v nnr
fili
8 A!teni. kLenostrast is Bo mie I urm a an
Land van altena
j (i
Uitgever: JL J, VEERMAN, Heusden,
No. 3804 Woensdag 28 Augustas. 1918.
FEUILLETO.V
Kil AT SS,
Dit blad verschijnt WOENSDAG en
zaterdag.
Abonnementsprijs: per 3 '°a'
franco per post zonder prijsverhooging. Aftonderdjke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Als een jong mensch, thuis weel
derig opgevoed, soldaat moet worden,
zal hij wat een moeite hebben om
zich aan het streng eenvoudige mili
taire leven te wennen; als hij maar
blijft denken aan wat hij mist in de
kazerne, aan zijn verloren vrijheid,
uitspanningen enz., zal hij het er
nooit naar zijn zin krijgennee, hij
moet leeren zich aan te passen aan
zijn nieuwe omgeving; hij moet het
eigenaardige van den toestand waarin
hij zich bevindt aanvaarden als iets
dat onvermijdelijk is.
Als daar een meisje is, dat nooit
gediend heeft, en nu in haar eerste
dienst komt, zal zij daar ook heel
wat vreemds vinden, dat zij niet
prettig vindt. Zij moet ook leeren
zich aan te passen aan haar nieuwe
omgeving, en zij zal er wel bij va
ren, als ze het doet.
De planten- en dierenwereld geeft
ons van dit aanpassingsvermogen
zulke aardige voorbeelden.
Doschol b.v,, die ons tegenwoor
dig nog al eens onder de oogen komt,
geeft er al een goed voorbeeld van.
Wie wel eens in Amsterdam in het
visschenbassin geweest is, heeft het
kunnen zien. Eerst meent gó, als ge
bij de schollen komt, dat daar bene
den slechts enkele dieren te zien
zijn, maar als ge goed toekijkt, ziet
ge den ganschen gelen vloer van het
bassin met onze platvisschen als be
zaaid. En nu trekt het zeer zeker
uw aandacht, dat de schollen de
kleur van den bodem hebben aange
nomen. Ziet er daar een paar, die
moeilijk zijn te onderscheidende
lichtgele kleur doezelt weg in die
van het zeezand. Andere hebben
zich begraven; alleen kop en staart
zijn zichtbaar. De schol bezit de
eigenschap zijn kleur te wijzigen naar
de omgeving, waarin hij zich bevindt,
en bezit daardoor een natuurlijk ver
dedigingsmiddel tegen zijn vijanden
Hij is niet de eenige diersoort, die
zulk een aanpassingsvermogen heeft
Wie heeft niet wei eens van het
kameleon gehoord, de hagedis, die op
EEN LEVENSBEELD.
25
De oude stoelen, die er waren, en het
beddegoed heb ik maar gehouden voor de
achterstallige huur.«
»Zoo dus hij was u nog iets schuldig
»Afijn, mynheer, laten we daar maar
niet over spreken, de man is dood en ik
zal er zonder het geleende geld, dat hij
mij nooit teruggegeven heeft, ook nog wel
komen. Wat een jammer, dat die onge
lukkige jongen niet te vinden is, want nu
zou hij toch zeker moeten erven.
»Waarschijnlijk.«
Een zonderlinge trek speelt om Strijk-
man's ingevallen mond en in zijn oogen
gloeit een hebzuchtige vorik, als hij op
schijnbaar onverschilligen toon de vraag
doet.
