MAGAZIJN Hinthamerstraat 24, 's-BOSCH Grossier io Sigaren, Sigaretten, Tiafc, Sigarenzakjes 61 i ir. Miooit itn IeiseI. Isa kotst verssus. land van alten^ Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3777. Zaterdag 25 Mei 1918. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Tel. Int. 492 (bedrukt) Alle soorten Sigaretten worden aan wederverkoopers tegen fabrieksprijzen geleverd. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Deze week moet het loskomen Het is al zoo lang van te voren en zoo herhaal delijk voorspeld, dat we het wel gelooven moeten. De stormaanval der Duitschers n.l., welke zal plaats hebben in de week na Pinksteren, naar uit Parijs gemeld wordt. De teekenen wijzen er op, aldus Reuter, dat het nog slechts een kwestie van uren is. Alle specialisten zijn eenstemmig van oordeel, dat de huidige toestand niet lan ger kan worden gerekt en dat de week niet zal verloopen zonder dat de vijand zich in beweging zal hebben gezet. Het zware geschut van den vijand toont zich hier en daar meer actiefde Duitschers zijn een uiterst hevige voor bei eiding met gasgranaten begonnen, de v iegers hebben hun werkzaamheid verdubbeld en hun ver- kenningsaanvallen vermenigvuldigd. Alle bladen leggen den nadruk op de aanzienlijke rol van de vliegers in den aanstaanden veldslag. Verscheiden zijn de meening toegedaan dat het lot van het vijandelijk offensief veel van de vliegers zal af hangen en zijn verheugd de steeds meer naar voren tredende meerderheid der Fransche vliegers te kunnen vaststellen, welke door een reeks voor den vijand on rustbarende overwinningen tot uiting is gekomen. De »Excelsior« schrijftde eigenlijke slag is reeds in de lucht begon nen boven de vijandelijke linies, de kam- FEUILLETON. Schets uit het Geldersche dorpsleven. (Dialect van de Graafschap Zutphen.) door 7 D. M. MAALDR1NK. pementen en de verbindingswegen. Hoe fel de luchtgevechten zijn mag blij ken uit deze opgave van Fransche zijde 'Van 15 tot 18 Mei zijn 105 luchtge vechten geleverd 37 Duitsche vliegtuigen zijn vernietigd, 60 zijn er ernstig bescha digd binnen de Duitsche linies neergestort, en 6 kabelballons zijn in brand geschoten. Steeds meer gaat men zich op de verbe tering en uitbreiding der vliegeractie toe leggen. De Duitschers hebben nu nieuwe, reusachtige Gotha-bombardementsvliegtui- gen in werking gesteld. Het toestel heeft vleugels, die 40 M. beslaan en wordt door drie motoren bewogen, elk van 300 paar- dekracht. Het kan negen passagiers be vatten, doch bij aanvallen is dit aantal op vijf of zes personen teruggebracht, teneinde meer bommen te kunnen meevoeren. Elk toestel voert gewoonlijk ongeveer twee ton bommen mee, met inbegrip van 850 kilo ontplofbare stoffen. Of echter de verhoogde bedrijvigheid in de lucht zoo stellig wijst op het losbreken van den al weken verwachten stormloop Er zijn er die al beginnen te zeggen Het Duitsche offensief zal geheel uitblijven. Generaal von Ardenne antwoordt daarop in het Berliner Tagebiatthet komt, het komt spoedig, het komt met volle kracht, zoo kan men zijn antwoord samenvatten Hindenburg, zoo zegt hij, is geen man, die een werk halverwege laat liggen. Hinden burg en Ludendorff zullen er op uit zijn de Duitsche troepen een vijfden winter in de loopgraven te besparen, en het zal hun wel gelukken ook. Het uitstel van het offensief is alleen aan Haar oudste kind, een meisje, reeds ruim twee jaar, zet zich op een stoof naast haar en is druk verdiept in een anatomisch on derzoek op een houten schaap. De kinde ren van Mientje, die wat grooter zijn, spelen buiten voor de deur. 