellen met het primitieve orchest, dat zoo veel vreugde verspreid, zooveel beenen in daar een Robinsonleven geleid, en eerst thans had hij gelegenheid ge vonden naar het vaderland terug te keeren Van den burgemeester ver nam hij, dat zijn vrouw reeds twin tig jaren lang de wettige vrouw van een ander was „Dan heeft die man meer recht op haar dan ik," gaf de zeeman ten antwoord, groette den burgemeester en vertrok, om nimmer weer iets van zich te laten hooren. Ik geef dit verhaal, zooals ik het hoorde van mijn moeder, die in haar jeugd de geschiedenis mee beleefde, en ik gaf' het als een staaltje van wat „vermist" beteekent. Er worden jaarlijks meer schepen als vermist opgegeven dan men ge woonlijk denkt. Wie met zeelieden in aanraking komt, weet er meer van. Uit mijn eigen jeugd b.v. her inner ik me het geval van een schip, dat nog gerapporteerd werd als de Sont gepasseerd op reis naar Neder land, maar dat nimmer in het vader land aankwam Er verhief zich een storm, het schip verongelukte in het Kattegat, alle opvarenden kwamen om, ook de kapitein en zijn oudste zoon. Er is niet veel verbeeldingskracht noodig, om zich voor te stellen, welke droevige gevoelens dat woord «ver mist" wekt. Als het bericht van binuenkomen een paar dagen te lang uitblijft, dan begint de onrust, telkens verdreven door de redeneering over allerlei gebeurlijkheden, die hot schip kunnen hebben opgehouden, en tel kens terugkeerend, iederen volgenden dag met meerder kracht. En als dan de dagen weken worden, en de hoop wegsterft, en toch niet wil sterven, omdat ze gevoed wordt door de lief de, dan wordt het lijden der achter geblevenen zwaar. Dat lijden wordt ook thans nog dikwijls geleden. In Londen bestaat Lloyds Verzekeringbureau, een groote maatschappij voor zeeverzekering, en deze maatschappij publiceert jaar lijks de lijst der vermiste schepen. Het zijn er gemiddeld ieder jaar een zestigtal, en het zijn volstrekt niet juist de oudste en zwakste schepen; vele zijn als eerste klasse schepen verzekerd, dus tegen de laagste pre mie. beweging gebracht had zelfs de oude zoogenaamde Oer-bewoners gingen lang zamerhand met die naar nieuwigheid-stre- venden mede, en o snoode ondankbaarheid, ook Marie, nu mevrouw Maroy, nam deel aan het complot, ofschoon zij den goeden Bedoe, die zoo heerlijk op haar bruiloft gespeeld had, geen kwaad toewenschte, doch het streven naar beter was ook haai de baas. Op zekeren dag liepen er vage geruchten, die allengs meer zekerheid aannamen, en eindelijk was het een feit geworden, dat Bedoe tot den 2en rang was teruggedron gen autoriteiten en muzikale inwoners hadden invloed te Batavia doen gelden en weldra debarkeerden te Muntok eer. tiental soldaten, die de noodige blaasinstrumenten en zelfs een turksche trom medebrachten om eeri muziekkorps te vormen, instru menten door de vrijwillige bijdragen van Muntok's danslustige doch ondankbare be volking. Jan Bedoe was even als alle inwoners bij die ontscheping tegenwoordig, en toen hij dat tastbare bewijs van ondankbaar heid gekregen had, sloeg hij een droeven blik op het voor elk ander in wuftheid niet onderdoend publiek dat de rijzende zon aanbad, zuchtte en verwijderde zich langzaam met gebogen hoofd, bij zich zeiven mompelende, waarna hij zijn leed dien avond in een groot aantal krachtige borrels verdronk. Wel bleek Bedoe toch nog onmisbaar, Naar het lot van dergelijke sche pen kan slechts gegist worden. Soms kan men denken aan storm zooals in het geval van onze Willem II van de West-Indische mail, nu een paar jaren geleden soms kan men slechts vermoeden, dat een aanvaring met een ijsberg of met een drijvend wrak de oorzaak is geweest, of men kan denken aan brand, of aan het sprin gen der ketels. Toch blijft het altijd enkel gissende zee bedekt met haar sluier het geheim van de ramp, of laat enkel door een weggedreven stuk hout of reddingsboei vernemen, dat het ongeluk geschied is. De vreemdste geschiedenis van dezen aard is wel die van de Marie Celeste in het jaar 1870, toen wel de bemanning maar niet het schip verdween, 't Was een handelsvaar tuig, met een bemanning van tien personen, behalve den kapitein Briggs, diens jonge vrouw en hun tweejarig kind. Den lOden November vertrok het schip van New-York naar Genua met een gevaarlijke lading petroleum en alcohol De reis moest natuur lijk een paar weken duren, en er kon dus geen bericht komen, indien het schip niet gepraaid werd Eenige dagen later dan de Marie Celeste vertrok een ander schip, de Dei Graita, uit de haven van New-York, eveneens