IETS OVER KOUVATTEU
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3774. Woensdag 15 Mei 1918.
FEUILLETON.
!sb laatst vimik
Land van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.05,
franco per post zonder prijsverhoogirig. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 46 regels 60 cent. Elke regel
meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Over niets hoort men de menschen
in 't algemeen zóóveel klagen als over
kouvatten en verkoudheidVooral
in 't voor- en najaar zijn kouvatten
en verkoudheidsziekten aan de orde
van den dag. Gewoonlijk zijn het
neus, keel, luchtpijpen en longen,
die het meest van de gevolgen van
het kouvatten te lijden hebben, hoe
wel het niet minder waar is, dat
maag- en darmziekten, zoowel als
rheumatiek, dikwijls tengevolge van
kouvatten ontstaan.
Op welke wijze vatten wij koude
of, liever gezegd, vat de koude ons
De meest gewone oorzaak van ver
koudheid is de plotselinge overgang
van warme in koude lucht, als het
lichaam bezweet is. Voorts dragen
natte schoenen en kousen, en door
zweet vochtig geworden onderklee
deren, voor een goed deel de schuld
van allerlei min of meer ernstige
gezondheidsstoornissen. Door al deze
oorzaken wordt het bloed, dat in de
huid moet circuleeren, teruggedreven
naar de inwendige organen en ver
oorzaakt katarrh of ontsteking op de
plaats, die het meest ontvankelijk is,
of het minst weerstand kan bieden.
Wij bemerken dit terugdrijven uit de
huid dikwijls door rillingen of een
koud, onaangenaam gevoel in den
rug. Dikwijls ook heeft het op een
voor ons onmerkbare wijze plaats,
vooral bij het voorkomen van natte
voeten, en eer wij er aan denken
hebben wij keelontsteking of rheu
matiek in het een of ander lichaams
deel.
Terwijl dus over 't algemeen uit
het bovenstaande duidelijk blijkt wat
wij moeten vermijden, om kouvatten
te voorkomen, is het toch waar, dat
de een veel meer vatbaar is voor
verkoudheidsziekten dan de ander.
Dit hangt af van de individueele
dispositie, m. a. w. van den algemee-
nen gezondheidstoestand en van het
weerstandsvermogen van het orga
nisme tegen schadelijke invloeden.
Menschen, die veel in de frissche
lucht komen, die een buitenleven
leiden, zooals houtvesters, jagers,
zeelieden, weten weinig van kouvat
Schets uit het Geldersche dorpsleven.
(Dialect van de Graafschap Zutphen.)
door
4 D. M. MAALDRINK.
iWat ik daor met te maoken hebbe
herhaalt Arend Jan met toenemende ver
wondering en hij staat op het punt een
scherp antwoord te geven, want eigenlijk
mag hij zijn aanstaanden zwager niet recht
lijden en is hij alleen uit beleefdheid hier
gekomen doch hij bedenkt zich ligte is
't hum een betjen in' t heufd eslaogen
Dat heij manges bie menschen, waor ie
't niet van zollen verwachten En daorom
Wat ik daor met te maoken hebbe veur
mien eigens niet veulle of niks, aj dat liever
heurtmaor ik dacht, umdat 'k al zoo
goed als in de femielje bin
•Ie in de femielje !<t roept Derk min
achtend uit.
•Daor heuf ie de neuze niet zoo veur
op te trekken !n herneemt de ander, zich
gekrenkt gevoelend, maar hij bedwingt zich
opnieuw. Als een mensche in zoo'n naore
pesiesie is, moj wat deur de vingers zien
Hij vervolgt•Kom, kom, Derk laowe
gien ruzie maoken 't Is niet vremd daj
wat överstoer bint't Gink met Mientjen
ten, hoewel zij toch aan de wisse
lende weersgesteldheid bij uitstek zijn
blootgesteld, terwijl menschen, die
docr hun beroep gedwongen zijn het
grootste gedeelte van hun leven in
hun woning, in kantoor of werkplaats
door te brengen, aan de atmosferische
invloeden als 't ware ontwend zijn
en zeer licht kouvatten.