't Is nog een klein halfuurken voor ètens- teid, want Gaidiene, de meid, hef zich wat verlaot. Krek neg tied genog, denkt Dieke, terwijl zij haar zuigeling op schoot heeft, um is efkes in de krante te kieken De krant ligt dicht bij haar op tafel en met de eene hand, die zij vrij heeft (de andere is om het wichtje geslagen), krijgt Dieke het blad en, toevallig of misschien ook niet toevallig, haar oog valt eerst op de rubriek Binnenland en Koloniën. Dat begint ze altied van achteren af, krek als de Jeudenze nemt het Binnen land het laotst, en lést het èrst van de Oost. Waorumme Jao, waorumme Of de kranteman zich vergist hef of hoe het kump, maor het begint dit keere met een bericht oet de West. En zoo veulle weet Dieke wal, dat de West-Indie een heel ende is van de Oost. Maor waorumme korine niet éven goed op de eene plaotse wèzen als op de andere Al heffe allennig veur de Oost eteikend, daoiumme konden ze hum wal wieder ezonden hebben Ach waorumme wasse maor niet stille hier eblèven Waorumme wasse niet met Jan- nao etrouwd, die hum zoo gerne mocht liejen en die toch zoo'n beste dèrne was, zoo alsse eigens ezegd had op den aovend, toen zi, Dieke, zoo sjaloers op haor was Dan hadde nooit um een plaotse verlègen behoeven te wèzen, want Jannao was een eenig kind. Wat had haor moeder een mooi spul, nog wal zoo mooi als dat van Derk Ach waorumme had het niet zoo meugen wèzen Dieke slaakt een zucht. Het kind is ingesluimerd aan de borst der moeder zij legt het zachtjes in zijn wiegje en drukt een kus op het kleine mondje. Zie, de kleine Mientje' haor oldste is ook sjaloers »Kom ie maor hier, mien mèken Moeder mag oe ook gerne liejen Zij omhelst haar dochtertje, en Mientje, thans tevreden, zet opnieuw haar ontleedkundige studiën voort. Dieke slaat haar oogen weer in de krant. Een amokpartij op JavaDat liekt wal moord en doodslag te wèzen Dat ouden ze best oet de krante laoten Fai wie daor neisgierig naor is! Daor is nao- righeid zat in de wèreld Jao, Dieke, ie hebt geliek en ie weet oorzaken van strategie en organisatie toe te schrijven. Met politiek heeft het niets uit staande. Bij de entente, zoo betoogt hij verder, bestaat er geen de minste twijfel, of het offensief komt los. Evenwel zijn er aan die zijde menschen, die schijnen te twijfe len, aan welke zijde het initiatief tot den aanval zal wezen. Daarover behoeft, volgens Ardenne, geen twijfel te bestaan de ge allieerden zijn tot een groot offensief niet in staat en gedwongen het initiatief aan hun tegenstander te laten. Ook het Oostenrijksche offensief tegen Italië schijnt niet te willen loskomen. Dit zou onder, meer toe te schrijven zijn aan de binnenlandsche moeilijkheden in de Donau-monarchie. Nu is inderdaad Oostenrijk-Hongarije nimmer zonder moei lijkheden, en dat ze ook thans niet ont breken, blijkt wel uit het feit, dat er te Praag maatregelen zijn getroffen tegen pro- ententistische betoogingen. De tsechen blij- daar met cocardes in de kleuren van de ententemogendheden te hebben geloopen. Zuid-Slaven hebben dapper met hen mede betoogd en kranten hebben tegen Oosten rijk propaganda gemaakt. Nu gaat wel is waar de kruik zoo lang te water tot zij breekt, maar dat kan verbazend lang duren. Dat Keizer Karei algemeen geliefd is door de verschillende volken waaruit zijn rijk bestaat, geeft gegronde hoop, dat ook in de toekomst de Donau-monarchie, die het al zoo lang heeft uitgehouden, nog wel wat zou blijven bestaan. Met zijn gemalin Keizerin Zita is Keizer Karei de gast van den Sultan te Konstantinopel geweest, ook al om den band tusschen dezen boridge- genoot en de overige centralen wat nauwer aan te halen, In Frankrijk moet het gespannen hebben zonder dat de buitenwereld er wat van gemerkt heeft. Er is n.l. een staking in de Parijsche munitiefabrieken geweest. 