met bestemming naar Europa. Den 4en December bemerk te men op dit schip in de verte zeilen. Dichterbij gekomen, zag men iets, dat verwondering wekte hoewel het kalm weer was, en reeds dagenlang kalm was geweest, voer het vreemde Schip het was de Marie Celeste met klein zeil voor den wind. Men besloot onderzoek te doen en heesch de signaalvaggen. Er kwam geen antwoord. Dan maar dichterbij gevaren en nog eens gepraaid en ten slotte geroepen. Doch nog altijd geen antwoord. Toen wrerd de onrust en de belangstelling zoo groot, dat men besloot onderzoek te doen. De 2de stuurman van de Dei Gratia liet zich door een paar matrozen naar de Marie Celeste roeien en klauterde aan boord. Wat hij daar zag w7as wel in staat de vetbazing te wek ken. De gevaarlijke lading had geen kwaad gedaande vaten petroleum want de longen der nieuwe muzikanten waren onmachtig om voor de dansen den strijd met het oude orchest vol te houden, doch met recht voorzag de achteruitgezette kunstenaar, dat langzamerhand ook strijk instrumenten hunnen intocht in het nieuwe orchest zouden doen en dan zou hij geheel afgezet worden, en beperkt zijn tot het treurige doodgraversbaantje. Meer en meer werd Bedoe eenzelviger en somberder, en wat betreurenswaar diger was, meer en meer maakte hij drukker misbruik van geestrijk vocht, tot eindelijk over Muntok de droeve mare weerklonk, dat Bedoe door eene ernstige ziekte was aangetast, waaraan zijn door den drank ondermijnd gestel geen weerstand kon bieden. Lang nog voedde men hoop, doch toen hij na een ernstig onderhoud met den geneesheer, de Roomsch-Katholieke gees telijke, die juist ter plaatse vertoefde, liet verzoeken om hem de genademiddelen zijner Godsdienst te reiken, en de Resident op zijn aansporen naar een anderen dood graver omzag, waarvoor zich reeds bij voor baat tal van sollicitanten hadden voorgedaan, toen zag men elkaar hoofdschuddend en meewarig aan, en algemeen klonk een welgemeend s> kassian Zelfs bij dat laatste onderhoud met den priester zijner godsdienst wenschtte hij dat de Majoor tegenwoordig zoude zijn, anders wilde hij van genademiddelen niets weten de Majoor moest en zou zijne biecht aan- en alcohol stonden ongeschonden in het ruim. In het logies van de be manning hingen de oliejassen tegen den wand, en lagen de Zondagsche kleeren in de kisten, verscheidene met gevulde beurzen, horloges en dergelijke. In de kajuit van den kapitein lag het naaiwerk van de vrouw op tafel, alsof ze zoo van haar werk was opgestaan het speelgoed van het kind lag over den vloer verspreid. De klok tikte rustig aan den wand. De piano stond in den hoek met een stuk muziek openge slagen op den lessenaar. In de hut van den lsten stuurman lag het scheepsjournaal op tafel met de pen er op. Natuurlijk las de onderzoeker terstond in dat journaal het verhaal van de reis. Dat liep tot den 24en November, en meldde, dat men op dien dag hei. eiland St. Mary, een van de Azoren, gepasseerd was. Ver der was niet geschreven. Bij onder zoek bleek, dat ook geen gebrek de bemanning het schip had doen ver laten er waren levensmiddelen en water in overvloed aanwezig. Ook kon men niet denken aan muiterij nergens was een spoor van worste ling alles was zoo goed in orde, dat men ieder oogenblik de menschen dacht te zullen zien, en het aller vreemdste was wel, dat van dé red dingbooten slechts één afwezig was, volgens een ander bericht zelfs geen enkele. Waarom was daar geen mensch aan boord De zee zwijgt. Men kan geen vermoeden opperen. Heeft de bemanning het schip verlaten, waar om dan? Zeeroof en gevangenschap kan ook niet de oorzaak zijn, want roovers zouden geld en goed en la ding niet achtergelaten hebben en zelfs het goede schip niet. Hier staat het verstand stil voor een onoplos baar geheim. Ook later is dat ge heim niet opgehelderd niemand heeft ooit weer iets vernomen van de dertien menschen der Marie Celeste. In onze dagen is het gevaar van vermissing eenigszins verminderd, voor de groote schepen althans, door de draadboze telegrafie. Toen de Republic eenige jaren geleden in volle zee verongelukte, seinde de telegrafist zijn S. O. S. (Saving of hooren. De Priester en de Majoor aan dien wensch gehoor gevende, begaven zich te samen naar het militaire hospitaal en traden tegelijk de kleine luchtige kamer binnen, die door den Chef der inrichting uit mede lijden aan den symphatieken lijder alléén ter bewoning was afgestaan. Beiden werden getroffen door het zwakke voorkomen van den zieke. Hij lag daar machteloos uitgestrekt, niet minder blank dan het