Hoe meer de huid verweekelijkt
wordt door het dragen van te dikke
kleeding, door het vertoeven in te
sterk verhitte vertrekken, deste
minder is zij in staat om bij plotse
ling intredende schadelijke invloeden
den bloedstroom zoo te regelen, dat
congestie naar de inwendige organen
vermeden wordt.
Wat gebeurt er, als de huid door
een kouden luchtstroom getroffen
wordt of als door het verdampen van
zweet warmte aan de huid onttrok
ken wordt? De huid trekt zich sa
men, wordt koel en bleek, en het
bloed stroomt van de oppervlakte
van het lichaam weg naar de inwen
dige organen. Is de huid normaal,
heeft zij weerstandsvermogen en zijn
de huidzenuwen krachtig werkzaam,
dan volgt er door den invloed van
het zenuwstelsel onwillekeurig op deze
actie een reactie, het bloed stroomt
met vernieuwde kracht naar de op
pervlakte van het lichaam en de
schadelijke invloed der koude is op
geheven. Bij een verweekelijkte huid
daarentegen heeft deze reactie niet,
of slechts zeer langzaam plaats, en
het gevolg is een verkoudheid in
gewone gevallen, een katarrh of ont
steking in ernstige gevallen,
Hieruit volgt, dat hij, die een ge
zonde, bloedrijke huid bezit, gemak
kelijker de gevolgen van een even-
tueele schadelijke inwerking der
koude of der vochtigheid kan afwe
ren, dan hij, die een verweekelijkte,
bloedarme huid heeft.
Harding van de liuid is dus een
uitstekend middel om kouvatten te
voorkomen. Deze kan geschieden
door veel oponthoud in de buiten
lucht, door het wennen van het
lichaam aan de wisselende invloeden
der weersgesteldheid, voor wrijvingen
van de huid en door koude afwas-
schingen en baden.
Het inademen van frissche lucht
ook zoo haostig toe
En al was het ook doezend maol haos-
tiger egaon, 't is mien nog altied een
raodsel wat ie hier mot
Arend Jan staat voor een nieV minder
groot raadsel hij weet niet wat hij van
zijn toekomstigen zwager moet denken en
ziet hem stom van verbazing aan.
Noe, krieg ik antweurd of niet
dringt Derk aan.
•Derk l« hervat nu Arend Jan, »ie praot
daor van een raodsel, maar ie bint mien
eigens een raodsel Veur een aonstaonden
zwaoger, die oet belèfdheid bie oe kump
urn oe te koejenèren, koj toch wal wat
vrèndelyker wèzen
»En wie zeg oe dat ie mien zwaoger
zult worden 't Is of Derk nog meer
op de tong heeft, doch het met moeite
binnenhoudt.
Wie dat zeg schreeuwt Arend Jan,
nu op het toppunt van verbazing en in
allen ernst boos, »wie dat zeg? Ie heuft
oe niet dommer te holden aj bint De
menschen kunt zoo wal zien daj krek zoo
veulle benul hebt als het achterend van
een varken Maor dit dacht ik daj toch
wal wisten aj acht jaor verkeering hebt
ehad, daj dan zoo zeutjes an trouwen gaot
denken
't Is thans aan Derk om zich op zijn
beurt beleedigd te gevoelen. Wat hef die
kerel een verbeeldingEn hie is toch
niks mèr als een perdeknecht
•Tuttuttut, menneken Stèk
bij dag en nacht is daarenboven een
onontbeerlijke factor voor de in
standhouding van een goede gezond
heid en verhooging van het weer
standsvermogen van het lichaam.