180.000 munitie-arbeiders en -arbeidsters moeten er aan deel genomen hebben maar, zoo meldt een telegram, de bekende vakvereenigingsleider Merrheim heeft een samenkomst met Clemenceau gehad en de bespreking dezer beide mannen heeft tot het beëindigen der staking geleid. De N. R. C. deelt in verband met dit bericht iets meer aangaande Clemenceau dat wij onze lezers niet willen onthouden, omdat het zoo treffend aantoont welk een overwicht deze Tijger gelijk 'men hem noemt op de menschen heeft. Nadat dit blad er van met te praoten Daor is naorigheid zat in de wèreld Zij leest verder. Een diefstal Ook al gien neigs Dat de menschen toch dat bedreufde stélen niet kunt laoten Als 't nog een kérel is, met vrouw en kinder, die oet nood een brood stélt, dat kui'j oe nog begriepen En zoo'n stumper mosten ze liever een betjen geld géven en dan lös laoten Maor aj warken kunt en niet wilt en wark genog kunt vinden, en dan nog te stélen, dan moj al een heel slechten aord hebben Jao, Dieke, stélen is slechtDen eenen ontstèlt ze zien geld, den ander zien goeien naom, en een darden, Dieke, een darden ontstèlt ze zien brood 1 Zij leest opnieuw verder. Uit Atjeh meldt men Dat's ligte wèr een gevecht tusschen de onzen en de Atsji- neezen Dieke voelt haar hart kloppen, als zij vervolgt: Woensdag den 16den vertrok een kolonne, sterk 150 man alsse daor is bie was ewestonder' bevel van den kapitein Walers naar een vijandelijke ben- ting, welke men twee dagen te voren had verkend. Het bleek dat de benting ge bouwd was ligte zoo'n kasteel als Loe- vestein in dat vars van Tollens op een ongeveer 60 meter hoogen heuvel, welke aan een vrij breede rivier lag. Na dat men een uur lang vergeefs getracht had bres te schieten, werd het sein tot de bestorming gegevenDieke's hart bonst gevraagd heeftMerrheim in het hol van den Tjjger Zou de eenvoudige vakvereenigingsleider tegen den vervaarlijk slimmen, in de con versatie ongelooflijk omstrikkend behendigen ouden politicus opgekund hebben Onwille keurig riep het bericht van dit onderhoud een oude herinnering op, van tien jaar geleden. Clemenceau was toen ook minister-pre sident. Er was toen in Frankrijk een ge weldige beweging onder de wijnbouwers, eerst in de streek van Marbonne, weldra in heel Zuid-Frankrijk. De beweging nam den omvang aan van een opstand van hon derdduizenden. Aan het hoofd ervan stond een eenvoudig man, maar van wien iets bezielends scheen uit te gaan en die als de profeet der met nood bédreigde wijn- bouwstreeken in Zuid-Frankrijk geworden was, Marcellin Albert. Men had den op stand door troepenmacht willen bedwingen. Te Narbonne waren schoten gevallen, maar op een andere plaats had een regiment gemeene zaak gemaakt met degenen tegen wie ze op moesten treden. De toestand, de strijd ClemenceauMarcellin Albert, was spannend en gevaarlijk geworden. Toen wist Clemenceau door een meesterstukje van slim-booze politiek zijn tegenstander, die een eenvoudige des harten was, te ontwapenen. Hij liet hem het denkbeeld bijbrengen zich naar Parijs te begeven om aan het hoofd der regeering zelf, die een man was waar men mee praten kon, de goede zaak der wijnbouwers uiteen te zetten. Dat was in het belang van de wijnbouwers en van het land. Hij zou niet gevangen genomen worden en Clemenceau zou hem zeker ontvangen. En Marcellin Albert k wam, zag, en werd overwonnen. Clemenceau ontving hem als een vriend, liet hem zijn hart uitstorten, zeide hem geheel te be grijpen, legde dan zijnerzijds kwasi zijn hart open, sprak zoo eenvoudig, pakkend, dat Marcellin Albert het ten slotte uitsnikte en roerende tranen stortte. Ze werden het toen eens over hetgeen gedaan zou worden om verdere onheilen voor het vaderland te bezweren. Marcellin Albert zou onmiddellijk weer naar Zuid- Frankrijk vertrekken en daar het noodige doen. Toen, aan het slot van het gesprek, kwam nog de meesterstoot. Clemenceau had Marcellin Albert aangeraden grooten haast te maken, onmiddellijk met een bakje naar den trein te gaan en den eersten sneltrein te nemen maar hij wist ook, hoorbaar Als katten klauterden de euro- peesche en inlandsche soldaten tegen de steilte op, en na een verwoed en bloedig gevecht van langer dan een half uur wat kunt de