»En is het nog al van belang wat hij
erven moet?«
Mijnheer Verhagen ziet hem met een
heel klein, bijna onmerkbaar lachje om de
lippen aan, terwijl hij antwoordt: »Mag
ik u wel zeer bedanken voor de gegeven
inlichtingen, mijnheer Strijkman Ik ben
u verplicht voor de moeite, om hier te
komen, maar ik mag nu niet langer uw
tijd in beslag nemen. Cornells wil je
poomen leeft, en waaraan men weleer
>t vermogen toeschreef, naar welge
vallen van kleur te veranderen, zoo
dat men een onbestendig, zeer ver
anderlijk mensch, een weerhaan, dus
jemand, die met alle winden mee-
waait, een kameleon heeft genoemd
^Weleer," we cursiveerden dat woord,
omdat de omschrijving van vroeger
pet gebruikte. Toen kende men
sléchts zes, zeven soorten van dieren^
vvelke van kleur konden verwisselen
Thans is dit geheel anders Elke
nauwlettende jongen, die van insec
taria, aquaria en herbaria houdt,
pan zich overtuigen, dat onze zwart
en geel gevlekte vuursalamander bij
jarenlang verblijf in een vochtig, ge
woon belicht verblijf, de gele vlek
ken langzamerhand met zwarte ver
wisselt, terwijl het omgekeerde plaats
beeft, wranneer het dier op een dro
gen bodem leeft. En heeft men niet
veel meer dieren ontdekt, welke naar
de plaats, waar ze zich bevonden,
een passend kleed aandoen, dat ze
in de omgeving, waarin ze leven,
verborgen houdt voor de roofdieren,
die hen belagen Daarbij nemen ze
menigmaal den schijn aan, alsof ze
dood zijn. Hier hebben ze de kleur
van den bodem der zee, daar van
het boom loof, of het weidegroen.
Reeds in onze jeugd vingen we pa
lingen lichtgeel, of donkerder ge
kleurd naar de plaats, waar ze wer
den gevangen. Denken we verder
aan de grondels in onze kanalen, aan
de forellen der Duitsche beken.
De vakmannen stonden verwon
derd, hoe meer het onderzoek om
trent het aanpassingsvermogen van
tal van dieren aan hun omgeving
wervd voortgezet. Binnen de rubriek
kleurverwisselaars vallen o a de
reeds genoemde salamander, de
schildpadden, de kikkers, de krab
ben, de kreeften, tot zelfs de grieze
lige inktvisschen, verder veel insec
ten, bijv de verschillende soorten
van sprinkhanen en krekels. En van
de visschen willen we nog noemen,
naast de platvisschen,. den zalm, den
rivierbaars, den snoek, den paling,
e. a. Het onderzoek heeft vastge
steld, dat al deze dieren zijn voor
zien van een net van cellen, die met
verschillende kleurstoffen zijn gevuld
mijnheer even uitlaten
Werktuigelijk staat de pandjesbaas bij
deze kalme woorden op, neemt zijn hoofd
deksel en verlaat het kantoor.
Terwijl hij de gang doorloopt denkt hij
»Nu ben ik nog even wijs die man laat
niets los® 't prikkelt hem verschrikkelijk
dat hij niets te weten is gekomen, en hij
waagt pogingen om Keesje uit te hooren
door te zeggen
»Dat geeft zeker veel drukte hè, jonge
heer, zoo'n erfenis-historie
»Pas op het treedje in de gang. Ja,
vooral als 't zoo'n groote is,« antwoordt
Keesje, die den lust niet bedwingen kan
om den ouden droogstok, zooals hij hem
in gedachten noemt, eens beet te nemen.
»Zoo is 't zoo'n groote vraagt Strijk
man, met den deurknop in de hand.
Geheimzinnig steekt Keesje het hoofd
vooruit en fluistert»Een ton of vier 1
Dig mijnheer Strijkman staat
op straat. Halfluid herhaalt hij in zich
zelf vol verbazing »vier ton
VIII
»Vier ton Onophoudelijk herhaalde
Strijkman die twee woorden in zich zelf,
toen hij, weer te huis gekomen, in zijn
achterkamertje zat.
»Krates I met vier ton altijd door
klonken hem die woorden in de ooren.