De meening van velen, dat de nacht
lucht schadelijk is, wordt weerlegd
door de goede resultaten, die in de
sanatoria voor longteringlijders met
de moderne lucht-behandeling worden
verkregen. Mits de noodige voor
zichtigheidsmaatregelen worden ge
troffen, brengt het slapen met open
ramen niet alleen geen nadeel, maar
bevordert in vele opzichten het li
chamelijk welzijn.
Zoover over het voorkomen van
verkoudheidsziekten.
Wat hebben wij te doen, als wij nu
toch kou gevat hebben Gedachtig
aan de verklaring van het ontstaan
der verkoudheid, moeten wij trach
ten het bloed van de inwendige or
ganen weg, naar de huid te.leiden.
Dit kan geschieden door krachtige
lichaamsbeweging. Inderdaad kunnen
wij bij het bemerken van koude ril
lingen dikwijls alle verdere schade
lijke gevolgen afweren door een
flinke wandeling, waarbij wij door
en door warm worden. Het kan ver
der geschieden door een krachtige
wrijving der huid met ruwe doeken.
Dit is vooral op zijn plaats, als wij
bezweet geweest zijn, waarbij na
tuurlijk na de wrijving de vochtige
onderkleederen door droge vervangen
worden. Menige longontsteking zou
vermeden kunnen worden door het
jpvolgen van dezen eenvoudigen
raad. Voorts komt, als deze maat
regelen niet helpen of te laat zijn
aangewend, vooral in gevallen, waar
het lichaam, na bezweet geweest te
zijn, koud is geworden, het kunstma
tig te voorschijn roepen van zweet
in aanmerking. Daardoor wordt de
bloedcirculatie in de huid bevorderd
en aanwezige ziektestoffen kunnen op
deze wijze uitgescheiden en onscha
delijk gemaakt worden. Oponthoud
in bed is hiertoe evenwel vereischt.
Gelukt het, een overvloedige zweet-
afscheiding te bewerken, dan is de
kracht der verkoudheidsziekte ge
broken. Deze behandeling is in alle
gevallen aan te raden, waar koorts
en droge huid aanwezig zijn, bij het
begin van katarrh en ontsteking van
I inwendige organen. Het drinken van
warme melk en lindenbloesemthee,
het leggen van een kruik met heet
water, die in een natten doek gewik
keld wordt, aan de voeten, en het
bedekken van het lichaam met wol
len dekens of een veerenbed, zijn
eenvoudige, maar in vele gevallen
afdoende huismiddelen, die in geen
geval kwaad kunnen doen en dikwijls
een ernstige ziekte helpen voorkomen.
Is het zweet overvloedig uitgebroken
dan wordt de huid afgedroogd en
flink gewreven. Dat men in het gure
jaargetijde dan nog enkele dagen
thuis" moet blijven, tot de katarrh
verdwenen is, spreekt vanzelf, en dat
de geneesheeren verscheidene goede
middelen kennen, zoowel om het
uitbreken van zweet te bevorderen,
als om de nadeelige gevolgen der
verkoudheid op te heffen, zij terloops
vermeld. Wij behoeven zeker ook
niet te zeggen, dat het bij alle ern
stige ziekten, die door kouvatten
ontstaan, zooals longonsteking, bron
chitis, enz., zaak is, geneeskundige
hulp in te roepen.
Bovengenoemde raadgevingen moe
ten alleen dienen, om onze lezers te
wijzen op het groote belang, dat er
voor iedereen ligt in het begrijpen
van de oorzaak en dientengevolge
van de beste wijze van het voorko
men van kouvatten, en om hun ee-
nige werkzame middelen aan de hand
te doen om eenvoudige gevallen van
verkoudheidsziekten op snelle en ze
kere wijze te behandelen en te ge
nezen. Gelukt het ook niet altijd,
kouvatten te vermijden of dadelijk
te genezen, zoo kunnen toch in vele
gevallen ernstige gezondheidsstoor
nissen op deze wijze vermeden wor
den.