menschen toch wreed wèzen tégen makare behaalden de onzen een schitterende overwinning. »Bij dit gevechtgroote God in den hemel, wat staot daor Het schemert en duizelt Dieke voor de oogen, de krant rit selt in haar handen maar zij herstelt zich en leest voort»Bij dit gevecht heeft zich vooral onderscheiden de europeesche ser geant Stollink Aorend Jan sersjant Hij was het eerst in de benting zoo'n waoghals maor dat isse altied ewestgien noensche kon vlugger de kreijennesten oet- haolen als hi het eerst in de benting, op den voet gevolgd door kapitein Walers, die echter terstond daarop door een kogel getroffen neerzonk o God als hum dat is etroffen had Alsnu trachtte de vijand zich meester te maken van den gewonden otficier, hetgeen echter Stollink met leeu wenmoed wist te beletten. Maar nog vóór dat de zijnen den heldhaftigen sergeant te hulp konden komen (want hij en de kom- mandant waren de anderen verre vooruit) »Ach Aorend Jan Aorend Jan krijt Dieke met doodsbleek gelaathad hij reeds menigen klewanghouw ontvan gen sgewond gewond o, die arme, arme jongenMoste daorveur teikenen naor de Oost Mientje, Mientje wat hei'j edaon U DRAAGT li AII LH ANN'S lleeren- en Kinderkleeding. Gorincliem. o dat hij een dood-armen man voor zich had en op de meest onschuldig vriendschappe lijke manier stak hij hem, om hem liet snelle vervoer gemakkelijker te maken, in het landsbelang een bankbillet van 100 frs, toe. In onschuld weg nam Marcellin het van zijn nieuwen vriend aan Toen hij in Zuid-Frankrijk aankwam, kwam tegelijk al telegrafisch, uit de Parijsche bladen hét bericht, die journalisten weten alles dat Marcellin Albert op bezoek bij Cle menceau geweest was en 100 frank van hem gekregen had Men begrijpt de uit werking van dit bericht. De profeet en leider van den grooten opstand was op visite gegaan bij den man, dien men in beeld verbrandde en hij had een fooitje van hem aangenomen. De arme Marcellin, die het goede gewild had, was zijn aureool kwijtdaarmee was de opstand, op een van de moeilijkste oogenblikken, zijn pro feet en leider kwijter was oneenigheid, en ontevredenheid, aarzeling, er was wan trouwen gezaaid. En de regeering kon verder de beweging vrijwel aan. Hoe is het onderhoud Clemenceau-Merr heim toegegaan Heeft de oude Tijger zich ook hier weer vos gemaakt en heefi hij den vakvereenigingsleider te pakken gehad, als tien jaar geleden den wijnboa- wersprofeet In Ierland is het veel rustiger gworden, nu de ergste raddraaiers zijn gevangen genomen. Toch blijft de oproerigheid van dit vrijheidlievende volk voor Groot-Britta- nië een voortdurende oorzaak van zorg en waakzaamheid. Zoo roept Dieke in wanhoop uit, terwijl het kind naast haar, dat nu met zijn ana tomische proeven bijna ten einde is, op schrikt. Maar zij herstelt zich, hoewel haar een kille huivering door de leden gaat. Gewond is nog niet gesneuveld Kramp achtig het blad vasthoudende, vervolgt zij »Het was hem echter gelukt zijn kapitein te redden, waarna hij zelf bewusteloos nederstortte Genaode, God genaode laot ik zin dood niet op mien gewèten hebben De toestand van kapitein Walers is vrij bevredigend Genaode Genao de maar die van sergeant Stol link »o God Mientje genaode ontferming iaatweinig of geen hoop Met een rauwen kreet valt Dieke in onmacht. 't Is ruim een jaar later. Bom, Bam heur ie Bom, Bam een aokelig «eluud Bom, Bam blie toe dawwe't niet heuren zult, als 't ons geldtBom, Bam De doods klok Een begraofenisse Een begraofenisse! Van wie? Van Die ke, aj't dan wéten wilt Nao dat bericht óver Aorend Jan in de krante is ze nooit mèr recht goed ewest. Erst had ze zwaore koortse ehad en niks edaon als ielen. »Heele vremde praotjesU had Derk ezegd, »en mèr óver Stolhnk's Aorend Jan als mien lief was inr Hst Land van Hensden en Altena, Langstraat en tie Bommelerwaard. CUBA Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1