Hij dacht er dag en nacht over na, hoe
hij destijds zoo dom had kunnen zijn den
Dit minder of meer ontwikkelde spin-
neweb, waarin het dier is gehuld,
staat door velo zenuwen met het
ruggemerg en de hersenen in ver
binding, en ontvangt van daaruit de
seinen om de vloeistoffen saam te
persen of to verdunnen, tengevolge
waarvan de kleuren helderder of
donkerder worden. Brengt men de
forel in een waterbekken met een
witten bodem, dan wordt de visch
steeds lichter van kleur, doet men
den visch in een donkere omgeving
dan wordt hij allengs bij zwart af.
De stekeltjes, in de min of meer
„schmutzige" Prinsengracht te Am
sterdam gevangen, worden in mijn
aquarium, dat in een hei-lichte om
geving staat, langzamerhand zilver
achtig en doorschijnend. Meyerhofer
ontdekte in 1909, dat de grondel van
een witten bodem een lichtgrijze,
van een zwarten een donkerbruine
en van een oranje-rooden een dito
kleur aannam. Hij copiëert deze
kleuren.
Onze eerst besproken platvisschen
winnen het eehter in aanpassings
vermogen. Franciscus B. Summer
deed dezelfde ervaringen op als wij
in Artis Hij plaatste zijn dieren in
een bassin met marmergruis-bodem.
Reeds den volgenden dag was de
huid helderder en na drie weken
staken de lichamen slechts als scha
duwen tegen den achtergrond af;
toen begonnen ze te lijken op albast.
De schollen en steenbotten van
Müllegger regelden zich naar de
zwarte, met wit zand en raagneet-
ijzerdeeltjes vermengde onderlaag,
en dan weer naar de grootere heldere
en donkere gruisblokjes, die de huid
der visschen gevlekt maakten. De
visschen, welke leefden op zand,
waardoor weinig donkere stoffen wa
ren vermengd, hadden slechts fijne
witte stipjes. Een schaakbord met
grootere vierkanten, gaf grootere
vlekken, die met vierkanten van
kleinere afmetingen, kleinere
Een kleine garnaal uit de Noord
zee neemt blijkbaar naar welgevallen
verschillende kleuren aanzij leeft
te midden der wier en zeegrasvelden
en heelt juist de kleur van het
plantje, dat haar woonplaats biedt.
Wordt het diertje verdreven, dan
jongen niet bij zich in huis te nemen, en
stelde zich levendig voor hoe alles zou
gegaan zijn, als hij het wèl had gedaan.
»Je bent een ezel geweest, a zei hij tot
zich zelf»had je toenmaals dien Dorus
bij je in huis genomen, dan was 't zoo
klaar als een klontje geweest dat je een
goede portie van die vier ton had inge
palmd. Ik zou wel gezord hebben dat ik
voogd over dien jongen geworden was, en
dan.
Strijkman dacht over het hoe niet na
hij was bij al zijn geslepenheid en geld
zucht toch een weinig ontwikkeld man, ver
blind door zijn begeerigheid, en dom ge
noeg om geen rekening te houden met de
maatschappelijke verhoudingen en wette
lijke bepalingen, 't Scheen hem genoeg
te weten dat Dorus een rijke erfgenaam
was, en minderjarig. Zooveel wist hij van
het Burgerlijk Wetboek wel af, dat elke
minderjarige een voogd moet hebben, en
naar zijne meening had hij, indien hij de
verpleger van den knaap was geworden,
op de voogdijschap het meest onbetwistbare
recht gehad. Niet de minste twijfel kwam
bij hem opj dat de rechtbank in dit ge
val met hem wel eens van meening had
kunnen verschillen. Hij geloofde, dat, als
Dorus er maar was, de erfenis zoo al niet
dadelijk geheel, dan toch voor een groot
gedeelte, onder zijn beheer zou komen, en
daarom bleef het hem een voortdurende
kwelling dat hij indertijd juffrouw Ram's
raad niet had opgevolgd, en ïKratesc had
keert het toch weer terug tot de
plant, welker kleur ze draagt. Schudt
men een massa dezer witte, gele,
oranje, groene, grijze, olijfkleurige,
gevlekte, tijgerkleurige, enz. gar
naaltjes dooreen, in een flesch bijv.
welke met groene planten gevuld is,
dan hebben al de diertjes binnen
drie dagen hun kleurige pakjes uit
getrokken en zien er grasgroen uit.