BüÏTENLAItfDSCH OVERZICHT
die praotjes maor in oew zak Dat past
gien perdeknecht, die boven zien stand wil,
umdatte een paor doezend gulden van zien
vaoder hef ëurven 1«
•'t Is gelukkig veur oe, Derk, dat oew
vaoder oe mer hef naoëlaoten Want
anders had ie het nog met èns tot perde
knecht kunnen brengen
•En als ik oe noe niet langer veur mien
eugen zien wil,« begint Derk, maar hij
voleindigt niet. Juist ter rechter tijd om
verdere onaangenaamheden tusschen de
twistenden te voorkomen, verschijnt Dieke.
Zij was reeds 's morgens vroeg naar
het sterfhuis gegaan om de huishouding
op zich te nemen en tevens de zorg voor
de kinderen. Thans voornemens huiswaarts
te keeren, treft zij bij de hiendeur haar
minnaar en zwager in een feilen woorden
strijd aan. Die ontmoeting jaagt haar schrik
aan, doeh slechts voor een korten tijd
want zij weet wat haar te doen staat.
De lijdensbeker is nog niet geledigd.
Welnu 1 zij zal hem ledigen tot op den
laatsten druppelEn omdat het zoo zijn
moet, zal haar eigen verscheurd hart het
trouwe, eerlijke, rechtschapen hart van haar
geliefde verbrijzelen
•Stille gien ruzie hier 1c beveelt
het meisje met bevende lippen. »Derk
gao ie naor de keuken De kinder zunt
naor bedde 1 Wès gerustWat ik Mien-
tje belófd heb, zal 'k holden. Maar laot
mien noe allennig met Aorend Jan
Vreemd I Derk gaat mompelend, prut
De aanval die generaal Maurice gedaan
heeft op net beleid van Lloyd George heeft
niets uitgewerkt. Integendeel, hij heeft
door zijn aanklachten den eersten minister
van Engeland in staat gesteld een groot
succes te behalen. Gelijk wij ons herin
neren, had Asquith in het Lagerhuis den
brief van Maurice ter sprake gebracht.
Er zijn, naar men zich zal herinneren,
drie punten in den brief van Maurice.
telend, onwillig, maar toch hij gaat
De geliefden zijn alleen, juist als giste
ren avond
En echter, wat is er veel gebeurd in
die vier-en-twintig uur tijds.
Dieke beseft maar al te goed het hache
lijke van haar toestandbovenal siddert
zij bij de gedachte dat haar vroegere ver
loofde haar gedrag tegenover haar sterven
de zuster zal afkeuren. Doch zij begrijpt
tevens dat aan het onhoudbare van dezen
toestand hoe eerder hoe liever een einde
moet worden gemaakt. Arend Jan zelf
biedt daartoe de gelegenheid aan, want
hij nadert, blijkbaar om haar te omhelzen
en te troosten.
•Nee, Aorend Jan schudt het meisje
weemoedig het hoofd, terwijl haar hart
ineenkrimpt van nameloos wee, »nee, daor
kan niks mèr van komen
't Begin was 't slimste en 't begin was
er. Als hi 't noe maor begrepen hef
Niks mèr van kommen overlegd Aorend
Jan bij zich zeiven, wat meint ze daor
met Derk deed ook al zoo vremd en
met haor liekt het wal van 't zelfde
Maor, hold is, jao, dat zal 't wèzen
Hij heeft het begrepen.
•Nee, Dieke dat is zoostemt hij
zuchtend toe. •AllebeneurMaor wèr
hopen op een andere gelègenheid 'tWas
anders dit keer zoo duverkaotersche mooi!
En de olde Lusink wol 't mien nog veur
viefhonderd gulden minder doen Maor
noe 't met oew zuster zoo is,nee,
Een ervan heeft Lloyd George, naar mijn
rneening, afdoende weerlegd. Het was
het eerste punt in den brief, en hij be
handelde het het laatst: Het was de vraag,
of de raad te Versailles beraadslaagd had
over de uitbreiding van het Britsche front.