frissche linnen dat hem dekte, met een trek van diep smar telijk lijden, doch tevens eene uitdrukking van berusting op dat thans bepaald edel en aristocratisch gelaat. Met eene enkele hoffelijke beweging zijner fijn gevormde, nu doorschijnende hand heette hij welkom en verzocht hen met zachte stem, ieder aan eene zijde van het ziekbed plaats te nemen, waaraan zij met vriendelijken groet voldeden Het oogenblik was plechtig. Bedoe scheen zijne gedachten te ver zamelen, terwijl dikke tranen in zijne oogen opwelden en langs de bleeke ver magerde wangen naar beneden rolden beiden, zoowel de dienaar en plaatsvervanger Gods als de soldaat, zaten daar ontroerd en met trillende lippen, want zij beseften dat een groot verdriet of een diep berouw die tranen te voorschijn riep en zij eer- biediedigden zijn zwijgen, dat blijkbaar eene ernstige voorbereiding was voor eene moeielijke bekentenis. souls, redding van zielen) de aarde rond, en van alle kanten kwam tij dige hulp opdagen. Het geval van de Titanic heeft evenwel getoond, dat de gewenscbte hulp, ook met mar- conografie, nog wel te laat komen kan. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Het begint er in ons eigen land ook treurig uit te zien, wat de voedselvoor ziening betreft. Te weinig brood, een klein stukje vleesch, geen vet, bijna geen peul vruchten of ander bijvoesgel, aardappelen die oneetbaar zijn, tekort aan nagenoeg alle onmisbare dingen. En de toekomst ziet er nog donkerder uit. Er schijnt bijna geen wintertarwe gezaaid te zijn. De veel te lage prijs voor de te verbouwen tarwe door de regeering gesteld, heeft er de landbouwers toe gebracht om hun lande rijen voor andere gewassen te gebruiken. Er zullen natuurlijk weer uitgestrekte vel den met suikerbieten worden verbouwd dat levert veel meer op en het is begrij pelijk dat onze boeren, waar de pacht zoo hoog en de lasten zoo zwaar zijn, in de eerste plaats denken aan zichzelf. Wij zien de toekomst donker in. Ons volk heeft nog geen hongerlijden gekend maar zal spoedig aan den lijve voelen, dat honger een scherp zwaard is. Nog is het tijd om veel goed te maken. De deskun digen geven den raad het grasland te scheuren. Van een H.A. bouwland kan aanmerkelijk meer voedende stof verkregen worden dan van een bunder grasland. Dat verschil is zoo aanzienlijk, dat alleen op grond daarvan het in deze tijden alles zins te verdedigen zou zijn, indien een belangrijk gedeelte van het vaste weiland zou worden omgezet in bouwland, dat dan dienst zou kunnen doen voor de teelt van voedingsgewassen voor mensch en dier. De totale hoeveelheid voedende stoffen, aanwezig in de van 1 H.A. land afkom stige tarwe, haver, aardappelen, erwten, boonen, suikerbieten, maar ook mangel- wortelen is van 4 tot 40 maal grooter dan die aanwezig in 1 H.A. gras of hooi. Maar er is nog een andere dringende reden aanwezig om tot scheuren van daar toe geschikte grasland over te gaan. In oud weiland toch slaapt een kapitaal aan planten voedende stoffen. Door het gras land om te ploegen en de lucht daardoor beter te doen toetreden, gaat de verrotting Eindelijk sprak Bedoe in de Fratische taal, langzaam en zacht, doch met vaste en welluidende stem, Mijnheer de pastoor, ik heb u laten vragen mijne biecht aan te hooren en mij dan zoo mogelijk vergiffenis te schenken en te verzoenen met mijn God, den Al- machtigen Vader in den hemel, die mijn voortdurend lijden en zelfverwijt kent en weet hoeveel berouw ik gevoel over wat ik onwillekeurig, ja zelfs tegen mijn wil misdreef. Hij, die in de harten leest, weet hoe woinig schuld ik heb, en toch drukt mij die nu reeds tien jaren lang zwaar op het hart, want gedurende al dien tijd boette ik mijne misdaad 1 Vergeef mij mijne tranen De priester zag den boeteling liefdevol aan. Schaam je die tranen niet, Bedoe, sprak hij vriendelijk, want ze zijn een teeken van diep gevoeld berouw. God is enkel liefde en vergeeft gaarne, en ge weet dat er in den hemel meer vreugde heerscht over één berouwhebbend zondaar, dan over negen en negentig rechtvaardigen Wensch je dat de Majoor bij je biecht tegenwoor- is Gedurende die vriendelijke en met ge voel uitgesproken echtChristelijke woorden, verhelderde zich de blik van den lijder en met vaste stem antwoordde hij, »Ja Toen zich tot den Majoor wendende, ging hij voort Wordt vervolgd Het Land van Heusden en HI Praaien wil zeggen een gesprek voeren met een voorbijvarend schip, hetzij door den scheepsroeper, hetzij met behulp van vlaggen- signalen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1