Brengt gij ze weer in hun vorige
omgeving, dan komt de oude kleur
terug. Gebleken is. dat het gezicht
ook van invloed is op de kleurver
andering. Wordt aan het dier het
gezicht ontnomen, dan gaat de ge
schiktheid zich aan de omgeving aan
te passen, verloren. De geleerden
zijn het nog niet eens over de oor
zaak hiervan. Op het oog van het
dier moet een beeld komen der voor
werpen, welke binnen zijn gezichts
kring liggen.
Hoe dit beeld dan invloed krijgt
op de huid is een dier raadselen der
natuur, die de geleerden nog niet
ontcijferd hebben.
BUïï^MLAWDSCÏOYBEWcilï"
De Augustusmaand was vroeger de kom
kommertijd voor de pers. Dan waren alle
staatslieden op reis of met vacantie en was
er van het wereldterrein al weinig te
vermelden. Maar de laatste vier jaren is
er geen rusttijd voor al wat regeert en
aan het bewind is. De wereldgeschiede
nis gaat in dezen tijd met sprongen. Op
alles moeten de regeeririgen bedacht zijn.
Allerlei verrassingen zijn mogelijk. Het
gaat om »te zijn of niet te zijn.4 Er op
of er onder. Als twee worstelaars in het
strijdperk, staan de twee helften der
menschheid tegenover elkander en lijdelijke
toeschouwers zijn er niet. Want ook die
volken, die tot heden buiten den kamp
bleven, voelen zich bedreigd of ondervin
den in ieder geval de schrikkelijke gevol
gen van den noodtijd.
De hevigste ontwikkeling van den strijd
geeft nog altijd het front in Frankrijk te
zien. De Duitschers gaan er nog steeds
achteruit.
Men moet dus den hedendaagschen strijd
in liet Westen beschouwen als een wor
steling om het initiatief. De geallieerden
trachten door telkens herhaalde slagen
rechts en links den vijand buiten adem te
opgenomen. Waar zou hij zijn Zou hij
nog leven Die twee vragen hielden hem
voortdurend bezig. Hij had zich vroeger
nooit om den jongen of over diens lot be
kommerd of nagedacht, Nu evenwel was
de knaap hem geen oogenblik uit de ge-
dachthen.
Dorus was, na den dag waarop zijn va
der stierf, niet weer in de Egelantiers
dwarsstraat of daaromtrent gezien. Nie
mand had ooit meer naar hem gevraagd.
Men was hem vergeten, gelijk zooveel an
dere ongelukkigen vóór hem. 't Was tien
tegen één, dat hij ooit weer te voorschijn
kwam er sterven gewoonlijk zooveel kin
deren tusschen de 10 en 12 jaar, waarom
zou Dorus ook niet Hij kon immers
in 't water zijn geloopen, overreden of ge
storven zijn van gebrek en 't warrel
de in Strijkman's brein, wanneer hij al die
mogelijkheden overdacht. Langzaam aan
maakte hij zichzelven wijs dat het niet
anders mogelijk kon zijn, en eindelijk stond
het bij hem vastDorus was dood.
Zóóveel geld steunde hij^ >en geen
cent zal ik er van zien. Och Och I wat
een jammer'k Zou Dorusje op mijn
handen hebben gedragen, als ik zyn voogd
was ge worden.
't Werd bij Strijkman een zeker soort
van manie om er over te tobben hij dacht
over niets anders meerhij treurde be
paald over het verlies van den kleinen
bochel.
Nog een paar maal was hij bij den pro-
houden, hem den tyd te benemen, die hij
zou behoeveu tot hergroepeeringen noodig
ter voorbereiding van de operaties, waar
mee hij het initiatief weer aan zijn kans
zou willen brengen.