Bonar Law had gezegd van niet, Maurice
van wel en erbij gevoegd, dat hij er zelf
bij geweest was. Die laatste mededeeling
leek overtuigend. Maar Lloyd George
bracht aan het licht, dat de generaal wel
te Versailles was geweest, maar, ofschoon
zijn brief een tegengestelden indruk maak
te niet aan de vergadering van den raad
had deelgenomen. Dit heeft reeds een
pijnlijken indruk gemaakt. In den rond-
borstigen en mannelijken brief van een
onbedorven soldaat, waarin deze tegen de
listen der politici protesteerde, leken zon
derlinge trucs verscholen te liggen. Het
relaas van de onderhandelingen met deFran-
schen, die tot een uitbreiding van het
Engelsche front hebben geleid, heeft allen
twijfel opgeheven aangaande de vraag of
de generaals door de ministers gedwongen
waren de uitbreiding tegen hun overtui
ging in uit te voeren (gelijk Maurice het
in zijn brief feitelijk voorstelde). Het ver
slag, dat Lloyd George van deze zaak gaf,
maakte bovendien sterk den indruk, dat
hij een wakkeren en moedigen strijd had
gevoerd voor de groote gedachte van de
eenheid van bevelvoering en dat hij daar
bij belemmerd en verdekt bestookt werd
door generaals, die misnoegd waren, omdat
zij persoonlijke grieven lieten gelden of
zich door nationale of beroepsvooroordeelen
lieten leiden.
Het kwam wel heel sterk uit welk een
velschillende karakters Asquith en Lloyd
George bezitten. Asquith, de man van
breede beschaving, altijd zichzelf beheer-
schende,* ook als hij tot toorn is geprik
keld. Steeds zichzelf meester en waardig
in zijn spreken.
Lloyd George daarentegen is vóór alles,
een man van hartstocht en gevoei. Daarbij
is hij een man uit het volk, die in oogen-
blikken van boosheid terugvalt in den volks
toon en de volksuitdrukkingen. En hij was
bij het debat heel boos. Hij was, een man,
die in zijn gansche wezen gepijnigd werd
door het gevoel van onrechtvaardig te wor
den bejegend, van verkeerd te worden be
oordeeld en verkeerd te worden voorge
steld.
De quaestie werd tot een persoonlijk
geschil tusschen den eerste-minister, die
Dieke, ie hebt geliek, noe kan er veurerst
niks van komen. Maor 't is toch hard,
dat is 't Dubbeld hard veur oe en hard
veur oew olders en ook hard veur mien
Jao, nog veulle mèr als dubbeld en dub
beld hard veur hum, alsse 't maor goed
begrèpen had Doch hoe zolle 't begrie-
pen Gien mensche kon er hum nog van
epraot hebben want zi had haor olders
en ook Derk verzocht te zwiegen, umdat
ze 't eigens aon Aorend Jan wol zeggen.
Dat was een slimme boodschap, die ze op
zich enomen had, maor ze was bange ewest
dat iemand anders haor vriejer onneudig
beledigen zol? En ze had al genog mède-
liejen met den armen jongen Maor noe
is 't dan an de boodschap toe.
Zij kiest een omweg.
Aorend Jan Ie herinnert oe nog waj
mien gistren-aovond zoo naodrukkelijk hebt
evraogd
Boe wisse, Dieke
•Dan vraog ik oe op mien beurte bin
ik oe in die acht jaor niet altied trouw
ewest Heb'k ooit naor andere jongens
umekeken
Dieke !c roept de jonge man eenigszins
ongerust en zonder op die vraag acht te
slaan, »wat doe'j vremd 1 Wat is er toch
Hef oe de dood van Mientje het heufd
een betjen in de war ebracht Schèlt
oe wat, mien zeute dèrne?«
Wordt vervolgd,)
voor Het Laai vaa Min en Aiteaa, ie Langstraat en
Bom ine Ie marl,