Laat het waar zijn zooals Wolff ver
zekert, dat de Britten Bapaume en Com-
bles hadden willen bereiken, laat het waar
zijn, dat de Franschen tusschen Oise Ai-
lette de Duitsche linie hadden willen door
breken. (Bapaume is inmiddels genomen.)
Het doel, dat met ieder van beide aan
vallen was beoogd, is er dan niet mee
bereikt. Maar. zij deden dan toch hun
dienst in het groote plan, zij droegen bij
tot het algemeene doelde Duitschers in
het defensief te houden. Daartoe moeten
de aanvallen steeds voortduren,- en de
plaats, waar aangevallen wordt, moet steeds
wisselen, en in dat {opzicht is natuurlijk
toch wel het meer of minder slagen van
iederen aanval op zich zelf van belang.
Uit de^wijzeVaarop de Duitschers terug
trekken is wel op te maken dat zij niet
slechts wijken onder de voortdurende stoo-
ten der aanvallers. Zij gaan vrijwillig
achter de rivierscheidingen terug, zonder
twijfel om achter die sterke verdedigings
linie gelegenheid tot voorbereidingen te
treffen, tot een lateren tegenstoot.
Zoo tracht zich de Duitsche legerleiding
den tegenstander voorloopig door terugtrek
ken van het lyf te houden. Zij slaat voor
het oogenblik geen acht op het terrein-
verlies, om in de worsteling om het initi
atief een tempowinst te behalen.
In dat opzicht is dus de snelle terug
tocht van de Duitschers minder in het
voordeel van de Franschen, dan het op het
oog schijnt. Hy bezorgt hem allicht tijd
verlies en bovendien begint hun stelling
tusschen Oise en Aisne een hoekigheid te
vertoonen, die tot een flankoffensief van
den kant van den Chemin des Dames haast
uitnoodigt.
Ook de Britten rukken voorwaarts op
een front van 50 kilometer breed. De
noordelijke vleugel van dit aanvalsfront be
vindt zich al ten volle in het gebied der
kunstmatige woestenij, dateerend uit den
tijd der Hindenburgterugtocht (voorjaar
1917). De namen van de dorpen in die
streek duiden over het algemeen maar ge
ografische punten aan, waar van een dorp
geen spoor meer te vinden is.
Nog akeliger dan dit opzettelijk vernielde
gebied is het trechterterrein van den ouden
Somme-slag, maar de linies staan verder
cureur Verhagen geweest, om nadere in
lichtingen in te winnen omtrent de erfenis,
en te vernemen of de oproepingen in de
dagbladen ook gevolg hadden gehad, maar
ongetroost was hij weer 't huis gekomen,
wantVerhagen was zoo dicht als een
pot, en Dorus was en bleef verdwenen.
't Eenige wat hij van den rechtsgeleerde
herhaaldelijk had vernomen waren de woor
den
»Wij kunnen niets zeggen of doen vóór
dat de jongen zelf gevonden is.
Ruim een half jaar is voorbijgegaan
't is zomer geweest, en de herfst is ge
komen met zijn onvermijdelijk gevolg van
wind en regen. Kil klettert de regen te
gen de beslagen ruiten van het oude ver-
velooze huis in de Egelantiersdwarsstraat
't is guur en winderig buiten, somber en
ongezellig daar binnen. De pandjeshuis
houder zit op zijn hooge kantoorkruk aan
zijn lessenaar, met eenige kleine pandjes
en een hoop briefjes van in- en verkoop
voor zich, als een havik bij zijn prooi.
Terwijl hij daar zoo met alle aandacht
de pas ontvangen zaken nog eens beziet,
komt een vronw met een jongen den win
kel binnen en blijft voor de lage balie
staan. Het licht der lamp, die op den
lessenaar staat, wordt gedeeltelijk door het
groen gazen scherm onderschept en werpt
een schaduw op de binnengetredene en den
naast haar staanden knaap.
Wordt vervolgd.)
MEllWSBLAB
Plannen.